Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening betreffende de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 01-07-2005 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening betreffende de behandeling van bezwaarschriften

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Heerenveen als ook het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Business Park Friesland;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de volgende:

Verordening betreffende de behandeling van bezwaarschriften.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste externe commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • d.

    leden: de commissie bestaat uit leden en een voorzitter per kamer, uit hun midden aangewezen;

  • e.

    voorzitter: voorzitter van één van de kamers van de commissie als bedoeld in art. 7:13 van de wet;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Instelling en samenstelling commissie

1.

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissingen op gemaakte bezwaren tegen besluiten als bedoeld in artikel 1:5 van de wet van:

1.

de raad;

2.

het college;

3.

de burgemeester;

4.

de Gemeenschappelijke Regeling Businesspark Friesland, voorzover het besluit betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Heerenveen.

2.

De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

a.

een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

b.

het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel en de daarop gebaseerde besluiten.

c.

de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) dan wel van een door het in artikel 8 van deze wet bedoelde bureau uitgebracht advies.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie kamers. Iedere kamer bestaat uit drie leden, de voorzitter wordt uit hun midden aangewezen.

  • 2.

    De eerste kamer (Sociale kamer), behandelt bezwaarschriften ingevolge de Wet werk en bijstand en daarop gebaseerde regelingen, de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

  • 3.

    De tweede kamer (Algemene kamer), behandelt alle bezwaarschriften die niet worden genoemd in de leden 2 en 4;

  • 4.

    De derde kamer (Ambtenarenkamer), behandelt de bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van rechtspositieregelingen voor personeel in dienst van de gemeente Heerenveen.

  • 5.

    De voorzitters en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 6.

    Het college benoemt een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 7.

    De betreffende kamer regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 8.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Heerenveen.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris voor ambtelijke bijstand aan de commissie en haar kamers wordt door het college aangewezen.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    Een lid kan op ieder moment ontslag nemen.

  • 2.

    Het aftredende lid kan zijn functie blijven vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 3.

    Een lid kan voor een periode van 4 jaar worden benoemd en ten hoogste 2 keer worden herbenoemd.

  • 4.

    In het geval van een tussentijdse vacature voorziet het college ten spoedigste in de benoeming van een nieuw lid van de betreffende kamer. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 2.

    De secretaris bevestigt binnen één week de ontvangst van het bezwaarschrift.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de betreffende kamer:

  • 1.

    artikel 6:6, voor wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • 2.

    artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • 3.

    toepassing van artikel 7:4, tweede lid van de wet;

  • 4.

    toepassing van artikel 7:6, vierde lid van de wet.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van een kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen. Indien de commissie na afloop van een zitting nadere inlichtingen wenselijk vindt, vergaart de secretaris deze inlichtingen onder verantwoordelijkheid van deze commissie.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze personen zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 3.

    De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de betreffende kamer bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De secretaris nodigt de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste één week voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijn die genoemd is in het eerste lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van kamer 1 en de Ambtenarenkamer zijn niet-openbaar.

  • 2.

    De zittingen van kamer 2 zijn openbaar, tenzij de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig acht de zitting achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de desbetreffende kamer en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting, De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter van de betreffende kamer en de secretaris ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het verwerend orgaan, verdaagt hij de beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Niet-voorzienbare gevallen

De commissie beslist in de procedurele gevallen waarin de wet en deze verordening niet voorzien.

Artikel 19 Intrekking oude regelingen

De Verordening behandeling bezwaarschriften 1998 en de Verordening betreffende de behandeling van bezwaarschriften in ambtenarenzaken worden ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2005.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juni 2005.

De griffier,

De voorzitter,

De secretaris,

De burgemeester,

De burgemeester,

Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Businesspark Friesland,

De secretaris,

De voorzitter,

Gepubliceerd in de Heerenveense Courant van woensdag 8 juni 2005.

In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.