Nota’s uitwerkingen VTH-beleid Zeeland 2021 gemeente Tholen

Geldend van 23-02-2024 t/m heden

Intitulé

Nota’s uitwerkingen VTH-beleid Zeeland 2021 gemeente Tholen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen,

overwegende:

  • dat op 29 juni 2021 de Nota VTH Beleid Zeeland 2021 is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder van Tholen, waarmee beleidsregels zijn vastgesteld voor vergunningverlening, toezicht en handhaving in verband met de kwaliteitseisen in de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht en de komende Omgevingswet;

  • dat het wenselijk is, om te komen tot een compleet gezamenlijk Zeeuws VTH-beleid;

  • dat daartoe twee uitwerkingen van dat beleid zijn opgesteld via de nota’s: Zeeuwse prioriteiten VTH 2023-2024 en Instrumenten Preventiestrategie VTH Beleid Zeeland.

gelet op artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht;

besluit:

vast te stellen:

  • 1.

    de Nota Zeeuwse Prioriteiten prioriteiten VTH 2023-2024 en

  • 2.

    de Nota Instrumenten Preventiestrategie VTH Beleid Zeeland

  • 3.

    dat deze nota’s onderdeel worden van het VTH Beleid Zeeland 2021 onderdeel C (uitwerkingsregels en beleidsregels VTH).

Ondertekening

Tholen, 30 mei 2023

Burgemeester en wethouders van Tholen,

De secretaris,

w.g. J.K. Fraanje

De burgemeester

w.g. M.L.P Sijbers

Bijlage 1: Zeeuwse prioriteiten VTH 2023-2024

Opgesteld door de werkgroep “Zeeuwse prioriteiten: risico en probleemanalyse” in opdracht van het Regieteam Zeeuws VTH Beleid

Datum: november 2022

Zeeuwse prioriteiten VTH 2023-2024

Inleiding

Het Bestuurlijk Overleg Omgevingsrecht heeft het Regieteam VTH Zeeland gevraagd een Zeeuwse probleem- en risico-inventarisatie uit te werken. Aanvankelijk zouden twee werkgroepen hiermee aan de slag gaan: één voor Zeeuwse prioriteiten en probleemanalyse en één voor de risicoanalyse. Al snel bleek dat het lastig is dit precies te knippen en is vanuit de werkgroep voorgesteld de opdrachten samen te voegen tot één opdracht. Hiertoe is een projectplan vastgesteld (zie bijlage 1).

Doel

We leveren een herijkte probleemanalyse en een integrale risicoanalyse (met wegingsfactoren) op die gedeeld is met en getoetst is door alle bevoegd gezagen in Zeeland op het totale VTH gebied. De uitkomst is Omgevingswetproof of wel is de relatie met de Omgevingswet omschreven. Het eindproduct omvat een document inclusief een top 5 van onderwerpen waaraan wij willen samenwerken in Zeeland.

Resultaat

Via deze rapportage leveren wij de Top 5 op voor de Zeeuwse probleemanalyse en een achttal samenwerkingsonderwerpen voor 2023 en 2024.

De probleem- en risicoanalyses van RUD Zeeland, VRZ en Natuurmonumenten zijn leidend voor de eigen bedrijfsvoering en passen in de Top 5.

Dit document is opgesteld in de geest van de Omgevingswet (en Wet kwaliteitsborging), maar is nog niet Omgevingswet-proof te noemen. Dit kan ook niet, omdat we nog niet kunnen toetsen aan de verschillende Omgevingsplannen. Deze zijn er nog niet. Daarom stelt de werkgroep voor dit document te gebruiken bij het opstellen / vervolmaken van de Omgevingsplannen.

Een integrale risicoanalyse met wegingsfactoren bleek echter nog te vroeg en werken wij graag uit in een meerjarenprogramma vanaf 2024 en verder. Hiertoe verkennen wij in het tweede kwartaal 2022 de mogelijkheden voor samenwerking met het project Robuuste milieutaken Zeeland. Eén van de onderwerpen binnen dat project is namelijk Zeeuwse probleem- en risicoanalyse en meerjarenprogramma. De probleemanalyse ligt nu voor en wordt hierna toegelicht.

Top 5

De probleemanalyse is opgehaald bij bovengenoemde bevoegd gezagen. Tussentijds heeft een bestuurlijke toetsing plaatsgevonden naar aanleiding het Bestuurlijk Overleg Omgevingsrecht van 2 december 2021.

De probleemanalyse omvat 2023 en 2024 en vatten we samen in een top 5 per kleurthema. De (bekende) kleursporen duiden op verschillende taakgebieden en bijbehorende juridische basis die in verschillende wet- en regelgeving is terug te vinden. Het betreft de volgende kleursporen:

Kleurspoor 1

Paars

Leefbaarheid (inclusief openbare orde en veiligheid)

Kleurspoor 2

Grijs

Milieu (inclusief bedrijven)

Kleurspoor 3

Rood

Bouwen (inclusief erfgoed, ruimtelijke ordening, wonen)

Kleurspoor 4

Blauw

Water

Kleurspoor 5

Groen

Natuur

Samenwerkingsonderwerpen

Geel

Over alle kleursporen heen

Samenvatting Zeeuwse prioriteiten en samenwerkingsonderwerpen

Onderstaand overzicht is tot stand gekomen na inbreng van en consultering met Zeeuwse gemeenten, Provincie Zeeland, Veiligheidsregio Zeeland (VRZ), Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland, Waterschap Scheldestromen, Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR), Politie, Staatsbosbeheer, Het Zeeuwse Landschap, Natuurmonumenten, Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Zeeland West Brabant (RIEC), Rijkswaterstaat (RWS).

afbeelding binnen de regeling

Prioriteiten per kleurspoor

Top 1

Leefbaarheid

Evenementen

Toelichting

In Zeeland worden jaarlijks veel evenementen georganiseerd, waaronder enkele grote, zoals de Kustmarathon, Concert at Sea . Daarnaast vinden er veel middelgrote en kleinere evenementen plaats. Denk hierbij aan havendagen, visserijdagen en braderieën. Al deze evenementen trekken veel bezoekers. Het is van belang dat dat deze evenementen veilig plaatsvinden en volgens de vergunde regels verlopen om de veiligheid te waarborgen en hinder zo veel als mogelijk te voorkomen.

Kanttekening

Bij de prioritering van het toezicht op de evenementen maken we gebruik van de indeling in A, B of C evenementen. Daarnaast maken we een afweging waar met de inzet van toezicht de grootste winst behaald wordt qua naleving en effect op leefomgeving. Ook terreinbeheerders ontvangen veel aanvragen voor evenementen. Bij het in gebruik geven van deze gebieden is een privaatrechtelijk toestemming noodzakelijk en dienen de huisregels gerespecteerd te worden.

Betrokkenen

Gemeenten, Politie, VRZ, RUD Zeeland, Provincie en terreinbeheerders.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 2

Leefbaarheid

Illegale recreatie

Toelichting

Veel toeristen bezoeken Zeeland en overnachten hier ook. Voor overnachtingen kent Zeeland veel faciliteiten, zoals hotels, pensions, bed en breakfast, campings, bungalowparken. Helaas kiest een deel van de bezoekers er voor om geen gebruik te maken van deze faciliteiten en te overnachten op plaatsen waar dit niet is toegestaan, zoals in natuurgebieden en op parkeerterreinen. Dit is een onwenselijke situatie omdat dit gepaard kan gaan met overlast en bovendien ook nadelig is voor recreatieondernemers. De gemeenten derven inkomsten door het niet kunnen innen van toeristenbelasting. En tenslotte kan illegaal kamperen significante gevolgen hebben voor de Zeeuwse natuurdoelen dan wel de instandhoudingsdoelen uit Natura 2000 beheerplannen.

