Subsidieregeling 'Groene, gezonde en klimaatbestendige steden en dorpen'

Geldend van 17-02-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling 'Groene, gezonde en klimaatbestendige steden en dorpen'

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022, de Beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies, de Beleidsregel subsidiabele kosten exploitatiesubsidies, de kaderbrief 2024-2027 zoals aangenomen op 30 mei 2023, UTSP-1690915577, de programmabegroting 2024 van 8 november 2023, UTSP-1632721676-232, het Programma Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp van 18 mei 2021, 8225ASCA en het Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving van 11 januari 2022, UTSP-1144628501-5883.

Overwegende,

dat de provincie Utrecht heeft besloten in te zetten op een financiële bijdrage voor activiteiten binnen het grondgebied van de provincie Utrecht die bijdragen aan het bevorderen, in stand houden of versterken van klimaatadaptie, biodiversiteit en een gezonde leefomgeving in en rondom steden en dorpen.

Besluiten de volgende subsidieregeling vast te stellen;

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Algemene begripsbepalingen

  • 1) AsvpU 2022: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • 2) biodiversiteit: de verscheidenheid van alle van nature in een gebied, voorkomende dier- en plantsoorten en micro-organismen;

  • 3) biodivers groen dak: een dak dat door de vegetatie die gekozen is, een bijdrage levert aan de biodiversiteit;

  • 4) communicatieplan: een document waarin de communicatieopgave én de aanpak worden beschreven. In het communicatieplan staan een probleemstelling, analyse, doelgroepen, doelstelling, strategie, boodschappen, middelen, planning en organisatie, kostenoverzicht én hoe de communicatie geëvalueerd gaat worden;

  • 5) expertteam: team bestaande uit experts van binnen en buiten de provincie dat scholen begeleidt bij het subsidieproces op grond van deze subsidieregeling. Dit expertteam is door de provincie Utrecht samengesteld;

  • 6) gezonde leefomgeving: een (deels) openbaar toegankelijke buitenruimte die stimuleert tot bewegen en ontmoeting;

  • 7) groen schoolplein: een schoolplein ingericht als een klimaatbestendige, natuurrijke speel- en leeromgeving waar het plein is vergroend door beplanting en ruimte biedt voor waterberging en/of infiltratie van hemelwater;

  • 8) inheems: plantensoorten waarvoor Nederland behoort tot het oorspronkelijke verspreidingsgebied;

  • 9) innovatief: een project of methodiek die vernieuwend en/of grensverleggend is door zaken anders of efficiënter aan te pakken of te benaderen;

  • 10) invasieve exoten: dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Nederland) en die bij vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken;

  • 11) kennislacune: een hiaat in kennis binnen een organisatie of project op het gebied van klimaatadaptatie, gezonde leefomgeving en/of biodiversiteit;

  • 12) klimaatadaptatie: aanpassen aan klimaatverandering door beleidsontwikkeling, inrichting, ontwerp en maatregelen, gericht op het verminderen of voorkomen van de negatieve gevolgen van klimaatverandering, zoals het tegengaan en/of voorkomen van hittestress, droogte, wateroverlast en overstromingen;

  • 13) school: een school waar primair onderwijs wordt gegeven aan kinderen tussen de 4 en 12 jaar;

  • 14) speeltoestellen: toestellen en structuren waarmee of waarop kinderen kunnen spelen. Denk bijvoorbeeld aan een klimrek, glijbaan of wip. Speelaanleidingen zoals stapstenen, wilgentunnels en waterpompen zijn geen speeltoestellen.

  • 15) stedelijk gebied: bebouwd gebied in dorpen en steden van de provincie Utrecht. De grenzen van dit gebied zijn aangegeven op de themakaart Stedelijk gebied. Op de themakaart staat met een roze kleur aangegeven welke gebieden in het stedelijk gebied liggen. Buiten het stedelijk gebied ligt het 'landelijk gebied';

  • 16) versteende wijken: onder versteende wijken worden de wijken verstaan die volgens de kaart Groene stad label F hebben.

Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten in de provincie Utrecht:

  • a.

    de voorbereiding en/of aanleg van een groen schoolplein (paragraaf 2);

  • b.

    initiatieven voor het groener, gezonder en klimaatbestendiger maken van de omgeving (paragraaf 3);

  • c.

    activiteiten in navolging van de pilot wijken (paragraaf 4).

Artikel 1.3 Algemene criteria

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan minstens twee van de volgende drie hoofddoelen:

    • a.

      het bevorderen of versterken van klimaatadaptatie in stedelijk gebied;

    • b.

      het in stand houden of versterken van de biodiversiteit in stedelijk gebied;

    • c.

      het in stand houden of versterken van de gezonde leefomgeving in stedelijk gebied.

