Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR715794
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR715794/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 gemeente Westerwolde
Geldend van 20-02-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 gemeente WesterwoldeDe raad van de gemeente Westerwolde;
op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 november 2023, afdeling Dienstverlening;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2024 GEMEENTE WESTERWOLDE
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
"dag": de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
“week": een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
"maand": het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
"jaar": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
"kalenderjaar": de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document, Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart, of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het afgeven van bewijzen van onvermogen;
- b.
het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen/lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersoldij;
- c.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- d.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- e.
een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van erkende goede doelen met CBF-keur, zoals die jaarlijks wordt gepubliceerd door Centraal Bureau Fondsenwerving.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
-
1. De "Legesverordening gemeente Westerwolde 2023", vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2022, of zoals laatstelijk gewijzigd wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening gemeente Westerwolde 2024”.
Ondertekening
Dit is besloten in de openbare vergadering van 6 december 2023
Namens de raad,
Patrick Dave Nap
raadsgriffier
Jaap Velema
voorzitter
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening gemeente Westerwolde 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
Tarief 2024 |
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op: |
|
a. |
werkdagen gedurende de openingsuren van de Burgerlijke Stand |
€ 301,80 |
b. |
andere tijden en/of dagen als vermeld in het Reglement Burgerlijke Stand gemeente Westerwolde bepalende uren |
€ 576,05 |
c. |
maandag t/m donderdag gedurende de openingsuren van de Burgerlijke Stand met verkorte plechtigheid op het gemeentehuis in Sellingen |
€ 137,15 |
Artikel 1.2 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Artikel 1.3 |
Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
|
a. |
op werkdagen gedurende de openingsuren van de Burgerlijke Stand |
€ 204,80 |
b. |
op andere tijden en/of dagen als vermeld in het Reglement Burgerlijke Stand bepalende uren |
€ 576,20 |
Artikel 1.4 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Artikel 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 130,15 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 260,25 |
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 26,00 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van [veertien] dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 143,75 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering of een duplicaat hiervan: |
€ 35,40 |
b. |
een gekalligrafeerd huwelijksboekje of partnerschapsboekje of een duplicaat hiervan |
€ 41,55 |
Artikel 1.8a |
Geschiktheid bijzondere locatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van een onderzoek naar de geschiktheid van een bijzondere locatie als bedoeld in artikel 4, laatste volzin van het reglement burgerlijke stand, voor de éénmalige voltrekking van een huwelijk of de éénmalige registratie van een partnerschap |
€ 275,45 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort, zakenpaspoort of een faciliteitenpaspoort |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
b. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op 0,05 naar beneden. |
|
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op 0,05 naar beneden |
|
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op 0,05 naar beneden |
|
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in de bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van 0,05. |
|
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling. |
|
2. |
De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd. |
|
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 8,85 |
b. |
tot het verstrekken van gegevens, indien de verstrekking geschiedt ten behoeve van de zgn. vrije derden als bedoeld in artikel 6 van de “ Verordening basisregistratie personen”, per verstrekking: |
€ 4,40 |
c. |
tot het maken van een eenmalige selectie voor 100 verstrekkingen of een gedeelte daarvan, waarbij rekening dient te worden gehouden dat bij een gedeeltelijke verstrekking het meest gunstige tarief in rekening wordt gebracht |
€ 40,80 |
d. |
tot het verstrekken van een uitdraai van één persoonslijst |
€ 8,85 |
e. |
tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 8,85 |
f. |
tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen. |
€ 8,85 |
Artikel 1.16 |
Gereserveerd: Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 11,45 |
Paragraaf 1.5 |
Gereserveerd: Bestuursstukken |
|
Artikel 1.19 |
Gereserveerd: Afschriften van bestuursstukken |
|
Artikel 1.20 |
Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken |
|
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
Artikel 1.21 |
Gereserveerd: Plan- of kaartinformatie |
|
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
a. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 6,75 |
b. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 6,75 |
c. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per bladzijde: |
€ 6,45 |
Artikel 1.23 |
Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden |
|
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd: Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 43,40 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 8,85 |
c. |
ter verkrijging van een attestatie de vita (bewijs van in leven zijn) |
€ 8,85 |
d. |
voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager |
€ 8,85 |
e. |
ter verkrijging van een niet in deze tarieventabel genoemde verklaring of stuk in het bijzonder belang van de aanvrager opgemaakt |
€ 8,85 |
f. |
voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 8,60 |
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
a. |