Kanttekening

Er is een samenloop met dezelfde prioriteit bij samenwerking. We kunnen overwegen om beide samen te voegen en onder te brengen onder het onderwerp samenwerking.

Betrokkenen

Gemeenten, Politie, RUD Zeeland (namens Provincie Zeeland), Waterschap, Staatsbosbeheer / Het Zeeuwse Landschap en Natuurmonumenten.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 3

Leefbaarheid

Gescheiden afvalinzameling particulieren

Toelichting

Het is belangrijk dat particulieren afvalstromen goed scheiden en het gescheiden afval vervolgens juist aanbieden. Er is steeds meer sprake van een circulaire economie waarbij afvalstoffen optimaal ingezet en hergebruikt worden als grondstoffen in verschillende schakels van de productieketen. Ook de toenemende schaarste van grondstoffen en klimaatafspraken geven noodzaak om wijs om te gaan met afvalstoffen en grondstoffen.

Tevens heeft onjuist aanbieden consequenties voor de afvalstoffenheffingen.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Gemeenten.

Uitwerking

Voorlichting, faciliteren, handhaving.

Top 4

Leefbaarheid

Geluidhinder

Toelichting

Met dit onderwerp wordt geluidhinder bedoeld welk niet wordt veroorzaakt door bedrijven. Dit valt namelijk onder de milieuregelgeving. Hiermee wordt onder meer geluidhinder bedoeld in en vanuit de openbare ruimte. Bijvoorbeeld door horecabezoekers, jeugdoverlast, straatraces, knalapparaten, carbidschieten vuurwerk. Ook evenementen kunnen geluidoverlast veroorzaken. Het voorkomen van geluidoverlast is een belangrijk aandachtspunt voor zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving.

In Zeeland zijn ook tal van stilte gebieden aangewezen zoals de Grevelingen. Deze wetgeving is opgenomen in de provinciale milieuverordening. Stilte is in deze gebieden wettelijk vastgesteld.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Gemeenten, Politie, RUD Zeeland,

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 5

Leefbaarheid

Huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerknemers (welzijn / overlast)

Toelichting

De huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een belangrijk aandachtspunt voor vrijwel alle gemeenten in de Provincie Zeeland.

Hierbij spelen verschillende aspecten, zoals veiligheid, welzijn, acceptatie en regelgeving.

De aanpak van het onderwerp huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een taak binnen de taakvelden planologie, vergunningverlening en handhaving en toezicht.

Naast het welzijn en menswaardige huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is ook maatschappelijke onrust en ervaren overlast een item.

Kanttekening

Met seizoen werknemers worden bedoeld de werknemers die alleen tijdens een seizoen (bijvoorbeeld het recreatieseizoen, plukseizoen of andere campagnes) in de provincie aanwezig zijn en van elders uit het land komen.

Dit onderwerp is ook separaat opgenomen bij het kleurspoor rood voor wat betreft de veiligheid van de huisvesting en de ruimtelijke regels.

Betrokkenen

Gemeenten, VRZ.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 1

Milieu

Uitvoering Zeeuws kwaliteitsniveau / risicoanalyse PxQ inrichtingen Bij RUD Zeeland ingebrachte (basis)taken

Toelichting

Uitvoering van vergunningverlening en toezicht en handhaving van milieuwetgeving is een wettelijke verplichting voor zowel gemeenten als provincie Zeeland. Door in te zetten op adequate milieuvergunningverlening en milieutoezicht en -handhaving werken we aan een schoon en veilig Zeeland.

Voor de Zeeuwse gemeenten en provincie Zeeland is een Zeeuws brede risicoanalyse uitgewerkt met als prioritaire thema’s: lucht, bodem en veiligheid. Deze risicoanalyse leidt tot een prioriteitenstelling op brancheniveau. Onder meer op deze wijze wordt invulling gegeven aan een risicogericht benadering van toezicht op milieuwet- en regelgeving bij bedrijven.

Kanttekening

-

Betrokkenen

RUD Zeeland (namens gemeenten en provincie Zeeland)

DCMR en VRZ (namens provincie voor Brzo- en RIE4-bedrijven).

Uitwerking

Jaarlijks worden op basis van dienstverleningsovereenkomsten en jaarplannen werkprogramma’s gemaakt met de risicoanalyse en het inrichtingenbestand als uitgangspunt.

Top 2

Milieu

Asbesttoezicht (bedrijfsmatige asbestsaneringen)

Toelichting

Er is een Zeeuws brede risicoanalyse vastgesteld voor de uitvoering van toezicht op bedrijfsmatige asbestsaneringen. Hierbij wordt rekening gehouden met diverse parameters, zoals risicoklasse van asbestsanering, locatie van sanering, afwijkingen etc.

Kanttekening

-

Betrokkenen

RUD Zeeland (namens gemeenten en provincie Zeeland) en DCMR.

Uitwerking

Jaarlijks worden op basis van dienstverleningsovereenkomsten en jaarplannen werkprogramma’s gemaakt met de risicoanalyse.

Top 3

Milieu

Afvalstoffen – grondstoffen

Toelichting

Hierbij valt te denken aan:

  • 1.

    Gescheiden afvalinzameling (bedrijven)

  • 2.

    Dumpen van afval in het buitengebied

  • 3.

    Ketentoezicht

Er is steeds meer sprake van een circulaire economie waarbij afvalstoffen optimaal ingezet en hergebruikt worden als grondstoffen in verschillende schakels van de productieketen. Ook de toenemende schaarste van grondstoffen en klimaatafspraken noodzaken om wijs om te gaan met afvalstoffen en grondstoffen. Controle hierop is noodzakelijk wegens de financiële prikkel om niet toelaatbare afvalstoffen als grondstoffen te gebruiken/in te zetten. Daarentegen worden regelmatig ook dumpingen van afval, waaronder drugsafval, aangetroffen. Hiermee betreft dit een breed inzetbaar aandachtspunt binnen de provincie Zeeland.

Ketentoezicht is een basistaak voor omgevingsdiensten, zoals RUD Zeeland.

Kanttekening

-

Betrokkenen

  • 1.

    RUD Zeeland (namens gemeenten en Provincie Zeeland) en DCMR voor ingebrachte basistaken/-inrichtingen. Gemeenten (niet overgedragen inrichtingen).

  • 2.

    Gemeenten, waterschap Scheldestromen, Staatsbosbeheer, RUD Zeeland, DCMR, Rijkswaterstaat Zee en Delta (oog- en oortoezicht inzake afvaldumpingen in beheergebied RWS en waar nodig doorgeven aan de andere partners)

  • 3.

    RUD Zeeland (namens gemeenten en provincie Zeeland), DCMR, waterschap Scheldestromen, Rijkswaterstaat.

Uitwerking

  • 1.

    Toezicht op onder meer gescheiden afvalinzameling bij bedrijven is verwerkt in het Zeeuws kwaliteitsniveau zoals RUD Zeeland dit uitvoert.

  • 2.

    We werken ‘buiten’ samen en vervullen voor elkaar een ‘oog en oor functie’.

  • 3.

    RUD Zeeland werkt voorstel met betrekking tot Ketentoezicht nader uit voor haar deelnemers en stemt af met overige handhavingspartners.

Top 4

Milieu

Energie / duurzaamheid Bij RUD Zeeland ingebrachte (basis)taken/inrichtingen

Toelichting

Uitvoering van vergunningverlening en toezicht en handhaving van milieuwetgeving is een wettelijke verplichting voor zowel gemeenten als provincie Zeeland. Hieronder valt ook vergunningverlening en toezicht op het gebied van energie(besparing). De klimaatdoelstellingen en -afspraken geven noodzaak om actief in te zetten op energiebesparingen. Er wordt hiertoe ondersteuning geleverd via het Rijk middels verstrekking van subsidiegelden.

