Gemeente Midden-Delfland - Evenementenbeleid gemeente Midden-Delfland

Geldend van 23-02-2024 t/m heden

Intitulé

Gemeente Midden-Delfland - Evenementenbeleid gemeente Midden-Delfland

Op 12 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders het Evenementenbeleid vastgesteld. Dit beleidsplan treedt in werking op 1 januari 2024 en vervangt het Beleidskader evenementen.

1. Inleiding

1.1 Midden-Delfland

De gemeente Midden-Delfland vormt een groene kern in een stedelijke omgeving. Midden-Delfland ligt op een steenworp afstand van Den Haag en Rotterdam en is een gemeenschap waar landschap, natuur en kwaliteit van leven de boventoon voeren. De gemeente bestaat uit de dorpen Den Hoorn, Maasland en Schipluiden.

Sinds 2008 mag de gemeente Midden-Delfland zich een Cittaslow-gemeente noemen. Hiermee is Midden-Delfland de eerste gemeente van Nederland met dit duurzaamheidskeurmerk. Dit wereldwijde keurmerk wordt toegekend aan gemeenten met minder dan 50.000 inwoners die een duurzame samenleving nastreven. Natuur, agrarische productie, toerisme, sociale verbondenheid en behoud van (lokale) identiteit behoren tot de kern van een Cittaslow-gemeente.

Evenementen in de gemeente Midden-Delfland zijn een aanwinst en dat moeten ze ook blijven. Evenementen vervullen belangrijke maatschappelijke functies omdat het samenkomen, elkaar ontmoeten en verbinding bevordert. Evenementen dragen daarnaast ook bij aan toerisme en recreatie, een gezonde economie en sociaal culturele belevening. In deze besluitvormingsregels voor evenementen worden de kaders gegeven zodat evenementen mét behoud van de kernwaarden van de gemeente deze (maatschappelijke) functies blijven vervullen.

1.2 Waarom besluitvormingsregels voor evenementen in Midden-Delfland?

Omdat evenementen een belangrijke maatschappelijke functie innemen in de gemeente is het wenselijk om een balans te vinden tussen positieve en negatieve effecten van evenementen. Met andere woorden: evenementen mogen geen onevenredig nadelige gevolgen hebben op het woon- en leefklimaat, de openbare orde, de veiligheid en natuur en milieu. Om deze balans te waarborgen zijn regels nodig. De gemeenteraad heeft daarom algemene regels over evenementen in Midden-Delfland vastgesteld. Deze regels zijn opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening van Midden-Delfland 2022 (hierna: APV). De burgemeester heeft de bevoegdheid om een evenementenvergunning te verlenen. De burgemeester schetst in deze besluitvormingsregels hoe invulling wordt gegeven aan deze bevoegdheid. In deze besluitvormingsregels worden de bevoegdheden en regels over evenementen uit (onder andere) de APV inzichtelijk gemaakt en verheldert.

Dit beleid is per 1 januari 2024 in werking getreden. Hiermee is het Beleidskader evenementen komen te vervallen.

1.2.1 Wat betekenen evenementen voor de gemeente Midden-Delfland?

1.2.2 Wat wil de gemeente Midden-Delfland?

De besluitvormingsregels voor evenementen zijn gebaseerd op de volgende speerpunten:

  • Bevorderen sociale cohesie, verbinding en identiteit Midden-Delfland.

  • Veiligheid evenementen (regionaal beleid).

  • Stimuleren lokale economie en ondernemers.

  • Behouden van het lokale karakter.

  • Leefbaarheid: zo min mogelijk overlast omgeving. Evenementen (in de openbare ruimte) mogen de leefbaarheid van gemeente Midden-Delfland niet aantasten.

  • Bevorderen volkscultuur.

  • Stimuleren sport, beweging en een gezonde leefstijl.

De visie van de gemeente sluit aan bij de maatschappelijke functie van evenementen.

1.3 Het doel van besluitvormingsregels voor evenementen Midden-Delfland

Het doel van deze besluitvormingsregels voor evenementen is het bieden van een duidelijk en toegankelijk overzicht waaruit volgt welke procedure moet worden gevolgd bij het organiseren van een evenement. De procedure moet helder zijn voor alle betrokken partijen.

De gemeente Midden-Delfland wil een heldere en duidelijke beschrijving van de informatie zodat de vergunningsprocedure zo optimaal mogelijk verloopt. Het is daarom ook belangrijk om scherp te hebben welke verantwoordelijkheden bij de gemeente liggen en welke bij organisatoren. Om deze reden gaat in de besluitvormingsregels aandacht uit naar de rolverdeling bij evenementen. Alle informatie moet voor iedereen duidelijk zijn, dus voor (onder andere) aanvragers, organisatoren, burgers, adviespartijen, de gemeente en toezichthouders.

Alle informatie over (de aanvraag van) evenementenvergunningen in gemeente Midden-Delfland is gebundeld in deze besluitvormingsregels

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk twee wordt beschreven welke evenementen wel of niet vergunningsplichtig zijn, wat de verwachtingen zijn volgens de gemeente en wat de organisator kan verwachten. In hoofdstuk drie staat hoe de vergunningsprocedure eruitziet. Hoofdstuk vier geeft een overzicht van de relevante wet- en regelgeving die een rol kan spelen bij een evenement. Als laatste, staat in hoofdstuk vijf wat de uitgangspunten zijn voor toezicht en handhaving voorafgaand en tijdens evenementen. Om de leesbaarheid van deze besluitvormingsregels te bevorderen en de regels zo duidelijk mogelijk te maken, zijn verschillende bijlagen toegevoegd. De bijlagen bevatten documenten die fungeren als een hulpmiddel voor organisatoren. In bijlage 1 is een verklarende woordenlijst openomen, waarbij enkele begrippen uit deze besluitvormingsregels zijn verduidelijkt. In bijlage 2 zijn relevante regels en wetsbepalingen opgenomen. Hieronder vallen ook de relevante regels uit de APV. Bijlage 3 bevat een modeldraaiboek evenementenveiligheid en in bijlage 4 kan de organisator het aanvraagformulier vinden.

2. Soorten evenementen en rolverdeling

2.1 Wat is een evenement?

In de APV staat wat een evenement is, namelijk “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak”. In de APV wordt uitgelegd welke evenementen vergunningsplichtig zijn en welke bijeenkomsten geen evenement zijn. Zo is een voor publiek toegankelijk feest een vergunningsplichtige activiteit. Een feest is in zo’n geval een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

Besloten feesten zijn niet publiek toegankelijk en worden in beginsel niet als evenement gezien omdat geen sprake is van een publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Een voorbeeld hiervan is een bedrijfsfeest waar aan de hand van uitnodigingslijsten publiek aanwezig is (bijvoorbeeld personeel). Er is dan geen sprake van een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak. In zo’n geval is er sprake van een vergunnings- en meldingsvrij evenement.

Ondanks dat een besloten feest vergunningsvrij is, kan het toch zo zijn dat een melding moet worden gedaan bij de gemeente. Bijvoorbeeld wanneer een evenement wordt georganiseerd in een bedrijfsruimte (of een andere ruimte die hier niet voor is bedoeld) en waarbij meer dan 100 bezoekers aanwezig zijn. In zo’n geval zijn de hulpdiensten bij eventuele calamiteiten op de hoogte van de activiteiten.

afbeelding binnen de regeling

De gemeente kan ook bij vergunningsvrije feesten handhavend optreden, bijvoorbeeld als het gebruik in strijd is met het bestemmingsplan of in het geval handhaving van de openbare orde en veiligheid aan de orde is.

Deze verrichtingen worden op grond van de APV wel aangemerkt als evenement:

  • Een herdenkingsplechtigheid;

  • Een braderie;

  • Een optocht op de weg, niet zijnde een betoging zoals bedoeld in de APV;

  • Een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg. Wanneer een feest al dan niet besloten “op of aan de weg” plaatsvindt, is dit een vergunningsplichtige activiteit omdat het plaats vindt op doorgaans voor publiek toegankelijk gebied;

  • Een straatfeest, buurtbarbecue of een officiële (her)openingshandeling;

  • Het opstijgen en landen van een luchtvaartuig ten behoeve van (een verrichting van) vermaak;

  • Een door de gemeente aangewezen categorie vechtsportwedstrijd of -gala.

Niet alle verrichten van vermaak worden gezien als evenement. De volgende verrichtingen worden op grond van de APV niet aangemerkt als evenement:

  • Bioscoop- en theatervoorstellingen;

  • Markten zoals bedoeld in de Gemeentewet en de APV;

  • Kansspelen zoals bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • Het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

  • Betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • Vertoningen op openbare plaatsen speelgelegenheden zoals bedoeld in de APV;

  • Sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen zoals bedoeld in de APV.

2.2 Wat voor soorten evenementen zijn er?

Bij het organiseren van een evenement in Midden-Delfland is (meestal) een melding of een evenementenvergunning nodig. In de APV staat beschreven in welke gevallen een melding en in welke gevallen een vergunning nodig is.

Of het verplicht is om een vergunning aan te vragen of een melding te doen, is afhankelijk van de behandelclassificatie van het evenement. De behandelclassificatie volgt uit de behandelscan. De behandelscan is een document dat wordt ingevuld door de gemeente. Het doel van de behandelscan is inzicht krijgen in het activiteitenprofiel, publieksprofiel, ruimtelijk profiel, organisatieprofiel, de risico-inschatting en de behandelaanpak. De gemeente vult de behandelscan in op basis van de aanvraag of melding van de organisator.

Hieronder volgt een beschrijving van de meldingsplichtige evenementen (geen vergunningplicht) en vergunningsplichtige evenementen (wel een vergunningplicht). Vergunningsplichtige evenementen zijn onderverdeeld in drie categorieën:

  • Een regulier evenement (A-evenement);

  • Een aandacht evenement (B-evenement);

  • Een risicovol evenement (C-evenement).