  • 2. Bij ingrepen in de fysieke leefomgeving, of de aanleg van een groen schoolplein, geldt voor de binnen de activiteit aan te brengen beplanting dat:

    • a.

      deze niet invasief is; en,

    • b.

      deze voor minimaal 50% uit inheemse beplanting bestaat en/of uit beplanting bestaat die aantoonbaar een bijdrage levert aan de biodiversiteit.

Artikel 1.4 Aanvraag

  • 1. Subsidie aanvragen kunnen het gehele jaar doorlopend worden ingediend van 2 april 2024; 9:00 tot en met 30 november 2024; 23.00 uur.

  • 2. De verdeling van het beschikbare budget zal op volgorde van ontvangst plaatsvinden, met inachtneming van artikel 2.1 en 2.2 van de AsvpU 2022.

Artikel 1.5 Aanvraagformulier

De aanvragen worden digitaal ingediend, met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare aanvraagformulier op het subsidieportaal van de provincie Utrecht.

Artikel 1.6 Bij de aanvraag te overleggen gegevens

  • 1. In aanvulling op artikel 4.4 van de AsvpU 2022, worden de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, beschreven in een projectplan. In het projectplan wordt puntsgewijs beschreven hoe de activiteiten, in lijn met de subsidiecriteria, bijdragen aan de hoofddoelen, zoals genoemd in artikel 1.3 lid 1.

  • 2. De aanvraag bevat een sluitende begroting, zoals bepaald in artikel 4.4 van de AsvpU 2022, waarbij voor de begroting geldt dat deze:

    • a.

      aangeleverd wordt in het voorgeschreven begrotingstemplate; en

    • b.

      zoveel mogelijk gespecificeerd en onderbouwd is met offertes en/of facturen; en

    • c.

      een dekkingsplan bevat, met een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van hetzelfde project; en

    • d.

      geen gegevens hoeft te bevatten zoals genoemd in artikel 4.4 lid 1 onder f en g van de Asvpu 2022.

  • 3. De aanvraag bevat een bankafschrift op naam van de hoofdaanvrager.

  • 4. Indien van toepassing, wordt in aanvulling op artikel 4.4 van de AsvpU 2022, ook de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      in geval van een groen beplantingsvlak, een schoolplein, of ander groen element:

      • i.

        een beplantingsplan of een beplantingslijst; en

      • ii.

        een 5-jarig beheerplan van het aan te leggen groen;

    • b.

      een ontwerptekening als deze beschikbaar is;

    • c.

      informatie waaruit blijkt dat de vereiste vergunning, ontheffing of toestemming is verkregen;

    • d.

      in het geval dat de subsidiabele activiteit (mede) op grond in eigendom van derden wordt uitgevoerd, stukken waaruit toestemming van de eigenaar blijkt.

Artikel 1.7 Subsidievorm

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten

Voor subsidie komen niet in aanmerking:

  • a)

    vergoedingen voor vrijwilligers;

  • b)

    interne loonkosten;

  • c)

    kosten voor benodigde vergunningen en/of ontheffing;

  • d)

    kosten voor uitvoering van regulier onderhoud of vervanging;

  • e)

    kosten voor het aanleggen van kunstgras.

Artikel 1.9 Beslistermijn

Het besluit tot subsidieverlening wordt na ontvangst van een volledige subsidieaanvraag binnen 26 weken genomen.

Artikel 1.10 Projectperiode

De activiteit waarvoor de subsidie wordt verleend, wordt binnen 24 maanden na verstrekking van de subsidie uitgevoerd.

Artikel 1.11 Algemene weigeringsgronden

In aanvulling van artikel 4.6 van de AsvpU 2022, wordt subsidie geweigerd als:

  • a.

    de activiteit niet in stedelijk gebied ligt van de provincie Utrecht;

  • b.

    de activiteit negatieve gevolgen heeft voor een van de hoofddoelen van klimaatadaptatie, biodiversiteit of gezonde leefomgeving zoals genoemd in artikel 1.3, lid 1;

  • c.

    het activiteiten of ingrepen betreffen die voortkomen uit een wettelijke verplichting;

  • d.

    de activiteit al gerealiseerd, dan wel gestart is, voordat de subsidie aangevraagd is. Uitzondering hierop zijn voorbereidende kosten voor het opstellen van een ontwerp en/of beheer- en onderhoudsplan voor het vergroenen van een schoolplein;

  • e.

    voor een vergelijkbare activiteit op hetzelfde perceel in het verleden een subsidie is verkregen op basis van een gemeentelijke, provinciale of rijksregeling met een gelijke doelstelling;

  • f.

    de subsidie ingezet wordt voor exploitatie van eigen commerciële activiteiten;

  • g.

    er geen vergunning of ontheffing is verleend voor een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 1.12 Algemene subsidieverplichtingen

  • 1. Waar het ingrepen in de fysieke leefomgeving betreft of de aanleg van een groen schoolplein, wordt het resultaat van de activiteit voor minimaal 5 jaar na oplevering onderhouden en in stand gehouden.