Kanttekening

Zie voor het aspect veiligheid rondom voorzieningen die bijdrage aan de energietransitie, onder samenwerkingsonderwerp Veilige energietransitie

Betrokkenen

RUD Zeeland (namens gemeenten en Provincie Zeeland) en DCMR.

Uitwerking

In overleg en afstemming met bevoegd gezag vindt aanspraak en inzet van de subsidiegelden plaats en zorgt RUD Zeeland, samen met een ingehuurd adviesbureau, voor de uitvoering van advisering, vergunningverlening en toezicht op het gebied van energiebesparing en -maatregelen.

Top 5

Milieu

Vuurwerkinrichtingen

Toelichting

Vanaf de oprichting van RUD Zeeland worden vuurwerkcontroles qua frequentie ook ten minste conform de risicoanalyse uitgevoerd (bij veel vuurwerklocaties is in onderling overleg met het bevoegd gezag de frequentie verhoogd naar jaarlijks enkele controles voorafgaand, tijdens én na de verkoopperiode). Enkele gemeenten verzoeken de inzet bij vuurwerkbedrijven op te hogen naar hun voormalige niveau van controlefrequentie.

In 2018 heeft een PDC wijziging plaatsgevonden. Daarbij is onder andere het product TH01.12 controle vuurwerkopslag toegevoegd aan de PDC catalogus. Dit maakt het registeren van vuurwerkcontroles inzichtelijker. Met ingang van de DVO/Jaarplannen 2019 is de uitvoering van controles bij vuurwerkverkooppunten en -opslaglocaties apart benoemd in de jaarplannen.

Kanttekening

In de toelichting van het basistakenpakket staat expliciet dat vuurwerk als aparte taak wordt gezien. Maar als het bedrijf voor haar reguliere activiteiten niet onder het basistakenpakket valt en deze taken niet bij de RUD zijn ondergebracht, is de gemeente verantwoordelijk voor de overige VTH-taken van dat bedrijf.

Betrokkenen

RUD Zeeland, VRZ, Politie, Gemeenten.

Uitwerking

In het PxQ rapport is de branche vuurwerk apart benoemd. In Zeeland is binnen de risicoanalyse er voor gekozen om deze branche te prioriteren als medium risico met een controlefrequentie van 2-jaarlijks. Zie onder meer pag. 60 van het PxQ rapport. Deze branche is daarmee reeds vertegenwoordigd via het punt onder top 1.

Top 1

Bouwen

Bouwtoezicht

Toelichting

Bouwtoezicht is een belangrijke en een wettelijk verplichte taak voor elke gemeente. Bouwtoezicht omvat zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving.

Een adequaat bouwtoezicht zorgt er voor dat er gebouwd wordt volgens de regels die gelden voor veiligheid, gezondheid en duurzaamheid

Onderwerpen aangaande bouwtoezicht:

  • Vergunningverlening en toezicht m.b.t. nieuwbouw en verbouw;

  • Vergunning en toezicht m.b.t. slopen;

  • Asbest verwijdering door particulieren;

  • Toezicht op vergunningvrij bouwen;

  • Handhaving illegale bouw;

  • Handelingen met monumenten;

  • Themagerichte onderwerpen, zoals bijvoorbeeld veiligheid balkons, gevels.

Kanttekening

Voor wat betreft sloop waarbij asbest een onderdeel is, heeft RUD Zeeland tevens een rol bij bedrijfsmatige asbestsaneringen.

De bevoegde gezagen kunnen aan de hand van een risico-/probleemanalyse zelf prioriteiten bepalen betreffende de sub onderwerpen van bouwtoezicht.

Aandacht voor het Verdrag van Malta (1992): dit verdrag regelt de bescherming van het archeologisch erfgoed.

Bij inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging verandert de focus van bovenstaande bouwtoezichttaken bij bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1 (oa grondgebonden woningen, lage bedrijfsgebouwen en eenvoudige infrastructurele werken). De focus verschuift van toezicht naar handhaving. Bouwveiligheid blijft wel een onderwerp voor toezicht. Voor bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 2 (oa hoogbouw) blijven de taken vooralsnog behouden.

Betrokkenen

Gemeenten, VRZ, RUD Zeeland, DCMR.

Uitwerking

 

Top 2

Bouwen

Brandveilig gebruik / Meerjarenprogramma Veiligheidsregio Zeeland

Toelichting

Het onderwerp brandveilig gebruik van gebouwen en recreatieobjecten is een prioriteit bij de VRZ en ook als zodanig vastgelegd in het meerjarenprogramma. Denk hierbij onder andere ook aan de veiligheid van installaties ten behoeve van energietransitie.

Kanttekening

De nadrukkelijke wens van de VRZ is om tot Zeeuws breed uniform beleid te komen met betrekking tot dit onderwerp.

Betrokkenen

Gemeenten, VRZ, RUD-Zeeland, DCMR.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase, waarbij aandacht wordt gevraagd voor de problematiek rondom voldoende bluswatervoorzieningen

Top 3

Bouwen

Strijdig gebruik ruimtelijke ordening

Toelichting

Strijdig gebruik ruimtelijke ordening omvat meerdere in onze provincie voorkomende onderwerpen, zoals:

  • Strijdig gebruik van gronden;

  • Strijdig gebruik van gebouwen;

  • Handelingen zonder aanlegvergunning;

  • Strijdige bedrijfsmatige activiteiten;

  • Illegale bewoning van recreatiewoningen;

  • Illegaal recreatief verhuur van reguliere woningen;

De aanpak van strijdig gebruik is een taak van zowel de taakvelden planologie, vergunningverlening en handhaving en toezicht.

Kanttekening

De bevoegde gezagen kunnen aan de hand van een risico-/probleemanalyse zelf prioriteiten bepalen betreffende de sub onderwerpen betreffende ruimtelijke ordening.

Betrokkenen

Gemeenten.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 4

Bouwen

Huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerknemers

Toelichting

De huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een belangrijk aandachtspunt in de Provincie Zeeland. Vrijwel in elke gemeente is het een aandachtspunt.

Hierbij spelen verschillende aspecten, zoals veiligheid, welzijn, acceptatie en regelgeving.

De aanpak van het onderwerp huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een taak van zowel de taakvelden planologie, vergunningverlening en handhaving en toezicht.

Kanttekening

Met seizoen werknemers worden bedoeld de werknemers die alleen tijdens een seizoen (bijvoorbeeld het recreatieseizoen, plukseizoen of andere campagnes) in de provincie aanwezig zijn en van elders uit het land komen.

Dit onderwerp is ook separaat opgenomen bij het kleurspoor paars voor wat betreft de maatschappelijke impact en welzijn.

Betrokkenen

Gemeenten, VRZ, RUD Zeeland (oog- en oorfunctie).

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 1

Water

Waterkwaliteit

Toelichting

Schoon water is van belang voor mens en milieu. Soms lozen bedrijven vanuit het bedrijf en de bijbehorende productieprocessen indirect op het oppervlaktewater. Dit houdt in dat de betreffende afvalwaterstromen via riolering naar de afvalzuivering gaan. Hiervoor zijn lozingsnormeringen afgesproken.

Voor de uitvoering van toezicht op indirecte lozingen vanuit bedrijven is een Zeeuws brede risicoanalyse opgesteld. RUD Zeeland en DCMR draagt zorg voor de uitvoering hiervan.

Kanttekening

 

Betrokkenen

Waterschap, Rijkswaterstaat, RUD Zeeland (namens gemeenten, waterschap en Provincie Zeeland) en DCMR.

Uitwerking

Jaarlijks worden op basis van dienstverleningsovereenkomsten en jaarplannen werkprogramma’s gemaakt met de risicoanalyse en het inrichtingenbestand als uitgangspunt. Ook waterkwaliteit wordt meegenomen in het Handhavingsuitvoeringsprogramma van het waterschap. Provincie Zeeland hanteert bij de opdracht verlening naar de RUD en DCMR een meetprogramma voor indirecte lozingen.

Top 2

Water

Waterkwantiteit

Toelichting

Oppervlaktewater is er om de watersystemen in stand te houden en wordt ingezet in drogere periodes door agrariërs bij de beregening van percelen. Zoetwater is in Zeeland een schaars goed aan het worden, met name in droge periodes. De primaire taak ligt bij Rijkswaterstaat en het waterschap hierin. Maar omdat Zeeland omringd is door zout of brak water, zijn we voor de kwantiteit met name afhankelijk van regenwater en een aantal ‘zoetwaterreservoirs’ als Volkerak-Zoommeer.

Kanttekening

In geval van droogte kan de Minister de verdringingsreeks in werking te laten treden. Deze verdringingsreeks normeert het optreden van de waterbeheerders in tijden van zoetwatertekorten.

Betrokkenen

Rijkswaterstaat, Waterschap.

Uitwerking

Het waterschap neemt het toezicht en de handhaving mee in het jaarlijks vast te stellen Handhavingsuitvoeringsprogramma. Daarnaast beschikt het waterschap en RWS over een zogenaamd “Droogte Team” waarin alle (interne) disciplines vertegenwoordigd zijn om zo snel mogelijk actie te kunnen ondernemen bij dreigende droogte of schaarste, waarbij dan zo veel als mogelijk wordt gehandeld om extreme problemen te beperken.

RWS is deelnemer in het Regionaal Droogte Overleg (RDO) Zuidwest met de drie omliggende waterschappen.

Top 3

Water

Grondwateronttrekking

Toelichting

Voor bepaalde activiteiten is het nodig om grondwater te onttrekken of water te infiltreren. Denk bijvoorbeeld aan een productieproces, bodemenergiesysteem, droog houden van bouwputten (bronbemaling) of beregening. Regulering vindt plaats via de Waterwet of de Keur watersystemen van het waterschap. Het bevoegd gezag is afhankelijk van het type onttrekking en de hoeveelheid grondwater.

Door klimaatadaptatie en de energietransitie neemt het aantal grondwateronttrekkingen voor onder de toepassing van bodemenergie (warmtepompen) toe. Om die reden is dit onderwerp aangemerkt als aandachtspunt.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Waterschap Scheldestromen, gemeenten zelf tenzij op verzoek neergelegd bij RUD Zeeland, RUD Zeeland (namens Provincie Zeeland).

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Top 1

Groen

Hinderlijk verblijf en het illegaal betreden (al dan niet per voertuig) van en/of recreatie in afgesloten kwetsbare natuurgebieden en zeeweringen

Toelichting

Veel mensen bezoeken natuurgebieden voor rust, ruimte en natuurschoon. Ruimte voor recreatie betekent het laten samengaan van recreatie en natuur. Tijdens de coronapandemie hebben we ervaren dat veel inwoners graag buiten zijn en de natuurgebieden opnieuw hebben ontdekt. De Zeeuwse natuurgebieden zijn belangrijke natuurgebieden waar onder voorwaarden gerecreëerd mag worden. Het trekt zowel individuele recreanten aan als mensen die gebruik maken van groepsactiviteiten. We kunnen stellen dat buiten zijn hot is! Illegale betreding heeft significante gevolgen voor de natuurdoelen dan wel de rust van de dieren. Met goed toezicht en handhaving willen we meer inzetten op naleving van de toegangsregels en van de groene wetten.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Gemeenten, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Zeeuwse Landschap, RUD Zeeland (namens Provincie Zeeland), Politie, Rijkswaterstaat.

Uitwerking

In het handhavingsuitvoeringsprogramma toezichtskringen natuurhandhaving 2022 wordt dit punt opgenomen.

Top 2

Groen

Natuurbrandrisico

Toelichting

Met name in de kustgemeenten is natuurbrand een reëel risico, dat ingrijpende gevolgen kan hebben, voor zowel veiligheid van personen als schade aan de natuur dan wel de eigendommen van de terreineigenaar.

Kanttekening

Dit onderwerp kan ook onder het kleurspoor paars ondergebracht worden.

Betrokkenen

VRZ, gemeenten, SBB, Het Zeeuwse Landschap en Natuurmonumenten.

Uitwerking

Dit onderwerp behoeft ook aandacht bij vergunningverlening in het kader van ruimtelijke plannen.

Top 3

Groen

Gebiedsbescherming / behoud natuurwaarden

Toelichting

Met de toenemende recreatiedruk in de natuurgebieden is het instandhouden van planten en diersoorten een belangrijke opgave in de Zeeuwse natuur- en buitengebied, in het bijzonder de Natura 2000 gebieden. We zetten verschillende instrumenten in om de natuurdoelen te bereiken en in stand te houden, namelijk: vergunningverlening, privaatrechtelijke toestemmingen en adequate toezicht en handhaving. Ook gaat de aandacht uit naar het voorkomen van lichthinder.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Staatsbosbeheer, RUD Zeeland (namens Provincie Zeeland, toezicht en handhaving) en Provincie Zeeland (vergunningverlening), gemeenten (ruimtelijke plannen en vergunningen), Natuurmonumenten, Het Zeeuwse Landschap.

Uitwerking

In het handhavingsuitvoeringsprogramma toezichtskringen natuurhandhaving 2022 wordt dit punt nader uitgewerkt.

Top 4

Groen

Soortenbescherming

Toelichting

Met de toenemende recreatiedruk in de natuurgebieden is het in standhoud van planten- en diersoorten een belangrijke opgave in de Zeeuwse natuur- en buitengebied. Mede met behulp van vergunningverlening en toezicht en handhaving kunnen we de planten- en diersoorten beter beschermen. Hierbij hoort ook het voorkomen van en toezicht houden op de verschillende vormen van stroperij (van eenvoudige stroperij als sprokkelen van hout om te stoken tot de zwaardere delicten zoals het afschieten van grof wild).

Kanttekening

-

Betrokkenen

Staatsbosbeheer, RUD Zeeland (namens Provincie Zeeland, toezicht en handhaving) en Provincie Zeeland (vergunningverlening), gemeenten (ruimtelijke plannen en vergunningen) Natuurmonumenten, Het Zeeuwse Landschap.

Uitwerking

In het handhavingsuitvoeringsprogramma toezichtskringen natuurhandhaving 2022 wordt dit punt opgenomen.

Samenwerkingsonderwerpen

Onderwerp 1

Ondermijning

Toelichting

Het tegengaan van ondermijning betreft een overkoepelend thema met aangrijpingspunten voor diverse partijen. Te meer omdat ondermijning niet per definitie plaatsgebonden is. Hiermee is het een onderwerp wat bij uitstek in aanmerking komt om bij de aanpak daarvan intensief samen te werken. Zeker in het buitengebied zien we een stijging van ondermijnende activiteiten. Evenals het aanleggen van hennepvelden in de bepaalde natuurgebieden.

Kanttekening

Terreinbeherende organisaties kunnen met specifieke gebiedskennis goed optreden als adviseur.

Betrokkenen

Politie, gemeenten, terreinbeheerders, RUD Zeeland, DCMR, Provincie Zeeland.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Onderwerp 2

Beleidsafstemming

Toelichting

Op uniforme beleidsafstemming en -ontwikkeling is meerwaarde te vinden, doordat verschillende partijen daarin samen kunnen optrekken.

Kanttekening

Met het opstellen van een Zeeuws breed VTH-beleid is hiertoe een 1e aanzet gegeven en de vervolgopdrachten zorgen voor Zeeuws brede nadere uitwerking.

Betrokkenen

Provincie Zeeland, gemeenten, Veiligheidsregio Zeeland, RUD Zeeland, DCMR waterschap Scheldestromen, terreinbeheerders.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Onderwerp 3

Ketentoezicht

Toelichting

Ketentoezicht is primair een taak voor de RUD Zeeland en DCMR.