2.2.1 Meldingsplichtig evenement (0-evenement)

Meldingsplichtige evenementen met een beperkte risico-inschatting mogen worden georganiseerd zonder vergunning, maar moeten wel worden gemeld bij de gemeente.

Meldingsplichtige evenementen hebben nauwelijks impact op de omgeving en kennen nagenoeg geen risico’s. Hiervoor geldt de verplichting tenminste vier weken voor het evenement een melding te doen bij de gemeente via het formulier op de website.

Een evenement kan worden aangemerkt als meldingsplichtig evenement (0-evenement) als aan de volgende vereisten wordt voldaan:

  • Er is een organisator;

  • Het evenement maximaal één dag duurt;

  • Het aantal gelijktijdige aanwezigen niet meer is dan 100 personen;

  • De activiteit plaatsvindt in de buitenlucht;

  • De activiteit plaatsvindt maandag, dinsdag, woensdag of donderdag tussen 07:00 en 22:00, op vrijdag of zaterdag tussen 07:00 en 24:00 of op zondag tussen 13:00 en 22:00;

  • De activiteit niet zodanig een belemmering vormt dat het verkeer en de hulpdiensten niet in direct omliggende straten kunnen worden opgevangen;

  • Er geen (live) muziek wordt afgespeeld tussen 22:00 en 09:00;

  • Er geen professioneel podium wordt geplaatst;

  • Er geen gebruik wordt gemaakt van professionele geluidsapperatuur en eventueel versterkte muziek niet meer bedraagt dan 55 dB(a);

  • Er geen vuurwerk wordt afgestoken;

  • Slechts kleine objecten worden geplaatst met een maximum oppervlakte van 35m2 per object;

  • Geen inzet van hulpdiensten wordt verwacht.

Bij meldingsplichtige evenementen kan het nodig zijn om een weg af te zetten, bijvoorbeeld bij een buurtbarbecue. Een wegafzetting moet altijd worden gemeld bij de gemeente in verband met bereikbaarheid van de hulpdiensten.

afbeelding binnen de regeling

Het kan zo zijn dat tijdens een meldingsplichtig evenement wordt overnacht in een niet-slaapgebouw (zie ook paragraaf 4.3.4 over overnachten in een niet-slaapgebouw bij een vergunningsplichtig evenement), bijvoorbeeld in een sportkantine of school. In zo’n geval moet altijd een melding worden gedaan bij de gemeente in het kader van veiligheid. Omdat niet alle gebouwen voor wat betreft brandveiligheid geschikt zijn voor overnachting kan het noodzakelijk zijn om hiervoor een ontheffing bij de gemeente aan te vragen. Voor de indieningsvereisten en andere voorwaarden kunt u kijken in de Praktijkrichtlijn Slapen in bouwwerken zonder slaapfunctie van de veiligheidsregio Haaglanden.

LET OP: Na ontvangst van de melding kan de gemeente besluiten het evenement te verbieden als dit vermoedelijk in strijd is met de openbare orde, veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Ook kan de gemeente het evenement aanmerken als vergunningsplichtig vanwege de openbare orde, veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.

2.2.2 Vergunningsplichtige evenementen

In de APV staat dat het verboden is om zonder evenementenvergunning een vergunningsplichtig evenement te organiseren. Dit betekent dat een organisator geen vergunningsplichtig evenement mag organiseren zonder de vereiste vergunning.

Als een organisator een vergunningsplichtig evenement organiseert zonder de vereiste vergunning is dit een overtreding van de APV. In zo’n geval kan de gemeente overgaan tot handhaving. In hoofdstuk 5 staan de uitgangspunten bij handhaving.

Vergunningsplichtige evenementen zijn verdeeld in drie categorieën, namelijk een regulier evenement, een aandacht evenement en een risicovol evenement.

De hieronder genoemde criteria zijn richtlijnen voor de organisator om te inventariseren of een evenementenvergunning moet worden aangevraagd. De organisator krijgt een indicatie om welk soort evenement het gaat, waarbij de criteria zijn bedoeld als hulpmiddel. Elke vergunningaanvraag wordt onderworpen aan een behandelscan door de gemeente. Als uit de behandelscan blijkt dat het evenement toch binnen een andere categorie valt dan waarvoor de organisator de vergunning heeft aangevraagd, is de behandelscan leidend.

Regulier evenement (A-evenement)

Voor een regulier evenement geldt een vergunningsplicht op grond van de APV.

Reguliere evenementen zijn evenementen met nagenoeg geen of weinig neveneffecten. Hierbij gaat het om kleinschalige evenementen, die hooguit een kleine belasting vormen voor de leefomgeving (o.a. parkeren, bereikbaarheid), beperkt van omvang zijn (o.a. grote locatie, aantal mensen) en met beperkte geluidproductie, dus geen versterkte (live-)muziek. Een dergelijk evenement richt zich doorgaans op een bepaalde omgeving (wijk) en/of een specifieke doelgroep, min of meer voor eigen gebruik in de wijk.

Bij een regulier evenement is het (zeer) onwaarschijnlijk dat het evenement leidt tot risico’s voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid of het milieu en maatregelen. Het is ook (zeer) onwaarschijnlijk dat een regulier evenement voorzieningen vergt van de gemeente om een eventuele dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Er is waarschijnlijk sprake van een regulier evenement, als:1

  • Er geen versterkt(e) muziek/geluid is;

  • Er geen grote podia, tenten of andere bouwwerken zijn;

  • Er maximaal 600 bezoekers tegelijkertijd worden verwacht;

  • Er geen negatieve invloed is op natuur en milieu;

  • Er geen invloed is op parkeren en verkeer/bereikbaarheid; en

  • Er niet meer risico’s optreden dan de onvermijdelijke risico’s als (maximaal) 600 mensen tegelijkertijd samenkomen. Het evenement moet dus niet voor extra risico’s zorgen.

Aandacht evenement (B-evenement)

Voor een aandacht evenement geldt een vergunningsplicht op grond van de APV.

Bij een aandacht evenement is het mogelijk dat het evenement leidt tot risico's voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Een aandacht evenement vergt waarschijnlijk maatregelen of voorzieningen van de gemeente om die dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken.

Er is waarschijnlijk sprake van een aandacht evenement, als:2

  • Er sprake is van liveoptredens van artiesten en/of versterkt(e) muziek/geluid;

  • Er (beperkte) regionale aantrekkingskracht is;

  • Er niet meer dan 2000 bezoekers tegelijkertijd zijn;

  • Er beperkte tijdelijke verkeersmaatregelen en/of beperkte verkeersbewegingen zijn;

  • Er een hoge geluidbelasting door versterkte (live) muziek is.

Risico evenement (C-evenement)

Voor een risico evenement geldt een vergunningsplicht op grond van de APV.

Bij een risico evenement is het (zeer) waarschijnlijk dat het evenement leidt tot risico's voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Een risico evenement vergt maatregelen of voorzieningen van de gemeente om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Er is waarschijnlijk sprake van een risico evenement, als:3

  • Er een verhoogd veiligheidsrisico is;

  • Er een hoge geluidsbelasting is door versterkte (live) muziek;

  • Er sprake is van bovenlokaal bereik;

  • Het aantal bezoekers/deelnemers boven de 2000 personen ligt;

  • Er veel tijdelijke verkeersmaatregelen en/of veel verkeersbewegingen worden genomen met mogelijk een grotere parkeerdruk in de omgeving tot gevolg.

2.2.1 Welke evenementen zijn niet toegestaan?

Evenementen die naar inhoud en uitstraling niet passen in Midden-Delfland

Het uitgangspunt van de APV en deze besluitvormingsregels is het stimuleren van evenementen waarbij het lokale karakter van Midden-Delfland behouden blijft of versterkt wordt. Grote evenementen die niet passen binnen het lokale karakter van onze dorpskernen zijn niet wenselijk in de gemeente Midden-Delfland. Uitzondering hierop zijn evenementen waarvan de gemeente bepaalt dat deze Midden-Delfland op een positieve manier de kaart zetten.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: checklist evenementen-categorieën

2.3 Rolverdeling en verantwoordelijkheden

Bij het houden van een evenement zijn verschillende partijen betrokken, met elk haar eigen verantwoordelijkheden. In deze paragraaf worden de verantwoordelijkheden en de rolverdeling van de betrokken partijen beschreven.

2.3.1 Rol organisator

De organisator is de hoofdverantwoordelijke voor het evenement. Op de eerste plaats is de organisator verantwoordelijk voor een ordelijk en veilig verloop van het evenement en dient zelf in staat te zijn kleine, voorzienbare calamiteiten te kunnen oplossen. Ook is de organisator primair verantwoordelijk voor de veiligheid van alle aanwezigen. Daarnaast is de organisator verantwoordelijk voor het gehele evenement en het naleven van de vergunning.

De verantwoordelijkheid van de organisator strekt zich ook uit tot de woon- en leefomgeving. Het gaat – onder andere – om het voorkomen en beperken van overlastaspecten betreffende geluid, afval, parkeren, enzovoort. De organisator heeft ook oog voor groen en natuur.

De organisator zal goed moeten communiceren, niet alleen naar de gemeente maar zeker ook naar omwonenden. De organisator dient zelf derden (bijvoorbeeld omwonenden) op de hoogte te stellen van het evenement. Zowel vooraf als achteraf. Hiertoe is een veiligheidsplan en/of een draaiboek een goed hulpmiddel. In het draaiboek wordt beschreven hoe, wat, wanneer en met wie een activiteit gaat plaatsvinden.

Bij het organiseren van een vergunningsvrij evenement moet de organisator een melding doen en bij een vergunningsplichtig evenement moet de organisator een aanvraag evenementenvergunning indienen. De organisator verschaft hierbij alle benodigde stukken en informatie. De organisator is verantwoordelijk voor het indienen van een tijdige, correcte en complete vergunningaanvraag.

