Marktverordening Scherpenzeel 2024

Geldend van 24-02-2024 t/m heden

Intitulé

Marktverordening Scherpenzeel 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op door burgemeester en wethouders ingestelde reguliere warenmarkt die op woensdag van 08.00 tot 13.00 wordt gehouden. Ze is niet van toepassing op de vrijmarkt op Koningsdag, jaarmarkt, braderieën en dergelijke.

Artikel 2. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    dagplaatsvergunning: vergunning voor de duur van een dag voor het op de markt bedrijven van handel;

  • -

    marktvergunning: vaste standplaats-, dagplaats of standwerkvergunning;

  • -

    standplaats: ruimte die voor de duur van de markt beschikbaar is voor houders van een marktvergunning;

  • -

    standwerkvergunning: vergunning voor de duur van een dag voor het op de markt om zich heen verzamelen van publiek, om door een aansprekende uiteenzetting te proberen het publiek over te halen om artikelen te kopen;

  • -

    vaste-standplaatsvergunning: vergunning voor de duur van 20 jaar voor het op de markt bedrijven van handel.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen samen met de marktcommissie een inrichtingsplan voor de markt op, met daarin onder andere:

    • a.

      de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden;

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      de sollicitatieprocedure die zij toepassen bij de verlening van vaste-standplaatsvergunningen. Meer informatie hierover in artikel 8;

  • 2. Op de kaart van de markt zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de vaste standplaatsen;

    • c.

      de standplaatsen die zijn bestemd voor (vers) voedsel en voor non-food;

    • d.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning of standwerkers.

Artikel 4. Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden op een markt een standplaats in te nemen zonder vaste standplaats-, dagplaats-, of standwerkvergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen alleen een vergunning aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die niet al een vergunning op grond van deze verordening heeft.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ten alle tijden voorschriften en beperkingen verbinden aan een vergunning.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 6. Mandaatverboden

  • 1. De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van een inrichtingsplan wordt niet gemandateerd.

  • 2. De bevoegdheid tot het verlenen of intrekken van een vaste-standplaatsvergunning wordt niet gemandateerd aan de marktmeester of een andere toezichthouder.

HOOFDSTUK 2. VERDEELPROCEDURES BESCHIKBARE MARKTVERGUNNINGEN

Artikel 7. Verlenging na afroep

  • 1. Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kunnen burgemeester en wethouders de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.

  • 2. Bij de verlenging na afroep maken burgemeester en wethouders 8 weken voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in de Scherpenzeelse krant bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van 20 jaar.

  • 3. Bij deze openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling voor de vaste-standplaatsvergunning binnen 4 weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door burgemeester en wethouders aangegeven wijze.

  • 4. Als binnen de gestelde termijn alleen de betreffende vergunninghouder belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, verlengen burgemeester en wethouders zijn vaste-standplaatsvergunning met de in het tweede lid genoemde duur.

  • 5. Als binnen de gestelde termijn naast de betreffende vergunninghouder ook een of meer andere gegadigden belangstelling kenbaar hebben gemaakt, wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval passen burgemeester en wethouders de in het inrichtingsplan vastgelegde procedure van artikel 8 toe, met uitzondering van het tweede lid van dat artikel.

  • 6. In het in het vijfde lid bedoelde geval stellen burgemeester en wethouders de gegadigden ervan in kennis dat de procedure van artikel 8 wordt toegepast en dat zij vóór de door burgemeester en wethouders genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

Artikel 8. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via selectie

  • 1. Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning kunnen burgemeester en wethouders deze verdelen via selectie.

  • 2. Bij de verdeling via selectie maken burgemeester en wethouders door een openbare kennisgeving in de Scherpenzeelse krant bekend dat de vaste-standplaatsvergunning voor de duur van 20 jaar beschikbaar komt, voor welke branche of artikelgroep deze vergunning wordt verleend en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. Als een aanvraag vóór de indieningsdatum is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van 4 weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4. Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, komen voor beoordeling als bedoeld in het vijfde lid in aanmerking.

  • 5. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders samen met de Marktcommissie punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    • a.

      het assortiment van de gegadigde vormt een gewenste toevoeging aan het marktassortiment (2 punten);

    • b.

      de kwaliteit van de uitstraling van de uitstalling van de gegadigde (3 punten);

    • c.

      de kennis, ervaring en eventuele opleiding van de gegadigde met betrekking tot het marktassortiment (1 punt);

    • d.

      het maatschappelijk verantwoord ondernemen door de gegadigde (3 punten);

    • e.

      het consumentvriendelijk ondernemen door de gegadigde (1 punt);

  • 6. Burgemeester en wethouders verlenen de vaste-standplaatsvergunning aan de gegadigde met het op basis van de beoordeling hoogste aantal punten.

  • 7. Als meer gegadigden hetzelfde aantal punten krijgen toegekend, dan vindt de verdeling van de vergunning tussen hen plaats via loting door middel van een trekking, waarvoor zij worden uitgenodigd.

Artikel 9. Verdeling beschikbare dagplaatsvergunningen

Burgemeester en wethouders verdelen de beschikbare dagplaatsvergunningen op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen die per branche of artikelgroep mogelijk zijn.

Artikel 10. Verdeling beschikbare standwerkvergunningen

Burgemeester en wethouder verdelen de beschikbare standwerkvergunningen op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen die per branche of artikelgroep mogelijk.

HOOFDSTUK 3. VASTE-STANDPLAATSVERGUNNING

Artikel 11. Algemene bepalingen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een nieuwe vaste-standplaatsvergunning verlenen voor de duur van 20 jaar en voor de op de vergunning vermelde standplaats. Een proefperiode kan ook onderdeel zijn van de vergunning.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen tijdelijk een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een vaste-standplaatsvergunning is niet overdraagbaar.

  • 4. De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Artikel 12. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vaste-standplaatsvergunning wil gebruikmaken, overleden is of onder curatele gesteld is, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Als de in het eerste lid bedoelde overschrijving niet kan worden gedaan, kunnen burgemeester en wethouders de vaste-standplaatsvergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 2 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. De overschrijving van de vaste-standplaatsvergunning geldt voor de resterende vergunningsduur. Na het einde van de duur van de vergunning komt deze beschikbaar voor verdeling volgens de verdeelprocedure van artikel 8.

  • 4. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 5. Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag tot overschrijving af als niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 6. Als de nieuwe vergunninghouder al over een vaste-standplaatsvergunning voor de Scherpenzeelse markt beschikt, kunnen burgemeester en wethouders deze intrekken.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen van vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

Artikel 13. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken de vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij overeenkomstig artikel 12 een aanvraag tot overschrijving is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de vaste-standplaatsvergunning intrekken als:

    • a.

      de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden;

    • c.

      van de vergunning gedurende ten minste 3 maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet; of

    • e.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd.

  • 3. Als de in het tweede lid bedoelde intrekking voor bepaalde tijd is, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde vaste standplaats tijdelijk vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn rechtmatige vervanger de standplaats niet uiterlijk 1 uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vaste-standplaatsvergunning voor de rest van de dag tenzij hierover met de marktcoördinator andere afspraken zijn gemaakt.

Artikel 14. Persoonlijk innemen vaste standplaats; vervanging

  • 1. De vergunninghouder neemt de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders erin toestemmen dat een vervanger de standplaats inneemt. Een aanvraag om toestemming vermeldt de reden en verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten - behalve tot vervanging ingevolge van vorige lid - en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op vervanger.

Artikel 15. Plaatsverandering na beschikbaar komen vaste standplaats

  • 1. Als een vaste standplaats beschikbaar komt voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning, kunnen burgemeester en wethouders deze standplaats voor de resterende vergunningsduur toewijzen aan een houder van een vaste-standplaatsvergunning op de betrokken markt. De toewijzing gebeurt op aanvraag.

  • 2. Als meerdere aanvragen zijn ingediend voor plaatsverandering, wijzen burgemeester en wethouders de vaste standplaats toe via loting, waarvoor de aanvragers worden uitgenodigd.

  • 3. Als de beschikbaar gekomen vaste standplaats op grond van het inrichtingsplan bij voorrang is bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen, kunnen burgemeester en wethouders deze standplaats alleen toewijzen aan een vergunninghouder die tot die branche behoort of die handelt in die artikelgroep.

HOOFDSTUK 4. DAGPLAATS- EN STANDWERKVERGUNNING

Artikel 16. Dagplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een dagplaatsvergunning verlenen voor de duur van een dag, voor de op de vergunning vermelde en op de kaart van de markt als zodanig aangegeven dagplaats of voor het innemen van een vaste standplaats, wanneer die niet is ingenomen door de houder van de vaste-standplaatsvergunning of zijn rechtmatige vervanger.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking de gegadigden die op de marktdag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een toewijsbare aanvraag om een dagplaatsvergunning hebben ingediend en aan wie gedurende de voorafgaande 12 weken niet vaker dan 6 keren een dagplaatsvergunning is verleend.

  • 3. Burgemeester en wethouders weigeren een dagplaatsvergunning als de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen een dagplaatsvergunning weigeren wanneer de aanvrager eerder een vaste-standplaatsvergunning had die niet langer dan 1 jaar geleden is ingetrokken.

  • 5. Een dagplaatsvergunning is niet overdraagbaar en de vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 6. De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Artikel 17. Standwerkvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een standwerkvergunning verlenen voor de duur van een dag, voor de op de vergunning vermelde standwerkplaats en artikelen.

  • 2. Voor een standwerkvergunning komen in aanmerking de gegadigden die op de marktdag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een toewijsbare aanvraag om een standwerkvergunning hebben ingediend mits zij voldoen aan een geldend branche- of artikelgroepvereiste en aan wie gedurende de voorafgaande 12 weken niet vaker dan 6 keren een standwerkvergunning is verleend.

  • 3. Burgemeester en wethouders weigeren een standwerkvergunning als de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 4. Een standwerkvergunning is niet overdraagbaar en de vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 5. De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

HOOFDSTUK 5. ALGEMENE BEPALINGEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS

Artikel 18. Toonplicht vergunning of toestemming

Degene die een standplaats inneemt of wil innemen is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 19. Markttijden en reglement in acht nemen

  • 1. Het is verboden meer dan 1,5 uur voor de aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt op welke wijze dan ook ruimte in te (doen) nemen op het marktterrein, of goederen aan of af te (laten) voeren.

  • 2. De vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens door burgemeester en wethouders verleende ontheffing.

  • 3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet uiterlijk een uur voor aanvang van de markt door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven. Op tijdig verzoek van de vergunninghouder aan de marktmeester kan de standplaats voor de vergunninghouder beschikbaar worden gehouden.

  • 4. Vergunninghouder heeft zich te allen tijde te houden aan de voorschriften van het marktreglement.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist. De houder van de ontheffing is verplicht de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 20. Marktterrein schoonhouden

  • 1. De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat op zijn standplaats vrijkomt tijdens de door hem bedreven handel zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af, of laat het afvoeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

HOOFDSTUK 6. HANDHAVING

Artikel 21. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 22. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of degene die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden.

Artikel 23. Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Overgangsrecht

  • 1. Besluiten op grond van de marktverordening Scherpenzeel 2015 blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, totdat burgemeester en wethouders deze ambtshalve hebben gewijzigd of ingetrokken.

  • 2. Bij de ambtshalve wijziging van een vaste-standplaatsvergunning kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van artikel 11, eerste lid, een kortere duur van de vergunning bepalen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

  • 3. De op grond van de marktverordening Scherpenzeel 2015 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten komen te vervallen.

  • 4. Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de marktverordening Scherpenzeel 2015, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van de marktverordening Scherpenzeel 2015 beslist.

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Scherpenzeel 2024.

  • 3. De marktverordening Scherpenzeel 2015 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van gemeenteraad van 15 februari 2024.

B.S. van Ginkel-Schuur

Griffier

M.C. Teunissen-Willemsen

burgemeester

TOELICHTING OP MARKTVERORDENING SCHERPENZEEL 2024

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.

Het gaat om de volgende markten:

weekmarkt gesitueerd op de Breelaan / Parkeerplaats Kulturhus “De Breehoek”

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Model-Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: Model-APV). Artikel 2:25 van de Model- APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de Model-APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de Model- APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ingestelde markten.

Artikel 3. Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Artikel 4. Vergunningsplicht

Er zijn drie soorten marktvergunningen, dat wil zeggen vergunningen om op de markt handel te drijven. Dat zijn de vaste-standplaatsvergunning, de dagplaatsvergunning en de standwerkvergunning. Deze vergunningen onderscheiden zich van elkaar door hun looptijd en door de vergunde activiteit. De marktvergunning vermeldt voor welke standplaats hij geldt, en in het inrichtingsplan is in ieder geval opgenomen welke standplaatsen beschikbaar zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning (artikel 3).

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor bepaalde tijd namelijk 20 jaar, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken. Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’. Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onder- neming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikelen 7. Verlengen na afroep

Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kunnen burgemeester en wethouders de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.

Bij de verlenging na afroep maken burgemeester en wethouders 8 weken voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in de Scherpenzeelse krant bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van 20 jaar.

Artikel 8. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via selectie

Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning, om welke reden dan ook, kunnen burgemeester en wethouders deze verdelen aan de hand van een selectieprocedure. Burgemeester en wethouders maken door een openbare kennisgeving bekend dat de vaste-standplaatsvergunning beschikbaar komt en melden daarbij ook wat de looptijd (artikel 15, eerste lid) van de vergunning is. Uit de openbare kennisgeving moet verder duidelijk worden voor welke branche of artikelgroep de vergunning wordt verleend en vóór welke datum de gegadigden hun aanvraag moeten indienen.

Artikel 12. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 22. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 22 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.