Verordening op de Rekenkamer Utrechtse Heuvelrug 2024

Geldend van 23-02-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Rekenkamer Utrechtse Heuvelrug 2024

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

Gelet op:

  • Gemeentewet artikelen 81a-81o, hoofdstuk de Rekenkamers

  • Gemeentewet artikelen 182-185a, hoofdstuk De bevoegdheid van de rekenkamer

  • Wetsvoorstel Wet Versterking Decentrale Rekenkamers (afschaffing rekenkamerfunctie)

  • Het advies van de fracties uit de oordeelvorming van 22 januari tot wijziging van artikel 7 van deze verordening

BESLUIT

Vast te stellen de Verordening op de Rekenkamer Utrechtse Heuvelrug 2024

Paragraaf 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet en die ten doel heeft om door middel van onderzoeken een bijdrage te leveren aan de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur;

  • b.

    Doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • d.

    Rechtmatigheid: de mate waarin wordt voldaan aan de wettelijke kaders en regelgeving bij de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten;

  • e.

    Lid: een lid van de rekenkamer dat op basis van deze verordening door de raad is aangewezen

  • f.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamer

Paragraaf 2: De taak, samenstelling en het lidmaatschap van de rekenkamer

Artikel 2 Taak van de rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer

  • 2. De Rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de Rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de gemeentewet.

  • 3. De rekenkamer draagt vanuit een omgevingsbewuste houding bij aan een goed functionerende gemeentelijke organisatie en het verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijk bestuur en beleid. De rekenkamer is hierbij in eerste instantie de kritische, onafhankelijke adviseur van de gemeenteraad en zet ook de gemeentelijke organisatie aan tot nadenken en reflecteren.

    Dit doet de rekenkamer door onderzoek, het stellen van vragen, meedenken en het opperen van alternatieve mogelijkheden van informatie. De rekenkamer richt zich hierbij op de ‘maatschappelijke effecten van het beleid’. De rekenkamer maakt inzichtelijk of en op welke wijze maatschappelijke (beoogde) effecten gerealiseerd worden en of hierbij voldoende responsief door de gemeente gehandeld is. Hiermee maakt de rekenkamer de doeltreffendheid , de doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde beleid en bestuur inzichtelijk.

  • 4. Binnen de regels en verwachtingen van zorgvuldig onderzoek zoekt de rekenkamer naar manieren om bij te dragen aan bestuurlijke kwaliteitsverbetering, ook op politiek gevoelige onderwerpen.

Artikel 3 Samenstelling Rekenkamer

  • 3.1 Permanente leden van de Rekenkamer

    • 1.

      De raad benoemt minimaal drie en maximaal vijf leden in de Rekenkamer.

    • 2.

      De benoeming vindt plaats voor een periode van zes jaar, waarna de mogelijkheid bestaat tot een eenmalige herbenoeming voor eenzelfde periode.

    • 3.

      Naast het gestelde in artikel 81f van de wet zijn niet benoembaar tot lid van de rekenkamer personen die:

      • a.

        de laatste vier jaar deel hebben uitgemaakt van het college van B&W of de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

      • b.

        de laatste vier jaar als ambtenaar werkzaam zijn geweest bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

      • c.

        naar taak of functie verbonden zijn aan een instelling die op enige wijze financieel aan de gemeente is gelieerd.

    • 4.

      De voorzitter van de rekenkamer stelt in overleg met de leden van de rekenkamer een rooster van aftreden vast.

    • 5.

      De raad wijst één van de permanente leden als voorzitter van de Rekenkamer aan.

      De voorzitter draagt zorg voor

      • -

        het doen naleven van de Verordening op de Rekenkamer Utrechtse Heuvelrug 2024 en dit reglement;

      • -

        de aansturing van de ondersteuning van de rekenkamer;

      • -

        het bewaken van de vastgestelde budgettaire kaders bij het aangaan van overeenkomsten met derden ter vervulling van de taken van de rekenkamer en de overige uitgaven;

      • -

        de externe communicatie, zowel naar de raad, de gemeentelijke organisatie en andere instellingen, die onderwerp zijn van onderzoek, en de media.,

      • -

        het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamer,

      • -

        het leiden van de vergaderingen,

      • -

        het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en

      • -

        het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

    • 6.

      De rekenkamer wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan die bij ontstentenis van de voorzitter deze taken waarneemt.

  • 3.2. Inwoners als wisselspelers: de tijdelijk adviseur van de Rekenkamer

    • 1.

      De raad kan per onderzoek een inwoner als wisselspeler van de rekenkamer benoemen.

    • 2.

      De raad zorgt dat de vaste leden van de rekenkamer betrokken zijn bij de voorbereiding van de benoeming van de wisselspeler. De raad kan de rekenkamer om een voordracht vragen.

    • 3.

      De rekenkamer kan ongevraagd een voorstel en een voordracht voor de benoeming van een wisselspeler doen aan de raad.

    • 4.

      Een inwoner wisselspeler als tijdelijk adviseur wordt alleen benoemd voor de duur van een bepaald onderzoek en zijn werkzaamheden beperken zich tot dat onderzoek.

    • 5.

      Een inwoner wisselspeler wordt benoemd op van basis van kennis van het specifieke onderwerp dat onderzocht wordt.

    • 6.

      Een inwoner wisselspeler tijdelijk adviseur krijgt een vergoeding als lid van de rekenkamer conform deze verordening.

    • 7.

      In aanmerking voor benoeming komen inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

    • 8.

      Wisselspelers hebben geen stemrecht in de vergadering van de Rekenkamer alleen adviesrecht.

Artikel 4 Besluitvorming in de Rekenkamer

  • 1. In vergaderingen van de Rekenkamer wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2. Besluiten kunnen slechts worden genomen als een meerderheid van de leden van de Rekenkamer ter vergadering aanwezig zijn.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

In aanvulling op de bepalingen in artikel 81c lid 6 Gemeentewet ontslaat de raad een lid van de rekenkamer tevens:

  • a.

    als een situatie ontstaat als bedoeld in artikel 3.1.3.c. van deze verordening,

  • b.

    indien het lid wordt benoemd als lid van een raadscommissie.

Artikel 6 Verboden handelingen

Bij aantreden overleggen de leden aan de raad een lijst van nevenfuncties. Wijzigingen melden de leden aan de Raad binnen 14 dagen na ingang van de wijziging.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden

  • 1. De leden van de Rekenkamer ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De voorzitter van de Rekenkamer ontvangt een maandelijkse bruto vergoeding voor zijn werkzaamheden van € 242,00.

  • 3. De leden van de Rekenkamer ontvangen een maandelijkse bruto vergoeding voor hun werkzaamheden van € 218,00.

  • 4. Zowel de voorzitter als leden van de rekenkamer zijn gemiddeld 4 uur per week (zowel overdag als in de avond) beschikbaar voor het verrichten van werkzaamheden voor de rekenkamer.

  • 5. De vergoedingen als bedoeld in het tweede en derde lid komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

  • 6. De leden van de rekenkamer ontvangen geen vergoeding van reiskosten voor hun werkzaamheden.

  • 7. De vergoeding van de leden van de rekenkamer voor de uitvoering van de werkzaamheden worden jaarlijks aangepast op basis van de geldende richtlijnen en het bij de programmabegroting gehanteerde indexcijfer voor prijsstijgingen.

Paragraaf 3. De werkwijze van de rekenkamer

Artikel 8 Reglement van orde

Alvorens het in artikel 81i van de Gemeentewet bedoelde reglement van orde voor haar werkzaamheden te wijzigen of vast te stellen voert de Rekenkamer hierover overleg met de Auditcommissie

Artikel 9 Onderzoeksprotocol

De Rekenkamer stelt een onderzoeksprotocol voor werkwijze vast. Zij zendt dit protocol na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad en het college.

Artikel 10 Onderwerpen voor onderzoek en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. De Rekenkamer kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamer rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 3. De Rekenkamer inventariseert bij de formulering van de onderzoeksopzet in elk geval bij volgende gremia naar relevante vraagstukken bij het onderwerp: de gemeenteraad, het college

Artikel 11 Onderzoeksprogramma

  • 1. De Rekenkamer stelt jaarlijks een onderzoeksprogramma op.

  • 2. Per jaar rondt de Rekenkamer in elk geval één onderzoek af.

  • 3. Het onderzoeksprogramma wordt ter kennisname aan de gemeenteraad, het college en gemeentesecretaris aangeboden

  • 4. Het onderzoeksprogramma wordt met de rekenkamer besproken in een vergadering van de auditcommissie

Artikel 12 Criteria voor onderzoeken

  • 1. De onderzoeken van de Rekenkamer dienen aan de volgende criteria te voldoen:

    • a.

      Het onderzoek moet bijdragen aan de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van door het gemeentebestuur gevoerde bestuur;

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang;

    • c.

      Het onderzoek moet door de gemeente te beïnvloeden bestuur of beleid betreffen;

    • d.

      Er moet sprake zijn van een evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • e.

      Er dient aandacht te worden besteed aan de onderzoeksdoelmatigheid;

    • f.

      De onderzoeksresultaten moeten helder communiceerbaar zijn naar de bevolking.

  • 2. Als de raad besluit tot een verzoek om een onderzoek door de Rekenkamer dan beargumenteert de raad het verzoek op basis van deze criteria.

  • De Rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor haar gronden aanvoeren.

  • 3. De rekenkamer biedt de inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug via de gemeentelijke website de mogelijkheid om suggesties voor onderzoek aan te dragen. De rekenkamer doet jaarlijks een actieve oproep aan de fracties binnen de gemeenteraad en aan de inwoners van de gemeente om geschikte onderzoeksonderwerpen aan te dragen.

Artikel 13 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De Rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De Rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De Rekenkamer kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen (artikel 183 en 184 Gemeentewet) doen uitvoeren door de ambtenaren en onderzoeksmedewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan.

  • 4. De Rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar.

  • 5. De Rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamer kenbaar te maken. Deze termijn bedraagt minimaal vier weken, exclusief de weken die door de raad tot het reces worden gerekend.

    Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 6 formuleert de Rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De Rekenkamer stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamer kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de Rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij wordt de bestuurlijke reactie gevoegd.

Artikel 14 Bespreking met en door de raad

  • 1. De raad beslist over de wijze waarop hij zich voorbereid op de bespreking van het in het vorige artikel bedoelde rapport en op de besluitvorming over in het negende lid bedoelde aanbevelingen.

  • 2. De raad kan de rekenkamer en de leden van de rekenkamer oproepen om deel te nemen aan de bespreking van de rapporten en andere werkzaamheden van de rekenkamer.

  • 3. De rekenkamer en het college hebben minimaal eenmaal per jaar een gesprek over de algemene gang van zaken.

Paragraaf 5: De ondersteuning van de Rekenkamer

Artikel 15 Secretariële ondersteuning

  • 1. In overleg met de rekenkamer draagt de griffier er zorg voor dat de rekenkamer wordt bijgestaan door een secretaris. De kosten daarvan dienen te vallen binnen het budget als bedoeld in artikel 17.

  • 2. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 16 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De Rekenkamer is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 18 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de Rekenkamer hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.

  • 3. De Rekenkamer is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel **17 externe deskundigen in te schakelen.

    Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

  • 4. De secretaris en de onderzoeksmedewerkers werken onder verantwoordelijkheid van de rekenkamer.

  • 5. Gedurende de opdrachtperiode mogen het onderzoeksbureau en/of de onderzoeks-medewerkers geen andere activiteiten of opdrachten verrichten voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Ook het proberen te verkrijgen van verdere opdrachten binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug gedurende de opdrachtperiode wordt door de Rekenkamer als onwenselijk gezien.

Artikel 17 Budget

  • 1. De Raad stelt jaarlijks bij de begroting het budget van de Rekenkamer vast. De Rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

    De griffier is budgethouder.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de leden van de Rekenkamer;

    de secretariële ondersteuning van de rekenkamer;

    onderzoeksmedewerkers;

    de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de Rekenkamer zijn ingeschakeld en

    de mogelijke overige uitgaven die de Rekenkamer nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 7, Slotbepalingen

Artikel 18 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamer gemeente Utrechtse Heuvelrug 2024.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 3. Op datzelfde tijdstip vervalt de Verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Utrechtse Heuvelrug 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 februari 2024.

De raad voornoemd,

de plv. griffier,

B.L. Bouwhuis

de voorzitter,

G.F. Naafs