2.3.2 Rol gemeente

De burgemeester is het bevoegde gezag ten aanzien van vergunningverlening voor een evenement. De burgemeester is ook verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde en veiligheid en is belast met het toezicht op openbare vermakelijkheden zoals evenementen en festiviteiten. Bij (mogelijke) verstoring van de openbare orde kan de burgmeester bevelen geven die noodzakelijk zijn om de openbare orde te handhaven. De burgemeester is ook verantwoordelijk voor de veiligheid in de openbare ruimte en de woon- en leefomgeving en draagt daarom de eindverantwoordelijkheid voor de algemene voorbereiding op de bestrijding van incidenten.

De ambtelijke organisatie behandelt meldingen en vergunningaanvragen met betrekking tot publieksactiviteiten. De vergunningverleners beoordelen of de binnengekomen gegevens en bescheiden voldoende zijn om een melding of vergunningaanvraag in behandeling te nemen. Vervolgens toetsen de vergunningverleners de aangeleverde gegevens. Het toetsen van gegevens en het beslissen op de aanvraag gebeurt zorgvuldig. De gemeente is zo ingericht dat bij een complete en tijdig ingediende aanvraag tijdig een besluit wordt genomen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: soorten evenementen

3. De vergunningsprocedure

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt de procedure vanaf de melding of vergunningaanvraag tot -verlening beschreven. Om evenementen in Midden-Delfland zo efficiënt mogelijk te verspreiden over het kalenderjaar, maakt de gemeente gebruik van een evenementenkalender. In dit hoofdstuk leest u wat de evenementenkalender inhoudt en hoe u een evenement voor de evenementenkalender aanmeldt.

3.2 Welke procedure moet worden gevolgd?

Ten eerste moet de organisator weten binnen welke categorie het te organiseren evenement valt. De categorie van het evenement bepaalt welke procedure van toepassing is (zie tabel 1, op pagina 18). Daarnaast kan het zo zijn dat een vooroverleg en/of een evaluatie onderdeel is van de procedure. Zowel een vooroverleg als een evaluatie kan plaatsvinden op verzoek van de organisator of de gemeente. Een organisator kan de gemeente altijd verzoeken om een vooroverleg en/of een evaluatie indien gewenst. Een vooroverleg is onderdeel van de procedure voor aandacht en/of risico evenementen, of als er onduidelijkheden zijn in de aanvraag. Tijdens een vooroverleg wordt de conceptaanvraag besproken met de gemeente. Een vooroverleg vindt meestal plaats vóór het verlopen van de uiterlijke indieningstermijn. De gemeente of de organisator kan dus ook een evaluatie initiëren naar aanleiding van het verloop van een evenement. Het doel van de evaluatie is het nabespreken van de gehele procedure. Een evaluatie kan plaatsvinden met de gemeente, hulpverleningsdiensten, de regionale evenementen coördinator en ketenpartners.

3.3 Hoe doe ik een melding of een aanvraag?

In deze paragraaf wordt beschreven hoe en waar een organisator een aanvraag kan indienen.

3.3.1 Waar dien ik een aanvraag in?

Een organisator kan een aanvraag doen via het aanvraagformulier op de website van de gemeente.

3.3.2 Wanneer dien ik een aanvraag in?

Het is belangrijk dat een aanvraag op tijd wordt ingediend. Zo heeft de gemeente voldoende tijd om over uw aanvraag te beslissen. Het kan namelijk nodig zijn dat de gemeente advies moet vragen bij derde partijen, zoals de hulpverleningsdiensten.

Als u een meldingsplichtig evenement wil organiseren, moet u ten minste vier weken voor de aanvang van het evenement een melding doen. Als u een regulier evenement wilt organiseren, moet u ten minste zestien weken voor de aanvang van het evenement een vergunning aanvragen. Als u een aandacht of een risico evenement wilt organiseren, moet u ten minste twintig weken voor de aanvang van het evenement een vergunning aanvragen.

LET OP: Als u uw aanvraag te laat en/of incompleet indient, loopt u het risico dat deze wordt geweigerd.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3: vergunningstraject

Categorie

Aanmelden evenementenkalender

Uiterlijke indieningstermijn aanvraag of melding.

Meldingsplichtig evenement

Nee

Vier weken

Regulier evenement

Ja

16 weken

Aandacht evenement

Ja

16 weken

Risico evenement

Ja

20 weken

Tabel 1: Indieningstermijn bij verschillende categorieën evenementen

3.3.3 Wat is de rol van de evenementenkalender?

Evenementen kunnen het hele jaar door worden georganiseerd. In Midden-Delfland zijn evenementenlocaties schaars. Daarnaast moeten de regionale hulpdiensten beschikbaar zijn om te worden ingezet tijdens een evenement. De evenementenkalender helpt gemeenten en hulpdiensten om te komen tot een optimale spreiding van evenementen over locaties en tijdstippen. De evenementenkalender wordt door diverse partijen gebruikt als planning-, coördinatie- en afstemmingsinstrument. Hiermee wordt de inzet bepaald van hulpdiensten in onze regio.

De evenementenkalender wordt elk jaar in november vastgesteld door de gemeente. Iedere organisator van een vergunningsplichtig evenement moet jaarlijks vóór 1 november dat evenement aanmelden voor de evenementenkalender. Als een evenement te laat is aangemeld, loopt de organisator het risico dat het evenement niet op de gewenste datum kan plaatsvinden of helemaal niet kan doorgaan.

Een evenement wordt aangemeld via het aanmeldformulier op de website in te vullen en op te sturen naar het mailadres apv@middendelfland.nl, per post naar de gemeente, of af te geven bij het gemeentehuis. De aanmelding wordt getoetst op haalbaarheid. Dit houdt in dat de gemeente beoordeelt of het evenement uitvoerbaar zou kunnen zijn. Een positief haalbaarheidsadvies is geen garantie dat een vergunning wordt verleend.

Een aanmelding voor de evenementenkalender staat niet gelijk aan een vergunningaanvraag. Dat een evenement op de evenementenkalender staat, betekent dus niet automatisch dat het daadwerkelijk doorgaat. Het doel van de evenementenkalender is om eventuele samenloop van evenementen te voorkomen. Een organisator dient dus alsnog een aanvraag voor een vergunning in te dienen. Als daar aanleiding toe is, kan de gemeente een aanvraag weigeren, of bij vergunningsvoorschrift voorwaarden en/of beperkingen opleggen.

De evenementenkalender is terug te vinden op de website van de gemeente.

3.3.4 Hoe doe ik een aanvraag voor de evenementenkalender?

Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt gedaan via het aanmeldformulier op de website van gemeente Midden-Delfland.

Bij het aanvraagformulier worden de vereiste documenten ingediend, zoals een draaiboek, veiligheidsplan etc. Voordat de gemeente uw aanvraag in behandeling kan nemen moet deze aan een aantal vereisten voldoen. Welke documenten u moet aanleveren bij uw aanvraag is afhankelijk van welke categorie uw evenement heeft. In tabel 2 ziet u welke documenten u moet inleveren bij welk evenement. Bij uw aanvraag kunt u gebruik maken van een door de gemeente opgestelde aanvraagformulier (zie bijlage 5).

LET OP: Als u niet de benodigde documenten aanlevert, zal de gemeente Midden-Delfland u een eenmalig verzoek doen om uw aanvraag compleet te maken. Als u uw aanvraag niet op tijd compleet maakt, kan de gemeente uw aanvraag niet in behandeling nemen.

 

Meldingsplichtig evenement

Regulier evenement

Aandacht evenement

Risico evenement

Ingevuld meldings- of aanvraagformulier

Ja

Ja

Ja

Ja

Draaiboek

 

Ja

Ja

Ja

Plattegrond (inclusief objecten en de afmetingen daarvan)

 

Ja

Ja

Ja

Risicoanalyse

 

Ja

Ja

Ja

Veiligheidsplan

 

Ja

Ja

Ja

Verkeer- en mobiliteitsplan

 

Ja

Ja

Ja

Gezondheidsplan

 

Ja

Ja

Ja

Programma (line-up, overzicht activiteiten)

 
 

Afhankelijk soort evenement

Ja

Tekening indeling

 

Ja

Ja

Ja

Tabel 2: Indieningsvereisten. Dit zijn de minimale indieningsvereisten op grond van de APV.

De aanvraag bevat in ieder geval de plaats waar het evenement wordt gehouden, de datum en het tijdstip waarop het evenement wordt gehouden en een opgave van het verwachte aantal aanwezigen.

3.5 Termijnen

Uw aanvraag wordt in behandeling genomen als de aanvraag compleet is (ontvankelijk). De gemeente Midden-Delfland houdt zich bij behandeling van de aanvraag aan de termijnen die in de APV zijn opgenomen. Dit betekent dat de gemeente Midden-Delfland binnen acht weken een beslissing neemt op uw aanvraag. De gemeente Midden-Delfland kan de beslistermijn voor ten hoogste 8 weken verdagen als daar aanleiding toe bestaat. Als de aanvraag compleet is, begint de beslistermijn te lopen en heeft een organisator binnen zestien weken een beslissing op uw aanvraag.

Let op: De beslistermijn begint te lopen zodra de indieningstermijn is verstreken (en wanneer een aanvraag in behandeling kan worden genomen). De indieningstermijn en de beslistermijn moeten niet bij elkaar worden opgeteld.

3.6 Voor- en naschouw

Bij een aandacht en risico evenement is een voorschouw en een naschouw onderdeel van de procedure. Bij een regulier evenement kan een voor- en naschouw ook onderdeel zijn van de procedure, afhankelijk van het soort evenement. Een schouw vindt altijd plaats op de evenementenlocatie om toezicht te houden om de inrichting en opbouw van het evenement.

In alle gevallen kan de gemeente een voor- of naschouw uitvoeren op eigen initiatief of op verzoek van de organisator.

3.7 Publicatie

De gemeente Midden-Delfland maakt haar meldingen en vergunningen officieel bekend in het Gemeenteblad op de website www.officielebekendmakingen.nl. Iedereen kan de vergunning inzien op de website van het Gemeenteblad.