tot het ter inzage verstrekken van stukken uit een in een archiefbewaarplaats, bedoeld in de Archiefwet 1995, berustende bouwvergunning, indien daarbij de bijstand van een ambtenaar van de gemeente wordt verzocht, per bouwvergunning/omgevingsvergunning |
€ 6,45 |
b. |
tot het verstrekken van opgaven van verleende bouwvergunningen/omgevingsvergunningen: |
|
|
1. per maand |
€ 15,95 |
|
2. per 3 maanden |
€ 32,00 |
|
3. per 6 maanden |
€ 53,65 |
|
4. per jaar |
€ 82,00 |
Artikel 1.28 |
Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden |
|
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
Artikel 1.29 |
Gereserveerd: Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 243,95 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 96,10 |
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 31,95 |
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet: |
€ 298,35 |
2. |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerder openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 187,55 |
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 42,60 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 32,90 |
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 27,40 |
2. |
Indien aanvrager niet verschijnt op de afspraak met betrekking tot de medische keuring in verband met de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart, zullen de kosten die bij de gemeente in rekening worden gebracht volledig (100%) worden doorberekend naar aanvrager |
|
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina A4 of A3: |
€ 0,65 |
b. |
tot afgifte van een beschikking op een aanvraag, van een vergunning of een ontheffing, dan wel van elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling zijn genoemd: per beschikking |
€ 22,70 |
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 11,45 |
d. |
kaarten en tekeningen, al dan niet behorende bij de in 1.20.1.1 genoemde stukken, dan wel van kopieën of lichtdrukken daarvan, voor zover deze stukken elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, lichtdruk of kopie daarvan, tot 10.000 cm2 |
€ 6,80 |
|
vermeerderd met: |
€ 2,60 |
|
voor elke 1.000 cm2 of gedeelte daarvan, waarmede de oppervlakte van 10.000 cm2 wordt overschreden. |
|
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het aanbrengen van een (gemeentelijk) (huis)nummerbordje aan een object, waarvan burgemeester en wethouders hebben besloten dat de toekenning ervan niet als noodzakelijk wordt beschouwd |
€ 82,00 |
b. |
tot het verkrijgen van een vergunning tot het maken van muziek door middel van muziekinstrumenten, alsmede langs mechanische weg op of aan de openbare weg: |
|
|
1. voor een vergunning geldig voor één dag |
€ 4,05 |
|
2. voor een vergunning geldig voor langer dan één dag, doch niet langer dan een week |
€ 6,45 |
|
3. voor een vergunning met een geldigheidsduur van vier weken |
€ 14,45 |
|
4. voor een vergunning met een geldigheidsduur van 13 weken |
€ 24,15 |
|
5. voor een vergunning met een geldigheidsduur van één jaar |
€ 57,25 |
c. |
tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water |
€ 82,00 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
Tarief 2024 |
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend aan de hand van de bedragen exclusief BTW op basis van het Bouwkostenkompas Woning- en Utiliteitsbouw 2023 (deze is op verzoek raadpleegbaar). Voor zover niet op basis van het Bouwkostenkompas Woning- en Utiliteitsbouw 2023 de bouwsom kan worden vastgesteld wordt onder bouwkosten verstaan hetgeen onder lid 3 is opgenomen. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor het eerste vooroverleg |
€ 100,00 |
b. |
voor een principeverzoek (intaketafel) of het initiatief wenselijk is |
€ 350,00 |
c. |
voor een omgevingstafel |
€ 1.500,00 |
2. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
|
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: |
€ 116,30 |
|
vermeerderd met: |
0,59% |
|
van de bouwkosten; |
|
b. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
€ 231,30 |
|
vermeerderd met: |
0,53% |
|
van de bouwkosten; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
€ 893,80 |
|
vermeerderd met: |
0,40% |
|
van de bouwkosten; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 2.000.000 of meer bedragen: |
€ 2.093,80 |
|
vermeerderd met: |
0,34% |
|
van de bouwkosten; |
|
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: |
€ 116,30 |
|
vermeerderd met: |
1,76% |
|
van de bouwkosten; |
|
b. |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
€ 461,30 |
|
vermeerderd met: |
1,59% |
|
van de bouwkosten; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
€ 2.448,80 |
|
vermeerderd met: |
1,19% |
|
van de bouwkosten; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 2.000.000 of meer bedragen: |
€ 6.048,80 |
|
vermeerderd met: |
1,01% |
|
van de bouwkosten; |
|
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 442,80 |
3. |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
a. |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4: |
|
1. |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
€ 442,80 |
2. |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd in lid 3 sub a onder 1, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen: |
€ 1.899,45 |
b. |
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in lid 3 sub a onder 2 vermeerderd met: |
€ 500,00 |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 153,50 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Monumentenverordening 2009 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 331,95 |
|
2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 331,95 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Monumentenverordening 2009 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
€ 331,95 |
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
€ 331,95 |
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 331,95 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 331,95 |
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit of buitenplanse omgevingsplanactiviteit bij toepassing van de Monumentenverordening 2009 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 153,50 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd) |
|
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.13 |
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.040,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 13.775,00 |
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 400,00 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 400,00 |
