Beleidsplan Toezicht en Naleving Wmo en Jeugdwet 2024-2027

Geldend van 01-01-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsplan Toezicht en Naleving Wmo en Jeugdwet 2024-2027

1. Inleiding

‘Zorggelden goed besteed!’

Aanleiding

We vinden het essentieel dat inwoners met een zorgbehoefte de zorg krijgen waar ze recht op hebben en wel op een zo effectief en doelmatig mogelijke manier. De meeste zorgaanbieders bieden zorg op een verantwoorde wijze en volgens de regels aan hun cliënten aan. Helaas komt ook zorgfraude voor. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer ‘Een zorgelijk gebrek aan daadkracht’ wijst uit dat zorgfraude in de miljarden euro’s kan lopen. “Tussen de 3 en 8 procent aan zorguitgaven. Reken dus met een paar miljard euro zorgfraude”, aldus één van de onderzoekers van de Rekenkamer in een toelichting op het rapport.

Daarnaast heeft het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) het rapport ‘Signalen fraude in de zorg’ gepubliceerd . Hieruit blijkt dat onder meer signalen over fraude bij Beschermd Wonen en begeleiding (met wonen) toenemen. Ook de VNG heeft onderzoek laten uitvoeren naar zorgfraude en effectieve manieren om deze tegen te gaan. Het rapport ‘Een wereld te winnen’ uit 2020 geeft inzicht in de aard en de aanpak van zorgfraude.

Voorgeschiedenis

In maart 2021 is op initiatief van het Districtscollege van Zeeuwse burgemeesters de Werkgroep Zorgfraude Zeeland opgericht. De werkgroep heeft onder de Zeeuwse gemeenten een inventarisatie gedaan van signalen van zorgfraude. Naar aanleiding van de eindnotitie van deze werkgroep, heeft de werkgroep een aantal aanbevelingen gedaan. Om de aanbevelingen uit te voeren heeft de Werkgroep Zorgfraude Zeeland in maart 2022 een doorstart gemaakt. In de hernieuwde werkgroep zijn alle regio’s van Zeeland evenals het contractmanagement van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (IJZ) en het CZW bureau vertegenwoordigd. De regioadviseur van VNG Naleving ondersteunde de werkgroep. Conform de aanbevelingen van de vorige Werkgroep Zorgfraude Zeeland heeft de werkgroep op 29 september 2022 de Conferentie ‘Zorggelden goed besteed’ gehouden voor ambtenaren en bestuurders. Hierin is draagvlak gecreëerd voor het implementeren van het Zeeuws model.

Zeeuws model

Het Zeeuws model is gebaseerd is op de VNG Routekaart en bevat de volgende stappen:

a. Aansluiting bij het Informatie Knooppunt Zorgfraude;

b. Het opstellen van een Zeeuwse visie en beleidsplan voor toezicht en handhaving binnen de Wmo en Jeugdwet;

c. Het Zeeuws breed inrichten van het toezicht;

d. Het inrichten van de noodzakelijke interne processen.

In het bestuurlijk overleg OZO van 9 maart 2023 spraken de verantwoordelijke wethouders unaniem de voorkeur uit voor het – bij aanvang- aanwijzen van zes toezichthouders centraal voor Zeeland. Dit sluit ook aan bij de Voortgangsbrief Wmo 2015 van 8 mei 2023 met de bijlage ‘Beleidskader Wmo Toezicht’ . Het plan is om drie toezichthouders kwaliteit en drie toezichthouders rechtmatigheid aan te stellen. De zes toezichthouders vormen drie teams die elk een regio als aandachtsgebied hebben.

Voorafgaand aan de toezichthouders stellen we voor een kwartiermaker/coördinator aan te stellen. Deze heeft als taak om een plan van aanpak op te stellen, de teamrollen te verdelen en zorg te dragen voor onderlinge afstemming: tussen de toezichthouders, tussen toezichthouders en de regio respectievelijk de gemeenten die zij als aandachtsgebied hebben. De kwartiermaker zorgt daarnaast voor een doorgaande cyclus rondom leren/toepassen. De kwartiermaker groeit na de start van de toezichthouders door naar coördinator/teamleider van de toezichthouders. Voor een uitgebreide beschrijving van de opdracht van de kwartiermaker/coördinator en het takenpakket van de toezichthouders verwijzen we u naar bijlage 1 en 2 van dit document.

De focus van het werk van de toezichthouders ligt in eerste instantie bij Jeugd en Beschermd Wonen (Wmo). Dit geldt zowel voor zorg in natura (ZIN) als persoonsgebonden budget (pgb). Na een jaar evalueren we de werkwijze en kunnen we overwegen om het toezicht uit te breiden naar de andere onderdelen van de Wmo.

In het OZO van 05-10-2023 hebben de Zeeuwse bestuurders een voorkeur uitgesproken voor de positionering van de kwartiermaker en toezichthouders bij het CZW bureau per 1-1-2024. De positionering bij het CZW bureau is tijdelijk van aard.

1.1 Juridische basis en maatschappelijke en financiële argumenten

Sinds 2015 zijn de dertien Zeeuwse gemeenten wettelijk verplicht om inhoud en vorm te geven aan het voorkomen en bestrijden van onrechtmatigheden in het Sociaal Domein.

De Wmo 2015 schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt ter voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. De Jeugdwet 2015 heeft een vergelijkbare bepaling.

Op 27 september 2022 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet versterking decentrale rekenkamers (wetsvoorstel 35.298). Door deze wet is niet langer de accountant, maar zijn de colleges verplicht om bij de aanbieding van de jaarstukken aan de raad een rechtmatigheidsverklaring te voegen. Met het oog hierop moeten gemeenten een normenkader ontwikkelen om risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik in te schatten. Dit normenkader en de rechtmatigheidsverantwoording bereiden de afdeling financiën voor. Het is zaak dat we binnen de gemeente integraal samenwerken tussen de afdeling financiën en de afdelingen waar we beleid op het gebied van Beschermd Wonen en jeugd (en in een later stadium Wmo in het algemeen) ontwikkelen, het contractmanagement en de toezichthouders. Met het oog hierop is het belangrijk een eenduidig begrippenkader te definiëren. Zie hierna verder ook het begrippenkader.