Daarnaast worden meldingen en vergunningen gepubliceerd in huis-aan-huisblad De Schakel Midden-Delfland. Publicatie in De Schakel is bedoeld ter informatie en heeft geen officieel karakter.

3.8 Leges

Organisatoren betalen voor de kosten die de gemeente maakt om een vergunning te toetsen en het besluit bekend te maken. Dit zijn de leges. De hoogte van de leges staan in de legesverordening.

Leges worden niet geheven voor evenementen waarvan de doelstelling fondsenwerving voor een charitatief doel is.

3.9 Gemeentelijke materialen

Als de organisator gebruik wil maken van gemeentelijke materialen (bijvoorbeeld verkeersborden, hekken etc.) moet daarvoor een afspraak worden gemaakt met de gemeente. In overleg wordt besproken welke materialen door de gemeente kunnen worden geleverd.

Voor alle materialen geldt dat deze op verzoek en ter beoordeling, en tegen een kleine vergoeding, bij de gemeente verkrijgbaar zijn. Voor organisaties zonder winstoogmerk kan, na beoordeling, hiervan worden afgeweken.

4. Wet- en regelgeving

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van regels die van belang zijn bij het aanvragen of beoordelen van een evenementenvergunning. De gemeente Midden-Delfland wil aanstippen dat er veel wet- en regelgeving is waar een organisator rekening mee moet houden, zodat een evenement ordelijk, veilig, gezond (enzovoort) verloopt. Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de meest voorkomende wet- en regelgeving die een rol kan spelen bij een evenement. Dit overzicht is niet uitputtend. Of een evenement daadwerkelijk kan plaatsvinden, kan ook afhankelijk zijn van andere besluiten. De organisator is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de vereiste vergunningen en ontheffingen.

Daarnaast geeft dit hoofdstuk een overzicht van de mogelijke weigeringsgronden en voorschriften die aan een evenementenvergunning kunnen worden verbonden.

Vergunningverlening vindt plaats binnen de wettelijke kaders die gelden op het moment van aanvraag.

afbeelding binnen de regeling

4.1 Wetgeving

Het organiseren van een evenement moet in overeenstemming zijn met de geldende wet- en regelgeving. Naast een evenementenvergunning kunnen besluiten of ontheffingen op grond van de volgende wetgeving noodzakelijk zijn voordat uw evenement kan plaatsvinden. Ook kan een evenementenvergunning afhankelijk zijn van bepaalde wettelijke toetsen.

Niet alle wetgeving is op elk evenement van toepassing. Dit overzicht is een indicatie voor de organisator.

4.1.1 Alcoholwet

Voor het op andere plekken dan in de horeca-inrichting (inclusief terras) bedrijfsmatig verstrekken van zwak-alcoholische drank, is op grond van de Alcoholwet een tijdelijke ontheffing nodig. Zwak-alcoholische dranken zijn dranken met minder dan 15% alcohol, zoals wijn en bier. De ontheffing kan worden verleend van een periode van maximaal 12 aaneengesloten dagen.

Bij een ontheffing geldt dat het gaat om bedrijfsmatige verstrekking van zwak-alcoholische dranken waarbij het schenken van de dranken moet plaatsvinden in het bijzijn en onder leiding van een leidinggevende. Deze leidinggevende moet ten minste eenentwintig jaar oud en mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Daarnaast moet de leidinggevende van een commercieel evenement in het bezit zijn van een Sociale Hygiëne diploma (SVH).

Ook geldt voor een ontheffing dat er geen alcohol mag worden geschonken aan personen onder de achttien jaar, personen in staat van dronkenschap of personen die onder invloed zijn van andere verdovende middelen.

Alcoholische dranken met meer dan 15% alcohol mogen alleen worden verstrekt door een bedrijf met een horecavergunning.

4.1.2 Opiumwet

In de gemeente Midden-Delfland worden drugs bij evenementen niet getolereerd. De gemeente Midden-Delfland hanteert een zerotolerancebeleid als het gaat om drugs.

Bij het aantreffen van zowel softdrugs als harddrugs tijdens evenementen dient er te worden gehandeld volgens het beleid zoals dit door het Openbaar Ministerie is vastgesteld. Dat betekent dat bij het aantreffen van verdovende middelen de politie wordt ingeschakeld.

4.1.3 Zondagswet

De gemeente kan ontheffing verlenen van het verbod op grond van de Zondagswet. Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag voor 13:00 openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.

4.1.4 Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Bij evenementen waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdelijke bouwwerken, zoals podia, tenten en tribunes, moet de organisator rekening houden met de constructieve veiligheid daarvan. De tijdelijke bouwwerken moeten in overeenstemming zijn met de geldende wet- en regelgeving uit het Bbl (voorheen Bouwbesluit 2012).

Minimaal zes weken voor het evenement plaatsvindt moeten de constructieve gegevens en sterkteberekeningen van de te plaatsen tijdelijke bouwwerken aan de gemeente worden overgelegd voor de toets door de constructeur.

4.1.5 Brandveiligheid

Voor evenementen in gebouwen gelden de voorschriften die volgen uit het Besluit brandveiligheid gebruik bouwwerken.

Voor tijdelijke bouwwerken, zoals tenten en podia, gelden de bepalingen en normen uit het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

afbeelding binnen de regeling

De gemeente kan de brandweer om advies vragen om de consequenties voor de leefomgeving in kaart te brengen. Dit kan de gemeente op eigen initiatief doen of tijdens een vooroverleg. Ook kan de brandweer ongevraagd advies geven aan de gemeente over een evenementenvergunning, wanneer een risicovolle situatie wordt gesignaleerd (bijvoorbeeld via mediakanalen).

4.1.6 Wegenverkeerswet 1994

De Wegenverkeerswet 1994 schrijft de wegbeheerders in Nederland voor om bij het uitvoeren van bepaalde verkeersmaatregelen verkeersbesluiten te nemen. Soms is het vereist om een verkeersbesluit op grond van de Wegenverkeerswet 1994 aan te vragen. Bijvoorbeeld als een evenement afzetting van de openbare weg vereist en/of omleidingsroutes moeten worden geregeld.

4.1.7 Wet natuurbescherming (Wnb)

Een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming is een ander voorbeeld van een besluit waarvan uw evenement afhankelijk kan zijn. Om te weten of een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming is vereist, moet een quickscan worden opgesteld door een ecoloog. Dit kan enige tijd duren.

Misschien moet een organisator een AERIUS (stikstof) berekening aanleveren. Dit is afhankelijk van de ligging ten opzichte van een Natura-2000 gebied en bijvoorbeeld het aantal verkeersbewegingen.4.1.8 Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob)

Met behulp van de Wet Bibob wil de overheid voorkomen dat bepaalde vergunningen worden gebruikt voor het faciliteren van criminele activiteiten. Dankzij de Wet Bibob kan de gemeente besluiten om een evenementenvergunning in te trekken of te weigeren als het risico bestaat dat deze wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of om illegaal verkregen voordeel te benutten. De gemeente volgt hierbij de regels uit de Beleidslijn wet Bibob gemeente Midden-Delfland 2012.

Uit de Beleidslijn wet Bibob gemeente Midden-Delfland 2012 volgt dat een evenementenvergunning preventief aan de Bibob-toets wordt onderworpen.

4.2 Weigerings- en intrekkingsgronden

In de APV zijn redenen opgenomen op grond waarvan de evenementenvergunning kan worden geweigerd, ingetrokken of gewijzigd.

Deze paragraaf geeft een opsomming van weigerings-, intrekkings- en wijzigingsgronden die volgen uit de APV. In de rest van hoofdstuk vier leest u hoe aan (sommige) van deze gronden invulling wordt gegeven.

4.2.1 Algemene weigeringsgronden uit de APV

De gemeente kan een (evenementen-)vergunning weigeren in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of bescherming van het milieu. Daarnaast kan een (evenementen-)vergunning worden geweigerd als deze niet binnen de indieningstermijn is aangevraagd. Een te laat ingediende aanvraag kan niet behoorlijk worden behandeld. Deze algemene weigeringsgronden volgen uit de APV.

4.2.2 Algemene intrekkings- en wijzigingsgronden uit de APV

Een evenementenvergunning kan op grond van de APV worden ingetrokken of gewijzigd, als:

  • Blijkt dat ter verkrijging van de vergunning onvoldoende of onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • Door veranderende omstandigheden of inzichten intrekking of wijziging, is vereist om de belangen te beschermen die de vergunning dient te waarborgen;

  • Als de vergunningsvoorschriften niet worden nagekomen;

  • Als de vergunning niet tijdig wordt gebruikt;

  • De vergunninghouder dit verzoekt.

4.2.3 Specifieke weigerings-, intrekkings- of wijzigingsgronden

Voor evenementen gelden naast de algemene weigerings- in trekkingsgronden ook specifieke weigerings-, intrekkings- of wijzigingsgronden. Deze gronden staan in de APV en zien specifiek op het weigeren, intrekken of wijzigen van een evenementenvergunning.

Een vergunning voor een aandacht of risico evenement kan ook worden geweigerd als de organisator onder curatele staat, de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt of in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Bij het weigeren van een evenementenvergunning op grond van slecht levensgedrag moet de gemeente onderbouwen in welk opzicht de organisator van slecht levensgedrag is. Hierbij heeft de gemeente beleidsruimte. Dit betekent dat de gemeente vrijheid heeft om te bepalen op welke manier de bevoegdheid wordt ingezet. De gemeente krijgt de ruimte om te onderbouwen wat onder slecht levensgedrag moet worden verstaan.