  • 2. Om de door ons verstrekte middelen een zo groot mogelijke impact te laten hebben, hechten wij waarde aan projecten die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen en/of opschaalbaar zijn. Daarom dient de subsidieontvanger:

    • a.

      de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van de provincie Utrecht te delen met de provincie Utrecht, binnen de grenzen van het redelijke;

    • b.

      de provincie Utrecht toe te staan in overleg publicitair gebruik te maken van de met de activiteit behaalde resultaten;

    • c.

      fotomateriaal aan te leveren van de situatie na afronding van het project via klimaatgroengezond@provincie-utrecht.nl. waarbij het fotomateriaal rechten vrij kan worden gebruikt door eenieder;

    • d.

      indien er sprake is van een officieel openingsmoment van het project, dan wordt de Provincie Utrecht hiervan vooraf op de hoogte gebracht via klimaatgroengezond@provincie-utrecht.nl.

Paragraaf 2 Groen schoolplein

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Gelet op artikel 1.2 onder a, kan subsidie worden verleend voor de gehele of gedeeltelijke aanleg van een groen schoolplein.

  • 2. In het geval subsidie is aangevraagd op grond van het voorgaande lid, kan ook subsidie worden aangevraagd en verleend voor activiteiten ter voorbereiding van een groen schoolplein, zoals het opstellen van een op uitvoeringsniveau uitgewerkt ontwerp; en/of een 5-jarig beheer- en onderhoudsplan.

Artikel 2.2 Criteria

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten, zoals genoemd in artikel 2.1, die voldoen aan de volgende criteria:

  • 1.

    Bij de voorbereiding en aanleg van een groen schoolplein geldt dat de subsidieontvanger samenwerkt met het expertteam aan het ontwerp- en participatieproces.

  • 2.

    De subsidieontvanger stelt, met hulp van het expertteam en/of hovenier, als onderdeel van het projectplan, een beheer- en onderhoudsplan op met bijbehorende begroting voor ten minste 5 jaar.

  • 3.

    De schoolkinderen krijgen een actieve rol bij het beheer en onderhoud van het schoolplein.

  • 4.

    De inrichting van het groene schoolplein draagt bij aan het voorkomen van regenwateroverlast en droogte, door het regenwater van het dak en de verharding af te koppelen. Het regenwater wordt zichtbaar verwerkt en geïnfiltreerd in de bodem (bijv. d.m.v. gootjes, infiltratievelden, waterpleinen, wadi's e.d.).

  • 5.

    Een deel van de beplanting is eetbaar en draagt hiermee bij aan bewustwording van gezonde voedselkeuzes (fruitbomen, bessenstruiken, kruiden, moestuin).

  • 6.

    Het groene schoolplein voldoet aan minstens 3 van de 5 voorwaarden:

    • a.

      uit het ontwerp blijkt dat de speelomgeving plek biedt voor rust, natuurbeleving, creatieve vormen van spel en avontuurlijk bewegen. De basis hiervoor ligt in de diversiteit en verscheidenheid van het plein met kenmerken als hoog/laag, nat/droog, schaduw/zon en de aanwezigheid van los natuurlijk materiaal (denk aan zand, takken, stenen en dergelijke). Kinderen kunnen zowel met abiotische natuur (zoals zand en water) als met levende natuur spelen;

    • b.

      uit het ontwerp blijkt dat de inrichting van het schoolplein is voorzien van voorzieningen om de biodiversiteit te bevorderen. Dit wordt gedaan door het plaatsen van: insectenhotels, vleermuiskasten, vogelnestkasten, zwaluwkasten, egelverblijven e.d.;

    • c.

      uit het ontwerp blijkt dat de inrichting van het schoolplein bijdraagt aan het voorkomen van hittestress d.m.v. het creëren van schaduw. Bijvoorbeeld door de aanleg van schaduwbomen of begroeide pergola's op strategische plekken;

    • d.

      in het projectplan wordt beschreven hoe school- of buurtkinderen en hun ouders of verzorgers vanaf het begin bij het ontwerpproces zijn betrokken. Dit ter bevordering van het bewustzijn en het versterken van de betrokkenheid rondom het groene schoolplein;

    • e.

      in het projectplan wordt beschreven hoe het gebruik van het schoolplein is geïntegreerd in het lesprogramma. Op de scholen worden (buiten)lessen gegeven over klimaatverandering, klimaatadaptatie, biodiversiteit en natuur.

Artikel 2.3 Doelgroep

Subsidie kan slechts worden verstrekt aan rechtspersonen.

