Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR716157
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR716157/3
BESLUIT SALARIS, VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN UITKERINGEN 2016
Geldend van 28-05-2024 t/m 05-09-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
BESLUIT SALARIS, VERGOEDINGEN, TOELAGEN EN UITKERINGEN 2016Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,
Overwegende dat:
- de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) niet van toepassing is op de ambtenaren van de Veiligheidsregio (artikel 11.2 Aanpassingswet Wnra);
- De rechtspositionele regelingen van de gemeente Rotterdam als gevolg van de Wnra en CAO gemeenten zullen wijzigen en niet meer van toepassing zullen zijn op de ambtenaren van de veiligheidsregio;
- op 26 juni 2019 derhalve het besluit is genomen dat de rechtspositionele regelingen, waaronder het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, van de gemeente Rotterdam zoals die golden op 31 december 2019 voor zover de VRR deze volgt over te nemen en voor de VRR vast te stellen als zijnde eigen rechtspositie;
- het Besluit salaris,vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 zoals dat gold op 31 december 2019 in de gemeente Rotterdam en nadien op 1 juli 2020 gewijzigd (Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 720) ook door de Veiligheidsregio in geconsolideerde vorm dient te worden gepubliceerd;
gelet op:
- artikel 125 Ambtenarenwet in samenhang met artikel 11.2 Aanpassingswet WNRA;
- artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluit vast te stellen:
Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016
§ 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Functies en functiewaardering
-
1. Burgemeester en wethouders stellen de functies vast die door ambtenaren binnen de gemeentelijke organisatie kunnen worden bekleed.
-
2. Elke functie wordt beschreven op basis van een functiewaarderingssysteem.
-
3. Voor elke functie wordt een functieschaal vastgesteld op basis van een functiewaarderingssysteem.
-
4. De functieschalen voor ambtenaren zijn opgenomen in bijlage A bij dit besluit.
-
5. Het salaris van de ambtenaar wiens betrekking als een nevenfunctie moet worden beschouwd, wordt bepaald overeenkomstig bijlage B bij dit besluit.
Artikel 2 Recht op salaris, vergoedingen, salaristoelagen en uitkeringen
-
1. Zolang zijn aanstelling duurt, heeft een ambtenaar recht op salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen overeenkomstig dit besluit.
-
2. Dit recht bestaat niet over de tijd gedurende welke het arbeidsverzuim van de ambtenaar het gevolg is van zijn nalatigheid of verwijtbaar handelen.
-
3. De uitbetaling van het salaris, de vergoedingen, de toelagen en de uitkeringen vindt plaats per maand, tenzij in deze regeling anders is bepaald.
Artikel 2a inleenvoorschrift gelijke beloning payrolling
-
1. In dit artikel en de op dit artikel berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a. payroll werkgever: de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer ter beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen;
-
b. payroll werknemer: de werknemer die in dienst is bij een payroll werkgever en door deze ter beschikking wordt gesteld aan de gemeente om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten;
-
c. inlenersbeloning: de wettelijk verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.
-
2. Het bestuur spreekt schriftelijk met de payroll werkgever af dat de totale beloning van de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de veiligheidsregio vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar, die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.
-
3. De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning, naast de wettelijk verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder geval verstaan:
-
a. de beloningselementen van het IKB bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdelen b en c van dit besluit; en
-
b. de werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP), nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) op basis van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.
-
4. Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, spreken burgemeester en wethouders schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.
-
5. De toelage ter compensatie van de beloningselementen wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris van de payroll werknemer en is niet pensioengevend. De toelage is gelijk aan het verschil tussen:
- a.
de hoogte van gelijke of gelijkwaardige beloningselementen in lid 3 onderdeel a die de payroll werknemer per maand opbouwt of ontvangt, en
- b.
de hoogte van de beloningselementen in lid 3 onderdeel a die een ambtenaar per maand opbouwt of ontvangt.
- a.
-
6. Als de payroll werknemer geen deelnemer is of kan worden bij de pensioenregeling ABP, dan spreekt het bestuur schriftelijk met de uitlener af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag een toelage ontvangt voor pensioencompensatie. De toelage is een percentage van het salaris van de payroll werknemer. De toelage is gelijk aan het verschil tussen de totale werkgeverspremiepercentages van het ABP en de totale werkgeverspremiepercentages van een adequate pensioenregeling in de zin van artikel 8a Waadi waar de payroll werknemer deelnemer is. Daarbij worden de percentages van het:
- a.
ouderdomspensioen,
- b.
nabestaandenpensioen en
- c.
arbeidsongeschiktheidspensioen met elkaar vergeleken.