De gemeente kan een evenementenvergunning ook weigeren, intrekken of wijzigen wanneer:

  • Een vergunning in strijd is met het bestemmingsplan (of omgevingsplan onder de Omgevingswet);

  • Dit noodzakelijk is voor de openbare orde, veiligheid of de bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving van het evenement;

  • De verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen niet kan worden gewaarborgd;

  • De zedelijkheid en gezondheid van bezoekers niet kan worden gewaarborgd;

  • Het niet wenselijk is dat de activiteiten worden verricht of doorgezet in verband met een gebeurtenis van nationale omvang met een dusdanig effect op de gemeenschap;

  • Het evenement een onevenredig beroep op de beschikbare hulpdiensten doet;

  • Tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen;

  • De inhoud of uitstraling van het evenement niet past in deze besluitvormingsregels.

Ook deze gronden volgen uit de APV.

4.3 Veiligheid

De organisator is in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid van alle aanwezigen. Dit geldt voor alle soorten evenementen. Verschillende soorten evenementen, brengen verschillende risico’s met zich mee. Veiligheidsrisico’s en calamiteiten moeten in kaart worden gebracht zodat deze zoveel mogelijk worden voorkomen. Een evenement moet daarom voldoen aan de relevante veiligheidsregels.

4.3.1 Veiligheidsplan

Om de veiligheidsrisico’s en mogelijke calamiteiten bij een evenement in beeld te brengen is het opstellen van een veiligheidsplan voor vergunningsplichtige evenementen vereist, zie tabel 2 op pagina 20. De verplichting om een veiligheidsplan op te stellen, volgt uit de APV.

Het veiligheidsplan is een instrument voor de organisator om te laten zien dat hij zich bewust is van de risico’s en dat hij weet hoe hij met risico’s omgaat. Met het plan wordt inzicht gegeven in de primaire verantwoordelijkheid van de organisator om de veiligheid op het evenement te waarborgen. Het veiligheidsplan bundelt alle relevante informatie over de veiligheid van het evenement. Deze informatie stelt de gemeente in staat om de veiligheid van een evenement te beoordelen en waar nodig voorwaarden te stellen.

Het Model-Draaiboek veiligheid voor evenementen is bedoeld om de organisator te ondersteunen bij het opstellen van het veiligheidsplan. Het Model-Draaiboek veiligheid voor evenementen vindt u in bijlage 3. Wanneer blijkt dat veiligheid tijdens een evenement niet kan worden gegarandeerd, kan de gemeente besluiten om de vergunning te weigeren, in te trekken of te wijzigen.

4.3.2 Beveiliging

De organisator is zelf verantwoordelijk voor een veilig, ordelijk en rustig verloop van een evenement. Tijdens sommige evenementen is het noodzakelijk dat beveiligers worden ingezet. Dat is afhankelijk van het aantal bezoekers bij een evenement. De organisator zet waar nodig gekwalificeerd personeel en/of gecertificeerde beveiligingsmedewerkers en verkeersregelaars in. De organisator moet gebruik maken van een gecertificeerd beveiligingsbedrijf.

In Midden-Delfland wordt het uitgangspunt gehanteerd dat er één gecertificeerde beveiliger aanwezig moet zijn bij 200 bezoekers, met een minimum van twee. Dat betekent dat er tot 400 bezoekers minimaal twee beveiligers aanwezig zijn. Vanaf 400 bezoekers komt er telkens één beveiliger bij per 200 bezoekers.

Gelet op de aard van het evenement en de behandelscan kunnen meer of minder beveiligers noodzakelijk worden geacht.

4.3.3 Vervoer en verkeer

Het beheersen van de verkeersstromen is niet alleen van groot belang voor de veiligheid en het slagen van het evenement, het is minstens zo belangrijk ter beperking van verkeershinder en parkeeroverlast voor bewoners. Daarnaast moet een goede beheersing van de verkeersstromen bij evenementen worden gerealiseerd, zodat hulpdiensten altijd en overal ter plaatse kunnen zijn/komen.

Om een evenement daadwerkelijk veilig te kunnen laten plaatsvinden, kan het noodzakelijk zijn dat een deel van de openbare weg en/of een terrein moet worden afgesloten van doorgaand verkeer en vrij moet worden gehouden van geparkeerde voertuigen. De organisator geeft bij de aanvraag aan welke verkeersmaatregelen (weg- en terreinafzetting) ten behoeve van het evenement wenselijk zijn. De gemeente beoordeelt welke verkeersmaatregelen mogelijk zijn.

Wanneer blijkt dat de verkeersveiligheid niet kan worden gewaarborgd, kan een vergunning worden geweigerd, gewijzigd of ingetrokken.

4.3.4 Overnachten tijdens evenementen

De organisator moet de gemeente informeren in het geval er wordt overnacht tijdens een evenement. Dit vermeldt de organisator bij zijn aanvraag of in de melding. De aanvraag wordt vervolgens door Brandweer Haaglanden getoetst op brand- en vluchtveiligheid en door de GHOR/GGD op de genees- en gezondheidskundige aspecten.

Het kan zo zijn dat tijdens een evenement wordt overnacht in een niet-slaapgebouw, bijvoorbeeld in een sportkantine of school. In zo’n geval moet altijd een melding worden gedaan bij de gemeente in het kader van veiligheid.

afbeelding binnen de regeling

Omdat niet alle gebouwen voor wat betreft brandveiligheid geschikt zijn voor overnachting kan het noodzakelijk zijn om hiervoor een ontheffing bij de gemeente aan te vragen. Voor de indieningsvereisten en andere voorwaarden kunt u kijken in de Praktijkrichtlijn Slapen in bouwwerken zonder slaapfunctie van de veiligheidsregio Haaglanden.

4.3.5 Lachgas

Lachgas wordt steeds vaker gebruikt op feesten en evenementen. De verkoop en het gebruik van lachgas bij evenementen vormt een risico voor de openbare orde en veiligheid. De gemeente wil de verkoop tegengaan en sluit zich aan bij landelijke verboden. Ook heeft de gemeente op in de APV een lachgasverbod voor alle wegen, weggedeelten en andere openbare plaatsen in de gehele gemeente Midden-Delfland opgenomen.

Om bovengenoemde redenen is het gebruik en de verkoop van lachgas niet toegestaan tijdens evenementen en op of rondom het evenemententerrein. Indien nodig kan de gemeente extra voorschriften opnemen in de evenementenvergunning om het gebruik en de verkoop van lachgas tegen te gaan.

4.4 Gezondheid & toegankelijkheid

4.4.1 Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio

De Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) adviseert de gemeente over de genees- en gezondheidskundige risico’s van evenementen. Ook adviseert de GHOR over de benodigde maatrelen om evenementen vanuit gezondheidsperspectief goed te laten verlopen.

De GHOR adviseert onder andere over tijdelijke drinkwatervoorzieningen, afvalverwijdering, lozingen van afvalwater, douches, EHBO-voorzieningen. De GHOR beoordeelt of er specifieke genees- en/of gezondheidskundige risico’s zijn bij een evenement die de reguliere zorgcontinuïteit in gevaar kunnen brengen. De GHOR verstrekt algemene richtlijnen met maatregelen die organisatoren kunnen nemen. Bij aandacht en risico evenementen wordt een maatwerkadvies gegeven door de GHOR.

Als tijdens een evenement activiteiten worden georganiseerd met dieren, spel- en zwemgelegenheden, of er is sprake van overnachting op het evenemententerrein, dan kan de GHOR advies inwinnen bij de GGD.

De GHOR adviseert in het kader van preventie van gehoorschade dat bij evenementen waarbij sprake is van versterkt geluid of ander hard geluid dat gehoorbeschermingsmiddelen verkrijgbaar zijn. Dat dit ook zichtbaar is en dat bezoekers zoveel mogelijk vooraf geïnformeerd worden over het belang van gehoorbeschermingsmiddelen. Het advies van de GHOR maakt onderdeel uit van de vergunning.

De gemeente Midden-Delfland verstrekt aan evenementenorganisaties informatiesheets over verschillende gezondheidsaspecten bij evenementen.

4.4.2 EHBO

De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor de geneeskundige inzet tijdens het evenement. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement wordt de hoeveelheid EHBO’ers bepaald.

Voor het aantal aanwezige EHBO’ers is het uitgangspunt één op 1.000 bezoekers met een minimum van twee EHBO’ers.

4.4.3 Drank- en voedselverstrekking

Alle eet- en drinkwaren die tijdens een evenement worden aangeboden moeten voldoen aan de voorschriften van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA controleert op het evenement of professionele en particuliere verkopers zich houden aan de hygiëneregels bij het aanbieden van eet- en drinkwaren. Bij een overtreding van de voorschriften kan de NVWA handhavend optreden.

4.4.4 Toegankelijkheid mindervaliden

Het uitgangspunt is dat elk evenement voor iedereen bereikbaar is en dat iedereen op een gelijkwaardige wijze kan deelnemen. Dit geldt dus ook voor personen die mindervalide zijn. Een organisator moet de volgende vragen in acht nemen:

  • Zijn alle onderdelen van het evenement bereikbaar met een rolstoel?

  • Zijn de looproutes op het evenement voldoende breed (niet smaller dan 90 centimeter)?

  • Zijn de drempels in de looproutes niet te hoog?

  • Zijn hellingen en opritten voldoende flauw?

  • Zijn tijdelijke bouwwerken tijdens het evenement toegankelijk voor rolstoelgebruikers?

  • Is er een rolstoeltoegankelijk toilet beschikbaar?

  • Is er rekening gehouden met andere beperkingen dan rolstoelgebruikers?

  • Indien van toepassing: hebben rolstoelgebruikers vanaf de bezoekersplaatsen die voor hen bestem zijn goed zicht op het evenement?

4.5 Omgeving

4.5.2 Eindtijden

De eindtijd is het tijdstip waarop het evenement moet zijn beëindigd. In een evenementenvergunning kunnen voorschriften of beperkingen worden opgelegd over de plaats en het tijdstip van het evenement. Ook kan de gemeente bepalen wanneer het draaien van muziek of de verstrekking van voedsel- en drinkwaren moet zijn beëindigd.

Voor evenementen die in horecagelegenheden worden georganiseerd gelden de eindtijden (sluitingstijden) op grond van de exploitatievergunning. In gebouwen, niet zijnde horecagelegenheden, geldt de maximale eindtijd zoals opgenomen in de evenementenvergunning.

4.5.3 Communicatie met de omgeving

Een goede en duidelijke communicatie over elk evenement is belangrijk. De organisator van het evenement informeert bewoners en bedrijven, die wonen of gevestigd zijn in de (zij)straten direct grenzend aan het evenemententerrein, minimaal twee weken van tevoren over eventuele consequenties en mogelijke (geluid-)hinder die zij kunnen ondervinden door het evenement.

Denk aan de omgeving en informeer de buurt op tijd. Dit geldt voor meldings- en vergunningsplichtige evenementen.

4.5.4 Geluid

De invloed van geluid op de omgeving van een evenement wordt op verschillende momenten en situaties anders ervaren. Geluidhinder is vaak subjectief, daarom wordt geluid per situatie verschillend beoordeeld. Indicatoren daarbij zijn tijdstip, duur, locatie en samenloop met andere evenementen. Door het opnemen van vergunningsvoorschriften, waaronder een eindtijd en maximaal toegestane decibels naar soort, wordt geluidhinder voor de omgeving zoveel mogelijk voorkomen, dan wel beperkt.

Een goede en duidelijke communicatie over elk evenement is belangrijk. Om deze reden kan de gemeente Midden-Delfland als vergunningsvoorschrift opnemen dat de organisator de omwonenden informeert over mogelijke geluidhinder van het evenement.

Ontheffing versterkte muziek

Voor ieder evenement in de openbare ruimte waarbij geluidversterkende apparatuur wordt gebruikt, is een ontheffing nodig op grond van de APV. Voor evenementen in een inrichting (in de zin van de Wet milieubeheer) gelden de normeringen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dat betekent dat een aanvraag voor een evenement in een inrichting moet voldoen aan de geluidsnormen die volgen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden de geluidsnormen uit (het tijdelijke deel van) het omgevingsplan.

Standaard geluidnormering

Het gemiddeld geluidsniveau Laeq (1 minuut) mag op twee meter van de gevel van de dichtstbij gelegen geluidgevoelig object en op twee meter boven het maaiveld niet meer bedragen dan 70dB(A).

Gemeente Midden-Delfland sluit aan bij de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Op grond van de APV heeft de gemeente de bevoegdheid om af te wijken van de bepalingen in het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Organisatoren kunnen verzoeken om af te wijken van de standaard geluidsnormering. Voor deze afwijking is een geluidrapport noodzakelijk wat door externe geluidadviseurs wordt beoordeeld.

Evenementen waarvoor een melding volstaat, vormen nagenoeg geen belasting voor de omgeving. Hierbij hoort een beperkte geluidproductie door uitsluitend achtergrondmuziek ten gehore te brengen. Hiervoor geldt een andere, lagere norm dan voor de vergunningsplichtige evenementen, die een grotere belasting voor de omgeving vormen. Voor meldingsplichtige evenementen wordt een geluidbelasting van maximaal 55 dB(A) op de gevel van woningen van derden en andere gevoelige gebouwen gehanteerd.

4.5.5 Afval

De organisatie is zelf verantwoordelijk voor fatsoenlijk gebruik van de openbare ruimte. In de evenementenvergunning wordt opgenomen dat de organisator het evenemententerrein schoon oplevert. Ook kan worden opgenomen dat de organisator voldoende afvalbakken plaatst om zwerfvuil te voorkomen. Daarnaast is het gebruik van glas verboden en is het gebruik van splintervrij plastic glaswerk verplicht.

Het uitgangspunt is dat het in gebruik genomen terrein na een evenement, naast dat dit schoon wordt achtergelaten, ook in de oorspronkelijke staat wordt achtergelaten. Het in gebruik genomen terrein dient onmiddellijk na afloop van het evenement te worden schoongemaakt. Tijdens de naschouw wordt beoordeeld of het terrein schoon is achtergelaten. Wanneer de organisator het evenemententerrein niet schoon achterlaat en afval niet op de correcte manier verwijdert, zal de gemeente het evenemententerrein zelf schoonmaken en de kosten op de organisator verhalen.

Ontstane schade aan de openbare ruimte (bijvoorbeeld het wegdek, de natuur of straatmeubilair) moet door de organisatie worden hersteld. Gebeurt dit laatste niet, dan zal de gemeente het herstel laten uitvoeren en de kosten doorberekenen aan de organisatie. Ook deze beoordeling vindt plaats tijdens de naschouw.

4.5.6 Maximale bezoekersaantallen

Het maximale gelijktijdig aantal bezoekers is afhankelijk van de inrichting van het evenement in relatie tot het terrein en de omgeving. Bij het bepalen van het maximaal aantal bezoekers worden in ieder geval de volgende omgevingsfactoren betrokken:

  • Omvang en ligging van de locatie;

  • Ligging tot woningen;

  • De uitstraling en het karakter van de locatie;

  • De bereikbaarheid;

  • De vluchtroutes.

4.6 De evenementenlocatie

Een evenement heeft invloed op het woon- en leefklimaat van de (direct) omwonenden. De gemeente Midden-Delfland heeft de ambitie om een leefbare gemeente te zijn voor al haar inwoners. Een evenementenvergunning kan daarom afhankelijk zijn van in deze paragraaf genoemde ruimtelijke regels.

4.6.1 Bestemmingsplan

Evenementen zijn van invloed op de ruimtelijke kwaliteit. Een klein evenement zal nauwelijks invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit, maar een meerdaags evenementen heeft een grotere impact.

Een vergunningaanvraag wordt altijd getoetst aan de regels die zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Bij deze beoordeling wordt gekeken of het bestemmingsplan ruimte biedt voor het organiseren van een evenement. Wanneer een evenement in strijd is met het bestemmingsplan kan een evenementenvergunning worden geweigerd volgens de APV.

4.6.2 Omgevingswet

De Omgevingswet gaat over evenredige toedeling van functies aan locaties. Dit betekent dat evenementenlocaties kunnen worden aangewezen in het Omgevingsplan. In het omgevingsplan worden regels opgenomen over de mogelijke impact van een evenement op de fysieke leefomgeving. Het is mogelijk om in het omgevingsplan regels op te nemen over de mogelijke impact van evenementen op de fysieke leefomgeving. In die regels kan de gemeente een meldings- of vergunningsplicht opnemen. Als dat het geval is, moet de organisator die melding doen of heeft mogelijk nog een vergunning nodig voor het houden van een evenement op grond van het omgevingsplan.

4.6.3 Evenementenlocaties

In Midden-Delfland zijn de volgende locaties de meest geschikte evenementenlocaties. Deze opsomming is niet limitatief. De gemeente kan de geschikte locatie relatief eenvoudig beoordelen op geschiktheid, omdat hier vaker evenementen plaatsvinden en deze locaties bekend zijn bij de gemeente Midden-Delfland.

Naast deze locaties kunnen organisatoren ook evenementenlocaties aandragen. Aangedragen locaties worden beoordeeld op hun geschiktheid voor het gewenste evenement. Omdat deze locaties niet bekend zijn bij de gemeente Midden-Delfland vindt een uitgebreide beoordeling plaats op geschiktheid, bereikbaarheid voor hulpdiensten, veiligheid etc. Een dergelijke beoordeling moet zorgvuldig gebeuren en kost daarom tijd. De organisator dient daar rekening mee te houden bij de aanvraagprocedure.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4: Evenementenlocaties

  • 1.

    Koningin Julianaplein – Den Hoorn

Het plein ligt in de dorpskern en word gebruikt voor het vieren van het Dios-Lentefeest en onder andere Koningsdag.

  • 2.

    Parkeerterrein sportpark – Den Hoorn

Het sportpark ligt buiten de dorpskern. Bij het sportpark hoort een parkeerterrein dat aan de Zuidhoornseweg ligt.

  • 3.

    Sportpark De Commandeur Doelstraat – Maasland

Het parkeerterrein nabij voetbalvereniging M.V.V. ’27 is geschikt als evenementenlocatie. Ligt aan de Doelstraat.

  • 4.

    Pynasplein – Maasland

Het plein ligt in de dorpskern en word gebruikt voor het vieren van onder andere Koningsdag.

  • 5.

    Burgemeester Musquetiersingel – Schipluiden

Het parkeerterrein aan de Burgemeester Musquetiersingel is geschikt als evenementenlocatie.

Het terrein is gelegen bij de rooms-katholieke kerk en de St. Jozefschool.

  • 6.

    Tiendweg – Schipluiden

De grote parkeerplaats nabij het gemeentehuis is geschikt als evenementenlocatie.

  • 7.

    IJsbaan aan de Koningin Julianaweg – Maasland

Het terrein ligt buiten de dorpskern en is geschikt als evenementenlocatie.

  • 8.

    IJsbaan Zouteveenseweg – Schipluiden

Het terrein ligt buiten de dorpskern en is geschikt als evenementenlocatie.

5. Toezicht en handhaving

5.1 Uitgangspunten toezicht en handhaving

De gemeente kan besluiten om over te gaan tot handhaving als een (mogelijke) overtreding wordt geconstateerd. Een overtreding kan voorafgaand aan of tijdens een evenement plaatsvinden. Dit hoofdstuk geeft een indicatie van de mogelijke bestuurlijke sancties die de gemeente kan opleggen bij een (vermoedelijke) overtreding van de evenementenvergunning.

Dit hoofdstuk ziet enkel op bestuurlijke sancties die kunnen worden opgelegd als een overtreding van de evenementenvergunning wordt geconstateerd. Tijdens of voorafgaand aan een evenement kan ook een overtreding worden geconstateerd van overige wet- en regelgeving, bijvoorbeeld de wetgeving uit hoofdstuk vier. Een dergelijke overtreding kent wellicht een eigen handhavingsstrategie.