Een belangrijke wetsontwikkeling die bepalend is voor de wijze waarop we toezicht en handhaving uitvoeren is de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg. Dit wetsvoorstel gaat ervan uit dat het voor een effectieve manier van fraudebestrijding in de zorg soms noodzakelijk is dat instanties bijzondere persoonsgegevens kunnen uitwisselen. Dit wetsvoorstel bestaat uit twee onderdelen: het Waarschuwingsregister Zorg (gegevens over fraudeurs uitwisselen) en het Informatie Knooppunt Zorgfraude. Dit wetsvoorstel regelt dat partijen, die nu samenwerken in het IKZ, straks meer wettelijke mogelijkheden krijgen om gegevens uit te wisselen bij fraudesignalen. Toezichthouders en handhavers kunnen daardoor effectiever reageren op fraudesignalen.

Maatschappelijke en financiële argumenten

Naast de betreffende wettelijke plichten zijn er ook maatschappelijke en financiële argumenten om het toezicht op de besteding van zorggelden goed in te richten. We zorgen voor de juiste hulp op de juiste plek en hebben de taak de meest kwetsbare inwoners te beschermen. Fraude en onrechtmatigheid gaan vaak hand in hand met ondermaatse zorg voor de inwoners. Hoe eerder we het eerste constateren, hoe eerder we de inwoners kunnen ondersteunen naar juiste zorg. Daarnaast is het van belang om verspilling van publieke middelen te voorkomen. Goed ingericht toezicht zorgt voor een juiste besteding van zorggelden en maatschappelijke effecten tegen reële en aanvaarbare kosten.

1.2 Begrippen

Waar hebben we het over als we als we praten over onrechtmatigheid en zorgfraude? We hanteren de volgende begrippen:

Foutieve declaratie: Er wordt gehandeld in strijd met de regelgeving. Er is sprake van onrechtmatige feiten, die ten laste komen van voor de zorg bestemde middelen. Hierbij moet voldaan zijn aan de volgende elementen: (financieel) verkregen voordeel en overtreden van declaratieregels.

Oneigenlijk gebruik: Het betreft het handelen binnen wet- en regelgeving maar niet in lijn met de doelstelling van wet- en regelgeving (handelen naar de letter van de wet, maar niet naar de geest van de wet).

Misbruik: Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen, of niet, dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Toelichting: Volgens de Wet decentralisatie rekenkamers is het college verplicht om bij aanbieding van jaarstukken aan de raad een rechtmatigheids-verantwoording te voegen. De accountant controleert de rechtmatigheidsverantwoording en gaat daarbij uit van bovenstaande begrippen waaraan ook expliciet het begrip ‘misbruik’ wordt genoemd.

Zorgfraude: Er is sprake van opzettelijk gepleegde onrechtmatige feiten, die ten laste komen van voor de zorg bestemde middelen. Bij fraude moet voldaan zijn aan de volgende elementen:

(financieel) verkregen voordeel; overtreden van een regel en opzettelijk handelen.

Oneigenlijk gebruik: het betreft het handelen binnen wet- en regelgeving maar niet in lijn met de doelstelling van wet- en regelgeving (handelen naar de letter van de wet, maar niet naar de geest van de wet).

Ondermijning: Criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en diensten. Hierdoor vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid af. De dertien Zeeuwse gemeenten, het waterschap en de Provincie Zeeland hebben in 2022 afgesproken om samen te werken en hetzelfde beleid te voeren op het gebied van ondermijning. Deze ambities komen samen in de ‘Zeeuwse norm weerbare overheid’. Door allemaal hetzelfde beleid uit te voeren zorgen de Zeeuwse overheden ervoor om gezamenlijk weerbaar en sterk te zijn tegen ongewenste invloeden.

1.3 Cirkel van naleving

Bij het toezicht en handhaven willen we gebruikmaken van 'de cirkel van naleving'. Deze cirkel bestaat uit vier visie-elementen die handvatten bieden voor een integraal handhavingsproces. De kracht van de methode is de combinatie van inzet van preventieve en repressieve interventies. Toezien en toezicht is vooral aan de voorkant en onderweg de wederzijdse verwachtingen managen tussen gemeente enerzijds en cliënten en aanbieders anderzijds. Passende bejegening en deskundigheid aan de poort (bij de toegang en inkoop) en onderweg vormen hiervoor de basis. Op deze wijze helpen we cliënten en aanbieders om de voorwaarden na te kunnen en willen leven en daardoor (vroegtijdig) problemen te voorkomen. De methodiek van de cirkel van naleving passen we ook toe om een rechtmatige bedrijfsvoering in het zorgdomein verder in te richten.

afbeelding binnen de regeling

1.4 Toezicht

Het toezicht sluit aan op ‘Stap 3: Controleren’ uit de cirkel. Daarbij is toezicht duidelijk geen doel op zichzelf. Het is een middel om de volgende beleidsdoelen te bereiken die af te leiden zijn van de Wmo en de Jeugdwet. Het toezicht heeft als doel:

- het bevorderen van de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners;

- het verhogen van de participatie van inwoners;

- het financieel beheersbaar maken/houden van de zorg.

Soort toezicht en wijze waarop dit is belegd

Onderscheid dient te worden gemaakt tussen

a. Calamiteitentoezicht (minimum vorm van kwaliteitstoezicht): belegd bij de GGD;

b. Kwaliteitstoezicht: toezicht op kwaliteit van voorzieningen (nog in te richten voor Wmo, voor de Jeugdwet is dit belegd bij de IGJ);

c. Rechtmatigheidstoezicht (nog in te richten).

Ad a. calamiteitentoezicht:

In artikel 3.4 van de Wmo 2015 is bepaald dat aanbieders gevallen van calamiteiten (zaken die ernstig misgaan in de ondersteuning door aanbieders) en geweld in de ondersteuning (hierbij gaat het zowel om geweld van de kant van beroepskrachten als, in bepaalde gevallen, om geweld tussen cliënten) bij de gemeentelijke toezichthouder moeten melden. In de maatschappelijke ondersteuning moet immers de veiligheid van de cliënten voorop staan.