- a.
-
7. Burgemeester en wethouders verstrekken de payroll werkgever schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de terbeschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Burgemeester en wethouders vergewissen bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.
§ 2 Salaris
Artikel 3 Vaststelling salaris
-
1. Het college stelt het salaris van een ambtenaar vast aan de hand van zijn functieschaal zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa, op grond van zijn ervaring, geschiktheid en bekwaamheid. Het salaris wordt vastgesteld met aanduiding van een periodiek in de functieschaal. Als het salaris in de salaristabel in bijlage IIa omgerekend naar het salaris per uur lager is dan € 14,-, heeft de ambtenaar minimaal recht op een salaris per uur van € 14,-. Het op dit lid gebaseerde bedrag van € 14,- wordt niet geïndexeerd met de salarisverhogingen.
-
2. Als een ambtenaar in een functie wordt benoemd zonder dat hij al voldoet aan alle daarvoor geldende eisen ten aanzien van opleiding, ervaring en bekwaamheid, kan zijn salaris overeenkomstig de eerst lagere salarisschaal dan de functieschaal worden vastgesteld.
-
3. Voor de ambtenaar in artikel 1:2c, lid 2 van het Ambtenarenreglement geldt een aparte salarisschaal A. De salaristabel salarisschaal A is:
Schaal A Percentages van het WML
- 1.
100%
- 2.
101,8%
- 3.
103,6%
- 4.
105,5%
- 5.
107,3%
- 6.
109,1%
- 7.
110,9%
- 8.
112,7%
- 9.
114,5%
- 10.
116,4%
- 11
118,2%
- 12
120%
- 1.
-
4. Als het salaris in de salaristabel in lid 1 of lid 3 omgerekend naar het salaris per uur lager is dan € 14,-, heeft de ambtenaar minimaal recht op een salaris per uur van € 14,-. Het op dit lid gebaseerde bedrag van € 14,- wordt niet geïndexeerd met de algemene salariswijzigingen
Artikel 4 Salarisverhoging
-
1. Aan een ambtenaar wordt een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de ambtenaar functioneert ten minste voldoende;
-
b. de ambtenaar heeft het maximum van de functieschaal nog niet bereikt;
-
c. er zijn twaalf maanden verstreken sinds zijn aanstelling, zijn laatste periodieke salarisverhoging of zijn promotie.
-
2. Aan de toekenning van een periodieke salarisverhoging kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld.
-
3. Burgemeester en wethouders kunnen een ambtenaar een extra periodieke salarisverhoging toekennen.
-
4. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, kan voor de ambtenaar of voor groepen ambtenaren een vaste verhogingsdatum worden vastgesteld.
Artikel 5 Verlaging salarisschaal
-
1. Zonder voorafgaand ontslag kan voor de ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris, tenzij hiervoor in deze regeling of andere wet- en regelgeving, een grond aanwezig is.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan een ambtenaar met zijn instemming worden herplaatst in een functie waaraan een lagere schaal is verbonden met een overeenkomstige aanpassing van het salaris.
-
3. In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar, door toepassing van artikel 57, tweede lid, Ambtenarenreglement herplaatst worden in een functie met een lager maximumsalaris, met een overeenkomstige aanpassing van het salaris.
-
4. In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar na reorganisatie worden herplaatst in een functie met een lager maximumsalaris en overeenkomstige aanpassing van het salaris, voor zover dit is geregeld in een sociaal plan of sociaal statuut.
Artikel 6 Inpassing in hogere schaal
De ambtenaar die door promotie naar een hogere salarisschaal overgaat, heeft vanaf de dag dat de promotie ingaat recht op een hoger salaris.
Artikel 7
Gereserveerd.
§ 3 Salaristoelagen
Artikel 8 Functioneringstoelage
-
1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die meerdere jaren zeer goed of uitstekend heeft gefunctioneerd en/of bijzondere prestaties heeft geleverd, en die het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt, een functioneringstoelage toekennen.
-
2. De toelage wordt voor maximaal een jaar toegekend. Bij het voortduren van de gronden waarop de toelage is toegekend, kan deze opnieuw worden toegekend.
-
3. De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.
Artikel 9 Arbeidsmarkttoelage
-
1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar een arbeidsmarkttoelage toekennen om hem in dienst te kunnen nemen of te behouden, als schaarste op de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft en er in het betreffende vakgebied sprake is van een ernstig tekort aan personeel.
-
2. De toelage wordt toegekend voor een periode die van tevoren is vastgesteld, met een maximum van drie jaar.
-
3. De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.
Artikel 10 Waarnemingstoelage
-
1. Indien een ambtenaar wordt aangewezen om een functie waar te nemen met een hogere functieschaal, wordt hem voor de periode van waarneming een waarnemingstoelage toegekend. Deze bepaling geldt niet als de waarneming deel uitmaakt van de eigen functie.
-
2. Bij volledige waarneming van de functie is het bedrag van de toelage gelijk aan het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het salaris dat hij zou genieten als hij bij de start van de waarneming in de hogere schaal zou zijn ingedeeld.
-
3. Bij gedeeltelijke waarneming wordt de toelage naar evenredigheid toegekend.
Artikel 11 Toelage onregelmatige dienst
-
1. De ambtenaar heeft recht op een toelage die wordt uitgedrukt in een percentage van het uurloon gedurende de volgende tijdvakken van de week:
-
• maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur: 20%
-
• maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 uur en 24.00 uur: 40%
-
• zaterdag tussen 0.00 uur en 24.00 uur: 40%
-
• zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 1, tweede lid, onderdeel o, van het Ambtenarenreglement tussen 0.00 uur en 24.00 uur: 65%
-
Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 6.
-
2. De ambtenaar heeft geen recht op een toelage, als hij in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur in een van de in het eerste lid genoemde tijdvakken heeft gewerkt.
-
3. Over de uren waarover een toelage onregelmatige dienst wordt uitbetaald, kan niet tegelijkertijd een overwerkvergoeding worden uitbetaald.
Artikel 12
Gereserveerd.
Artikel 13 Toelage beschikbaarheidsdienst
-
1. De ambtenaar die buiten de voor hem geldende werktijden beschikbaarheidsdienst heeft, ontvangt een toelage beschikbaarheidsdienst.
-
2. De toelage bedraagt 5% van het uurloon voor de uren op maandag tot en met vrijdag en 10% van het uurloon voor de uren op zaterdag, zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 1, tweede lid, onderdeel o, van het Ambtenarenreglement.
-
3. Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 7.
-
4. Het bestuur kan ten gunste van de ambtenaar van dit artikel afwijken als de ambtenaar als arts in dienst is van de GGD of GHOR of als de ambtenaar werkzaam is in het crisispiket
Artikel 14 Inconveniëntentoelage
Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar een inconveniëntentoelage toekennen, indien er sprake is van niet vermijdbare zware, onaangename of gevaarlijke arbeid.
Artikel 15 Garantietoelage
Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die wordt geconfronteerd met een lager salaris, een garantietoelage toekennen.
Artikel 16 Afbouwtoelage
-
1. De ambtenaar van wie buiten zijn toedoen de toelage onregelmatige dienst, de toelage beschikbaarheidsdienst, en/of de inconveniëntentoelage blijvend wordt verlaagd of beëindigd, heeft recht op een afbouwtoelage indien:
-
• hij de toelage(n) met een onderbreking van ten hoogste twee maanden gedurende ten minste drie jaren heeft genoten én
-
• met de verlaging of beëindiging van de toelage(n) een bedrag is gemoeid van ten minste 3% van zijn salaris.
-
2. Het eerste lid is niet van toepassing:
• op de ambtenaar die gebruik maakt van het bepaalde in de hoofdstukken 9a en 9i, of
• indien voor de ambtenaar voorzieningen zijn getroffen in een sociaal plan.
-
3. De looptijd van de afbouwtoelage is maximaal drie jaar. De afbouwtoelage bedraagt in het eerste jaar 75%, in het tweede jaar 50% en in het derde jaar 25% van het af te bouwen bedrag.
-
4. Indien de hoogte van de af te bouwen toelage(n) aan wisselingen onderhevig was, wordt de afbouwtoelage vastgesteld op het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden.
-
5. Indien het salaris van de ambtenaar wordt verhoogd doordat hij een functie aanvaardt waaraan een hogere salarisschaal is verbonden, wordt de afbouwtoelage verrekend met de salarisverhoging.
-
6. Als de ambtenaar opnieuw recht krijgt op een toelage die verlaagd of beëindigd was, wordt de afbouwtoelage naar evenredigheid verminderd of wordt deze beëindigd.
§ 4 Overige vergoedingen en uitkeringen
Artikel 17 BHV-vergoeding
-
1. De ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om tevens werkzaam te zijn als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet ontvangt een vergoeding indien hij de taken in verband met bedrijfshulpverlening in voldoende omvang verricht.
-
2. De vergoeding bedraagt € 220,00 per jaar.
Artikel 18 Overwerkvergoeding
-
1. De ambtenaar die overwerk verricht heeft recht op een overwerkvergoeding. Over de uren waarover een overwerkvergoeding wordt uitbetaald, kan niet tegelijk een toelage onregelmatige dienst worden uitbetaald.
-
2. De overwerkvergoeding bestaat uit:
-
a. verlof gelijk aan het aantal volle uren van het overwerk,
-
b. het bedrag over het aantal volle uren overwerk ter hoogte van het volgende percentage van het uurloon van de ambtenaar:
-
• 100% voor overwerk op een zondag of feestdag als genoemd in artikel 1,tweede lid, onderdeel o, van het Ambtenarenreglement tussen 0.00 uur en 24.00 uur;
-
• 75% voor overwerk op een zaterdag tussen 0.00 uur en 24.00 uur;
-
• 75% voor overwerk op een maandag of de dag volgend op een feestdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur;
-
• 50% voor overwerk op een dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur;
-
• 50% voor overwerk op een maandag, dinsdag, woensdag donderdag of vrijdag tussen 20.00 uur en 24.00 uur;
-
• 25% voor overwerk op maandag dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 06.00 uur en 20.00 uur.
-
3. Het verlof, bedoeld in het vorige lid, wordt verleend op een zo vroeg mogelijk tijdstip. Op verzoek van de ambtenaar en voor zover de belangen van de dienst dit toelaten wordt het verlof verleend op een tijdstip dat de ambtenaar wenst.
-
4. Kan geen verlof worden verleend in overeenstemming met het derde lid, dan bestaat de vergoeding uitsluitend uit een bedrag, dat bestaat uit het uurloon, vermeerderd met een percentage van het uurloon conform het tweede lid onder b.
-
5. De ambtenaar die tijdens de beschikbaarheidsdienst wordt opgeroepen, ontvangt over de gewerkte tijd een overwerkvergoeding.
-
6. De ambtenaar die een functie bekleedt met functieschaal 11 of hoger heeft geen recht op een overwerkvergoeding, tenzij er sprake is van werkzaamheden tijdens een beschikbaarheidsdienst zoals bedoeld in het vorige lid.
-
7. Het bestuur kan ten gunste van de ambtenaar van dit artikel afwijken als de ambtenaar als arts in dienst is van de GGD of GHOR of als de ambtenaar werkzaam is in het crisispiket.
Artikel 18a
Vervallen (Gemeenteblad 2016, nr 173).
Artikel 18b
Vervallen (Gemeenteblad 2016, nr. 173).
Artikel 19 Ambtsjubileum
-
1. Een ambtenaar ontvangt éénmalig een jubileumtoelage zodra hij 25, 40 en 50 jaar in overheidsdienst is. Onder overheidsdienst wordt verstaan de tijd die hij in dienst is geweest bij een bij het ABP aangesloten werkgever.
-
2. Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%.
-
3. Een ambtenaar aan wie volledig ontslag wordt verleend op grond van artikel 89 of 90 van het Ambtenarenreglement en die binnen vijf jaar na de datum van ontslag, maar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd recht zou hebben gehad op een jubileumtoelage, ontvangt een evenredig deel van de toelage. In dat geval wordt de laatste maand vóór de datum van ingang van het ontslag als de maatgevende maand aangemerkt.
Artikel 20 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties
Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar of een groep ambtenaren eenmalig een geldbedrag toekennen voor uitstekend functioneren en/of geleverde bijzondere prestaties.
Artikel 21 Thuiswerkvergoeding 2022
-
1. Met ingang van 2 januari 2023 heeft een ambtenaar recht op een vergoeding per thuiswerkdag van € 3,- netto, ongeacht de omvang van de aanstelling, bestaande uit:
-
a. de fiscaal vrijgestelde thuiswerkvergoeding,
-
b. aangevuld met een netto internetvergoeding tot € 3,- netto.
-
-
2. Aanspraak op de thuiswerkvergoeding bestaat alleen op dagen waarop met de ambtenaar is afgesproken om thuis te werken.
-
3. De ambtenaar die op een dag in overwegende mate thuiswerkt, krijgt voor die dag geen reiskostenvergoeding woon-werk.
-
4. De ambtenaar die op een dag in overwegende mate op een werklocatie werkt, krijgt voor die dag geen thuiswerkvergoeding.
-
5. De ambtenaar die op een dag thuiswerkt en een dienstreis maakt waarvoor de medewerker een vergoeding krijgt op basis van artikel 12 van het Besluit kostenvergoedingen, krijgt voor deze dag ook een thuiswerkvergoeding.
-
6. Het bestuur kan aanvullende regels vaststellen voor de uitvoering van de thuis-werkvergoeding.
-
7. Dit artikel geldt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
Artikel 22
Gereserveerd.
Artikel 23 Overlijdensuitkering
-
1. Het recht op salaris vermeerderd met de toegekende salaristoelagen eindigt de dag na het overlijden van de ambtenaar.
-
2. Na het overlijden van de ambtenaar ontvangt de achterblijvende partner - of bij het ontbreken daarvan diens minderjarige kinderen - een overlijdensuitkering, die bestaat uit driemaal het laatst genoten salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%.
-
3. Zijn er geen nagelaten betrekkingen zoals genoemd in het voorgaande lid dan wordt de overlijdensuitkering uitgekeerd aan de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters waarvoor de overledene kostwinner was.
Artikel 24 Financiële compensatie bij overlijden als gevolg van een ongeval in en door de dienst
-
1. Indien de ambtenaar overlijdt en zijn overlijden een rechtstreeks gevolg is van een ongeval in en door de dienst, dan wordt aan de achterblijvende partner een financiële compensatie verstrekt. Indien de overledene geen partner nalaat, wordt de financiële compensatie verstrekt aan de minderjarige kinderen.
-
2. De financiële compensatie is uitgewerkt in een regeling.
-
3. <vervallen>
-
4. Zijn er geen nagelaten betrekkingen zoals genoemd in het eerste lid dan wordt de financiële compensatie uitgekeerd aan de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters waarvoor de overledene kostwinner was.
Artikel 25 Recht op tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering
-
1. De ambtenaar heeft recht op een tegemoetkoming in zijn kosten van de zorgverzekering.
-
2. De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december uitbetaald.
-
3. Bij indiensttreding op of na 1 januari van een kalenderjaar heeft de ambtenaar naar evenredigheid recht op een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering.
Artikel 26 Hoogte tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering
-
1. De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering is € 168,- per jaar.
-
2. De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering is € 296,- per jaar als het salaris van de ambtenaar lager of gelijk is aan het bedrag dat hoort bij de hoogste periodiek van schaal 6.
-
3. De ambtenaar die gedurende het jaar in dienst treedt of ontslagen wordt, ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering naar rato van de tijd dat hij in dienst is geweest.
-
4. De peildatum voor de vergelijking van het tweede lid is de maand december. Voor de ambtenaar die gedurende het jaar uit dienst treedt is de peildatum voor de vergelijking van het tweede lid de laatste maand dat de ambtenaar in dienst is geweest.
§ 5 Individueel Keuzebudget
Artikel 27 Algemeen
-
1. De ambtenaar heeft recht op een Individueel Keuzebudget, hierna te noemen: IKB.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders is beheerder van het IKB.
-
3. Het IKB is een maandelijks, in geld uitgedrukt budget dat de ambtenaar naar keuze kan gebruiken voor de doelen, genoemd in artikel 29, op de wijze zoals vastgelegd in deze regeling.
Artikel 28 Opbouw IKB
-
1. Het IKB wordt per maand opgebouwd en bestaat uit een deel waarover pensioen wordt opgebouwd en een deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd.
-
2. Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:
-
a. 8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen genoemd in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, en
-
b. 8,33% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, en
-
c. 1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949.
-
d. indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing is op de ambtenaar, 1% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit voor maximaal 20 jaar geldt, tenzij artikel 9a:9 lid 1, onderdeel b van toepassing is.
-
3. Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd bedraagt 0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris.
-
4. Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald, wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelage(n). Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris, dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.
-
5. Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald op grond van artikel 52, tweede tot en met vierde lid van het Ambtenarenreglement, wordt, in afwijking van het vierde lid van dit artikel, het IKB in die maand berekend op basis van het volledige salaris en toegekende salaristoelage(n).