De handhavingsstrategie die uiteindelijk wordt gevolgd, is afhankelijk van de context en omstandigheden in een specifieke situatie. De gemeente bepaalt welke bestuurlijke maatregel passend is bij de aard en ernst van de overtreding.

Rol organisator

De gemeente kiest ervoor om primair het vertrouwen bij de organisator te leggen en gaat ervan uit dat alle vergunningsvoorschriften worden nageleefd. Dit betekent dat de organisatie van het evenement in eerste instantie verantwoordelijk is voor de naleving van de evenementenvergunning en de daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften. Dit geldt ook voor eventuele schade op of aan het terrein en achtergebleven afval op of in de directe omgeving van het terrein.

Rol gemeente

De rol van de organisatie doet niks af aan de verplichting van de gemeente om toezicht te houden en indien nodig handhavend op te treden. Volgens de wet ligt de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid bij de gemeente. Kaders voor inzet op toezicht en handhaving voorafgaand of tijdens evenementen liggen op het vlak van veiligheid, de bescherming van het leefklimaat, het waarborgen van verkeersveiligheid, de volksgezondheid, de zedelijkheid en naleefgedrag. Wanneer die kaders worden overtreden of wanneer dat dreigt te gebeuren, wordt ingegrepen en/of bijgestuurd.

5.2 Bestuurlijke sancties

Tijdens evenementen kunnen verschillende instanties controles uitoefenen op de naleving van wettelijke voorschriften. Bijvoorbeeld de gemeente, de politie, de brandweer of omgevingsdienst Haaglanden (ODH). Afhankelijk van het voorschrift dat wordt overtreden, kan worden ingegrepen. In deze paragraaf wordt uiteengezet welke bestuurlijke sanctie een organisator kan verwachten indien een overtreding wordt geconstateerd.

5.2.1 Bestuurlijke waarschuwing

Bij het niet nakomen van vergunningsvoorschriften, bepalingen uit de APV, de besluitvormingsregels voor evenementen of andere afspraken die zijn gemaakt, kan de gemeente besluiten om een bestuurlijke waarschuwing te geven. Dit gebeurt als er geen acuut risico is voor de openbare orde en veiligheid. In een bestuurlijke waarschuwing kan staan dat de gemeente bij een volgende overtreding overgaat tot een bestuurlijke maatregel. Een bestuurlijke waarschuwing is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat er tegen een bestuurlijke waarschuwing geen bezwaar en beroep openstaan.

5.2.2 Last onder dwangsom

De gemeente kan een last onder dwangsom opleggen om een overtreding van een evenementenvergunning of een daaraan verbonden voorwaarde of voorschrift te beëindigen. Een last onder dwangsom kan ineens worden opgelegd of per tijdseenheid. Als de overtreder niet tijdig en volledig gevolg geeft aan de last, verbeurt de gemeente automatisch een dwangsom.

5.2.3 Last onder bestuursdwang

Wanneer het ongedaan maken van de overtreding een spoedeisend belang heeft, wordt eerder gebruik gemaakt van een last onder bestuursdwang.

Als de organisator een last onder bestuursdwang wordt opgelegd, krijgt de organisator de kans om de overtreding te herstellen. Wanneer de organisator de overtreding niet beëindigd, wordt de overtreding door of namens de gemeente beëindigd. De eventuele kosten kunnen op de organisator worden verhaald.

5.2.4 Preventieve bestuurlijke sancties

Wanneer een overtreding dreigt te gebeuren, kan de gemeente preventief een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang opleggen. Ook kan de gemeente een preventieve sanctie opleggen als wordt verondersteld dat de organisator bij een (volgend) evenement opnieuw in overtreding zal gaan.

5.3 Overtreding vergunningsvoorschrift

Een overtreding van een vergunningsvoorschrift kan voorafgaand of tijdens een evenement plaatsvinden. De gemeente zal een bestuurlijke waarschuwing of sanctie nemen wanneer de organisator een vergunningsvoorschrift overtreedt. Welke bestuurlijke waarschuwing of sanctie de gemeente neemt is afhankelijk van de overtreding.

Bij het herhaaldelijk overtreden van vergunningsvoorschriften wordt negatief besloten op een eventuele nieuwe aanvraag door de desbetreffende organisator.

5.4 Illegale evenementen

Wanneer een organisator een evenement organiseert zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd, zal dit evenement hoogstwaarschijnlijk niet doorgaan. De gemeente legt, afhankelijk van de omstandigheden, een (preventieve) bestuurlijke sanctie op.

Ondertekening

Bijlage 1 – Verklarende woordenlijst

1.1 Organisator

De organisator van een evenement is de hoofdverantwoordelijke voor dat evenement. Dit is een particulier (natuurlijk persoon) of een bedrijf (rechtspersoon) die fungeert als aanspreekpunt voor de gemeente. De reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de organisator wordt omschreven in paragraaf 2.3.

1.2 Vergunninghouder

De particulier (natuurlijk persoon) of het bedrijf (rechtspersoon) aan wie door de burgemeester een vergunning voor het houden van een evenement is verleend.

1.3 Charitatieve doelstelling

Evenementen waarvan de doelstelling fondsenwerving voor een charitatief doel is kunnen worden vrijgesteld van Legesheffing.

Een fondsenwervende organisatie in een dergelijk geval is een non-profitorganisatie (stichting of vereniging) die private middelen/fondsen verwerft om een doelstelling te verwezenlijken die ten goede komt aan het algemeen belang, de algemene lokale belangen in Midden-Delfland en/of algemene maatschappelijke belangen.

1.4 Behandelscan, behandelclassificatie en behandelaanpak

Behandelscan is een document dat de gemeente invult om inzicht te krijgen in het activiteitenprofiel, publieksprofiel, ruimtelijk profiel, organisatieprofiel, de risico-inschatting en de behandelaanpak van het evenement.

Uit de behandelscan volgt de behandelclassificatie van het evenement. De behandelclassificatie is een overkoepelende term voor de drie verschillende soorten vergunningsplichtige evenementen, namelijk:

  • -

    Een regulier evenement (A-evenement);

  • -

    Een aandacht evenement (B-evenement);

  • -

    Een risico evenement (C-evenement).

Op basis van de behandelclassificatie (het soort evenement) wordt gekeken welke behandelaanpak is vereist. De behandelaanpak gaat uit van twee vormen, namelijk de reguliere aanpak (bij reguliere of aandacht evenementen) of de risico aanpak (bij aandacht of risico evenementen).

Bij de reguliere aanpak kan de gemeente (indien nodig) advies vragen bij de adviespartners. Bij de risico aanpak bepaalt de gemeente samen met hulpverleningsdiensten en ketenpartners het adviestraject. Deze procedure volgt uit de Regionale handreiking evenementenveiligheid van de veiligheidsregio Haaglanden.

1.5 exploitatievergunning

Een exploitatievergunning is een vergunning van de gemeente waarmee de vergunninghouder toestemming krijgt om (binnen bepaalde voorschriften) een horecazaak te runnen.

Bijlage 2 – Relevante bepalingen uit wet- en regelgeving

Gemeentewet

[…]

Artikel 160

Het college is in ieder geval bevoegd:

[…]

  • h.

    jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

[…]

Artikel 172

  • 1.

    De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde.

  • 2.

    De burgemeester is bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. Hij bedient zich daarbij van de onder zijn gezag staande politie.

  • 3.

    De burgemeester is bevoegd bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde.

[…]

Alcoholwet

[…]

Artikel 35

  • 1.

    De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:

    • a.

      de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;

    • b.

      niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 2.

    De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.

  • 3.

    Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 4.

    Ten aanzien van een ontheffing is artikel 31, eerste lid, onder a en c, van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De ontheffing, of een afschrift daarvan, is ter plaatse aanwezig.

  • 6.

    Een burgemeester kan naar aanleiding van een aanvraag voor ontheffingen als bedoeld in dit artikel, voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon.

[…]

Zondagswet

[…]

Artikel 4

  • 1.

    Het is verboden op Zondag voor 13 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij plaatselijke verordening voor de tijd na 13 uur voor door hem aan te wijzen openbare vermakelijkheden eenzelfde verbod vaststellen als in het eerste lid vervat.

  • 3.

    De burgemeester is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde bij het eerste en krachtens het tweede lid; de gemeenteraad kan terzake regels stellen.

  • 4.

    Ten aanzien van openbare vermakelijkheden, waarvan redelijkerwijze geen beletselen voor de viering van de Zondag en geen verstoring van de openbare rust op de Zondag zijn te duchten, wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald, dat zij niet als openbare vermakelijkheden in de zin van deze wet zullen worden beschouwd.

[…]

Wet milieubeheer

[…]

Artikel 1.1

elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;

[…]

Algemene plaatselijke verordening Midden-Delfland 2022

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1.

    Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

[…]

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

    • c.

      de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

    • e.

      de houder dit verzoekt.

  • 2.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

[…]

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

[…]

Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

[…]

Artikel 2:9 Vertoningen op openbare plaatsen

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op door de burgemeester in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu aangewezen openbare plaatsen.

  • 2.

    De burgemeester kan het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren.

  • 3.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod.

[…]

Afdeling 3. Evenementen

Artikel 2:24 Definities

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoop- en theatervoorstellingen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      activiteiten als bedoeld in de artikelen 2:9 en 2:39;

    • g.

      sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      een straatfeest, buurtbarbecue of een officiële (her)openingshandeling (klein evenement);

    • f.

      het opstijgen en landen van een luchtvaartuig ten behoeve van (een verrichting van) vermaak;

    • g.

      een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.

  • 3.

    Onder een 0-evenement wordt verstaan: een klein eendaags evenement zoals een straatfeest, buurtbarbecue of een daarmee gelijk te stellen activiteit.

  • 4.

    Aan de hand van de aanvraag wordt een behandelscan uitgevoerd en het evenement als volgt aangeduid:

    • a.