Artikel 2.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens

In aanvulling op artikel 1.6 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken aangedragen:

  • a.

    minstens drie foto's van de situatie voor aanvang van het project. De foto's kunnen rechtenvrij door de provincie Utrecht worden gebruikt;

  • b.

    een door het expertteam goedgekeurd projectplan;

  • c.

    een door het expertteam goedgekeurd ontwerp;

  • d.

    uitleg over het gebruik van het schoolgebouw voor de komende vijf jaar.

Artikel 2.5 Subsidieplafond

Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt voor 2024: € 575.000

Artikel 2.6 Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor de in artikel 2.1 bedoelde activiteiten die zijn gelegen in "versteende wijken", bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 75% van de subsidiabele kosten, met een minimum van€ 2.000 en maximum van€ 37.500 voor 2024.

  • 2. Voor de in artikel 2.1 bedoelde activiteiten die niet zijn gelegen in "versteende wijken", bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van€ 2.000 en maximum van€ 25.000 voor 2024.

Artikel 2.7 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.8 van deze regeling, zijn de kosten van speeltoestellen, zoals een klimrek, glijbaan of wipkip, niet subsidiabel.

Artikel 2.8 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd als het gebruik van het schoolgebouw door de aanvrager in de komende vijf jaar onzeker is.

Artikel 2.9 Verplichtingen

Bij de aanleg van een groen schoolplein geldt dat de subsidieontvanger samenwerkt met het expertteam aan het uitvoerings- en participatieproces.

Paragraaf 3 Initiatieven voor het groener, gezonder en klimaatbestendiger maken van de omgeving

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten

Gelet op artikel 1.2 onder b, kan subsidie worden verstrekt voor activiteiten die de omgeving van de provincie Utrecht groener, gezonder en klimaatbestendiger maken:

  • a.

    ingrepen in de fysieke leefomgeving (inclusief bijbehorende voorbereiding);

  • b.

    de voorbereiding of aanleg van een biodivers groen dak;

  • c.

    stimuleren van gedragsverandering of het bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners of bedrijven, ondernemers of maatschappelijk organisaties;

  • d.

    onderzoeken, ontwikkelen of opschalen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving.

Artikel 3.2 Criteria

  • 1. Er wordt alleen subsidie verstrekt voor de voorbereiding of aanleg van een biodivers groen dak, bedoeld onder artikel 3.1 onder b, als het groene dak voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      minimaal 50% van de oppervlakte van het groene dak bestaat uit inheemse kruiden of bloemen, of kruiden of bloemen die aantoonbaar een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Inheemse sedum mag meegeteld worden bij deze 50%. De gebruikte sedum is niet invasief;

    • b.

      de wateropslag is minimaal 35 L /m2;

    • c.

      de planten worden gekweekt zonder gebruik van pesticiden;

    • d.

      de minimale oppervlakte hoeveelheid groen is 40 m2, waarbij de ruimte onder zonnepanelen niet bij de oppervlakte wordt meegerekend;

    • e.

      geproduceerd en aangelegd conform de richtlijnen van Vereniging Bouwwerk begroeners-VBB-FLL.

  • 2. Bij onderzoek, bedoeld in artikel 3.1 onder d, wordt subsidie slechts verstrekt als er is aangetoond dat er een kennislacune is op het onderzochte onderwerp.

Artikel 3.3 Doelgroep

Subsidie kan slechts worden verstrekt aan rechtspersonen.

Artikel 3.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens

Bij de subsidieaanvraag worden in aanvulling op artikel 1.6 van deze regeling ook de volgende gegevens en stukken overlegd:

  • a.

    in geval van een subsidieaanvraag voor ingrepen in de fysieke leefomgeving of de aanleg van een biodivers groen dak, wordt ten minste 3 foto's aangeleverd van de situatie voor aanvang van het project. De foto's kunnen rechtenvrij door de provincie Utrecht worden gebruikt;

  • b.

    in geval van een subsidieaanvraag voor een biodivers groen dak geldt:

    • i.

      Informatie waaruit blijkt hoeveel vierkante meter groen dak wordt gerealiseerd; en

    • ii.

      Een offerte waaruit blijkt dat het biodiverse groene dak waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voldoet aan de vereiste van een biodivers groen dak in artikel 3.2, onder lid 1;

  • c.

    in geval van een activiteit als bedoeld in artikel 3.1, onder lid c end, een uitgewerkt communicatieplan;

Artikel 3.5 Subsidieplafond

Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3.1 is het subsidieplafond voor 2024: € 605.000.

Artikel 3.6 Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor de in artikel 3.1 bedoelde activiteiten die zijn gelegen in "versteende wijken", bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 75% van de subsidiabele kosten, met een minimum van€ 2.000 en maximum van€ 60.000 voor 2024.

  • 2. Voor de in artikel 3.1 bedoelde activiteiten die niet zijn gelegen in "versteende wijken", bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van€ 2.000 en maximum van€ 50.000 voor 2024.

Artikel 3.7 Algemene weigeringsgronden

De subsidie kan worden geweigerd indien de activiteit niet (gedeeltelijk) openbaar toegankelijk is.

Artikel 3.8 Verplichtingen

Bij onderzoek, bedoeld in artikel 3.1 onder d, worden de resultaten van dit onderzoek open access beschikbaar gesteld.

Paragraaf 4 Pilot wijken

Artikel 4.1 Subsidiabele activiteiten

Gelet op artikel 1.2 onder c, kan subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten in een wijk of buurt in de provincie Utrecht;

  • a.

    ontwerpprocessen;

  • b.

    participatietrajecten;

  • c.

    uitvoering fysieke maatregelen;

  • d.

    procesbegeleiding.

Artikel 4.2 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt voor activiteiten, bedoeld in artikel 4.1, die voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager heeft in 2023 deelgenomen aan één van de pilots 'Klimaatbestendige, gezonde en natuurinclusieve wijken' van de provincie Utrecht;

  • b.

    de activiteiten worden uitgevoerd in wijken en buurten die onderdeel zijn van de pilot 'Klimaatbestendige, gezonde en natuurinclusieve wijken' van de provincie Utrecht;

  • c.

    de uitgevoerde activiteiten zijn een navolging van de pilot 'Klimaatbestendige, gezonde en natuurinclusieve wijken' van de provincie Utrecht.

Artikel 4.3 Doelgroep

Gemeenten uit de provincie Utrecht.

Artikel 4.4 Subsidieplafond

Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 4.1 is het subsidieplafond voor 2024: { 175.000

Artikel 4.5 Hoogte van de subsidie

Voor de in artikel 4.1 bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van { 2.000 en maximum van { 25.000 voor 2024.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Staatssteun

  • 1. Indien subsidie wordt verleend op grond van paragraaf 3 van deze regeling, en er sprake is van staatssteun, vindt subsidieverlening plaats met inachtneming van de de-minimis verordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013, PbEU 2013, L352); of indien naar het oordeel van Gedeputeerde Staten van toepassing, de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 {AGVV).

  • 2. Bij subsidieverlening op grond van paragraaf 2 en paragraaf 4 is er geen sprake van staatssteun.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 31-01-2024. Indien het Provinciaal Blad waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31-01-2024, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5.3 Intrekking

De subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023 wordt ingetrokken.

Artikel 5.4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling Groene, gezonde en klimaatbestendige steden en dorpen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 30 januari 2024.

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

TOELICHTING

Artikelsgewijs

Paragraaf 1 Algemeen   

Artikel 1.1 Algemene begripsbepalingen   

Onder d: Handvatten communicatieplan

Handvatten voor het maken van een communicatieplan zijn hier te vinden: https://communicatiekompas.nl/hulpmiddelen/bouwstenen-van-een-communicatieplan

Onder e: Expertteam

Het expertteam wordt samengesteld door een partij die ervaring heeft met het vergroenen van schoolpleinen. De experts worden betaald door de provincie Utrecht.

Artikel 1.3 Algemene criteria   

Lid 1 Hoofddoelen subsidieregeling   

Deze subsidieregeling kent een integrale insteek en wil projecten stimuleren die bijdragen aan tenminste twee van de genoemde hoofddoelen: klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving. Deze liggen deels in elkaars verlengde en vaak dragen projecten op logische wijze vanzelfsprekend bij aan meerdere doelen.

Artikel 1.5 Aanvraagformulier   

Na indienen van de aanvraag kan er een aanvullend gesprek plaatsvinden tussen aanvrager en provincie. Tijdens dit gesprek kan indien gewenst een extra toelichting gegeven worden op het project c.q. initiatief, de doelstelling, het tijdspad en de te bereiken resultaten.

Artikel 1.6 Bij de aanvraagte overleggen gegevens   

Om het proces van subsidieverlening soepel te laten verlopen, vragen we aanvragers om de in artikel 1.6 en indien van toepassing de in artikel 2.4 en artikel 3.4 opgenomen documenten tijdig aan te leveren. Wanneer documenten bij de aanvraag ontbreken, zullen wij hierom vragen en aangeven binnen welke tijd deze documenten alsnog aangeleverd moeten worden. Indien deze niet of niet tijdig worden aangeleverd, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.

Lid 2 Begroting

Stapeling van subsidies, van de provincie of andere organisaties, is toegestaan mits deze op andere onderdelen van het initiatief c.q. project ingezet worden en het totale subsidiebedrag nooit meer dan 100% van de kosten bedraagt.