-
6. Het college van burgemeester en wethouders kan bronnen toevoegen aan het IKB.
-
7. Op de ambtenaar, bedoeld in hoofdstuk 9i, is lid 2 onderdeel c van dit artikel niet van toepassing.
Artikel 29 Doelen IKB
-
1. De ambtenaar kan het IKB gebruiken voor:
-
a. het kopen van vakantie-uren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar;
-
b. extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het tot aan de datum van uitbetaling opgebouwde IKB;
-
c. het financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de gemeente wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij mogelijk maakt.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de bestedingsdoelen zoals omschreven in het eerste lid aanvullen.
Artikel 30 Gebruik IKB
-
1. De ambtenaar kan elke maand een keuze maken om zijn IKB te gebruiken voor één of meerdere van de in artikel 29 genoemde doelen. Hij heeft voor deze keuze geen toestemming nodig.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders wijst in verband met de salarisverwerking voor elke maand een uiterste datum aan waarop de ambtenaar zijn keuze kenbaar moet maken.
-
3. Als de ambtenaar geen keuze maakt, of bij zijn keuze slechts een deel van zijn IKB gebruikt, wordt het IKB over die maand, of het resterende deel daarvan, gereserveerd. De ambtenaar kan het gereserveerde IKB op een later moment in het lopende kalenderjaar besteden.
-
4. Heeft de ambtenaar na de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december nog een resterend IKB, dan wordt dit bij de salarisbetaling van die maand uitbetaald.
-
5. Besteding van het IKB kan alleen binnen het op het moment van keuze beschikbare budget; het eventuele meerdere kan niet worden uitgeruild met een ander inkomensbestanddeel of worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. De keuze voor een doel heeft uitsluitend betrekking op hetzelfde kalenderjaar.
-
6. Bedragen die uit het IKB zijn gebruikt, kunnen niet meer worden teruggestort in het IKB.
-
7. De medewerker op wiens inkomen loonbeslag is gelegd, kan alleen gebruik maken van de in artikel 29, eerste lid, onderdeel b, van deze regeling genoemde mogelijkheid. Dit geldt voor zover het loonbeslag niet eindigt in de maand waarin de medewerker van het IKB gebruik wil maken.
Artikel 31 Waarde van een vakantie-uur
-
Als de medewerker kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de medewerker geldende uurloon vermeerderd met het IKB per uur van de maand waarin hij de uren verkoopt.
Artikel 32 Uitbetaling IKB bij einde dienstverband
-
1. Bij beëindiging van het dienstverband wordt het resterende IKB aan de ambtenaar uitbetaald.
-
2. Bij overlijden van de ambtenaar wordt in aanvulling op de eventuele overlijdensuitkering het resterende IKB uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 23, tweede en derde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.
Artikel 33 Wet- en regelgeving
-
1. Het gebruiken van het IKB voor doelen kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De ambtenaar wordt geacht deze gevolgen te kennen.
-
2. Als blijkt dat een bedrag uit het IKB ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de ambtenaar niet aan de voorwaarden voor uitruil met het IKB heeft voldaan, verhaalt het college van burgemeester en wethouders de verschuldigde loonheffing alsmede de daarover eventueel verschuldigde belastingrente en boete op de ambtenaar.
-
3. Als een netto voordeel voor de ambtenaar vervalt door wijzigingen in wet- en regelgeving, wordt dat niet gecompenseerd door het college van burgemeester en wethouders.
-
4. Alle transacties in het IKB moeten passen in de geldende wet- en regelgeving.
Artikel 34 Overgangsrecht
-
1. De vakantietoelage die de ambtenaar heeft opgebouwd in de periode van juni 2016 tot en met december 2016 op grond van artikel 18b van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 zoals dat gold op 31 december 2016, wordt uitbetaald bij de salarisbetaling van mei 2017. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het IKB.
-
2. Indien aan de ambtenaar ontslag verleend wordt vóór 1 mei 2017, wordt de opgebouwde vakantietoelage over 2016 uitbetaald in de eerstvolgende maand na het ontslag.
Artikel 35 Overige bepalingen
Gereserveerd.
§ 6 Overige individuele keuzemogelijkheden
Artikel 36 Verkoop van vakantie-uren
-
1. De ambtenaar kan er elk kalenderjaar voor kiezen ten hoogste 72 uren bovenwettelijk vakantieverlof te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.