      Onder A-evenement wordt verstaan: een regulier evenement.

    • b.

      Onder B-evenement wordt verstaan: een aandacht evenement.

    • c.

      Onder C-evenement wordt verstaan: een risico evenement.

  • 5.

    Onder evenemententerrein wordt verstaan de ruimte die in de evenementenvergunning is aangegeven om de activiteiten te laten plaatsvinden en het publiek in staat te stellen daar naar te kijken of er aan deel te nemen.

Artikel 2.25 A-, B-, of C-evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een A-, B- of C evenement te organiseren.

  • 2.

    Bij de indiening van een vergunningaanvraag worden de gegevens bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8, tweede lid, kan de burgemeester de vergunning voor een categorie A-, B- of C-evenement, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien:

    • a.

      de vergunning voor een A-evenement niet ten minste 8 weken voor aanvang van het evenement compleet is aangeleverd;

    • b.

      de vergunning voor een B- of C-evenement niet ten minste 12 weken voor aanvang van het evenement compleet is aangeleverd.

  • 4.

    De burgemeester weigert de vergunning voor een B- of C-evenement indien de organisator:

    • a.

      onder curatele staat,

    • b.

      in enig opzicht van slecht levensgedrag is, of

    • c.

      de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt.

  • 5.

    Onverminderd de artikelen 1.6 en 1.8 van de APV kan de burgemeester de evenementenvergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd intrekken of wijzigen indien naar zijn oordeel:

    • a.

      dit in strijd is met het bestemmingsplan;

    • b.

      dit noodzakelijk is voor de openbare orde en veiligheid of de bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving van het evenement;

    • c.

      de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen niet kan worden gewaarborgd;

    • d.

      de zedelijkheid of gezondheid van bezoekers niet kan worden gewaarborgd;

    • e.

      het gelet op een gebeurtenis van nationale omvang op de dag van het evenement of daags voor het evenement met een dusdanig effect op het gemeenschapsleven niet wenselijk is dat de activiteiten worden verricht of voortgezet;

    • f.

      de ter handhaving van de openbare orde en veiligheid noodzakelijke politie- en betreffende hulpverleningscapaciteit een onevenredig beroep op de beschikbare bezetting doet;

    • g.

      tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen; of

    • h.

      de inhoud of uitstraling van het evenement niet past in de evenementennota, .

  • 6.

    De burgemeester kan aan de vergunning voorschriften of beperkingen verbinden ter regulering van het evenement, die onder meer betrekking kunnen hebben op:

    • a.

      de plaats en het tijdstip van het evenement;

    • b.

      de benodigde technische voorzieningen;

    • c.

      de inrichting van het evenemententerrein;

    • d.

      het activiteitenprogramma;

    • e.

      een veiligheidsplan, waaronder het aantal beveiligers;

    • f.

      het verkeersplan.

  • 7.

    De aanvraag om een evenementenvergunning bevat ten minste:

    • a.

      de plaats waar het evenement wordt gehouden;

    • b.

      de datum en het tijdstip waarop het evenement wordt gehouden;

    • c.

      een opgave van het verwachte aantal deelnemers en toeschouwers;

    • d.

      de inrichting van het evenemententerrein;

    • e.

      het activiteitenprogramma;

    • f.

      de mogelijke risico's voor verstoring van de openbare orde en veiligheid;

    • g.

      het veiligheidsplan, gezondheidsplan, verkeers- en mobiliteitsplan;

    • h.

      Plan van maatregelen die de organisator zelf zal nemen om wanordelijkheden zoveel mogelijk te voorkomen.

    • i.

      Risico verhogende feiten of omstandigheden die na de aanvraag naar voren komen, dienen door de organisator onverwijld aan de burgemeester te worden gemeld.

    • j.

      Dit artikel is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

    • k.

      Op de aanvraag om een vergunning bedoeld in het eerste lid, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing .

Artikel 2.25a 0-evenement (klein evenement)

  • 1.

    In afwijking van artikel 2.25, eerste lid, is geen vergunning vereist en kan worden volstaan met een melding indien:

    • a.

      het evenement niet langer dan één dag duurt;

    • b.

      het aantal gelijktijdige aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

    • c.

      de activiteiten plaatsvinden in de open lucht;

    • d.

      de activiteiten plaatsvinden op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag tussen 07:00 en 22:00 uur, op vrijdag en zaterdag tussen 07:00 en 24:00 uur of op zondag tussen 13:00 en 22:00 uur;

    • e.

      de activiteiten niet zodanig een belemmering vormen dat het verkeer en de hulpdiensten niet in de directe omliggende straten kunnen worden opgevangen;

    • f.

      geen (live) muziek ten gehore wordt gebracht voor 09.00 uur of na 22.00 uur;

    • g.

      er geen professioneel podium/podia worden geplaatst;

    • h.

      er geen gebruik wordt gemaakt van professionele geluidsapparatuur;

    • i.

      geen vuurwerk wordt afgestoken;

    • j.

      slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van 35 m2 per object;

    • k.

      geen inzet van hulpdiensten wordt verwacht;

    • l.

      er een organisator is;

    • m.

      de organisator ten minste vijftien werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester; en

    • n.

      indien binnen één week na ontvangst van het formulier geen tegenbericht is verzonden kan het evenement zoals gemeld plaatsvinden.

  • 2.

    De burgemeester kan binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

Artikel 2.25b Indieningstermijn

  • 1.

    De melding van een klein evenement dient uiterlijk 2 weken voor aanvang evenement ingediend te zijn.

  • 2.

    De aanvraag voor een A- evenement dient uiterlijk 16 weken voor aanvang evenement volledig ingediend te zijn.

  • 3.

    De aanvraag voor B en C evenementen dient uiterlijk 20 weken voor aanvang evenement volledig ingediend te zijn.

Artikel 2:26 Ordeverstoring

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden:

    • a.

      deel te nemen aan een evenement waarvoor geen vergunning is verleend;

    • b.

      als publiek aanwezig te zijn bij een evenement waarvoor geen vergunning is verleend;

    • c.

      een evenement, waarvoor geen vergunning is verleend, te faciliteren.

  • 3.

    De in het vierde lid genoemde verboden gelden niet tijdens een klein evenement, tenzij dit klein evenement op grond van artikel 2:25 lid 4 door de burgemeester is verboden.

[…]

Artikel 2:39 Speelgelegenheden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet op de kansspelen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:

    • a.

      naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; of

    • b.

      de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

  • 4.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

[…]

Artikel 2:48a Lachgasverbod

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen. gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

[…]

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1.

    De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 3.

    In een aanwijzing krachtens het eerste of tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in één of meer delen van de gemeente.

  • 4.

    Het college maakt de aanwijzing ten minste vier weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend.

  • 5.

    Als een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, kan het college een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

  • 6.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 45 dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 7.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zesde lid, is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.

  • 8.

    Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, uiterlijk om 01:00 uur beëindigd.

Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan op maximaal 4 dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 dagen of dagdelen per kalenderjaar in verband met de viering van incidentele festiviteiten de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van de melding.

  • 4.

    De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 5.

    De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 6.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 45 dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 7.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zesde lid, is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.

  • 8.

    Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, uiterlijk om 01:00 uur beëindigd. Uitzondering hierop is de nacht van 31 december naar 1 januari; dan wordt dit uiterlijk om 04:00 uur beëindigd.

  • 9.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zesde lid, geldt voor de gehele inrichting.

  • 10.

    Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

[…]

Artikel 4:5 Onversterkte muziek

  • 1.

    Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder f, en vijfde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer binnen inrichtingen is de in het tweede lid opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:

    • a.

      de in de tabel aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden als de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

    • b.

      de in de tabel aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

    • c.

      de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

    • d.

      bij het bepalen van de geluidsniveaus als vermeld in de tabel geen bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast.

  • 2.

    Tabel

     

    07.00-19.00 uur

    19.00-23.00 uur

    23.00-07.00 uur

    LAr.LT op de gevel van gevoelige gebouwen

    50 dB(A)

    45 dB(A)

    40 dB(A)

    LAr.LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

    35 dB(A)

    30 dB(A)

    25 dB(A)

    LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

    70 dB(A)

    65 dB(A)

    60 dB(A)

    LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

    55 dB(A)

    50 dB(A)

    45 dB(A)

  • 3.

    Voor de duur van 12 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid.

  • 4.

    Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

  • 5.

    Het eerste lid is niet van toepassing op collectieve en incidentele festiviteiten als bedoeld in de artikelen 4:2 en 4:3.

[…]

Artikel 4:6 Overige geluidhinder

  • 1.

    Het is verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening

[…]

Artikel 5:22 Definitie

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder snuffelmarkt verstaan een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf standplaatsen.

  • 2.

    Onder snuffelmarkt wordt niet verstaan:

    • a.

      een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g [redactie: moet zijn onder h], van de Gemeentewet;

    • b.

      een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

[…]

Aanwijzingsbesluiten APV Midden-Delfland 2022

Artikel APV 2022

Grondslag aanwijzing

Aanwijzing

Voorwaarden

[…]

[…]

[…]

[…]

Artikel 2:48a

Lachgas verbod

Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

Op grond van artikel 2:48a, lid 1, worden alle wegen en weggedeelten en overige openbare plaatsen in de gehele gemeente Midden-Delfland aangewezen.

Geen.

[…]

[…]

[…]

[…]

Artikel 4 onderdeel c van de Verordening op de heffing en de invordering van leges Midden-Delfland 2023

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

[…]

c.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor evenementen, waarvan de doelstelling fondsenwerving voor een charitatief doel is.

Bijlage 3 – Model-Draaiboek veiligheid voor evenementen

Bijlage 4 – Aanvraagformulier


Noot
1

Deze vereisten geven een indicatie en zijn niet uitputtend.

Noot
2

Deze vereisten geven een indicatie en zijn niet uitputtend.

Noot
3

Deze vereisten geven een indicatie en zijn niet uitputtend.