Leidingverordening Gemeente Hilversum 2024

Geldend van 24-02-2024 t/m heden

Intitulé

Leidingverordening Gemeente Hilversum 2024

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Hilversum,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders betreffende Leidingverordening d.d. 31 oktober 2023 met kenmerk 1355902,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de volgende Leidingverordening Gemeente Hilversum 2024.

1.Inleidende bepalingen

1.1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

Aanvraag: de aanvraag van een vergunning;

College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

Kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder in ieder geval begrepen warmtenetten, telecomkabels alsmede lege buizen, ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

Melding: een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, waarvoor geen vergunning noodzakelijk is;

Netbeheerder: degene die:

a. als natuurlijk dan wel rechtspersoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf als netbeheerder is aangewezen bij wet dan wel specifiek vanuit gemeentelijke regelgeving (netbeheerder); of

b. als natuurlijk dan wel rechtspersoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, niet is aangewezen als netbeheerder bij wet dan wel specifiek vanuit gemeentelijke regelgeving, een werk of activiteit uitvoert als bedoeld in hoofdstuk 10 van de Omgevingswet, waarvoor de Minister die het aangaat aan een rechthebbende een gedoogplicht kan opleggen voor het tot stand brengen of opruimen van een werk van algemeen belang voor zover dit kabels en leidingen betreft (private netbeheerder),

beheerder is van een al dan niet openbaar netwerk.

Niet- openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen die niet vallen onder één van de categorieën openbare werken als bedoeld in hoofdstuk 10 van de Omgevingswet en kabels en leidingen die niet ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

Ondergrondse ordening: regulerend optreden van de gemeente voor het bepalen van de legging (plaats en ruimte) van netten in de ondergrond.

Openbaar elektronisch communicatienetwerk: netwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

Openbare gronden: openbare gronden als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

Pre-toets: beoordeling door het college, aan de hand van vooraf gevraagde specifieke informatie, met als doel het vaststellen van de indieningsvereisten voor een aanvraag;

Spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden waarvan uitstel niet mogelijk is ten gevolge van een calamiteit of ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening;

Vergunning: een vergunning voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen in of op openbare gronden, niet zijnde kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

Warmtenet: een warmtenet als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Warmtewet;

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden die dusdanig beperkt zijn dat geen vergunning noodzakelijk is en kan worden volstaan met een melding. De netbeheerder genoemd onder onderdeel b (private netten) is uitgesloten van de werkzaamheden van niet ingrijpende aard.

1.2.Toepassingsbereik

1. Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen in of op openbare gronden, met uitzondering van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

2. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

2.Toestemming

2.1.Vereiste toestemming

1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het college verleende vergunning kabels of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, aan te passen, in stand te houden of op te ruimen.

2. Voor de private netbeheerder geldt, dat voorafgaande aan de aanvraag als bedoeld in lid 1, een pre-toets uitgevoerd dient te worden. De aanvraag, als bedoeld in lid 1, kan worden ingediend na goedkeuring door het college van de pre-toets.

3. In afwijking van het eerste lid kan voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard worden volstaan met een melding aan het college, met uitzondering van de private netbeheerder.

4. Het college kan één of meer gebieden aanwijzen waarbinnen niet volstaan kan worden met een melding, maar altijd een vergunning moet worden aangevraagd.

5. Spoedeisende werkzaamheden dienen onverwijld te worden gemeld aan de burgemeester. Na ontvangst van de melding door de burgemeester kunnen, in afwijking van het eerste lid, de werkzaamheden plaatsvinden, tenzij de burgemeester, op grond van de APV of een andere hem toekomende bevoegdheid, in verband met de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar de uitvoering van de werkzaamheden verbiedt.

6. Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak of op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de provinciale wegenverordening.

7. Ten aanzien van de leden één tot en met vijf van dit artikel stelt het college nadere regels vast voor wat betreft de indiening van een aanvraag of melding en de uitvoering van de werkzaamheden. Deze nadere regels worden opgenomen in het Handboek Kabels en Leidingen gemeente Hilversum.

2.2.Vergunning aanleg private netten

1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van private netten in openbare gronden is het bepaalde in deze verordening overeenkomstig van toepassing.

2. Het college is bevoegd nadere regels te stellen die verbandhouden met de aanleg van private netten in openbare gronden. Deze nadere regels worden opgenomen in het Handboek Kabels en Leidingen gemeente Hilversum.

2.3.De aanvraag en de melding

1. Een aanvraag wordt ingediend bij het college.

2. Een melding wordt minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden aan het college gedaan.

2.4.Beslistermijnen

1. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

2. Het college kan besluiten een aanvraag niet te behandelen als de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking. Het college zal de aanvrager in de gelegenheid stellen om binnen een gestelde termijn de aanvraag aan te vullen en de termijn voor de behandeling van de aanvraag daartoe op te schorten.

3. Indien voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen zowel een aanvraag op grond van deze verordening als een aanvraag op grond van een andere wet is ingediend, al dan niet bij een ander bestuursorgaan, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.

4. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn van ten hoogste acht weken waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

5. Op schriftelijk verzoek van de aanvrager stelt het college een aanvraag buiten behandeling.

2.5.Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

1. Het college kan aan een vergunning of melding voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

a. de openbare orde;

b. de veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid of een goede doorstroming van het verkeer;

c. het voorkomen of beperken van overlast;

d. de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven lokale evenementen;

e. de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt de bescherming van reeds in de grond aanwezige werken;

f. de bescherming van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen;

g. het uiterlijk aanzien van de omgeving;

2. De voorschriften kunnen onder meer betrekking hebben op:

a. plaats, tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

b. het bevorderen van medegebruik van een voorziening;

c. het afstemmen van werkzaamheden met werkzaamheden van anderen, waaronder die van de gemeente;

3. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in de vergunning anders is bepaald.

4. De aanvrager dan wel melder draagt er zorg voor dat de voorschriften die aan de vergunning of melding zijn verbonden worden nageleefd.

5. Het college stelt nadere regels vast (Handboek Kabels en Leidingen gemeente Hilversum) ten aanzien van de wijze van uitvoering, de ordening, de planning en de coördinatie van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen.

2.6.Wijziging en intrekking

1. Het college kan de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

a. de netbeheerder niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van de vergunning, of de in de vergunning opgenomen termijn, met de werkzaamheden als omschreven in de vergunning is begonnen;

b. de in de vergunning benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stilliggen;

c. de vergunning is verleend op basis van onjuiste of onvolledige gegevens;

d. de netbeheerder het bepaalde bij of krachtens deze verordening niet naleeft;

2. Het college kan de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

a. de netbeheerder de leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld;

b. dit naar het oordeel van het college redelijkerwijs nodig is vanwege de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak.

3. Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van de vergunning dan nadat het college de houder van de vergunning in de gelegenheid heeft gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.

4. Aan het besluit tot wijziging of intrekking van de vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels of leidingen aan te passen of deze te verwijderen.

5. Het college trekt de vergunning in indien de houder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer daarvan te willen maken.

6. Een vergunning geldt voor een specifieke kabel of leiding en is overdraagbaar, tenzij in de vergunning anders is bepaald. Het college kan de vergunning op schriftelijk verzoek van de houder op naam stellen van een andere netbeheerder.

3.Overleg, afstemming en overige verplichtingen

3.1.Overleg en afstemming tijdens planvorming

1. De gemeente initieert en faciliteert nader overleg tussen alle betrokken partijen over alle projecten in openbare gronden. Dit overleg vindt periodiek, doch tenminste tweemaal per jaar plaats.

2. Het college initieert in de planfase van een door of vanwege de gemeente uit te voeren project overleg met de desbetreffende netbeheerder(s) ten einde de gevolgen van dat project voor de ligging en het onderhoud van kabels en leidingen te analyseren. De gemeente doet per bedoeld project een voorstel ten aanzien van het aantal overleggen en de regelmaat daarvan.

3. Op initiatief van het college wisselen alle betrokken partijen voorafgaand aan de start van een werk dat gevolgen heeft voor de ondergrondse infrastructuur de noodzakelijke informatie met elkaar uit.

4. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de informatie-uitwisseling tussen gemeente en netbeheerders.

3.2.Verplichtingen netbeheerder

1. De netbeheerder is verplicht zorg te dragen voor een goede staat van onderhoud van kabels en leidingen.

2. Indien de eigendom, de exploitatie, het beheer of het gebruik van kabels of leidingen wijzigt, stelt de netbeheerder het college onverwijld schriftelijk van deze wijziging in kennis. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de bij de kennisgeving te verstrekken gegevens en de wijze van verstrekking.

3. De netbeheerder levert op verzoek van het college informatie over een kabel of leiding.

3.3.Medegebruik van voorzieningen

Een aanvrager is verplicht om bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk medegebruik te maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of (integrale) kabel- en leidingentunnels.

3.4.Verontreiniging, gevaar en hinder

1. De netbeheerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging, gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk te melden aan het college en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, schade of hinder te voorkomen.

2. Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van kabels en leidingen opschorting gelasten van de aanleg of de exploitatie van de betreffende kabels en leidingen.

4.Financiële bepalingen

4.1.Nadeelcompensatie

1. Het college kent een netbeheerder die schade lijdt of zal lijden als gevolg van een besluit van het college als bedoeld in artikel 2.6 tweede lid, onder b, dan wel als gevolg van de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, op verzoek een vergoeding toe, wanneer de schade uitstijgt boven het normale maatschappelijke risico en hem in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft.

2. Het college stelt een nadeelcompensatieregeling vast over de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid.

3. De in het eerste lid genoemde regeling geldt niet voor de private netbeheerder.

4.2.Herstelkosten

1. Indien door de netbeheerder werkzaamheden aan kabels of leidingen in of op openbare gronden worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van openbare gronden die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening.

2. Het uitgangspunt bij het herstel van gronden is dat de grond wordt teruggebracht in de oude staat.

3. Het college stelt nadere regels vast over de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid.

5.Handhaving

5.1.Toezicht op de naleving

1. Het college wijst de personen aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

2. Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten gebruik te maken van de bestuursrechtelijke instrumenten zoals bestuursdwang, last onder dwangsom en een bestuurlijke boete, alle conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Bij de bepaling van de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete houdt het college rekening met de aard, ernst, duur en verwijtbaarheid van de overtreding.

4. Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt zonder voorafgaande melding of vergunning, als bedoeld in artikel twee van deze verordening.

5.2.Strafbepaling

Overtreding van de artikelen 2.1 eerste, tweede en derde lid, 2.5 derde lid en 3.2 eerste lid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

6.Overgangs- en slotbepalingen

6.1.Overgangsbepalingen

1. Voor kabels en leidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig aanwezig en in gebruik zijn geldt de door de gemeente verleende toestemming dan wel vergunning op grond waarvan zij gelegd zijn als een vergunning krachtens deze verordening.

2. Voor zover er sprake is van privaatrechtelijke overeenkomsten tussen de gemeente en netbeheerders tot het moment waarop deze zijn beëindigd, zijn de bepalingen in deze verordening, voor zover strijdig met de bepalingen in deze overeenkomsten, niet van toepassing.

6.2.Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking..

6.3.Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Leidingverordening gemeente Hilversum 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2023.

de griffier, de burgemeester,

A.J. van Meerveld-Hop CMC dr. ir. G.M. van den Top

Ondertekening