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd) |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd) |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd) |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 100,10 |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 73,95 |
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 139,85 |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
Artikel 2.29 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd) |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 77,40 |
Artikel 2.31 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd) |
|
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] (gereserveerd) |
|
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd) |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 100,10 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 100,10 |
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 100,10 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 325,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 325,00 |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.900,00 |
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 950,00 |
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 950,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.380,00 |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 325,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 325,00 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 325,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 325,00 |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 95,05 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, |
|
|
tenzij naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een geringe wijziging in het project, dan bedraagt het tarief: |
€ 102,75 |
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning niet zijnde een milieubelastende activiteit: |
€ 95,05 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit: |
€ 1.900,00 |
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd) |
|
Artikel 2.43 |
Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd) |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan waarbij de bevoegdheid is gedelegeerd aan het college |
€ 1.211,40 |
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan (zonder delegatie) |
€ 3.875,20 |
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 102,75 |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
20% |
|
met een maximum van: |
€ 1.000,00 |
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 760,00 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 800,00 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 800,00 |
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 259,00 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 259,00 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 259,00 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 259,00 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 259,00 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.500,00 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 259,00 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 800,00 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Westerwolde is een tarief verschuldigd conform bijlage B: |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
|
Betreffende een vooroverleg: |
100% |
|
Betreffende een principeverzoek: |
75% |
|
Betreffende een omgevingstafel: |
50% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 |
Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd) |
|
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig (gereserveerd) |
|
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
binnen vier weken na indiening van de aanvraag: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
b. |
binnen acht weken na indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 35 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
Tarief 2024 |
Artikel 3.1 |
Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 64,55 |
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 183,20 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 21,80 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 14,45 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 21,80 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 21,80 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 866,45 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
€ 866,45 |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 11,65 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 11,65 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
a. |
een grootschalig (meerdaags) evenement of een risicovol evenement met hoog risicoprofiel (categorie C) |
€ 65,35 |
b. |
een regulier evenement of een ‘aandachtsevenement’ (categorie A of B) niet zijnde een evenement zoals genoemd in artikel 3.6 lid 1 sub a |
€ 25,10 |
2. |
Het tarief genoemd in artikel 3.6 lid 1 wordt indien ten behoeve van het evenement verkeersmaatregelen nodig zijn vermeerderd met: |
€ 63,45 |
Artikel 3.7 |
Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 25,10 |
b. |
voor het organiseren van een markt bedoeld in geldende en van toepassing zijnde Marktverordening gemeente Westerwolde |
€ 386,80 |
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
geldig voor één dag |
€ 4,05 |
b. |
geldig voor een week of een gedeelte daarvan |
€ 9,35 |
c. |
geldig voor een kalendermaand of een gedeelte daarvan |
€ 29,10 |
d. |
geldig voor een kwartaal of een gedeelte daarvan |
€ 57,75 |
e. |
geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan |
€ 92,80 |
Artikel 3.9 |
Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Artikel 3.10 |
Losse standplaatsen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
geldig voor één dag |
€ 4,05 |
b. |
geldig voor een week of een gedeelte daarvan |
€ 9,35 |
c. |
geldig voor een kalendermaand of een gedeelte daarvan |
€ 29,10 |
d. |
geldig voor een kwartaal of een gedeelte daarvan |
€ 57,75 |
e. |
geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan |
€ 92,80 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot plaatsing of handhaving op de wachtlijst voor vent- en standplaatsvergunningen |
€ 19,30 |
Paragraaf 3.6 |
Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014 |
|
Artikel 3.11 |
Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd: Splitsvergunning |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd: Toeristische verhuur |
|
Artikel 3.17 |
Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.18 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 31,95 |
Dit is besloten in de openbare vergadering van 6 december 2023.
Namens de raad,
Patrick Dave Nap
raadsgriffier
Jaap Velema
voorzitter
Bijlage A ‘Bopa’
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, wordt voldaan aan de volgende eis:
- •
de oppervlakte niet meer dan 300 m2 bedraagt;
- •
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 100 m²;
- c.
voorzover het een paardenbak of een vergelijkbaar bouwwerk betreft en de oppervlakte niet meer dan 1200 m² bedraagt;
- a.
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 30 m;
- 6.
een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;
- 7.
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
- 8.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 9.
het gebruiken van bouwwerken en van bij die bouwwerken aansluitend terrein;
- 10.
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
- b.
de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,
- c.
de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
- d.
de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;
- a.
- 11.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar;
- 12.
afwijken van maten en afmetingen uit het omgevingsplan tot niet meer dan 15% van die maten en afmetingen;
Bij de toepassing van deze regels blijft het aantal woningen gelijk. Deze eis is niet van toepassing op de gevallen:
- a.
voor zover het betreft huisvesting in verband met mantelzorg,
- b.
bij onderdelen 9 en 11.
Bijlage B Tarieven 2024 Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit
- a.
Voor bouwwerken waarvan de bouwkosten bedragen:
nihil en meer doch minder dan € 15.750 € 70,=
- b.
€ 15.750 en meer doch minder dan € 241.500 € 70,=
vermeerderd met 2,5 promille van de bouwkosten boven de € 15.750
- c.
€ 241.500 en meer doch minder dan € 483.000 € 624,=
vermeerderd met 1,0 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 241.500
- d.
€ 483.000 en meer doch minder dan € 735.000 € 865,=
vermeerderd met 0,5 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 483.000
- e.
€ 735.000 en meer doch minder dan € 1.260.000 € 991,=
vermeerderd met 0,25 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 735.000
- f.
€ 1.260.000 en meer vermeerderd met 0,125 promille € 1122,=
voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 1.260.000
Alle bedragen zijn exclusief 21 % BTW.
Opmerkingen bij de tarievenlijst:
- 1.
Bijgaande tarievenlijst is gebaseerd op het basissysteem van advisering op gebied van omgevingskwaliteit en cultureel erfgoed door de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit:
- •
advisering aan gemeente door één rayonarchitect van 1 x per 14 dagen (kleine commissie): directe afhandeling eenvoudigere plannen op het gebied van omgevingskwaliteit;
- •
advisering door de monumentenadviseur onder mandaat van de commissie: directe afhandeling eenvoudigere plannen op het gebied van cultureel erfgoed;
- •
behandeling in bureaucommissie: collegiale toets voor advisering iets complexere plannen;
- •
behandeling in de commissievergadering: brede advisering over grotere en/of complexe plannen.
- •
- 2.
Aanvullende wensen leiden tot aanvullende tarieven, zoals:
- a.
bij advisering aan gemeente door een rayonarchitect van 1 x per week i.p.v. 1 x per 14 dagen wordt het tarief met 20% verhoogd;
- b.
bij advisering aan gemeente door twee rayonarchitecten i.p.v. één, wordt het tarief met 20 % verhoogd.
- a.
- 3.
Afzonderlijke advieskosten worden in rekening gebracht indien:
- a.
voor dezelfde locatie een ander, nieuw plan ter advisering wordt ingebracht;
- b.
gelijktijdig meerdere plannen voor dezelfde locatie worden aangeboden (zgn. prijsvraagconstructie).
- a.
- 4.
Naast advies over bouwwerken kan ook advies worden gevraagd voor:
- a.
beleidsadvisering, zoals: een beeldkwaliteitsplan, stedenbouwkundig- of landschapsplan, aanwijzing gemeentelijke monumenten e.d.;
- b.
opgaveadvies en/of ontwerpadvies;
- c.
deelname aan omgevingstafels, kwaliteitsteams, e.d.
- a.
-
Voor werkzaamheden die naar verwachting leiden tot concrete bouwwerken worden geen kosten in rekening gebracht. Voor alle andere werkzaamheden worden afzonderlijke maatwerkafspraken vastgesteld.
Behorende bij raadsbesluit van 6 december 2023
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl