Routeringsverordening vervoer gevaarlijke stoffen

Geldend van 07-02-1983 t/m heden

Intitulé

Routeringsverordening vervoer gevaarlijke stoffen

ARTIKEL 1

Burgemeester en wethouders kunnen bij ter openbare kennis te brengen besluit wegen of weggedeelten aanwijzen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 5 van bijlage 2, hoofdstuk II, van het V.L.G..

ARTIKEL 2

Burgemeester en wethouders geven van hun besluiten tot bedoelde aanwijzing kennis aan:

  • a.

    de directeurgeneraal van het directoraatgeneraal van het verkeer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;

  • b.

    de directeurgeneraal van de rijkswaterstaat van voornoemd ministerie;

  • c.

    de hoofdingenieurdirecteur van de rijkswaterstaat in de directie Limburg;

  • d.

    de commandant van het korps controleurs gevaarlijke stoffen;

  • e.

    de Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg;

  • f.

    de algemene verladers en eigen vervoerdersorganisatie (E.V.O.) en de commissie van overleg voor het goederenvervoer (C.O.G.);

  • g.

    de naar hun oordeel daarvoor in aanmerking komende bedrijven en instellingen in de gemeente.

ARTIKEL 3

Burgemeester en wethouders bevorderen, waar dit naar hun oordeel voor de aanduiding van aangewezen routes wenselijk is, de plaatsing van het routebord gevaarlijke stoffen, model 98 van bijlage II van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1966, 181).

ARTIKEL 4

Het hoofd van de plaatselijke politie als bedoeld in artikel 1, sub c van het Reglement gevaarlijke stoffen wordt aangewezen als de in artikel 5 van bijlage 2, hoofdstuk II van het V.L.G. bedoelde autoriteit, die bevoegd is tot het verlenen van schriftelijke ontheffingen.

Hij draagt daarbij zorg, met inachtneming van het bepaalde in de eerste alinea van artikel 5 van bijlage 2, hoofdstuk II van het V.L.G., dat het noodzakelijke vervoer zoveel mogelijk onbelemmerd en langs de kortste weg zijn bestemming kan bereiken.

ARTIKEL 5

Deze verordening kan worden aangehaald als "Routeringsverordening vervoer gevaarlijke stoffen".

ARTIKEL 6

Deze verordening treedt in werking met ingang van een nader door burgemeester en wethouders te bepalen datum, op welke datum vervallen:

  • a.

    de verordening betreffende hetzelfde onderwerp, vastgesteld bij besluit van de raad der gemeente Heerlen van 7 oktober 1975;

  • b.

    de voorschriften met betrekking tot dezelfde materie voor de gebieden van de gemeenten Hoensbroek, Amstenrade, Nuth, Wijnandsrade, Voerendaal, Simpelveld, Bocholtz en Schaesberg, welke per 1 januari 1982 zijn toegevoegd aan de gemeente Heerlen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 7 september 1982.

de secretaris, de voorzitter,
drs J.G.L. Heiligers l.s. J.A.M. Reijnen
Ter uitvoering van artikel 6 is door burgemeester en wethouders van Heerlen bepaald dat deze verordening in werking treedt op 7 februari 1983.