-
2. Vakantie-uren die de ambtenaar heeft gekocht op grond van artikel 29, eerste lid, onderdeel a, kunnen niet worden verkocht op grond van dit artikel.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen over de aanvraagprocedure.
-
4. Het ten aanzien van het uurloon bepaalde in artikel 31 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 37 Intrekking regelingen
Het Bezoldigingsbesluit 1993, de Overbruggingsregeling, de Vergoedingsregeling wacht- en waakdiensten en het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1973 worden ingetrokken.
Artikel 38 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
Artikel 39 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 juni 2019.
Ondertekening
De secretaris
mr. drs. A. Littooij
De voorzitter
ing. A. Aboutaleb
Bijlage A (Nieuwe Salarisstructuur)
Bevattende de salarisschalen voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.
Salaristabel per 2 januari 2023, nieuwe structuur
* Als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, heeft de medewerker per 1 augustus 2017 recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 heeft de medewerker tenminste recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder. Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 2c, eerste lid Ambtenarenreglement geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon.
Bijlage B
Salaris ambtenaar, bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016
Percentage van het maximumsalaris van SK 5, genoemd in bijlage A
a. Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen door verenigingen enz.: 12,194
b. Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen in resp. Hoek van Holland en Pernis door verenigingen enz.: 6,099
c. Ambtenaren belast met het toezicht op het gebruik van gemeentelijke sportterreinen en recreatieobjecten: 7,732
d. Beiaardier, per bespeling: 5,347
e. Gemeente-arts, te Hoek van Holland: 10,098
f. Organist Raadhuis (150 bespelingen per jaar): 35,112
Bijlage C
Bevattende de salarisschaal A voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 2c, eerste lid, Ambtenarenreglement.
PN |
A |
0 |
1.615,18 |
1 |
1.645,18 |
2 |
1.674,56 |
3 |
1.703,93 |
4 |
1.733,31 |
5 |
1.762,69 |
6 |
1.792,07 |
7 |
1.821,45 |
8 |
1.850,83 |
9 |
1.880,20 |
10 |
1.909,58 |
11 |
1.938,96 |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 5 Eerste lid
Deze bepaling moet in samenhang met artikel 15 worden gelezen. Daarnaast is ook artikel 7 van de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 van belang.
Uit het samenstel van deze bepalingen vloeit voort dat bij plaatsing in een functie met een lagere functionele salarisklasse en bij herwaardering van een functie naar een lager niveau er géén ontslag nodig is om de ambtenaar in de lagere functionele salarisklasse te plaatsen. Van belang hierbij is dat er in dergelijke gevallen in de regel sprake is van toekenning van een garantietoelage ter overbrugging van het verschil tussen de oude en de nieuwe inschaling.
Tweede lid
Instemming met herplaatsing in lager gewaardeerde functie met een bijbehorend lager salaris heeft voor ambtenaren die binnen 10 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, bij een gelijkblijvende aanstellingsomvang, geen gevolgen voor de pensioenopbouw. Een en ander is geregeld in artikel 3:5 van het Pensioenreglement.
Artikel 6
Onder promotie wordt zowel de bevordering naar een hoger gewaardeerde functie, als de overstap van de aanloopschaal (zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid) naar de functieschaal verstaan.
Artikel 9
Zolang de knelpunten op de arbeidsmarkt voortduren, kan de arbeidsmarkttoelage na afloop opnieuw worden toegekend voor een nieuwe periode van maximaal drie jaar.
Artikel 10 Eerste lid
De ambtenaar heeft geen recht op een waarnemingstoelage als het waarnemen van de hoger gewaardeerde
functie een integraal onderdeel is van zijn functie, waarmee rekening is gehouden bij de beschrijving en waardering van die functie. Voorbeeld van een dergelijke situatie is de adjunct-directeur die de directeur vervangt tijdens kortdurende afwezigheid.
Tweede en derde lid
Met deze bepaling wordt beoogd dat de waarnemer – voor het deel van de functie dat wordt waargenomen – op het zelfde niveau wordt beloond als het geval zou zijn geweest indien hij/zij bij bevordering in de waar te nemen functie zou zijn aangesteld. Voor een juiste vaststelling van de toelage moet de betrokken ambtenaar volgens de geldende regels – fictief – worden ingeschaald in de functieschaal van de functie die wordt waargenomen. Het verschil tussen dat bedrag en het salaris van de ambtenaar wordt als waarnemingstoelage uitgekeerd.
Artikel 13
Met deze toelage wordt het zich beschikbaar houden voor werk buiten de voor de
ambtenaar geldende werktijden beloond. Van beschikbaarheidsdienst die recht geeft op een toelage is sprake als het gaat om:
• afgebakende periodes;
• buiten de normale, voor de ambtenaar geldende werktijden,
• waarin de medewerker beschikbaar is om onvoorzien, op afroep werkzaamheden te verrichten.
Afgebakende periodes: sommige functies brengen met zich mee dat men er altijd rekening mee moet houden dat men voor werk wordt opgeroepen maar dat men zelden of nooit daadwerkelijk wordt opgeroepen. Denk hierbij aan de ICT-medewerker die ’s nachts gebeld kan worden om het systeem te herstarten, of een beleidsmedewerker die onverwachte vragen van de raad moet beantwoorden. Hierbij gaat het om incidenten die bij het werk horen. De beschikbaarheidsdienst is voor onvoorziene maar niet-incidentele werkzaamheden. Daarom kent de Arbeidstijdenwet ook regels voor de beschikbaarheidsdienst. Deze kan op grond van artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet alleen in beperkte omvang en gedurende afgebakende periodes worden opgelegd.
Buiten de normale voor de ambtenaar geldende werktijden: in sommige functies is de medewerker tijdens de vastgestelde werktijd bereikbaar voor onvoorziene omstandigheden. In dat geval is er geen sprake van beschikbaarheidsdienst in de zin van dit artikel.
Beschikbaar zijn: een medewerker die beschikbaarheidsdienst heeft, is verplicht om gehoor te geven aan een oproep om werkzaamheden te verrichten. Het is niet noodzakelijk dat deze werkzaamheden op de werkplek worden verricht; in voorkomende gevallen kan dat ook vanuit huis.
Ten aanzien van de vergoeding van de uren gedurende welke de ambtenaar tijdens deze beschikbaarheidsdienst – na een oproep daartoe – werkzaamheden heeft verricht, geldt dat de medewerker over alle tijdens deze dienst gewerkte uren recht heeft op een overwerkvergoeding op grond van artikel 18.
Artikel 16
De afbouwregeling heeft uitsluitend betrekking op de hier genoemde toelagen en niet op de andere in dit besluit genoemde uitkeringen, vergoedingen of vormen van variabele beloning.
Artikel 17 Eerste lid
Tot de genoemde taken worden ook de deelname aan opleiding en oefeningen gerekend.
Tweede lid
Het betreft hier een vaste standaardvergoeding waar alle BHV-activiteiten onder vallen.
Artikel 18
Van overwerk kan ook sprake zijn tijdens de gebruikelijke kantooruren. Voorbeeld: een ambtenaar die vanwege deeltijdwerk nooit op woensdag werkt, maar op een woensdag van 11.00 uur tot 16.00 uur moet overwerken, krijgt voor de op die woensdag gewerkte overuren een overwerkvergoeding van 25%.
Artikel 19 Eerste lid
Voor het bepalen van de datum van een ambtsjubileum wordt uitgegaan van de al dan niet aansluitende tijd – in voltijd en/of deeltijd – doorgebracht in een dienstverband bij een (destijds) bij het ABP aangesloten werkgever. Het is niet noodzakelijk dat de betrokken ambtenaar destijds ook zelf ABP-deelnemer is geweest. De tijd doorgebracht als vrijwilliger bij de brandweer telt niet mee, evenals onbetaalde banen, werkervaringsovereenkomsten of stages.
Derde lid
Een proportionele ambtsjubileumgratificatie wordt alleen verstrekt bij reorganisatieontslag, of bij ontslag op grond van arbeidsongeschiktheid voor 80% of meer. Alleen bij reorganisatie is gedeeltelijk ontslag mogelijk en kan het dus voorkomen dat een proportionele ambtsjubileumgratificatie verstrekt moet worden naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag is verleend.
Artikel 20
Dit artikel moet worden gezien in samenhang met artikel 8. Samen vormen deze artikelen de basis voor een variabel beloningsbeleid, bijzondere prestaties, uitstekend functioneren en/of flexibele (projectmatige) inzet van medewerkers extra kan worden beloond. Dit in tegenstelling tot het toekennen van extra periodieken (artikel 4, derde lid) die structureel van karakter zijn, en tot gevolg hebben dat de ambtenaar sneller het maximum van de salarisschaal bereikt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl