Bibob beleid Oldenzaal 2024

Geldend van 01-03-2024 t/m heden

Intitulé

Bibob beleid Oldenzaal 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal en de burgemeester van de gemeente Oldenzaal, ieder voor zover het zijn of haar bevoegdheden betreft,

gelet op:

  • artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 5, derde lid, artikel 5a, artikel 6, tweede lid, artikel 7, tweede lid, van de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

overwegende dat:

  • dat de gemeente Oldenzaal graag zaken wil doen met integere partijen. De Wet Bibob is hierbij een instrument om de integriteit van het bestuur te waarborgen. Het doel van deze wet is het voorkomen dat de gemeente strafbare activiteiten faciliteert. Dit gebeurt door een Bibob-onderzoek uit te voeren. Kern van het Bibob-onderzoek is het onderzoek naar de betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties van de betrokkene(n);

  • dat de Wet Bibob de gemeente Oldenzaal beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

besluiten

vast te stellen “Bibob beleid Oldenzaal 2024”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

  • 1. De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn overeenkomstig van toepassing op deze beleidsregels, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

    • b.

      beschermd wonen: beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

    • c.

      bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

    • d.

      (pre) Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak in hoeverre sprake is van een integriteitsrisico.

    • e.

      Bureau: Landelijk Bureau Bibob (LBB).

    • f.

      crowdfunding: het vergaren van financiële middelen via een netwerk van mensen.

    • g.

      evenement: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

    • h.

      integriteitsclausule: een beding in een (intentie)overeenkomst waarin een voorbehoud wordt gemaakt dat het Bureau om advies kan worden gevraagd en dat, wanneer zich één van de situaties als bedoeld in artikel 9, derde lid, Wet Bibob voordoet, van de vastgoedtransactie kan worden afgezien zonder enige vorm van schadevergoeding of andere compensatie van kosten.

    • i.

      rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Oldenzaal.

    • j.

      RIEC: het Regionaal Informatie en Expertise Centrum.

    • k.

      snippergroen: het uitbreiden van een privaat eigendom, ten koste van openbaar groen of openbare verharding.

    • l.

      tijdelijke verhuur: verhuur van gemeentelijk onroerend goed.

    • m.

      vastgoedtransactie: overeenkomst of een andere rechtshandeling voor een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o, van de Wet Bibob.

    • n.

      Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 1.2 Risicocategorieën

  • a.

    Afvalverwerkingsbranche

  • b.

    Asbestsaneringsbranche

  • c.

    Autobranche

  • d.

    Drugsbranche

  • e.

    Energiebranche

  • f.

    Evenementenbranche

  • g.

    Grondverzet-en saneringsbranche

  • h.

    Horecabranche

  • i.

    Kamerverhuurbranche

  • j.

    Kansspelbranche

  • k.

    Kappersbranche

  • l.

    Opslag- en verhuurbranche

  • m.

    Personenvervoer o.a. taxibranche

  • n.

    Prostitutiebranche

  • o.

    Recreatiebranche

  • p.

    Recyclingbranche

  • q.

    Religieuze instellingen

  • r.

    Schoonheidsverzorgingsbranche

  • s.

    Sloopbranche

  • t.

    Telecombranche

  • u.

    Transportbranche

  • v.

    Vuurwerkbranche

  • w.

    Zorgbranche

Artikel 1.3 Afwijken beleid

Dit beleid laat onverlet dat al dan niet in afwijking van de hierna volgende bepalingen tot het uitvoeren van een (pre)Bibob toets kan worden besloten als de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

Hoofdstuk 2 Beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik

Voordat er besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking moet het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren, voor zover de aanvraag ziet op:

  • a.

    artikel 3 van de Alcoholwet;

  • b.

    een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5.1 Omgevingswet als zij vallen onder één van de onderstaande gevallen:

    • -

      een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 500.000 (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de vigerende Legesverordening;

    • -

      een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevings-vergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000 (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in artikel 1.2. van deze beleidsregel;

    • -

      een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevings-vergunning bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn € 50.000 (excl. btw) en waarbij het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied zoals bepaald in bijlage 1 van de beleidsregel;

    • -

      in het geval dat een aanvrager in het tijdvak van twee jaar, gerekend vanaf de ontvangstdatum van de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000 maar minder dan € 500.000 (exclusief btw) bedragen, kan vanaf de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden;

    • -

      als de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën;

    • -

      als er aanwijzingen of vermoedens zijn dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften;

    • -

      als ingevolge artikel 5.1 Omgevingswet de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder;

    • -

      als de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer in artikel 1.2 genoemde risicocategorieën valt.

  • c.

    artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening, evenementen met een risicoprofiel B of C;

  • d.

    artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning);

  • e.

    artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening (exploiteren speelgelegenheid);

  • f.

    artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening (exploiteren seksbedrijf).

Artikel 2.2

  • 1. Naast de in artikel 2.1 aangeduide gevallen gaat het bestuursorgaan bij een aanvraag voor de in artikel 2.1 genoemde beschikkingen ook tot een Bibob-toets over als er:

    • a.

      vanuit eigen informatie;

    • b.

      ambtelijke informatie verkregen van een andere gemeente (tipfunctie gemeenten);

    • c.

      vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC;

    • d.

      vanuit het openbaar ministerie verkregen informatie op basis van artikel 11 juncto 26 van de wet;

    duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2. Een Bibob-toets wordt uitgevoerd als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.

Artikel 2.3 Uitzonderingen

Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen kan toepassing van artikel 2.1 achterwege laten voor zover de betrokkene:

  • a.

    een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    een woningcorporatie is op basis van artikel 19 van de Woningwet.

Hoofdstuk 3 Subsidies

Artikel 3.1 Toepassingsbereik

Voordat besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking kan het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren, voor zover de aanvraag ziet op:

  • a.

    artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal;

  • b.

    een subsidie voor beschermd wonen.

Hoofdstuk 4 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 4.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1. Voordat wordt besloten over het aangaan van een vastgoedtransactie moet de rechtspersoon met een overheidstaak een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren.

  • 2. Als advies is ingewonnen bij het Bureau neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen beslissing over het aangaan van de vastgoedtransactie totdat het advies van het Bureau is afgerond.

  • 3. Het besluit tot het uitvoeren van de Bibob-toets kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:

    • a.

      eigen ambtelijke informatie;

    • b.

      ambtelijke informatie verkregen van een ander bestuursorgaan (tipfunctie gemeenten);

    • c.

      informatie verkregen van het Bureau;

    • d.

      informatie verkregen vanuit het openbaar ministerie op basis van artikel 26 van de wet (OM-tip);

    • e.

      informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

Artikel 4.2 Uitzonderingen

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de betrokkene:

    • a.

      een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      een woningcorporatie is op basis van artikel 19 van de Woningwet.

  • 2. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op het vervreemden van:

    • a.

      snippergroen;

    • b.

      gronden met een woonbestemming aan natuurlijke personen, tenzij de gronduitgifte meer dan € 500.000 exclusief btw is.

  • 3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan het toepassen van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op tijdelijke verhuur van onroerend goed.

Artikel 4.3 Toepassingsbereik bij aanbestedingen

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan de Bibob-toets over een gegadigde of onderaan-nemer in de zin van de wet al uitvoeren bij overheidsopdrachten die vallen binnen de sectoren milieu, informatie-communicatie-technologie (ICT) of bouw en die, volgens het inkoop en aanbestedingsbeleid van de gemeente Oldenzaal, voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen openbaar kunnen worden aanbesteed.

  • 2. Een besluit tot het uitvoeren van een Bibob-toets vindt ook plaats op basis van:

    • a.

      eigen ambtelijke informatie;

    • b.

      ambtelijke informatie verkregen van een andere gemeente (tipfunctie gemeenten);

    • c.

      informatie verkregen van het Bureau;

    • d.

      informatie verkregen vanuit het openbaar ministerie op basis van artikel 26 van de wet (OM-tip);

    • e.

      informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

Artikel 4.4 Integriteitsclausule

Een integriteitsclausule maakt onderdeel uit van de overeenkomst.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Intrekking Bibob beleidsregel 2022

De beleidsregel Bibob Oldenzaal 2022 wordt ingetrokken.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

De beleidsregel Bibob Oldenzaal 2024 treedt in werking op 1 maart 2024 en wordt bekend gemaakt op www.overheid.nl.

Artikel 5.3 Overgangsbepaling

De bepalingen van het Bibob beleid Oldenzaal 2024 zijn niet van toepassing op de aanvraag van een beschikking die voor het inwerkingtreden van dit beleid is ingediend, onderscheidenlijk de vastgoed-transactie of onderhandeling waarmee voor het inwerkingtreden van het Bibob beleid een aanvang is gemaakt.

Artikel 5.4 Citeertitel

Het Bibob beleid wordt aangehaald als: ‘Bibob beleid Oldenzaal 2024’.

Ondertekening

Vastgesteld op 13 februari 2024

Ieder voor zover het zijn of haar bevoegdheid betreft:

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal,

de gemeentesecretaris

de burgemeester

P.G Welman

burgemeester

Bijlage 1: Risicogebieden

De gemeente Oldenzaal kan bepaalde gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een Bibob-onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking, een verleende vergunning of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.