De meldingsverplichting moet ervoor zorgen dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige incidenten en situaties die door hem mogelijk moeten worden onderzocht of ingrijpen vereisen. De toezichthouder kan zelf onderzoek verrichten en bezien hoe de handhaving verder moet worden ingericht om doelgericht tot verbetering te komen. Artikel 3.4 geldt voor alle aanbieders en dus ook voor degenen die een woningaanpassing uitvoeren en voor leveranciers van hulpmiddelen, omdat zich ook daarbij calamiteiten kunnen voordoen.

Bij calamiteitentoezicht gaat het om reactief toezicht naar aanleiding van een melding van een calamiteit van een zorgaanbieder. Zorgaanbieders zijn verplicht bij een calamiteit een melding te doen bij de GGD Zeeland. Dit toezicht is reactief aangezien de GGD optreedt na melding van een calamiteit. De Zeeuwse gemeenten hebben gezamenlijk het calamiteitentoezicht belegd bij GGD Zeeland. De huidige inrichting van het calamiteitentoezicht is zeer beperkt. Dit toezicht staat los van het – bredere- kwaliteitstoezicht, zie onder b.

Ad b: Toezicht op kwaliteit

In artikel 2.1.1 van de Wmo 2015 is bepaald dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het stellen van regels rondom de kwaliteit van de voorzieningen in de maatschappelijke ondersteuning. In hoofdstuk 3 van de wet Wmo 2015 zijn enkele landelijke kwaliteitseisen gesteld, waaraan aanbieders in elk geval moeten voldoen. Eén van de taken van de toezichthouder is het bewaken of deze landelijke en mogelijk aanvullende lokale kwaliteitseisen (in beleidsregels, verordening, nadere regels of overeenkomsten) worden nageleefd.

De kwaliteitseisen die in de wet gesteld zijn, zijn geformuleerd als een open norm. Dit maakt toezicht en handhaving complex. Die open norm is in de gemeentelijke beleidsregels, verordening en overeenkomsten met aanbieders al dan niet geconcretiseerd. Bij overeenkomsten waar gestuurd wordt op te behalen effecten en resultaten is deze concretisering mogelijk minder aanwezig. Concretisering kan bijvoorbeeld gaan om het minimale opleidingsniveau van hulpverleners, hun functieomschrijving, het gebruik van kwaliteitszorgsystemen, toepassen van instrumenten zoals de zelfredzaamheidsmatrix en het gebruik van inspraak- en klachtenregelingen.

De toezichthouder toetst of de zorg die op grond van de Wmo wordt verstrekt voldoet aan kwaliteitseisen. Het kwaliteitstoezicht voor jeugdhulp is volgens de Jeugdwet belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Bij het Zeeuws breed inrichten van het toezicht betreft het dus alleen kwaliteitstoezicht Wmo.

Ad c. Toezicht op rechtmatigheid

De toezichthouder ziet erop toe dat de zorgaanbieders rechtmatig handelen. We maken onderscheid tussen formele- en materiële rechtmatigheid. Formele rechtmatigheid houdt in dat betalingen die plaatsvinden rechtmatig moeten zijn en dat de zorgaanbieders de zorg volgens afspraak leveren. Materiële rechtmatigheid houdt in dat de zorgaanbieders de gedeclareerde prestaties daadwerkelijk hebben geleverd aan de inwoners.

Het toezicht op rechtmatigheid en op kwaliteit kunnen elkaar nauw raken. Denk aan zorg die door te laag gekwalificeerd personeel wordt geleverd. Dan is er zowel sprake van onrechtmatige zorg als zorg die mogelijk niet van voldoende kwaliteit is.

Voor het houden van toezicht gaat het om foutieve declaraties, oneigenlijk gebruik, misbruik en fraude. We sluiten hierbij aan op het begrippenkader dat wordt gebruikt voor de rechtmatigheidsverantwoording die het college bij aanbieding van de jaarstukken aan de raad moet overleggen (zie hiervoor onder juridisch kader en wetsontwikkeling).

Toezichtverplichtingen Wmo 2015

De toezichthouder moet op grond van de Wmo 2015 toezicht houden op dat wat – op grond van artikel 2.1.3 lid 4 van de Wmo 2015- in de verordening is opgenomen met betrekking tot het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.

Plichten en bevoegdheden toezichthouder

De toezichthoudend ambtenaar Wmo 2015 is een toezichthouder als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Abw). Dat betekent dat de plichten en bevoegdheden van de toezichthouder in de Awb limitatief zijn vastgelegd.

Het gaat hierbij om de volgende (algemene) plichten:

  • legitimatieplicht (artikel 5:12)

    - verplichting het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen (artikel 5:13)

Daarnaast gaat het om de volgende bevoegdheden:

  • bevoegdheid tot het betreden van plaatsen met uitzondering van een woning als de bewoner daarvoor geen toestemming heeft gegeven, en zo nodig de sterke arm daarbij in te zetten (artikel 5:15);

    - bevoegdheid inlichtingen (artikel 5:16) en inzage van zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17) te vorderen;

    - bevoegdheid zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen en daartoe verpakkingen te openen (artikel 5:18).

Verder is iedereen verplicht aan een toezichthouder binnen een gestelde termijn alle medewerking te verlenen die hij redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden (artikel 5:20), zij het dat daarbij een beroep kan worden gedaan op een beroepsgeheim.

Inzage in dossiers

De toezichthoudend ambtenaar Wmo 2015 is op grond van artikel 5.1.5 Wmo 2015 en in afwijking van artikel 5:20 Awb bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens (zoals inzage van dossiers), voor zover dat noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak (art. 6.1 lid 2 Wmo 2015). Het gaat hier om dossiers zoals die met betrekking tot cliënten worden opgesteld door aanbieders die ondersteuning leveren. De toezichthouder zal een voornemen tot inzage moeten toetsen aan het noodzakelijkheidsvereiste en het proportionaliteitsvereiste (zie hoofdstuk 3.3.).

Verwerking en verstrekking persoonsgegevens

De toezichthoudend ambtenaar Wmo 2015 is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid (van de cliënt, alsmede persoonsgegevens en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, betreffende personen die betrokken bij calamiteiten, geweld bij de verstrekking van een voorziening, huiselijk geweld of kindermishandeling, voor zover deze zijn verkregen bij de uitoefening van het toezicht, bedoeld in artikel 4.3.1, 6.1 of 6.2 Wmo 2015, en noodzakelijk zijn voor een goede uitoefening van het toezicht of het nemen van maatregelen ter handhaving van wettelijke voorschriften. De toezichthoudend ambtenaar past hierbij het proportionaliteitsvereiste toe.

Verschil tussen toezichthouders en contractmanagers

Toezichthouders hebben andere bevoegdheden dan contractmanagers. Toezichthouders moeten officieel aangewezen worden en hebben op basis van deze aanwijzing bepaalde onderzoekmatige bevoegdheid . Contractmanagers hebben deze specifieke aanwijzing niet en dus ook niet de bijbehorende bevoegdheden. Beide partijen moeten uiteraard wel nauw samenwerken en kunnen elkaar in het dagelijks handelen goed versterken. Voor het effectief uitoefenen van toezicht is goed contractmanagement en databeheer en monitoring een voorwaarde. De kwartiermaker/coördinator heeft als opdracht om het proces hiervan uit te werken in het plan van aanpak. Zie hiervoor ook bijlage 1.

2. Beleidskader

De verschillende vormen van toezicht en de wijze waarop dit is belegd, beschreven we in de vorige paragraaf. Hierna gaan we in op de uitgangspunten van toezicht en verschillende vormen van toezicht.

Uitgangspunten van toezicht

1. Toezicht en handhaving zijn gebaseerd op gezond vertrouwen;

2. Integraal toezicht doen we samen;

3. Preventie waar het kan, repressie waar nodig;

4. We zoeken de verbinding tussen ‘harde’ en ‘zachte’ controle;

5. We werken samen aan een lerende aanpak;

6. We werken proactief/risicogericht en aanvullend signaal gestuurd/reactief.

2.1 Gezond vertrouwen als basis voor toezicht.

In ons toezicht is er balans tussen vertrouwen in zorgaanbieders & cliënten en controle & sanctioneren waar dat nodig is. Goed bestuur en goed intern toezicht bij zorgaanbieders wekken bij ons het vertrouwen dat een organisatie het publiek belang goed behartigt. Ons eigen toezicht kan dan terughoudender zijn. Vertrouwen is daarom een belangrijk uitgangspunt, gebaseerd op resultaten als kwalitatieve goede zorg, adequate verantwoording en een toetsbare en leerbare opstelling. Zorgaanbieders moeten laten zien dat zij zelf in staat zijn risico's in de zorgverlening terug te dringen en hun bedrijfsprocessen goed op orde hebben zodat de kans op onrechtmatigheden kleiner is. Als bestuurders zich toetsbaar opstellen en zich aantoonbaar inspannen om te voldoen aan de contractvoorwaarden, dan geeft dat ons gefundeerd vertrouwen en stemmen we onze interventies daarop af.

Vertrouwen hebben, betekent niet dat we naïef kunnen zijn. Er zijn voldoende voorbeelden, ook in Zeeland, waaruit blijkt dat malafide zorgaanbieders met overheidsgelden veel geld hebben verdiend, vaak ten koste van de zorg aan inwoners. Vertrouwen en toezicht gaan hand in hand. We werken preventief en risicogericht. Daar waar de aanbieder of cliënt te kortschiet, treden we passend en proportioneel op.

2.2 Integraal toezicht doen we samen

Het bereiken van onze doelen vraagt om een integrale aanpak vanuit het perspectief van de vragen van inwoners. Een integrale aanpak vereist goede samenwerking tussen de 13 Zeeuwse gemeenten en de afdelingen binnen de gemeenten en domeinen. Denk bijvoorbeeld aan de toegangen, de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland, zorgaanbieders en inspecties en het calamiteitentoezicht reeds belegd bij de GGD Zeeland. Iedereen heeft hier een rol en verantwoordelijkheid in. Uiteraard begrensd door de bevoegdheden en de taakopdracht die men heeft. Samenwerken geeft invulling aan de regiefunctie van de “eerstelijns” medewerker, aan integrale dienstverlening, aan preventief toezicht (vroeg signalering) en bevordert het onderlinge besef dat toezien en toezicht van iedereen is. De kwartiermaker spreekt in de eerste periode de verschillende stakeholders en stelt aan de hand daarvan een plan van aanpak op. Hiermee geven we de integraliteit samen vorm. Zie voor de precieze inhoud van het plan van aanpak ook bijlage 1.

2.3. Preventie waar het kan, repressie waar nodig

De grondhouding is een gezond vertrouwen in zorgaanbieders tot het tegendeel bewezen wordt, in het laatste geval dient opgetreden te worden.

2.4 We zoeken de verbinding tussen harde en zachte controle

Met gesprekken en het stellen van de goede vragen kan een zorgaanbieder zelf tot het inzicht komen dat zijn werkwijze niet correct is en verbeterd moet worden of dat hij beter zijn activiteiten kan ombuigen of stopzetten.

2.5 We werken samen aan een lerende aanpak

Het inrichten van toezicht op en naleving van de Wmo en Jeugdwet is een proces, dat we intern moeten vormgeven, maar ook extern in de keten, regionaal en landelijk. Zowel bij medewerkers als bij het management vraagt dit om een cultuurverandering en kent dus een lange adem. Behalve dat dit een investering vraagt in vakmanschap, vraagt dit ook extra capaciteit. Een lerende aanpak vraagt ook een open cultuur waarbij we graag van elkaar leren, vertrouwen op de expertise van elkaar en elkaar weten te vinden. We zetten een vorm van intervisie op voor de toezichthouders, zodat ze optimaal van elkaar kunnen leren.

De toezichthouders houden periodiek contact met de toegang van de gemeente over signalen en ook aan de voorkant onderzoeken welke risico’s gemitigeerd kunnen worden. Deze betrokkenheid heeft impliciet effect op de organisatie die zich steeds beter bewust wordt van risico’s van onrechtmatigheid en zorgfraude. Voor meer informatie over de taken van de toezichthouders, verwijzen we u naar bijlage 2.

2.6 De wijze waarop toezichthouders werken

Vanuit het bestuurlijk overleg OZO van 9 maart 2022 is unaniem aangegeven de voorkeur te hebben voor het aanstellen van (bij aanvang) zes toezichthouders centraal voor Zeeland. We stellen daarom voor drie toezichthouders kwaliteit en drie toezichthouders rechtmatigheid aan te stellen. De zes toezichthouders vormen 3 teams die elk een regio als aandachtsgebied hebben. Daarnaast stellen we voor een kwartiermaker/coördinator aan te stellen die een grote rol heeft bij het implementeren van het team, de onderlinge afstemming en de cyclus rondom leren/toepassen.

Toezicht kan op verschillende manieren worden toegepast. Hieronder leggen we de verschillende manier uit.

1.Pro-actief/risicogericht toezicht

Proactief toezicht vindt plaats op basis van vooraf vastgestelde prioriteiten, thema’s of risico’s (risico gestuurd toezicht). Deze thema’s of risico’s worden samengesteld in overleg met toegangsmedewerkers, contractmanagers, beleidsmedewerkers of medewerkers van zorgaanbieders en welzijnsinstelling(/en). Om risico’s in te schatten en te prioriteren maken we gebruik van beschikbare digitale tools ingezet om risico’s op te sporen, zoals dashboards en andere al dan niet commerciële specifieke digitools.

2. Signaal gestuurd/reactief toezicht

Signaal gestuurd toezicht richt zich op signalen die via de gemeente, professionals en/of inwoners zijn gemeld over aanbieders en/of cliënten. Een signaal betreft alle informatie rondom de rechtmatigheid en/of kwaliteit over de zorg.

3. Repressief toezicht

Repressief toezicht vindt doorgaans achteraf plaats naar aanleiding van meldingen van incidenten, klachten, geweld, calamiteiten en/of seksueel geweld. Signalen van inwoners of de toegang of externe organisaties kunnen aanleiding vormen voor het houden van reactief toezicht. Het toezicht is gericht op kwaliteit en op rechtmatigheid. Zoals hiervoor gezegd blijft het calamiteitentoezicht belegd bij de GGD Zeeland.

De kwartiermaker/coördinator stelt de wijze van het in te zetten toezicht en prioritering op in afstemming met contractmanagers, beleidsmedewerkers en medewerkers van de toegang. De kwartiermaker/coördinator legt in 2024 verantwoording af aan de directeur van het CZW bureau.

2.7 Start toezicht op de doelgroep van Beschermd Wonen en kwetsbare jeugdigen die jeugdhulp ontvangen

Zoals we in de inleiding vermeldden, stellen we voor te starten met toezicht op de meest kwetsbare inwoners. In de regel zijn dit al dan niet jonge cliënten, waarbij wonen en zorg met elkaar is gecombineerd, te weten Beschermd Wonen en kwetsbare jeugdigen met jeugdhulp.

We zetten met name in op proactief/risicogericht toezicht op zorg die op grond van de Wmo (vooralsnog Beschermd Wonen) of Jeugdwet wordt verleend aan inwoners. Het gaat om zowel zorg in natura als om persoonsgebonden budgetten. We leggen de verbinding met het contractmanagement Beschermd Wonen en de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (IJZ) en daar waar mogelijk met het calamiteitentoezicht van GGD Zeeland.

3. Landelijke en regionale samenwerkingsverbanden

Op landelijk en provinciaal niveau zijn er diverse samenwerkingsverbanden op het gebied van fraudepreventie.

1. Het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ);

afbeelding binnen de regeling

Het IKZ onderzoekt en deelt meldingen over zorgfraude en signaleert trends en ontwikkelingen, zodat fraude beter en effectiever wordt opgespoord en afgehandeld. Meldingen van vermoedelijke fraude in de zorg kunnen worden gedaan bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze meldingen worden door de NZa overgedragen aan het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) waarin ketenpartners samenwerken om fraude in de zorg effectief aan te pakken. Wanneer vermoedelijk sprake is van fraude met pgb en/of zorg in natura kan een melding worden overgedragen aan de Directie Opsporing voor strafrechtelijk onderzoek. Iedere gemeente is aangesloten bij het IKZ. (iedere afzonderlijke gemeente doet de check of ze zijn aangesloten bij het IKZ)

2. VNG Naleving

Nu gemeenten de dienstverlening aan de burger in het kader van de decentralisaties op orde hebben, komt er steeds meer aandacht voor toezicht en handhaving. Deze aandacht voor een rechtmatige uitvoering van de wetten zorgt voor een grotere nalevingsbereidheid en een burger die krijgt waar hij recht op heeft. De adviseurs van Naleving ondersteunen gemeenten hierbij.

3. De Taskforce Integriteit Zorgfraude;

Het doel van de taskforce is het verbeteren van preventie en het detecteren en terugdringen van zorgfraude. Verschillende partijen in de zorgketen versterken hiermee sinds 2013 de aanpak van zorgfraude door intensiever samen te werken.

4. De Landelijke stuurgroep interventieteams

Sinds 2003 is de landelijke stuurgroep interventieteams (LSI) actief. De stuurgroep werkt op basis van een samenwerkingsconvenant. De convenantpartners werken samen in interventieteams ter voorkoming en terugdringing van belasting- en premiefraude, toeslagenfraude, uitkeringsfraude, overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden.

5. Kenniscentrum Handhaving en Naleving

VNG KCHN adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van handhavingstaken van de wetten in het sociaal domein: Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), Participatiewet en de Wet kinderopvang. De KCHN voorziet de gemeenten van een actuele kennisbank, toepasbaar advies en ondersteuning, de mogelijkheid om kennis te delen en het deelnemen aan innovatielabs.

Alle bovengenoemde samenwerkingsverbanden hebben fraudebestrijding binnen het Sociaal Domein als doel. In sommige gevallen kunnen individuele gemeenten aansluiten bij het verband. De komende periode onderzoeken we of het gewenst is om aan te sluiten bij een of meerdere bestaande samenwerkingsverbanden. Op deze manier blijven we op de hoogte van de landelijke en de lokale actualiteiten op het gebied van WMO-Toezicht.

6. Taskforce RIEC Zeeland en West-Brabant

Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland ondersteunt haar partners bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit in de 12 basisteams/districten die de regio telt. De Taskforce bundelt krachten door samen te werken met bestuurders, overheidsdiensten, ondernemers en inwoners in Brabant en Zeeland om samen ondermijnende criminaliteit te bestrijden en te voorkomen. De Taskforce is georganiseerd als netwerk en wordt gevormd door alle partners die hierin samenwerken. NB: De Taskforce RIEC Zeeland en West-Brabant onderscheidt zich van de Taskforce Integriteit Zorgfraude.

Tot slot: het is de taak van de kwartiermaker/coördinator om met genoemde externe partijen contact te onderhouden en zo nodig afstemming te plegen.

4. Handhaving

Er valt onderscheid te maken tussen handhaving in strafrechtelijke en bestuursrechtelijke zin. Handhaving in strafrechtelijke zin is aan de orde als de zorgaanbieder – of de cliënt- een strafbaar feit heeft begaan. Strafrechtelijke handhaving betekent leed toevoegen en valt onder de bevoegdheid van het OM. Dit zijn echter uitzonderingsgevallen.

Daarnaast kan de afdeling handhaving op grond van een collegeadvies of mandatering bestuursrechtelijke maatregelen uitvoeren. De toezichthouder komt tot een advies en legt dit voor aan het college van de desbetreffende gemeente. Het college besluit dan over de te nemen acties aan de hand van dit advies. Het college kan een functionaris, bijvoorbeeld een afdelingshoofd, mandateren om deze besluiten namens het college te nemen.

Dit zijn de bestuurlijke boete, de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. De wettelijke grondslag voor deze vorm van handhaving in enge zin is het betreffende artikel in de verordening maatschappelijke ondersteuning c.q. de jeugdverordening om oneigenlijk gebruik en misbruik tegen te gaan. De gemeente is verplicht een bepaling hierover in haar verordening maatschappelijke ondersteuning en verordening jeugd op te nemen op grond van artikel 2.1.3 lid 4 Wmo en artikel 2.9. d van de Jeugdwet. Deze vorm van handhaving wordt beschouwd als handhaven in enge zin.

Handhaving op het voorstel van de toezichthouder wordt beschouwd als handhaven in brede zin. Een toezichthouder kan aan het college een voorstel doen voor bijvoorbeeld het indienen van een herstelplan door de zorgaanbieder, een cliëntenstop, het sluiten van de instelling of een terugvordering. Overigens dient nogmaals te worden aangetekend dat contractbeheer en toezicht gescheiden verantwoordelijkheden zijn. Bij contractmanagement wordt letterlijk het contract gemanaged: indien de zorgaanbieder zich niet aan het contract houdt kan hij hierop worden aangesproken door de contractmanager. Dit zal in veel gevallen al voldoende zijn om het gedrag van de zorgaanbieder bij te stellen. Indien dit niet voldoende is komt de toezichthouder in beeld, die op grond van de wet extra bevoegdheden heeft om de zorgaanbieder aan te spreken, zie 1.5 onder Toezicht.

Uit ervaringen met andere gemeenten blijkt dat pas in het uiterste geval handhaving in enge zin wordt ingezet en dat in de meeste gevallen de eerder genoemde middelen (verzoek tot indienen van een herstelplan etc.) afdoende zijn[1]. Er zal in 2024 ervaring worden opgedaan met het toezicht en op basis daarvan wordt er een inschatting gemaakt of en in hoeverre uitbreiding van de capaciteit van de afdeling handhaving van de gemeente noodzakelijk is.

Op initiatief van de kwartiermaker zal een handhavingsprotocol worden opgesteld. Tegelijk zal ook de mandatering van de gemeente die bevoegd is te handhaven worden geregeld. We streven naar een uniform handhavingsprotocol dat voor alle Zeeuwse gemeenten van toepassing is.

5. Monitoring, metingen en evaluatie

Het advies is om direct te starten met monitoring, metingen en evaluatie, dit is een onderdeel van het plan van aanpak op te stellen door de kwartiermaker/coördinator. Een eerste monitoring dient plaats te vinden in 2024 om na te gaan of het aantal toezichthouders en de wijze waarop zijn ingezet toereikend en efficiënt is.

Het kwantitatieve onderzoek gaat om de ‘cijfers’ van toezicht. Bijvoorbeeld het aantal gevoerde gesprekken, het aantal meldingen van fouten of fraude en het aantal gesprekken, verzoeken om een herstelplan etc. etc.

Het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek gaat dieper in op de verhalen achter deze cijfers. Hierbij bevragen de toezichthouders interne en externe stakeholders op het behalen van de verschillende beleidsdoelen. In 2024 zal hiervoor een nulmeting plaatsvinden, waarna in 2025 een één-meting volgt en in 2026 een twee-meting. De input van deze evaluatie gebruiken we om gedurende, en na afloop van, de looptijd van het beleidsplan deze te verbeteren. De input van de twee-meting in 2027 zal gebruikt worden om een nieuw beleidsplan op te stellen.

6. Financiële paragraaf

Zoals eerder aangegeven gaat de VNG ervan uit dat 5-8% van de totale kosten van Wmo en Jeugd toe te schrijven is aan zorgfraude en onrechtmatigheid. Voor Zeeland komt dit neer op circa € 13 miljoen. Dit is een voorzichtige schatting. Voor de berekening van het aantal toezichthouders dat noodzakelijk is om effectief toezicht in te richten wordt uitgegaan 0,5 – 1,25% van de uitgaven Jeugd en Wmo In 2020 hebben de Zeeuwse gemeenten 146 miljoen uitgegeven aan Wmo voorzieningen (incl. BW) en 116 miljoen aan Jeugdhulp, totaal 262 miljoen. Indien we ervan uitgaan om 1% te investeren aan toezicht zou dit neerkomen op 2,6 miljoen. Ervaringsgegevens van andere gemeenten en landelijke onderzoeken laten zien dat de toezichthouders zich ruimschoots terugverdienen.

1. Kosten toezichthouders en coördinatie

Voor de kosten van toezichthouders en een coördinator wordt uitgegaan schaal 10 voor toezichthouder en schaal 11 voor een kwartiermaker/coördinator. Voor de inschaling is uitgegaan van de ervaringen van de gemeente Nissewaard, Tilburg en VNG Naleving. Het vak van toezichthouder vereist immers verschillende vaardigheden, zoals analytisch vermogen, affiniteit met data-analyse en raadplegen andere bronnen, sociale vaardigheden en gesprekstechnieken. Voor de tarieven is uitgegaan van de Handreiking Overheidstarieven 2023. Uitgegaan wordt van kosten inclusief overhead (huisvesting, kantoorautomatisering, personeelsadministratie, reiskosten, opleiding, faciliteiten, HRM advies en bedrijfsvoering). In de berekening van de totale kosten toezichthouders en coördinator is geen rekening gehouden met eventuele extra kosten ten gevolge van de uitkomst van cao-onderhandelingen.

6 toezichthouders

schaal 10 = 6 maal €106.300

€637.800

1 kwartiermaker/Coördinator

schaal 11

€117.300 +

€755.100

2. Aanvullende kosten

Voor aanvullende kosten wordt uitgegaan dat juridische ondersteuning nodig is bij rechtmatigheidsonderzoeken.

Op grond van ervaringen van andere gemeenten wordt uitgegaan van 0,5 fte: € 55.000.

De toezichthouders dienen allen de specifieke training toezichthouder Sociaal Domein te volgen.

De kosten hiervan worden geraamd op 6 maal €2.000 = €12.000.

Ook zijn kosten mogelijk voor analyse van jaarrekeningen, data-analyse etc. Deze zijn vooralsnog niet begroot. Bij de kosten van toezichthouders is uitgegaan van de maximale schaal. Voorgesteld wordt om de toezichthouders respectievelijk de kwartiermaker/coördinator vooralsnog in te schalen naar ervaring en capaciteiten. Hiermee ontstaat ruimte om eventuele extra kosten uit te financieren, inclusief mogelijk extra salariskosten die uit een nieuwe cao voortvloeien.

3. Totale kosten

De totale kosten komen uit op € 755.100 + € 55.000 + € 12.000 = € 822.100.

Hierbij gaan we uit van een minimaal aantal toezichthouders en een maximale inzet van een coördinator/ kwartiermaker. We stellen voorgesteld deze volgens naar inwoneraantal over de gemeenten te verdelen.

Gemeente

Inwoners 2022

Bijdrage

Borsele

22.847

€ 48.563

Goes

38.950

€ 82.791

Kapelle

13.020

€ 27.675

Noord-Beveland

7.668

€ 16.299

Reimerswaal

22.920

€ 48.718

Schouwen-Duiveland

34.152

€ 72.592

Tholen

26.401

€ 56.117

Middelburg

49.199

€ 104.576

Veere

21.850

€ 46.444

Vlissingen

44.585

€ 94.769

Hulst

27.533

€ 58.523

Sluis

23.141

€ 49.188

Terneuzen

54.501

€ 115.846

Totaal

386.767

€ 822.100

Bijlage 1: opdracht kwartiermaker/coördinator

- Het opstellen van een concreet Plan van aanpak. Hierin is in ieder geval opgenomen:

o Wijze waarop welke soort toezicht wordt ingezet;

o Prioritering;

o Vormgeven cyclus voor lerende aanpak;

o Procesbeschrijving/handhavingsprotocol voor de toezichthouders (toezicht van a tot z);

o Het regelen van mandaten bij de 13 Zeeuwse gemeenten;

o Hoe en op welke wijze monitoring, meting en evaluatie plaatsvindt.

- De coördinator/kwartiermaker levert dit plan van aanpak binnen 6 maanden op.

- Bovendien ligt er een concrete aanpak hoe we in Zeeland daadwerkelijke (vermoedens van) van zorgfraude binnen de dertien gemeenten bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk regisseren en de uitvoering gaan inrichten. Hierbij gaat het om samenwerking tussen de partijen, de ambtelijke en politiek bestuurlijke aansturing, de kostenverdeling, de inrichting van de structuur en de proceskant.

- De kwartiermaker brengt in kaart welke data beschikbaar is en hoe deze voor het toezicht gebruikt kan worden.

- Voor het opstellen van het plan van aanpak haalt de kwartiermaker informatie op bij de 13 Zeeuwse gemeenten, bij onder andere de contractmanagers. Op basis van gesprekken brengt de kwartiermaker per regio de behoeften in kaart. De toezichthouders kunnen op basis hiervan hun werkwijze vormgeven.

- De coördinator legt verantwoording af aan zijn direct leidinggevende.

- De coördinator stelt halfjaarlijks rapportages op die gedeeld worden met de colleges en raden, al dan niet via de huidige p&c-cyclus van de organisatie.

Functieprofiel kwartiermaker/coördinator (m/v/x):

- Na de start van de toezichthouders, wordt de kwartiermaker de coördinator/inhoudelijk leidinggevende van de toezichthouders.

- De kwartiermaker/coördinator is het eerste aanspreekpunt voor alles rondom toezicht. Het contact met externe partijen ligt in eerste instantie bij de contractmanagers. De kwartiermaker/coördinator en de toezichthouders hebben een onafhankelijke positie ten opzichte van de contractmanagers.

- De kwartiermaker straalt uit dat de aanpak uitgaat van de best passende zorg voor de inwoners.

- De kwartiermaker/coördinator aanpak zorgfraude is HBO(+) geschoold en heeft ervaring in het werken in het veiligheidsdomein en/of sociaal domein. Hij/Zij bouwt bruggen binnen de domeinen en beschikt wanneer nodig over een ‘helicopterview’ om het werkterrein te overzien. De kwartiermaker kan goed schakelen op ambtelijk en op bestuurlijk niveau en kan daar ook zijn/haar voorstellen presenteren met de juiste sensitiviteit. Expertise over handhaving in het sociaal domein is voor de kwartiermaker een noodzakelijkheid. Kennis van wet- en regelgeving binnen de WMO, Jeugdwet en andere relevante wetten (zoals de wet Bibob) zijn aanwezig. Kennis over de inkoop en contractering van zorg is een pre.

De kwartiermaker/coördinator (m/v/x) beschikt verder over:

• Uitstekende communicatieve vaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk;

• Analytisch vermogen;

• Netwerkvaardigheden;

• Het vermogen verschillende beïnvloedingsstijlen te hanteren;

• Het vermogen om te gaan met politieke gevoeligheid, tegengestelde belangen, kwetsbaarheid van de doelgroep en de publieke opinie;

• Kennis van de Wmo, Jeugdwet, Algemene wet bestuursrecht, en regelgeving bij Zorg in natura (ZIN) en PGB;

• Aantoonbare relevante werkervaring in Toezicht;

• Het zelfstandig kunnen opstellen van toezicht plannen, bestuurlijke adviezen, rapportages, rekening houdend met ambtelijke, politieke en bestuurlijke verhoudingen en haalbaarheid;

• Affiniteit met- of een achtergrond in de zorg;

• Inzicht in politieke, bestuurlijke en maatschappelijke prioriteit, evenals in bedrijfsvoering processen en zorgprocessen;

• Ervaring in een leidinggevende/coördinerende functie.

Wat bieden wij?

• Een salaris van maximaal € 5.725 bruto per maand bij een 36-urige werkweek (salarisschaal 11, cao gemeenten). Je beginsalaris is afhankelijk van je opleiding en werkervaring;

• Een Individueel Keuzebudget van 17,05% van je bruto jaarsalaris. Dit bouw je elke maand op. Je kunt het budget inzetten voor extra salaris, meer vrije tijd, een fiets, een vergoeding van je woon-/werkverkeer of een fitness abonnement;

• Een uitdagende functie waarbij je volop mogelijkheden hebt om je verder te ontwikkelen;

• Uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder een laptop en een smartphone. We vergoeden je tunnelkosten en er is gratis parkeergelegenheid;

• Een arbeidsovereenkomst voor één jaar met uitzicht op een overeenkomst voor onbepaalde tijd.

Bijlage 2: takenpakket toezichthouders

Kerntaken:

• De toezichthouder rechtmatigheid houdt zich primair bezig met het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen binnen de Wmo 2015 en Jeugdwet.

• De toezichthouder kwaliteit houdt zich primair bezig met het toetsen van de geleverde zorg/ ondersteuning of deze overeenkomt met de eisen die zijn opgesteld in de contracten bij de 13 Zeeuwse gemeenten en Inkoopbureau Jeugdzorg Zeeland.

• De toezichthouder adviseert en ondersteunt op strategisch, tactisch en operationeel niveau, zoals bij het creëren van in- en extern draagvlak en het geven van voorlichting over handhaving en naleving.

• De toezichthouder adviseert over fraudebestrijding en fraudealert maken van medewerkers.

Daarnaast richt de toezichthouder zich op het:

• Controleren van gegevens;

• Signaleren van knelpunten en adviseren over de beleidsmatige en uitvoeringsaspecten

• Leveren van een bijdrage aan het handhavingsbeleid en de inbedding hiervan in de organisatie;

• Beoordelen van fraudesignalen;

• Bepalen welke handhavingsinstrumenten moeten worden ingezet;

• Zelfstandig uitvoeren van (complexe) bestuursrechtelijke onderzoeken met toepassing van toezichthoudende bevoegdheden volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

• Adviseren over de wenselijkheid van strafrechtelijke voortzetting van een bestuursrechtelijk onderzoek;

• Adviseren van collega’s over het te nemen besluit in verband met het vervolgtraject;

• Participeren in regionale overleggen met ketenpartners.

De toezichthouder (m/v/x) beschikt over de benodigde kennis van:

• De keten in het zorgdomein, de Wmo 2015, Jeugdwet, Wet langdurige zorg, Zorgverzekeringswet, Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

• De landelijke standaard gegevensuitwisseling en privacywetgeving.

• De actuele beschikbare tools die landelijk worden ontwikkeld.

• De regionale sociale kaart.

• Financieringsstromen binnen de zorg en zorginstellingen.

De toezichthouder (m/v/x) beschikt verder over:

• HBO werk- en of denkniveau;

• Uitstekende communicatieve vaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk;

• Fraudealertheid;

• Ervaring met projectmatig werken;

• Onderzoeksvaardigheden;

• Het vermogen gegevens van een bedrijfsadministratie te analyseren;

• Onafhankelijkheid in oordeelsvorming;

• Een doortastende werkwijze;

• Analytisch vermogen;

• Netwerkvaardigheden;

• Het vermogen verschillende beïnvloedingsstijlen te hanteren;

• Het vermogen om te gaan met politieke gevoeligheid, tegengestelde belangen, kwetsbaarheid van de doelgroep en de publieke opinie.

Wat bieden wij?

• Een salaris van maximaal € 5.009,00 bruto per maand bij een 36-urige werkweek (salarisschaal 10, cao gemeenten). Je beginsalaris is afhankelijk van je opleiding en werkervaring;

• Een Individueel Keuzebudget van 17,05% van je bruto jaarsalaris. Dit bouw je elke maand op. Je kunt het budget inzetten voor extra salaris, meer vrije tijd, een fiets, een vergoeding van je woon-/werkverkeer of een fitness abonnement;

• Een uitdagende functie waarbij je volop mogelijkheden hebt om je verder te ontwikkelen;

• Uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder een laptop en een smartphone. We vergoeden je tunnelkosten en er is gratis parkeergelegenheid;

• Een arbeidsovereenkomst voor één jaar met uitzicht op een overeenkomst voor onbepaalde tijd.