Lid 3 Bankafschrift

Het adres op het bankafschrift moet overeenkomen met het adres op het aanvraagformulier en indien van toepassing ook op het uittreksel van de Kamer van Koophandel. Indien dit afwijkt, dan moet er een verklaring worden aangeleverd. Transacties moeten onleesbaar gemaakt zijn. Het bankafschrift moet worden aangeleverd in PDF.

Lid 4

Onder a: Plantenlijst

Bij de aanvraag moet door middel van een plantenlijst aangetoond worden dat de gebruikte beplanting niet invasief is, het voor minimaal 50% uit zuivere inheemse beplanting bestaat en/of een aantoonbare bijdrage levert aan de biodiversiteit. Planten kunnen een aantoonbare bijdrage leveren aan de biodiversiteit door te voorzien in voedsel, schuil- en verblijfplaatsen, nestgelegenheid en hierdoor specifieke diersoorten (met name insecten) aantrekken (dit geldt bijvoorbeeld voor vlinderstruiken, lavendel, helenium etc.).

Voeg hiervoor bijvoorbeeld een per soort specificeerde offerte van een hovenier bij.

Zowel zaadmengsels als vaste planten mogen geen pesticiden bevatten en mogen geen uitheemse mengsels (zogenaamde carnavalsmengsels) zijn. Zadenmengsels mogen niet alleen uit eenjarige planten bestaan. Zadenmengsels met biologische gekweekte zaden (geschikt voor op daken), en biologisch geteelde vaste inheemse planten zijn verkrijgbaar bij bijvoorbeeld biologische kwekerijen.

Artikel 1.11 Algemeneweigeringsgronden   

Onder c: Wettelijkeverplichting

Met wettelijke verplichting wordt bijvoorbeeld de Wet Natuurbescherming bedoeld.

Artikel 1.12 Algemene subsidieverplichtingen   

Lid 2: Delen ervaringen

Om anderen te laten leren van opgedane ervaringen, kunnen wij subsidieontvangers vragen om mee te werken aan het actief delen van de kennis met als doel een bredere toepassing binnen de provincie.

Paragraaf 2 Groene schoolpleinen   

Artikel 2.2 Criteria schoolpleinen   

Lid 3: Betrekken kinderen   

Om de kwaliteit van het groene schoolplein op de lange termijn te kunnen waarborgen, is het belangrijk dat er draagvlak is voor het groene schoolplein. Het betrekken van kinderen in beheer en onderhoud draagt hieraan bij.

Artikel 2.3 Doelgroep   

Rechtspersonen kunnen een subsidie aanvragen, dit zijn bijvoorbeeld:

   

  • verenigingen van eigenaren

  • bedrijven

  • woningcorporaties

  • maatschappelijke organisaties

  • stichtingen

  • sport-, onderwijs- en kennisinstellingen

  • gemeenten

  • GGD

 Artikel 2.4 Bij de aanvraag te overleggen gegevens   

Onder b: Wat staat er in een projectplan?

Er wordt een projectplan opgesteld onder begeleiding van het expertteam. Een projectplan bevat o.a. de volgende zaken:

   

  • 1.

    een omschrijving van de plannen voor het onderhoud en beheer voor ten minste S jaar. Inclusief uitleg hoe kinderen een actieve rol hierin spelen;

  • 2.

    een omschrijving van gebruik en de openstelling van het groene en gezonde schoolplein tijdens en na schooltijd;

  • 3.

    een omschrijving van het draagvlak voor een groen en gezond schoolplein;

  • 4.

    een omschrijving van de borging en continuïteit van het groene en gezonde schoolplein;

  • 5.

    een omschrijving van (de verschillende onderdelen in) het ontwerp;

  • 6.

    Indien van toepassing, een omschrijving van de wijze waarop de leerlingen van een school, ouders en de buurt of wijk betrokken worden bij het inrichten van een groen schoolplein;

  • 7.

    Indien van toepassing, een omschrijving van de wijze waarop het groene schoolplein is geïntegreerd in het lesprogramma.

Artikel 2.6 Hoogte subsidie   

Om initiatieven in versteende wijken extra te stimuleren is ervoor gekozen om het maximale subsidiebedrag en het subsidiepercentage hier te verhogen.Initiatieven in versteende wijken die binnen de "groene stad challenge" laag scoren op groen ("label F") worden ondersteund met maximaal 75% van de subsidiabele kosten. Dit in tegenstelling tot maximaal 50% bij initiatieven in andere wijken.

Initiatieven in versteende buurten hebben een grotere impact op de omgeving, het tegengaan van hittestress, het vergroten van de biodiversiteit en de gezondheid van inwoners. Versteende wijken kunnen gevonden worden door de kaart Groene stad te raadplegen. In de legenda staat aangegeven dat donkerpaarse gebieden "label F" hebben.

Artikel 2.7 Niet subsidiabele kosten   

Kosten voor speeltoestellen komen niet in aanmerking voor subsidie. Kosten voor speelaanleidingen wel. Speeltoestellen zijn toestellen en structuren, waarmee of waarop kinderen kunnen spelen volgens hun eigen spelregels of beweegredenen. Denk bijvoorbeeld aan een klimrek, glijbaan of wip. Speeltoestellen moeten worden gekeurd om te voldoen aan de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Een speelaanleiding is een object dat kinderen tot spelen uitnodigt. Denk bijvoorbeeld aan stapstenen, wilgentunnel, waterpomp of trappetjes van boomstammen. Een speelaanleiding hoeft niet gekeurd te worden.

Paragraaf 3 Initiatieven voor het groener, gezonder en klimaatbestendiger maken van de omgeving 

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten   

Initiatieven die onder deze categorie vallen (niet zijnde groene schoolpleinen) dienen minimaal bij te dragen aan twee van de drie hoofddoelen van biodiversiteit, gezondheid en klimaatadaptatie. In deze categorie wordt ruimte gecreëerd om initiatieven te stimuleren en mogelijk te maken in verschillende fasen (onderzoek, planvorming of uitvoering) en op verschillende schaalniveaus. Er is een grote diversiteit aan organisaties en activiteiten die kunnen bijdragen aan het realiseren van een klimaatbestendige, biodiverse en gezonde leefomgeving. Daarom geven we in het volgende deel een aantal voorbeelden van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen.

Onder a: Ingrepen in de fysieke leefomgeving (inclusief bijbehorende voorbereiding)

Hierbij gaat het om de uitvoering van fysieke maatregelen zoals de aanleg van groene beplanting. De inrichting van de openbare ruimte en natuurinclusief en klimaatbestendig bouwen valt hier ook onder. Onder bijbehorende voorbereiding verstaan we voorbereidingen die nodig zijn om een ingreep in de fysieke leefomgeving uit te voeren. Hieronder valt bijvoorbeeld het inhuren van een adviesbureau ter ondersteuning voor de uitvoering van een project, communicatie met de omgeving en andere belanghebbenden (participatie), begeleiding van klankbord- of gebruikersgroepen, het maken van een ontwerp of een schets, et cetera. Hieronder staat een lijst met voorbeelden die voldoen aan minstens twee van de drie hoofddoelen van klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving.

Welk soort projecten dragen bij aan twee van de drie hoofddoelen?

Met projecten die voldoen aan de twee hoofddoelen van klimaatadaptatie en biodiversiteit wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • tegels vervangen door groen met inheemse beplanting;

  • planten van (inheemse) bomen, zoals een voedselbos;

  • voorbereiding en uitvoering van een groene gevel of groene bermen met een hoogwaardige biodiversiteitsmix;

  • voorbereiding en uitvoering van andere maatregelen die als wateropvang en infiltratie dienen, zoals een regenwatersystem, wadi, regenwatervijver of infiltratiekratten. De beplanting draagt bij aan een hogere biodiversiteit in het gebied en de wateropvang biedt ruimte aan fauna.

Met projecten die voldoen aan de twee hoofddoelen van klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • aanleg van schaduwplekken met zitmogelijkheden, of wandel- en fietspaden;

  • aanleg van openbare klimaatadaptieve sportvelden, die bijvoorbeeld gebruikt worden voor het opvangen van hemelwater;

  • aanbrengen van schuin gepositioneerde buitenzonwering met een oppervlak van minimaal 50 vierkante meter.

Met projecten die bijvoorbeeld voldoen aan de twee hoofddoelen van biodiversiteit en gezonde leefomgeving wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • aanleg van biodivers groen met zitmogelijkheden;

  • aanleg van biodivers groen dat uitnodigt tot beweging, denk bijvoorbeeld aan wandel- en fietspaden, of speelplekken.

Met projecten die voldoen aan de alle drie hoofddoelen van biodiversiteit en gezonde leefomgeving en klimaatadaptatie wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • inhuur van derden voor ondersteuning van voorbereiding en uitvoering van natuurinclusieve en klimaatadaptieve buurten en bedrijventerreinen;

  • vergroening van parkeerplaatsen met (inheemse) bomen en struiken;

  • projecten die het vergroenen van de omgeving combineren met het versterken van de sociale cohesie;

  • projecten gericht op voorbereiding en/of uitvoering van werkzaamheden om te komen tot een groene, gezonde en klimaatbestendige wijk of buurt.

Onder b: De voorbereiding en aanleg van een biodivers groen dak

Bij groene daken kan een onderscheid gemaakt worden tussen extensieve en intensieve groene daken. Een intensief groen dak is een daktuin waarin beloopbare zones (zoals terrassen en paden) en groenzones gecombineerd worden. Een extensief groen dak is niet bedoeld om te bewandelen, maar biedt louter een begroeiing. Voor beide type daken kan een aanvraag ingediend worden, met als voorwaarde dat het onder andere voldoet aan twee van de drie hoofddoelen van de subsidieregeling van klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving.

Voor biodiversiteit voegt bijvoorbeeld een regulier sedumdak weinig waarde toe aan de biodiversiteit, hiervoor is bijvoorbeeld minimaal een sedumdak met kruidenmix noodzakelijk. Indien de dakconstructie het toelaat is het aan te raden hier voor kwalitatief hoogwaardige mix als bedekking te kiezen om te voldoen aan de voorwaarden.

Verder kan een sterke dakconstructie ervoor zorgen dat een groen dak ook als wateropvang kan dienen en tegelijkertijd het gebouw koel kan houden.

Plant- en zaaigoed

Ga het liefst terughoudend om met het inzaaien van plantenzaden. Idealiter vinden planten hun eigen weg naar een gebied en vestigen zich er dan op eigen kracht. Als snel een mooi resultaat nodig is, kan ervoor gekozen worden om planten in te zaaien. Let er bij het kiezen van zaaigoed (en planten) op of de soorten qua behoefte aan licht, vocht en grondsoort passen bij de locatie. Daarnaast zijn er nog een aantal aandachtspunten:

  • Kies voor zaden en planten die zijn opgekweekt uit planten met een regionale herkomst (die ook oorspronkelijk uit Nederland komen). Veel plantmateriaal wordt namelijk opgekweekt uit zaad dat geïmporteerd is uit Zuid- en Oost-Europa. Daarbij gaat het weliswaar om soorten waarvoor Nederland tot het natuurlijke verspreidingsgebied hoort (inheems), maar het importmateriaal heeft andere erfelijke eigenschappen. Zo kan het gebeuren dat de bloeitijden van die planten niet afgestemd zijn op de insecten die bij ons rondvliegen;

  • Kies voor gifvrije zaden en planten;

  • Zaai alleen in de bebouwde kom, niet in het buitengebied.

Deze website geeft meer informatie over inheemse soorten en het belang van streekeigen zaden: https://milieudefensie.nl/actueel/magazine/back-up-van-de-natuur

Op deze website staat een lijst van leveranciers voor inheems bloemenzaad: https://www.vlinderstichting.nl/help-mee/kom-in-actie/bloemenweide-aanleggen/bloemenzaden/

Wat wordt onder 'voorbereiding' verstaan?

Onder voorbereiding wordt de voorfase van een project en/of ontwerp verstaan zoals de verkenning, ontwerp, overleg met de omgeving en belanghebbenden (participatie), et cetera. Een subsidieaanvraag voor de aanleg van een biodivers groen dak, kan gecombineerd worden met voorbereidende werkzaamheden bestaande uit het versterken van de dakconstructie voor het biodiverse groene dak.

Onder c: Stimuleren van gedragsverandering of het bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners en/of bedrijven, ondernemers of maatschappelijke organisaties.

Hierbij gaat het om een beweging op gang te brengen bij partijen en bewonerscollectieven van bewustwording en gedragsverandering. Voorbeelden die onder deze activiteiten vallen zijn:

  • het ontwikkelen van een bewustwordings- of communicatiecampagne;

  • de organisatie van een tentoonstelling over groene en blauwe maatregelen in een stad;

  • de organisatie van evenementen, bijeenkomsten, participatietrajecten, presentaties. Denk ook aan het starten van een buurtinitiatief voor de vergroening van een buurt door aanleg geveltuinen of boomspiegels, een gezamenlijk buurttuin, "adopteren" vanbermen of perkjes et cetera;

  • het ontwikkelen van lesmateriaal voor scholen voor meer bewustwording van biodiversiteit, gezonde leefomgeving en klimaatadaptatie.

Onder d: Onderzoeken, ontwikkelen of opschalen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving

Hieronder vallen onder andere activiteiten, omgevingsanalyses, locatiestudies, haalbaarheidsstudies en financiële analyses voor innovatieve maatregelen, pilot- en/of uitvoeringsprojecten die hieruit voortvloeien, et cetera.

Een voorbeeld is: onderzoek naar of aanleg van innovatieve klimaatbestendige planten in het stedelijk gebied die aan de biodiversiteit bijdragen.

Artikel 3.3 Doelgroep

Zie toelichting bij artikel 2.3.

Artikel 3.4 Hoogte subsidie

Zie toelichting bij artikel 2.6.

Artikel 3.8 Verplichtingen

Met open acces wordt bedoeld het beschikbaar stellen van de gegevens zoals beschreven onder het beleid van NWO https://www.nwo.nl/open-access-publiceren