De overige partners kunnen hier een belangrijke oog- en oor functie in vervullen.

Kanttekening

-

Betrokkenen

RUD Zeeland, DCMR, Politie, oog- en oorfunctie: gemeenten, RWS, Waterschap Scheldestromen, terreinbeheerders etc.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Onderwerp 4

Uitwisseling expertise

Toelichting

Daar de regelgeving steeds complexer wordt en de rijksoverheid steeds strengere kwaliteitscriteria oplegt aan de individuele bevoegde gezagen is samenwerking op het gebied van uitwisseling van expertise onontkoombaar en ook wenselijk. Voor de meeste kleinere en middelgrote gemeenten is het ondoenlijk om alle verplichte en gewenste expertise zelf in huis te hebben.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Alle betrokken partijen.

Uitwerking

Voorbeelden waaraan gedacht kan worden zijn een boa-pool, samenwerkingsafspraken op bouwkwaliteit.

Onderwerp 5

Illegale recreatie

Toelichting

De aanpak van illegale recreatie leent zich bij uitstek voor samenwerking. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan gelijktijdige handhavingsacties, waarbij alle betrokken partners ook deelnemen. Ook kan hierbij gedacht worden aan gezamenlijke communicatie over dit onderwerp en de aanpak hiervan.

Kanttekening

Er is een samenloop met dezelfde prioriteit bij openbare orde en veiligheid. We kunnen overwegen om beide samen te voegen en onder te brengen onder het onderwerp samenwerking.

Betrokkenen

Gemeenten, Waterschap Scheldestromen, RUD-Zeeland, terreinbeheerders.

Uitwerking

Zie ook de uitwerking onder paars.

Onderwerp 6

Dumping afval synthetische drugs

Toelichting

Het dumpen in het buitengebied van afval voortkomende uit de illegale productie van synthetische drugs komt steeds vaker voor. Dit kan gevaar opleveren en ernstige milieuschade veroorzaken. Tevens zijn de opruimkosten torenhoog. Samenwerking op het gebied van preventie en opsporing.

Kanttekening

-

Betrokkenen

Staasbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Zeeuwse Landschap, Waterschap, Rijkswaterstaat, Politie, VRZ en gemeenten.

Uitwerking

Er worden afspraken gemaakt (met AOV-ers en Brandweer) om de omgevingsschade te beperken bij brandstichting of een ontploffing in het geval van een synthetische drugs dumping (zoals het geval bij de dumping in Oude Tongen op 9 op 10 juni 2021). Het gebruik van (veel) bluswater kan gevolgen hebben op het verspreiding van de chemicaliën over een grotere oppervlakte waardoor de kans op (meer) omgevingsschade toeneemt en opruimkosten stijgen.

Onderwerp 7

Risicorelevante bedrijven

Toelichting

Het uitvoeren van een verkenning van alle risicorelevante bedrijven binnen Zeeland, om zicht te krijgen op de risico’s van deze bedrijven, risicobeheersing bij deze bedrijven te kunnen realiseren en hierdoor de veiligheid, leefbaarheid en gezondheid binnen de regio te bevorderen. Dit vanuit een risicogerichte insteek en in brede zin (veiligheid, gezondheid, leefomgeving, milieu).

Kanttekening

Hiervoor zal een collectief risicobeeld (heel Zeeland) van risicorelevante bedrijven worden opgeleverd evenals een individueel beeld van de risicorelevante bedrijven (per gemeente en per bedrijf).

Betrokkenen

VRZ, RUD Zeeland, DCMR, GGD, gemeenten, Waterschap Scheldestromen, RWS, Provincie.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Onderwerp 8

Veilige energietransitie

Toelichting

Vanuit de VRZ is nadrukkelijk aandacht gevraagd voor samenwerking op het gebied van toezicht op de implementatie van voorzieningen die bijdragen aan de energietransitie. Ondanks de noodzaak van aanpassing van technische voorzieningen ten behoeve van energietransitie blijft veiligheid hierbij een belangrijk aspect.

Kanttekening

Bij veiligheid wordt onder meer gedoeld op (brand)veiligheid van zonnepanelen, het gebruik van waterstof als brandstof, het parkeren van elektrische auto’s in parkeergarages.

Betrokkenen

VRZ, RUD Zeeland, DCMR, gemeenten, Provincie.

Uitwerking

Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de volgende fase.

Bijlage 2: Instrumenten Preventiestrategie Vergunningverlening-, Toezicht- en Handhavingsbeleid Zeeland

Opgesteld door de werkgroep “uitwerken preventie instrumenten” in opdracht van het Regieteam Zeeuws VTH Beleid

Datum: november 2022

Instrumenten Preventiestrategie Vergunningverlening-, Toezicht- enHandhavingsbeleid Zeeland

Inleiding

Het naleven van regels gebeurt niet altijd zonder meer. De niet-naleving van regels kan zich zowel voordoen in gevallen waarin burgers, bedrijven en organisaties onwelwillend zijn, als in gevallen waarin zij welwillend zijn. Zo kan het zijn dat burgers, bedrijven en organisaties een bepaalde regel niet willen naleven, omdat zij het nut ervan niet inzien. Ook kan het voorkomen dat burgers, bedrijven en organisaties niet weten wat precies van hen wordt verwacht. De inzet van preventieve instrumenten kan dan het verschil maken en bijdragen aan een betere naleving van regels.

Het betreft de volgende preventie-instrumenten:

  • -

    het vereenvoudigen en verduidelijken van regels;

  • -

    het zorgen voor begrip;

  • -

    het formuleren van handhaafbare regels;

  • -

    het informeren over (nieuwe) regels en processen;

  • -

    het stimuleren van vooroverleg;

  • -

    het creëren van zichtbaarheid van toezicht- en handhavingsactiviteiten;

  • -

    het stimuleren van (integrale) samenwerking;

  • -

    het inzetten op informatiedeling en

  • -

    het stimuleren van maatschappelijke controle.

Het toepassen van deze preventie-instrumenten kan het risico op overtredingen verminderen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Hieronder worden deze negen preventie-instrumenten uitgewerkt. De uitgewerkte preventie-instrumenten kunnen de (keten)partners op uniforme wijze inzetten bij het streven naar een beter naleefgedrag. (Keten)partners zijn alle organisaties in Zeeland die met elkaar samenwerken aan de totstandkoming en uitvoering van het Zeeuwse VTH-beleid.

Volledigheidshalve wordt benadrukt dat het naleefgedrag primair de verantwoordelijkheid is van burgers, bedrijven en organisaties.

Naast concrete preventieve maatregelen zoals installatietechnische of bouw- en milieukundige voorschriften, is het stimuleren van het gewenste naleefgedrag een belangrijk onderdeel binnen dit scala aan preventie-instrumenten. Hoeveel regels er ook worden opgelegd, het naleven ervan is een van de belangrijkste factoren om risico’s te verminderen. Hoe voorkom je dat preventieve maatregelen effectief zijn? Hoe zorg je ervoor dat de opgelegde maatregelen uitgevoerd worden (zonder direct handhavingsinstrumenten in te hoeven zetten)? Hoe zorg je kortom voor de naleving van wettelijke voorschriften?

In de communicatie met burgers, bedrijven en organisaties wordt ingezet om te komen van de uiterste fase ‘onbewust onbekwaam’ naar de fase ‘bewust bekwaam’. Onbewust onbekwaam wil zeggen dat men zich niet bewust is van een gebrek in kennis. Door middel van gerichte communicatie en het geven van uitleg over de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, kan ervoor gezorgd worden dat gewenste kennis en vaardigheden alsnog worden opgedaan en men dan kan zeggen dat de fase van ‘bewust bekwaam’ is bereikt. Dit helpt bij het verkrijgen van begrip voor de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • 1.

    Eenvoudige en duidelijke regels

Indien daaraan behoefte is, wordt aan de Zeeuwse (keten)partners de mogelijkheid geboden om documentatie die gebruikt wordt om de burgers, bedrijven en organisaties te informeren, te laten aanpassen in begrijpelijke taal. De onderstaande middelen kunnen hiervoor worden gebruikt.

Taalcursussen (B1 niveau)

Het gezamenlijk (in Zeeland) organiseren en aanbieden van taaltrainingen op B1-niveau is een geschikte manier om ervoor te zorgen dat op een uniforme wijze en in begrijpelijke taal met burgers, bedrijven en organisaties wordt gecommuniceerd. Het is belangrijk om voor dergelijke gezamenlijke taalcursussen een trainer te zoeken die kennis heeft van het werkveld VTH. Dit omdat het VTH-domein specifiek vakjargon kent.

Taalambassadeurs

Het introduceren van taalambassadeurs binnen de eigen organisatie die teksten lezen en corrigeren met als doel het gebruik van uniforme en begrijpelijke taal. Taalambassadeurs hebben ook de taak om – in overleg met een jurist – juridische termen in brieven in begrijpelijke taal uit te leggen. Alle nieuwe standaardbrieven, regelgeving, beleid en checklists worden voorgelegd aan de taalambassadeur.

Tweede lezers

Het verdient de voorkeur om standaard een tweede lezer te betrekken bij het opstellen van stukken. Deze hoeft niet vakinhoudelijk op de hoogte te zijn maar controleert op de leesbaarheid. Zo’n tweede lezer kan uiteraard de taalambassadeur zijn.

Afstemmingsoverleg taalambassadeurs

Periodiek hebben taalambassadeurs van de Zeeuwse (keten)partners afstemmingsoverleg waarbij de begrijpelijkheid van allerlei documenten zoals standaardbrieven, regelgeving, beleid en checklists, onder de loep wordt genomen. In dit overleg worden ook regionaal gebruikte teksten geüniformeerd.

Mondelinge toelichting

Indien nodig wordt aan de geadresseerde mondeling uitleg gegeven over het doel en de inhoud van correspondentie. De mogelijkheid om mondeling uitleg te krijgen, kan standaard worden aangeboden.

Regionale afstemming

Waar mogelijk wordt de inhoud van beleids- en uitvoeringsregels via regionale werkgroepen of andere samenwerkingsverbanden regionaal afgestemd. Vooral vanuit het bedrijfsleven is het wenselijk om te streven naar een uniform/gelijk speelveld. Maar ook voor de VRZ en RUD Zeeland is uniformiteit in beleid wenselijk bij de uitvoering van hun taken.

  • 2.

    Zorgen voor begrip

Gewenst naleefgedrag wordt gecreëerd door bewustwording van de risico’s in verschillende situaties. En bewustwording ontstaat pas als het doel en de middelen worden begrepen. Daarom is ‘zorgen voor begrip’ binnen de preventiemaatregelen een doel op zich. De instrumenten ‘eenvoudige en duidelijke regels’, ‘handhaafbare (heldere) regels’ en het ‘informeren over (nieuwe) regels en processen’ staan ten dienste van het verkrijgen van begrip. Communicatie is daarbij de rode draad die door alle preventie-instrumenten heen loopt.

Meedenkende rol

Het verkrijgen van begrip kan onder andere worden bereikt door gebruik te maken van voorlichting in een ‘auditachtige’ sfeer. De risico's en de gevolgen worden daarbij uitgebreid toegelicht. Ook oplossingsmogelijkheden worden besproken. Het is belangrijk dat er wordt geluisterd naar elkaar zonder de basis van de geldende regelgeving los te laten maar ook zonder alleen terug te vallen op regelgeving. Dat wil zeggen dat de controleur ook meer een meedenkende rol aanhoudt. Dit wordt onder de Omgevingswet noodzakelijk. De Omgevingswet vraagt deels een andere houding vanuit de overheid naar burgers, bedrijven en organisaties. Dit vraagt een cultuuromslag en andere vaardigheden zoals overtuigen, meedenken, inlevingsvermogen en het overzien van ieders belangen.

Kort gezegd is een omslag nodig van een controlerende rol naar een meer meedenkende rol, wat betekent dat meer aandacht moet worden besteed aan de soft-skills (begrip, empathie, elkaars belangen begrijpen) die nodig zijn om een boodschap met overtuiging over te brengen.

Aankondigingsbrieven bij controles

Los van de bewust niet vooraf aangekondigde controles, kan het wenselijk zijn om burgers, bedrijven en organisaties in een brief voor te bereiden op een controle die gaat plaatsvinden. In dergelijke gevallen moet het dus heel uitdrukkelijk gaan om situaties waarin de controle niet slechts een ‘momentopname’ is. Zo zijn vooraf aangekondigde controles in het geval van woningen waar vermoedelijk sprake is van illegale kamerverhuur hiervoor niet geschikt. In dergelijke gevallen zou men immers de overtreding tijdelijk kunnen opheffen. In de gevallen dat aankondigingsbrieven wel geschikt zijn om in te zetten, kan in die brief onder meer worden aangegeven op welke voorschriften zal worden gecontroleerd. Eventueel kan een dergelijke brief worden voorzien van een checklist op basis waarvan de adviseur zal nalopen of aan de geldende wet- en/of regelgeving wordt voldaan. Dergelijke informatie kan de ontvanger van de brief een impuls geven om te bekijken of hij daadwerkelijk aan die regelgeving voldoet alvorens de controle gaat plaatsvinden. Eventuele gebreken kan hij dan zelf oplossen door bepaalde (duurzame) maatregelen te treffen. Te denken valt aan bijvoorbeeld het aanbrengen van werkende rookmelders op bepaalde plaatsen binnen een gebouw. Door vóór de controle te zorgen voor een duidelijke toelichting van het doel en van de controlepunten, kan meer begrip ontstaan bij burgers, bedrijven en organisaties.

Het gezamenlijk organiseren van trainingen en scholing

Iedere organisatie zorgt momenteel zelf voor de scholing van zijn VTH-medewerkers. Bij zowel de VRZ als de RUD is kortgeleden een nulmeting uitgevoerd op het gebied van de kwaliteit van de VTH-medewerkers en toen bleek dat op onderdelen extra scholing gewenst is. Ook met het oog op de komst van de Omgevingswet en de daarbij behorende vaardigheden (van een controlerende rol naar meer een meedenkende rol) is extra scholing gewenst. Ook is er behoefte aan schrijftrainingen op B1-niveau.

Naar wens van de individuele (keten)partner kunnen trainingen zo worden ingericht dat er naar behoefte wordt deelgenomen. Deze samenwerkingsmogelijkheid heeft positieve gevolgen voor de kwaliteit van de eenduidige uitvoering van de VTH-taken in Zeeland. Ook geeft het kansen aan medewerkers zich te ontwikkelen en door te groeien. Dit heeft een positief effect op het behouden en aantrekken van medewerkers, hetgeen bijdraagt aan de continuïteit van de organisatie. De provincie Zeeland zou een training kunnen initiëren.

Trainingen kunnen centraal in Zeeland georganiseerd worden, waarbij alle (keten)partners de mogelijkheid hebben om hieraan deel te nemen. Ook kunnen andere vormen van training toegepast worden, zoals bijvoorbeeld een werkconferentie, sessies om werkafspraken te maken, het aanbieden van communicatietrainingen in de vorm van rollenspellen, etc.

  • 3.

    Handhaafbare regels

Handhaafbaarheidstoets

Regels moeten handhaafbaar zijn. Zo niet, dan heeft het opleggen ervan geen enkel nut. Om te toetsen of regels in de praktijk handhaafbaar zijn, moeten nieuwe regels en vergunningen altijd eerst voorgelegd worden aan een juridisch medewerker/jurist. Bij vergunningen toetsen ook de vergunningverlener en de toezichthouder/adviseur aan de handhaafbaarheid. Daarnaast worden alle nieuwe regels getoetst door de taalambassadeur (zie preventie-instrument 1). Een handhaafbaarheidstoets is een middel om bedoelde en onbedoelde gevolgen van het beleid en/of de regelgeving in kaart te brengen. Specifiek voor de handhaving gaat het dan om het in kaart brengen van de aard en de aanwezige kennis van de doelgroep, de kans op ‘spontane’ naleving en de gevolgen van de ontwerp-regelgeving voor de handhavingsinzet en de handhavingsbehoefte. Ook het oordeel van de uitvoerende diensten over uitvoerbaarheid en handhavingsmogelijkheden is van belang. Dit oordeel wordt mede bepaald door de inzichtelijkheid en eenduidigheid van de gestelde regels en technische uitvoerbaarheid van controles, zowel praktisch als financieel. Andere gevolgen, zoals het aantal te verwachten bezwaarschriften, moeten in kaart worden gebracht met daarbij een inschatting van de benodigde capaciteit. Op die manier kunnen al in een vroeg stadium organisatorische en personele maatregelen worden getroffen.

De toetsing vindt plaats op de onderdelen:

  • formulering: zijn de regels opgezet in begrijpelijke taal?

  • doeltreffendheid (effectiviteit): is het duidelijk welk doel wordt beoogd?

  • uitvoerbaarheid: zijn de regels uitvoerbaar en naleefbaar?

  • neveneffecten: brengen de regels geen onnodige lasten voor de betrokkenen met zich mee?

  • vermijdbare afwijkingen: zijn de regels eenduidig te hanteren voor vergunningverleners en toezichthouders?

Open normen en ruim omschreven doelvoorschriften zijn dikwijls niet gemakkelijk te interpreteren. Bij het vaststellen van open normen moet de handhaafbaarheid dan ook scherp in het vizier worden gehouden. Duidelijk moet zijn wie waarvoor verantwoordelijk is en wat er bij niet-naleving van normen(regels) gebeurt.

  • 4.

    Informeren over (nieuwe) regels en processen

Het gebruik van websites

Websites zijn een geschikt hulpmiddel om burgers, bedrijven en organisaties te informeren over regels en processen. Het is daarbij wel zaak dat die informatie begrijpelijk is, zodat meteen duidelijk is wat aan de doelgroep wordt verteld en wat van de doelgroep wordt verwacht. Hoewel dat voor de hand lijkt te liggen, is er in de praktijk vaak nog sprake van teksten die niet leesbaar zijn voor juist de doelgroep(en) waarvoor die informatie bedoeld is.

Het gebruik van flyers en folders

Flyers en folders kunnen worden ingezet om informatie in compacte vorm over te brengen op lezers. Vooraf moet onderzocht worden hoe en bij welke doelgroep de (digitale) verspreiding van flyers en folders gebeurt. Zo zou het verspreiden van flyers en folders met informatie die niet van toepassing is op een bepaalde doelgroep juist tot verwarring kunnen leiden.

Informeren van specifieke beroepsgroepen

Soms heeft informatie betrekking op specifieke beroepsgroepen. Te denken valt aan regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarin staan bijvoorbeeld ook regels voor horecabedrijven. Het is gewenst om specifieke beroepsgroepen te informeren over geldende of juist nieuwe regelgeving. Dit kan door het toesturen van algemene brieven of door het organiseren van informatiebijeenkomsten gericht op een specifieke beroepsgroep.

Informatiebijeenkomsten

Informatiebijeenkomsten zijn geschikt om burgers, bedrijven en organisaties in te lichten over bepaalde regels en processen of wanneer sprake is van nieuwe regelgeving of veranderend beleid.

Daarbij kan worden gedacht aan doelgroepgerichte informatiebijeenkomsten, bijvoorbeeld bij wijkraden, bij beroepsverenigingen, etc. Burgers, bedrijven en organisaties kunnen tijdens een informatiebijeenkomst vragen stellen zodat onduidelijkheden ook meteen kunnen worden weggehaald.

  • 5.

    Stimuleren vooroverleg

Het doel van het vooroverleg is de haalbaarheid van een initiatief vroegtijdig te toetsen aan kaders, regels en voorschriften. Bij dit overleg worden burgers, bedrijven en organisaties betrokken om snel, persoonlijk, transparant en eenvoudig een procedure te doorlopen. Vooroverleg kan bovendien overtredingen voorkomen. De initiatiefnemer kan in een vroeg stadium bij de verdere uitwerking van het initiatief of de vergunningaanvraag hiermee rekening houden. Hij krijgt hierdoor al in grote mate zekerheid over de slagingskans van zijn initiatief. Bij het vooroverleg hoort ook het informeren over en bij voorkeur het instemmen van omwonenden met het initiatief; de omgevingsdialoog. Vooroverleg is dus van belang voor het vlot doorlopen van het proces tot goedkeuring van initiatieven. Ook worden onnodige kosten bespaard, doordat vroegtijdig duidelijk is welk initiatief kans van slagen heeft.

Informeren over voordelen

Vooroverleg wordt gestimuleerd door duidelijke informatie te verschaffen over de voordelen van het aanvragen van een vooroverleg, waarbij de tijdwinst en kostenbesparing extra benadrukt worden. Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen onder preventie-instrument 4 ‘Informeren van (nieuwe) regels en processen’ is gesteld. In alle vier de genoemde informatie-instrumenten kan het belang van een vooroverleg worden meegenomen.

Inloopspreekuur

Daarnaast is het van belang om daar waar mogelijk het de initiatiefnemer zo gemakkelijk mogelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door het instellen van een inloopspreekuur, waar een potentiële initiatiefnemer zijn eerste ideeën kan bespreken en informatie op kan halen. Er kan dan meteen een afspraak worden gemaakt dat er een vooroverleg zal plaatsvinden, zodra de initiatiefnemer zijn initiatief verder uitgewerkt heeft.

Omgevingstafel

Onder de Omgevingswet wordt de omgevingstafel wettelijk vastgelegd. De omgevingstafel is een integraal proces van vooroverleg over het initiatief met de initiatiefnemer, met adviseurs, met bestuurlijke partners en belanghebbenden aan één tafel. Onder de Omgevingswet wordt de omgevingstafel ingezet bij complexe plannen.

  • 6.

    Zichtbaarheid toezicht- en handhavingsactiviteiten

De zichtbaarheid van toezicht- en handhavingsactiviteiten kan op de volgende manieren worden vormgegeven.

  • A.

    Laten zien dat er toezicht is

Uniforme kleding

Het dragen van uniforme kleding door toezichthouders en overige uitvoerders van VTH-taken, draagt bij aan hun zichtbaarheid in de openbare ruimte. Daarentegen kan het nodig zijn om toezichthouders vanuit een oogpunt van effectieve handhaving juist niet in uniform te laten optreden. Bijvoorbeeld tijdens drank- en horecacontroles.

Uniforme voertuigen

De zichtbaarheid van toezichthouders kan ook worden vergroot door voertuigen te voorzien van een unieke striping en logo’s, waarmee deze voertuigen duidelijk kunnen worden onderscheiden van overige voertuigen.

Regelmatige aanwezigheid

Door toezichthouders regelmatig aanwezig te laten zijn in de openbare ruimten en andere plaatsen wordt de benaderbaarheid vergroot. Burgers, bedrijven en organisaties kunnen zo op een laagdrempelige manier de aandacht van toezichthouders vragen voor (dreigende) onwenselijke situaties en (mogelijke) overtredingen. Zie hiervoor ook preventie-instrument 9 ‘Maatschappelijke controle’.

Sociale media

Sociale media kan worden ingezet om de zichtbaarheid van toezichthouders te vergroten. Hierbij kan worden gedacht aan een Facebook- of Instagrampagina van een (keten)partner waarop berichten worden geplaatst over VTH.

  • B.

    Communiceren over toezicht en handhaving

Aankondiging acties

Communicatie wordt ingezet door voorafgaand aan grotere toezicht- en handhavingsprojecten de belanghebbenden hiervan gericht in kennis te stellen. Naast de aankondiging van de voorgenomen acties worden ook de doelen en betreffende regelgeving uitgelegd.

Inzet van media

De communicatieafdelingen van de betrokken (keten)partners maken, als het project zich daarvoor leent, het toezicht- en handhavingsproject kenbaar via de lokale krant en sociale media. Afstemming met de communicatieafdelingen wordt de standaard. In het geval dat een toezicht- en handhavingsproject zich richt op veel burgers worden, voorafgaand aan het project, bijeenkomsten georganiseerd via bijvoorbeeld dorps- en wijkraden. In het geval van grotere plaatsgebonden toezicht- en handhavingsprojecten is het bovendien nuttig om individuele bewoners te informeren via een brief.

Handhavings- en VTH-programma’s

Jaarlijks worden door gemeenten en provincie respectievelijk een ‘handhavingsuitvoering-programma’ (HUP) en VTH-programma opgesteld. In het HUP staan de jaarlijkse uitgangspunten van het handhavingsbeleid naar acties vertaald. Ook andere (keten)partners werken met vastgestelde jaarprogramma’s. Middels het opstellen van een HUP kunnen relevante nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen, kan iets worden gezegd over de na te streven kwaliteit en daarnaast is de HUP bedoeld als schakel tussen het opgestelde beleid en de uitvoering van de meer praktische werkzaamheden.

Door meer openbaarheid en kenbaarheid te geven aan de inhoud van het HUP en de VTH- programma’s, wordt er extra aandacht besteed aan de toezicht- en handhavingsactiviteiten.

De Provincie heeft een ‘’gedragsregel openbaarheid overheidsinformatie’’ opgesteld. In die gedragsregel staat vermeld hoe de Provincie uitvoering geeft aan de openbaarmaking van handhavingsinformatie (over inspecties, het resultaat en de opvolging daarvan).

  • 7.

    (integraal) Samenwerken

Samenwerken of samen optrekken als (keten)partners (intern en extern) loont. Zo kunnen (keten)partners elkaar eenvoudiger informeren, ontvangt een bedrijf niet meerdere toezichthouders apart maar trekken zij gezamenlijk op. Daarnaast kunnen (keten)partners gezamenlijk zorgdragen voor eenvoudige en eenduidige regels (in plaats van dat men de eigen regels nastreeft) en kunnen (keten)partners burgers, bedrijven en organisaties eenduidig informeren met een afgestemde communicatieboodschap.

Kennismakingsdagen/snuffelstage

Het is belangrijk dat ervoor wordt gezorgd dat de medewerkers van de (keten)partners binnen dezelfde vakgebieden zowel formeel als informeel gemakkelijk benaderbaar zijn. Een goede samenwerkingscultuur ontstaat alleen als mensen elkaar kennen. Diverse (structurele) kennismakingsdagen per jaar zorgen ervoor dat een dergelijke samenwerkingscultuur ontstaat. Ook een vorm van ‘snuffelstage’, waarbij de gelegenheid wordt gegeven om ‘in de keuken’ van de andere (keten)partner te kijken, zal de samenwerking stimuleren. Daarnaast moet eenieder de vrijheid krijgen om te netwerken. Een en ander moet gefaciliteerd en gestimuleerd worden door het management en de leidinggevenden binnen de verschillende organisaties. Een beleid kan hieraan ten grondslag liggen. Ook de Omgevingswet zal ervoor gaan zorgen dat integraal samenwerken noodzakelijk is.

Projectmatig werken

Werk zoveel mogelijk projectmatig. Samenwerking ligt daarin opgesloten. Denk hierbij aan projectmatige controles waarbij verschillende onderdelen en (keten) partners moeten samenwerken. Zo kunnen bijvoorbeeld controles op agrarische bedrijven gezamenlijk worden uitgevoerd door RUD (milieu), gemeente (vergunningen en legale/illegale huisvesting van arbeidsmigranten), VRZ (brandveiligheid), inspectie SZW enzovoorts. Het onderling afstemmen van een controlejaarplanning is een startpunt van dergelijke samenwerkingsvormen.

  • 8.

    Informatie delen

Lokale handhavingsoverleggen

Indien noodzakelijk wordt er informatie gedeeld tussen de (keten)partners. Dit kan plaatsvinden op verschillende manieren. Een voorbeeld hiervan is deelname aan de lokale handhavings-overleggen (LHO) waarbij casuïstiek en lopende zaken gericht op Wabo-taken worden besproken die binnen een bepaalde gemeente spelen. Op deze manier worden alle betrokken (keten)partners geïnformeerd over datgene wat binnen dat gebied speelt.

Kennismakingsdagen

Door het onder punt 7 genoemde preventie-instrument “Integraal samenwerken” vorm te geven wordt bereikt dat het onderling delen van algemene informatie gemakkelijker gaat. De voorgestelde kennismakingsdagen lenen zich bij uitstek om informatie te delen. Het uitwisselen van informatie is echter aan juridische randvoorwaarden verbonden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Wet bescherming persoonsgegevens.

ICT-werkgroep

Een andere mogelijke manier om informatie te delen is door gebruik te maken van bepaalde software waarbij (keten)partners zijn aangesloten waardoor informatie zoveel mogelijk centraal wordt opgeslagen en raadpleegbaar is voor overheden onderling.

Overigens dient het delen van informatie wel binnen de daarvoor gestelde wettelijke kaders plaats te vinden. Een ICT-werkgroep gaat onderzoeken in welke mate het centraal opslaan van gegevens AVG-technisch mogelijk is. Hierbij kan worden gekeken of zaaksystemen op elkaar kunnen worden afgestemd, zodat opgeslagen informatie inzichtelijk is voor anderen.

  • 9.

    Maatschappelijke controle stimuleren

Maatschappelijke controle is belangrijk. Direct omwonenden en buurbedrijven weten immers wat er zich allemaal afspeelt in de woonwijk of op het bedrijfsterrein. Daarom is het belangrijk om signalen vanuit burgers, bedrijven en organisaties op een goede manier te toetsen en moet de drempel om een melding te doen zo laag mogelijk zijn. Maatschappelijke controle kan op de volgende manieren worden gestimuleerd.

Door professionals

De wijkcoördinator, wijkmanager, wijkagent, Boa, wijkbrandweerman enzovoorts worden getraind om op het gebied van VTH een stimulans te geven aan maatschappelijke controle. Binnen de voornoemde organisaties is doorlopend vraag naar de scholing van de aldaar werkzame personen om de gewenste kwaliteit en kwaliteitseisen te blijven waarborgen. Dit is ook zeker gewenst vanwege alle ontwikkelingen en wijzigingen van regelgeving (zoals de Omgevingswet). Hierbij valt bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) te denken aan een trainingsvorm als de VTH-academie. Het is van belang om in de training aan elk vakgebied apart aandacht te schenken. Het centraal aanbieden (in Zeeland) van dergelijke trainingen heeft de voorkeur, zodat onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring meteen wordt meegenomen.

Door burgers

Door gebruik te maken van diverse media, kunnen burgers bewust worden gemaakt van risico’s (en mogelijke overtredingen) in hun buurt. Voorlichting moet er zijn op gericht om dergelijke van risico’s (en mogelijke overtredingen) te herkennen en daarop actie te ondernemen. Actie kan door zelfstandig initiatief te nemen of door dit kenbaar te maken aan het bevoegd gezag.

Hier geldt dat het duidelijk moet zijn waar men terecht kan met vragen, opmerkingen of ondersteuning. Laagdrempeligheid is belangrijk. Uitvoering kan gebeuren door de communicatie-afdeling van de (keten)partners in samenwerking met communicatie van de gemeenten en de omgevingsdiensten.