Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Geldend van 15-02-2024 t/m 18-06-2024

Intitulé

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg in hun vergadering van 30 januari 2024 het volgende besluit vast:

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Gelet op artikel 1.2 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van Hoofstuk 2 van de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg, hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg “Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg" onder volgende nadere regels open te stellen:

  • I.

    Het subsidieplafond Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor landbouwers bedraagt € 2.672.320,00. Dit bedrag bestaat voor 43% uit middelen vanuit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en 57% uit provinciale middelen.

  • II.

    Het subsidieplafond Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers bedraagt € 1.094.765,00. Dit bedrag bestaat voor 100% uit middelen vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

  • III.

    Aanvragen voor subsidie kunnen uitsluitend digitaal worden ingediend binnen één van beide subsidieplafonds vanaf donderdag 15 februari 2024 vanaf 9.00 uur tot-en-met donderdag 25 april 2024 tot 17:00 uur. Een subsidieaanvraag dient te worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement via het daartoe bestemde webportal. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

  • IV.

    ln de BIJLAGE zijn de nadere regels opgenomen die voor dit Openstellingsbesluit gelden.

  • V.

    Dit Openstellingsbesluit wordt in onderstaande nadere regels aangehaald als “Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg”.

  • VI.

    Dit Openstellingsbesluit treedt in werking op 15 februari 2024 tot einde GLB-NSP periode.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Jonge landbouwer is, conform artikel 2.1.1 van de Verordening, iemand die:

    • a.

      jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      bedrijfshoofd is op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, wat betekent dat hij/zij:

      • i.

        als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf uitoefent in eigen naam;

      • ii.

        mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering, en;

      • iii.

        als natuurlijk persoon langdurige blokkerende zeggenschap heeft als bestuurder van een rechtspersoon, beherende vennoot, maat in de maatschap of als bestuurder van een vereniging of stichting, en;

      • iv.

        een landbouwdiploma of bewijs van vakbekwaamheid heeft, bestaande uit:

        • een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of

        • een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.

      • -

        van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is sprake als de jonge landbouwer ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan € 25.000,00;

      • -

        van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is géén sprake als:

        • de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is;

          óf

        • de door alle maten of vennoten ondertekende schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden gewijzigd of opgezegd.

  • 2.

    Agroforestry: Agroforestry verwijst naar landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt. Er vindt daarmee een ecologische en economische wisselwerking plaats tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen. In Nederland vallen ook voedselbossen onder de definitie van agroforestry. Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).

  • 3.

    Kleinschalige windmolens: kleinschalige windmolens zijn turbines met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW die windenergie omzetten in elektriciteit door middel van een generator ten behoeve van gebruik op het eigen bedrijf.

  • 4.

    Landbouwer: een natuurlijke of rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen die landbouwproducten produceert als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijlage I, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd of die landbouwareaal in een staat houdt die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines;

  • 5.

    Landbouwbedrijf: alle bij de KVK ingeschreven eenheden op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten (als bedoeld in bijlage 1 VWEU) worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd.

  • 6.

    NSP: Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027.

  • 7.

    Regelbare drainage: Bij regelbare drainage wordt overtollig, ondiep grondwater niet meteen afgevoerd maar langer vastgehouden in de bodem. Door de ontwateringsbasis in hoogte te variëren kan de intensiteit van de drainage worden ingesteld.

  • 8.

    Verordening: Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg.

  • 9.

    Zelfrijdende werktuigen: volledig zelfrijdende of autonome werktuigen zijn werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving. Dit voertuig is dan voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.

  • 10.

    Stimulus Programmamanagement: uitvoeringsorganisatie en onderdeel van de Provincie Noord-Brabant, gemandateerd door de Provincie Limburg om deze openstelling uit te voeren.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan (conform artikel 1.5, sub c van de Verordening) worden verstrekt voor productieve investeringen groen-blauw of dierenwelzijn die geplaatst en/of gebruikt worden in de provincie Limburg.

  • 2. Als uitwerking van artikel 2.2.2 van de Verordening wordt alleen subsidie verstrekt voor productieve investeringen genoemd in Bijlage A bij dit Openstellingbesluit en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteiten.

Artikel 3 Aanvrager

  • 1. In afwijking van artikel 2.2.3 van de Verordening wordt subsidie alleen verstrekt aan individuele landbouwers en komt een samenwerkingsverband van landbouwers niet voor een subsidie in aanmerking.

  • 2. Per landbouwer óf jonge landbouwer kan op grond van dit Openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd en verstrekt binnen één sub-investeringscategorie zoals opgenomen in de investeringslijst uit Bijlage A.

  • 3. Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers respectievelijk eenheden bestaat wordt in het kader van dit Openstellingsbesluit slechts één keer subsidie verstrekt aan het landbouwbedrijf als geheel ongeacht het aantal individuele eenheden waaruit dit landbouwbedrijf bestaat.

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.6 van de Verordening geldt:

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Stimulus Programma-management via het daartoe bestemde webportal.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.6 derde lid van de Verordening bevat de aanvraag geen projectplan.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. In overeenstemming met artikel 2.2.5 van de Verordening wordt (conform artikel 1.8 sub e, van de Verordening) alleen subsidie verstrekt voor andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

  • 2. Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze zijn opgenomen in Bijlage A (investeringslijst), welke integraal deel uitmaakt van dit Openstellingsbesluit.

  • 3. Bijhorende installatiekosten zijn enkel subsidiabel indien vermeld in Bijlage A (investeringslijst).

Artikel 6 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.10 van de Verordening komen volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    abonnementen op software updates en servicecontracten;

  • b.

    apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensortechniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones.

Artikel 7 Subsidiehoogte

Onverminderd artikel 1.2 en 2.2.7 van de Verordening geldt:

  • a.

    De subsidie bedraagt 40% van de totale subsidiabele kosten voor landbouwers.

  • b.

    De subsidie bedraagt 55% van de totale subsidiabele kosten voor jonge landbouwers.

  • c.

    De maximale hoogte van de subsidie bedraagt € 50.000,00 per project en per aanvrager.

  • d.

    Er wordt géén subsidie verstrekt indien de te verstrekken subsidie lager is dan € 10.000,00.

Artikel 8 Subsidiearrangement

Onder toepassing van artikel 1.7, vijfde lid van de Verordening zijn de regels inzake een subsidie als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid onder b van de Verordening, van toepassing op een subsidie als bedoeld in artikel 1.7 het eerste lid, onder a van de Verordening.

Artikel 9 Rangschikking & Selectie

  • 1. De aanvraag om subsidie kan maximaal betrekking hebben op investeringen binnen één sub-categorie zoals opgenomen in de investeringslijst in Bijlage A bij dit Openstellingsbesluit.

  • 2. Voor de rangschikking en de verdeling van de subsidieplafonds als bedoeld in artikel 1.12 eerste lid, sub c en artikel 2.2.8 van de Verordening worden de scores van de investeringslijst in Bijlage A gehanteerd.

  • 3. In overeenstemming met artikel 2.2.8, derde lid krijgen landbouwers alsook jonge landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers en jonge landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw één extra punt toegekend.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.20, tweede lid, van de Verordening is de subsidieontvanger gehouden de aanvraag tot subsidievaststelling binnen één jaar na verzenddatum van subsidieverlening in te dienen.

  • 2.

    De subsidieontvanger toont aan dat de verplichting, genoemd in artikel 1.20, vierde lid, onder b, is voldaan door middel van een foto van de gerealiseerde investering.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.17 van de Verordening worden géén voorschotten verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.18 van de Verordening worden géén deelbetalingen verstrekt.

Artikel 11 Wijzigingsverzoeken

In aanvulling op artikel 1.22 van de Verordening wordt:

  • a.

    de termijn voor het aanvragen van de vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, hoogstens één keer met maximaal één jaar verlengd;

  • b.

    een verzoek om een wijziging van de investering toe te staan binnen een betreffende sub-investeringscategorie hoogstens één keer gehonoreerd;

  • c.

    een verzoek om een wijziging van de investering naar een andere sub-investeringscategorie niet gehonoreerd.

Artikel 12 Publicatie en inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van 15 februari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2: Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

de secretaris,

dhr. D. Timmer

TOELICHTING

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2: Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

IALGEMEEN DEEL

Kader

Met het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB) werkt Nederland aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland. De landen van de Europese Unie maken samen het GLB. De lidstaten mogen hieraan, binnen de kaders van het beleid, een eigen invulling geven. Voor Nederland is dit eigen beleid gezamenlijk opgesteld door het Rijk, de Provincies en de Unie van Waterschappen, het zogenaamde Nationaal Strategisch Plan (NSP). Van 2023 tot en met 2027 worden hier middelen beschikbaar gesteld voor initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van het GLB-NSP.

Het GLB-NSP omvat subsidies en instrumenten voor boeren en actoren op het platteland waarmee zij kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Doelstellingen hebben betrekking op het creëren van een veerkrachtige landbouw, de ontwikkeling van plattelandsgebieden, kennis en innovaties en het creëren van betere condities op vlak van milieu, biodiversiteit en klimaat.

De concrete doelstellingen verschillen per interventie. Het GLB-NSP benoemt in haar totaliteit 4 hoofddoelstellingen met subdoelstellingen.

  • 1.

    Een slimme en veerkrachtige landbouw:

    • -

      een leefbaar landbouwinkomen en voedselzekerheid;

    • -

      concurrentievermogen;

    • -

      verbetering van de positie van boeren in de waardeketen.

  • 2.

    Milieu, biodiversiteit en klimaat:

    • -

      het mitigeren van, en aanpassen aan, klimaatverandering en het stimuleren van duurzame energie;

    • -

      efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht;

    • -

      bescherming van biodiversiteit.

  • 3.

    Brede plattelandsontwikkeling:

    • -

      stimuleren van Jonge landbouwers;

    • -

      ontwikkeling in plattelandsgebieden;

    • -

      voldoen aan maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, tegengaan van voedselverspilling en verbetering van dierenwelzijn.

  • 5.

    Kennis, innovatie en netwerk (samenwerking).

De Provincie Limburg heeft voor de uitvoering van het GLB-NSP de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg opgesteld. Deze verordening omvat tien verschillende interventies of subsidiemogelijkheden. De doelgroep en categorie aanvragers kunnen per interventie verschillen. De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.

Met voorliggende Openstelling 2024 “Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn” wil de Provincie Limburg landbouwers en jonge landbouwers stimuleren om te investeren in het verduurzamen van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers hun bedrijf kunnen verduurzamen. Dit door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn.

Op bijgevoegde investeringslijst (Bijlage A) zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investering is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering, effectiviteit en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen bijbehorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), namelijk:

  • -

    Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie (SO1).

  • -

    Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering (SO2).

  • -

    Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen (SO4).

  • -

    Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen (SO5).

  • -

    Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen (SO6).

  • -

    Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie (SO9).

Verordening

Dit openstellingbesluit betreft een nadere uitwerking van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provinice Limburg. Voor zaken die niet specifiek benoemd zijn in dit Openstellingsbesluit zijn de bepalingen uit deze Verordening onverkort van toepassing. Naast relevante bepalingen uit het algemene hoofdstuk 1, zoals bijvoorbeeld artikel 1.14 dat ziet op de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten op een subsidieaanvraag beslissen, gaat het daarbij met name om de bepalingen uit paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn uit hoofdstuk 2 Interventies.

Bijvoorbeeld artikel 1.14 (beslistermijn) van de Verordening is onverkort van toepassing al wordt dit in dit openstellingsbesluit niet herhaald.

Investeringslijst (Bijlage A )

De investeringen op de investeringslijst zijn opgesteld in samenwerking met provincies en het ministerie van LNV. De Provincie Limburg heeft, na overleg met de praktijk, voorstellen tot aanpassingen en aanvullingen op de initiële investeringslijst gedaan. Vervolgens zijn alle investeringen door de WUR (Wageningen University & Research) getoetst op effectiviteit, efficiëntie en de bijdrage aan de doelen vanuit het GLB-NSP. Investeringen die niet voldoende hoog scoorden, of waarvan de score niet eenduidig kon worden vastgesteld, zijn van de lijst afgevallen. Uiteindelijk is er een investeringslijst overgebleven die door alle provincies als basis gebruikt kan worden. Afhankelijk van het betreffende provinciale beleid kunnen er investeringen uit deze basislijst weggelaten worden. In het kader van het Limburgse vigerende landbouwbeleid is bijhorende investeringslijst (Bijlage A) tot stand gekomen, bestaande uit 5 hoofdcategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën. Binnen de hoofdcategorie A bestaan vijf subcategorieën (A1 t/m A5), binnen de hoofdcategorie B bestaan zes subcategorieën (B1 t/m B6), binnen hoofdcategorie C bestaan vier subcategorieën (C1 t/m C4), binnen hoofdcategorie D bestaan twaalf subcategorieën (D1 t/m D12) en binnen hoofdcategorie E bestaan drie subcategorieën (E1 t/m E3).

Meer informatie

Meer informatie over de subsidiemogelijkheden, de voorwaarden en relevante informatie en tips vindt u op de website https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/subsidieregelingen-0/@8932/verordening-europese-landbouwsubsidies-0/ of op de website van Stimulus Programmamanagement, https://www.stimulus.nl/glb-23-27/

Samenvatting:

  • ▪︎

    Minimaal subsidiebedrag per aanvraag € 10.000,00.

  • ▪︎

    Maximaal kan € 50.000,00 subsidie worden aangevraagd.

  • ▪︎

    Subsidiepercentage landbouwer = 40%.

  • ▪︎

    Investeringsaanvragen voor landbouwers dienen daarmee minimaal € 25.000,00 te bedragen.

  • ▪︎

    Subsidiepercentage jonge landbouwer = 55%.

  • ▪︎

    Investeringsaanvragen voor jonge landbouwers dienen daarmee minimaal € 18.182,00 te bedragen.

  • ▪︎

    Totaal beschikbare subsidie voor deze openstelling = € 3.767.084,00.

  • ▪︎

    Voor landbouwers is er een plafond van € 2.672.319,00 beschikbaar.

  • ▪︎

    Voor jonge landbouwers betreft het plafond € 1.094.765,00.

  • ▪︎

    Een landbouwer óf een jonge landbouwer kan in totaal één subsidieaanvraag doen binnen één sub-investeringscategorie.

  • ▪︎

    Mogelijkheid tot indienen van een aanvraag van donderdag 15 februari 2024 (vanaf 9:00 uur) tot en met donderdag 25 april 2024 (tot 17:00 uur).

IIARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Toelichting artikel 1 (begripsomschrijving)

Stimulus Programmamanagement: instantie die de Verordening en deze openstelling namens Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg uitvoert. Stimulus programmamanagement is door de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de provinciale GLB-subsidies. Het aanvragen van subsidies vanuit deze provincies gaat via Stimulus Programmamanagement. Meer informatie hierover en alle subsidie technische informatie is te vinden op de website stimulus.nl.

Toelichting artikel 2 (subsidiabele activiteiten)

Voorliggende Openstelling heeft als doel land- en tuinbouwers in de transitie naar een duurzame toekomstbestendige toekomst te stimuleren om te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. Deze subsidie is derhalve bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te faciliteren, zodat landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid kunnen versterken en zo bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit.

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet in aanmerking voor subsidie.

Gedeputeerde Staten hebben een lijst vastgesteld met relevante innovatieve en duurzame fysieke investeringen (Bijlage A). De investeringen zijn onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën:

  • 1.

    Water.

  • 2.

    Biodiversiteit en Biologische bestrijding.

  • 3.

    Energie en Klimaat.

  • 4.

    Veehouderij.

  • 5.

    Precisielandbouw.

Toelichting artikel 3 (aanvrager)

De aanvrager dient te voldoen aan de definitie zoals vermeld in artikel 1.1, sub i van de Verordening.

Een jonge landbouw dient tevens aan de voorwaarden te voldoen zoals gesteld in artikel 1, eerste lid van voorliggende openstelling. Bij twijfel over deze voorwaarden wordt geadviseerd contact op te nemen met Stimulus Programmamanagement aangezien er maar binnen één plafond een aanvraag kan worden ingediend. Dient u een aanvraag in als jonge landbouwer, maar blijkt u niet aan de voorwaarden voor een jonge landbouwer te voldoen, zal uw aanvraag afgewezen worden.

De investeringslijst (Bijlage A) bestaat uit 5 hoofd-investeringscategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën: A1 t/m A7, B1 t/m B7, C1 t/m C4, D1 t/m D12 en E1 t/m E3.

Een aanvrager (landbouwer óf jonge landbouwer) kan maar één aanvraag indienen. Deze aanvraag dient betrekking te hebben op investeringen uit één sub-categorie. Wanneer meerdere aanvragen ingediend worden wordt de eerst ingediende aanvraag (qua datum en tijdstip) in behandeling genomen, en de tweede of daarop nog volgende aanvraag wordt afgewezen.

Toelichting artikel 4 (aanvraag)

De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend via een webportal dat bereikbaar is via de website Stimulus Programmamanagement. Een projectplan is niet nodig aangezien het een eenmalige specifieke investering betreft op het landbouwbedrijf, die primair gericht is op vergroting of versteviging van het verdienvermogen van de ondernemer en waarbij tevens het gebruik c.q. de inzet bijdraagt aan gestelde NSP/GLB doelstellingen middels de aan de betreffende investering gebonden score. Overige verplichte informatie (o.a. begroting, vergunningen, certificaten en relevante bewijsstukken) worden via de digitale portal opgevraagd/aangeleverd.

Toelichting artikel 5 (subsidiabele kosten)

Er wordt enkel subsidie verstrekt voor nieuwe machines en installaties c.q. de investeringen zoals vermeld in bijgaande Investeringslijst (Bijlage A). Niet voor tweedehands machines en installaties en/of vervangingsinvestering. Investeringen ter verbetering of verduurzaming van een oude machine of installatie vallen niet onder vervangingsinvesteringen en zijn wel subsidiabel. Bijhorende installatiekosten zijn enkel subsidiabel als dit expliciet vermeld staat in Bijlage A bij betreffende investering.

Kosten zijn enkel subsidiabel als zij zijn gemaakt nádat de subsidieaanvraag is ingediend. De opdracht aan de leverancier van de investering mag (dus) pas verstrekt worden nadat de subsidie is aangevraagd.

Kosten die vóór de aanvraag zijn gemaakt, komen niet voor subsidie in aanmerking. Uitdrukkelijk zij vermeld dat het ondertekenen van een offerte - voor de datum van indiening van de aanvraag uitgelegd wordt als start met de uitvoering van de activiteit.

De ervaring wijst uit dat veel initiatiefnemers met de start van hun project wachten totdat de beschikking ontvangen is. Dat hoeft niet. Kosten zijn subsidiabel vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend. De beschikking geeft echter pas zekerheid over de subsidiabiliteit van de kosten. Kosten maken na het indienen van de aanvraag en voor ontvangst van de beschikking betekent dus een zeker risico nemen.

Toelichting artikel 6 (niet-subsidiable kosten)

Kosten voor abonnementen op software updates en servicecontracten komen niet voor subsidie in aanmerking. Ook kosten van apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones zijn niet subsidiabel.

Toelichting artikel 7 (subsidiehoogte)

Het maximale subsidiebedrag bedraagt voor alle categorieën € 50.000,00 en het minimum (€ 10.000,00). Gezien het subsidie-percentage van 40% als de aanvrager een landbouwer is, dient de totale Investering minimaal € 25.000,00 te bedragen. In geval de aanvrager een jonge landbouwer is geldt een subsidiepercentage van 55% en dan zal de investeringsaanvraag totaal € 18.182,00 moeten zijn.

Toelichting artikel 8 (subsidiearrangement)

In deze opstelling worden subsidies verstrekt op basis van arrangement 2 waar het gaat om subsidiebedragen van € 25.000,00 tot maximaal voor deze openstelling € 50.000,00.

Voor subsidieaanvragen van € 10.000,00 (minimum in deze openstelling) tot een subsidiebedrag van € 25.000,00 worden dezelfde regels gehanteerd.

Toelichting artikel 9 (rangschikking)

Deze subsidieverlening verloopt via een tendersysteem. Dat wil zeggen dat gedurende een beperkte periode (15 februari 2024 t/m 25 april 2024) subsidieaanvragen kunnen worden ingediend ófwel binnen het subsidieplafond van landbouwers óf bij het subsidieplafond voor de jonge landbouwers. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle informatie (inclusief alle verplichte alsmede van toepassing zijnde bijlagen) die bij de aanvraag horen ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag niet meer mogelijk.

De aanvragen die tijdig binnen zijn worden eerst getoetst op ontvankelijk- en compleetheid. Alle ontvankelijke complete aanvragen worden gerangschikt op volgorde van de score van de investeringslijst (zie Bijlage A) beginnend bij de aanvraag met de hoogste score.

De gehanteerde score per investering is door deskundigen bepaald op basis van de mate waarin de betreffende investering bijdraagt aan innovatie, modernisering, effectiviteit en efficiëntie. Per investering is tevens rekening gehouden met in hoeverre deze bijdraagt aan gestelde hoofd- en subdoelstellingen van het GLB/NSP.

Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden. De aanvragen met de hoogste scores worden als eerste gehonoreerd. Rangschikking op basis van loting door een notaris vindt plaats in geval van twee of meer aanvragen een gelijke score hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat het betreffende subsidieplafond (deels) bereikt is.

Toelichting artikel 10 (verplichtingen)

In de subsidieverleningsbeschikking wordt de termijn vermeld wanneer het verzoek tot vaststelling ingediend moet zijn. Dit betreft binnen één jaar na verzenddatum van de subsidieverlening. Het is raadzaam om bij de (door-) looptijd tijd in te calculeren om benodigde rapportages en (financiële) stukken t.b.v. het verzoek om vaststelling te verzamelen om tijdig in te kunnen dienen.

Het is niet nodig tussentijds inhoudelijke verslagen in te dienen omtrent de voortgang. Er worden géén voorschotten alsook géén deelbetalingen verstrekt. Bij verzoek om vaststelling wordt wel een inhoudelijk alsmede een financieel eindverslag verwacht.

Toelichting artikel 11 (wijzigingsverzoeken)

Er kan maximaal één keer een termijnverlenging van maximaal één jaar aangevraagd worden. Het verzoek om verlenging dient met redenen onderbouwd te worden. Ook kan er maximaal één keer verzocht worden om binnen de betreffende sub-investeringscategorie (A, B, C, D of E) de investeringen aan te passen. Deze aanpassing dient nader toegelicht te worden.

Bijlage A Investeringslijst 2024 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

A Water

Subcategorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

A1

Materieel voor bewerking van percelen gericht op vermindering perceelafspoeling

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Drempelmachine voor ruggenteelten

  • Wafeltjesmachine

18

A2

Waterbesparende precisieberegening en irrigatie

Omschrijving

Investeringen in gerichte beregenings- en bevloeiingssystemen die resulteren in een reductie van het watergebruik voor het geïrrigeerde areaal.

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Dripirrigatie/druppelslangen, inclusief besturing voor beregening/irrigatie en fertigatiesystemen

  • Aanschaf vlaksproeiers (alleen in combinatie met beregeningsbomen)

  • Aanschaf beregeningsboom

  • RWS (Root Watering System)

  • Sub-surface druppelirrigatie

  • Flippers en vernevelaars

  • Laagvolume sproeier ten behoeve van nachtvorstbestrijding

  • Elektrische aansturing van deze beregeningsbevloeiingsapparatuur

  • Debietmeter voor pomp + telemetrie ten behoeve van het gebruik van bovenstaande investeringen

  • Software voor alle soorten sensor-gestuurde irrigatie, in combinatie met bovenstaande investeringen

Niet subsidiabel

  • Reguliere beregeningshaspels, inclusief slang

  • Pompen

  • Aggregaat

  • Sproeibomen voor gewasbescherming

  • Reservoir voor opslag van beregeningswater/bevloeiingswater

18

A3

Waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg/installatie van:

  • Overdekte of onoverdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag en zuivering of verdamping van waswater.

  • Een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem of de aanschaf van zuiveringssystemen die werken op basis van ozon of UV voor het zuiveren van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Systemen voor de verdamping van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Aanleg en inrichting van een erf waarbij erfwater wordt opgevangen voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen voor een gesloten erf voor gewasbeschermingsmiddelen.

  • Kistenwasser, inclusief opvang restwater voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen.

  • Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem, inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer

  • Aanvullende erf-en zuiveringsvoorzieningen voor de bollenteelt met spoelwater

  • Helofytenfilter voor het zuiveren afspoelend water van het erf of voor gebruik in de erfsloot

  • Opvang- en afvoersysteem van perssappen onder sleufsilo’s

Niet subsidiabel

  • Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen

  • Overkapping voor een voederopslag

  • Overkapping voor een mestopslag

  • Kosten voor herinrichting van het erf

  • Erfverharding welke niet noodzakelijk is voor bovenstaande investeringen

  • Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering

  • Kuilplaten

  • Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater.

16

A4

Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Waterbassins en silo’s ten behoeve van hemelwateropvang inclusief bijbehorende pijpleidingen en voorzieningen ten behoeve van de opvang van hemelwater van daken.

  • Bijbehorende installatiekosten, hekwerk, taludbescherming, graafwerk en de aanleg van een opvangput voor hemelwater dat gebruikt wordt voor het verdund uitrijden van mest.

17

A5

EC meters en monitoringssensoren

Omschrijving:

Beslissingsondersteunende modellen, sensoren en systemen voor:

  • Weersextremen

  • Gewasbescherming

  • Bemesting

  • Oogstraming

Subsidiabel:

Aanschaf en aanleg van:

  • EC meters en monitoringssystemen voor het bepalen van vocht-, zuur- en zoutgehalte

  • Continuemeters

  • Grondwatermeters

  • Oppervlaktewatermeters bij beregening uit oppervlaktewaters

  • Penetrometers

  • PH meters

  • Vochtsensoren

  • Monitoringssensoren voor nitraat en fosfaat voor zowel bodem als oppervlaktewater

18

B Biodiversiteit en biologische bestrijding

Sub-

categorie

Investering

Wel/niet subdiabel

Punten

B1

Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Autonome en Semi-autonome systemen die ziekten/plagen/onkruiden herkennen en op duurzame wijze bestrijden in het veld

    • Thermisch

    • Mechanisch

    • Laser

    • Elektrisch

  • Systemen ten behoeve van niet-chemische bestrijding van schadelijke insecten

Niet subsidiabel

  • Sorteermachines

17

B2

Strokenteelt en vaste rijpaden

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Zaaimachines voor inzaaien voor "ondergewassen" zoals gras bij mais

  • Strokenfrees of strokenploeg

  • Zaai- en oogstmachines of andere aangepaste machines voor gewasmanagement, zoals onkruidbestrijding

  • Machines, hulpmiddelen of aanpassingskosten voor het overschakelen op een teeltsysteem met een vaste werkbreedte

  • Aanpassing van machines voor het werken met vaste rijpaden waarbij onbereden bedden ontstaan

  • Zelfrijdende machines voor strokenteelt

  • GPS/GIS of aanpassingen aan de apparatuur in combinatie met bovenstaande investeringen

17

B3

Agroforestry

Omschrijving

Teelt van houtige gewassen (bomen en struiken) gecombineerd met veeteelt, groenteteelt of akkerbouw op hetzelfde perceel landbouwgrond. De houtige gewassen zijn bedoeld voor de productie van fruit, noten of bessen.

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg/aanplant van:

  • Aangepaste machines voor gewasmanagement van houtige gewassen die gecombineerd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij), waaronder oogstmachines, snoeimachines en materiaal voor boombescherming

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van fruit- of nootproductie van het bedrijf die bewust gemengd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij) op hetzelfde landbouwperceel

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van een perceel voedselbos op landbouwgrond (gewascode 1940), waarbij bomen en struiken voor eetbare producten zorgen

  • Bomen, struiken en windsingels op bouwland.

  • Voederhaag en voederbomen.

  • Kosten voor grondbewerking, aanplant/inzaaien ondergroei van boomstroken en boombescherming.

Niet subsidiabel

  • Aanplant van houtige, meerjarige gewassen, bomen en struiken, ten behoeve van kweekgoed (o.a. kerstbomen).

  • Bomen met als enkel doel hakhout.

  • Snelgroeiende bomen voor energieproductie (biomassa).

  • Niet meer dan 100 bomen/ha en niet meer dan 40% van de oppervlakte van het landbouwperceel mag struiken van éénzelfde teelt bevatten.

18

B4

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Een machine waarmee ziekten, plagen of onkruiden mechanisch of met laser in het veld worden bestreden op basis van plaatsspecifieke waarneming

  • Camera besturing voor bestaande schoffelwerktuigen

  • Schoffeltuig

  • Vinger- of torsiewieders en wiedeggen

  • Maaiers voor paden in de fruitteelt

  • Doorzaaimachine voor blijvend grasland

  • Weed seed crusher

15

B5

Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer en/of meststoffen

Subsidiabel

  • Machines of installaties om producten mee te bewerken zoals malen, pletten en snijden.

  • Toepassingen om (gras)klaver te verwerken zodat deze bruikbaar is als kunstmest- en krachtvoervervanger, op voorwaarde dat dit gebeurt met hernieuwbare energie (bijvoorbeeld drogen, persen, pelleteren en opslaan).

Niet subsidiabel

  • Voermengwagen of machines voor het uitkuilen of verwerken van ruwvoer.

  • Opslag zoals sleufsilo’s en kuilplaten en silo’s machines of systemen om krachtvoer te verstrekken.

  • Maïshakselaars en combines.

Opmerking

  • Alleen machines voor eerstegraad bewerking zijn subsidiabel

18

B6

Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal

Omschrijving

Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan.

Subsidiabel

  • Machines en werktuigen voor het inwerken, mulchen of onderwerken van gewasresten, ruige mest, vaste mest en groenbemester met behulp van schijven(eg), rollen, tanden of snijders

  • Materiaal om specifiek voor het maaien van slootkanten maaisel op de kant te kunnen deponeren en ophalen voor verdere verwerking

  • Maai/blaas systemen voor het maaien van slootkanten

  • Materieel voor het verwerken van organisch restmaterieel zoals compostverwerkers.

  • Baggerspuit voor het verspreiden van slootbagger over het perceel.

  • Lekvrije, emissie reducerende opslagplaatsen voor compost, champost en bokashi voor langere termijn (meer dan 9 maanden)

  • Werktuigen voor het snijden of hakselen en gelijkmatig uitstrooien van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond

  • GPS in combinatie met één van bovenstaande investeringen

Niet subsidiabel

  • Mestverwerkingsinstallaties

  • Reguliere grasmaaiers

  • Afleverkosten en abonnementen.

  • Kiepwagens, silagewagens en opraapwagens

18

C Energie en klimaat

Subcategorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

C1

Machines of werktuigen met elektrische of waterstof aandrijving gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Mobiele machines bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor en voor de opslag van energie één of meerdere accu’s worden toegepast

  • Volledig elektrisch aangedreven tractoren en volledig elektrisch aangedreven zelfrijdende zaai-, bewerkings- en oogstmachines zoals combines of aardappelrooiers

  • Elektrische automatische voermachine / volledig elektrisch aangedreven voertuigen en machines voor ruwvoerverstrekking

  • Op waterstof aangedreven machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven mobiele machines, bestemd voor het verrichten van landbouwactiviteiten, voor het elektrisch laden van accu’s van eigen elektrisch aangedreven mobiele machines die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein

  • Een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem

  • Oplaadpunten en -systeem voor waterstof aangedreven machines

Niet subsidiabel

  • Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen

  • Mest – en voerschuiven

  • Heftrucks, shovels, hoogwerkers en grasmaaiers

  • PV-systemen (zonnepanelen, fotovoltaïsch)

12

C2

Aanpassing klimaatverandering

Subsidiabel

Aanschaf en installatie/aanleg van:

  • Nachtvorst propeller

  • Anti hagelgeneratiesystemen

  • Hagelnetten

  • Regenkappen

  • Parasols ter voorkoming van zonnebrand bij fruitteelt

  • Insectengaas

18

C3

Duurzame energie en warmtewinning

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Accusysteem voor de opslag van eigen opgewekte zonne-energie

  • Temperatuurregulatie in bedrijfsgebouwen niet zijnde bedrijfswoningen door warmtewisselaars, warmtepompen of aardwarmtesystemen

  • Kleinschalige wind turbines, met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW.

  • Een kleine electrolyser om zelf met duurzame energie waterstof te maken.

  • Slow fill installatie voor waterstof

  • Lichtdoorlatende zonnepanelen geïntegreerd in de teelt

Niet-subsidiabel

  • Temperatuurregulatie voor bedrijfswoningen

  • Zonnepanelen voor bedrijfsgebouwen

17

C4

Vergistingsinstallaties voor plantaardig materiaal

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Vergistingsinstallatie voor plantaardig materiaal

  • Bijbehorende verwerkingsinstallaties voor de verdere verwerking zodat de afzetmogelijkheden van het eindproduct worden vergroot (alleen in combinatie met aanschaf van een vergistingsinstallatie)

Niet subsidiabel

  • Mestvergistingsinstallaties

18

D Veehouderij

Sub-

categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

D1

Comfortabele ligplaatsen voor melkrundveehouderij (incl. vrouwelijk jongvee)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een mat, matras, waterbed, gelmatras voor koeien om op te rusten met voldoende indrukbaarheid conform DLG test (uitslag: blijvende elasticiteit ≥ 15 mm indrukking bij een belasting van 2000N per 75 cm2 of DLG test goed (++)).

  • Een diepstrooiselbox: dik ingestrooide ligbox met zaagsel, stro, zand of ander organisch materiaal, met uitzondering van dikke fractie uit mestscheiders. Met strooiselkering aan voor- en achterzijde van de box van minimaal 15 cm hoog, gemeten loodrecht vanaf de bodem. Indien boxen in een dubbele rij liggen en aan de kopkant op elkaar aansluiten dan is daar geen strooiselkering vereist.

  • Een combinatie van mat of matras met diepstrooisel, waarbij indrukbaarheid mat/matras conform DLG test met uitslag goed (+) de hoogte strooiselkering loodrecht gemeten vanaf bovenkant mat/matras 8 cm.

Niet subsidiabel

  • Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren

  • De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen

18

D2

Digitale voorzieningen voor weidegang

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Systemen ten behoeve van weidegang die diergerelateerde zaken kunnen registreren en monitoren

  • Trackers via een oormerk of band

  • Automatische weide-selectiepoorten voor toegang richting de weide

  • Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort en/of GPS systeem

18

D3

Mestverwerkingssystemen

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • monomestvergisters met een maximale omvang van 25.000m3 mest

  • Alle mestverwerkingsinstallaties al dan niet in combinatie met een monomestvergistingsinstallatie voor de verdere verwerking van de vergiste mest tot een hoogwaardige meststof zoals compost, korrels, vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen.

  • Installaties voor het drogen, opschonen en comprimeren van het gas uit eigen installatie

  • Installaties voor het opslaan van gecomprimeerd biogas uit eigen installatie in flessen/containers voor mobiel transport, ten bate van eigen gebruik.

Niet subsidiabel

  • Een aansluiting op een mestscheidingsinstallatie.

Opmerkingen

  • Aanvragers komen slechts in aanmerking voor subsidie voor indien er niet ook een verleningsbeschikking is ontvangen voor de SDE++ regeling.

16

D4

Mechanische

Mestscheidingsinstallatie

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie.

18

D5

Niet digitale voorzieningen voor weidegang voor graasdieren

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een oversteekplaats zoals een koetunnel

  • Veeroosters

  • Mobiele melkrobot en mobiele melksystemen

  • Schuilmogelijkheden

  • Voorzieningen ter voorkoming van hittestress

  • Voorzieningen voor het beschermen van vee tegen wolven

Niet subsidiabel

  • Kavelpaden

18

D6

Stalklimaat

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Koelsystemen voor dieren; water mistvernevelsystemen en airco

  • Voor kraamstal zeug en biggen: Directe warmtebron, infrarood paneel, vloerverwarming en/of (vloer)koeling voor zeugen

  • Voor pluimvee: Infraroodpanelen en/of vloerverwarming voor het verwarmen van jonge kuikens

  • Voor pluimvee en varkens: Daglichtvoorzieningen die minstens 2% van het vloeroppervlak beslaan met lichtdoorlatende wand-of dakplaten

Niet subsidiabel:

  • Elektrische stalverlichting

17

D7

Brongerichte maatregelen en emissiearme stalsystemen varkenshouderij

Subsidiabel

  • Dagontmestingsystemen (dagelijkse verwijdering van mest) met een mestband/mestschuif onder de roosters of die spoelen met mest of ammoniakarme vloeistof

  • Mestpan met mestkanaal met koelsysteem en waterkanaal onder het kraamhok

Niet subsidiabel:

  • Sloopkosten bestaande systemen

  • Systemen zonder RAV-code

Opmerking

Alleen subsidiabel zijn systemen die aan de maximale emissiewaarden voldoen per 1/1/2020 en voor IPCC bedrijven:

  • Gespeende biggen – 0,21 kg NH3 per dierplaats per jaar (RAV: D1.1.18)

  • Kraamzeugen – 2,5 kg NH3 per dierplaats per jaar (RAV D1.2.20)

  • Guste en drachtige zeugen – 1,3 kg NH3 per dierplaats per jaar (RAV D13.16)

  • Vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking (RAV D3.2.19)

18

D8

Gedeeltelijk dichte vloer in hokken voor biggenopfok

Subsidiabel

  • Minimaal 40% van de totale vloeroppervlakte met een dichte kunststof vloer voor biggenopfok

18

D9

Technieken die uitkomst van eieren in vleeskuikenstallen mogelijk maken

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen voor uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting welke voldoen aan specificaties RAV lijst E 5.9

Niet subsidiabel

  • Bouw en verbouw van overige stalonderdelen.

16

D10

Vrijloopkraamhokken zeugen

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Vrijloopkraamhokken voor zeugen in plaats van gangbare huisvesting van kraamboxen.

18

D11

Emissiearme vloeren voor stallen melkveehouderij en vleeskalverhouderij

Subsidiabel

  • Vloerdelen en bijbehorende technieken van emissiearme stalsystemen RAV A1.39 en RAV A1.36

  • Bijbehorende aanleg- en installatiekosten

Niet subsidiabel

  • Fundering waarop vloer ligt

  • Mestkelder

  • Muren en dak stal

  • Mestkanaal

  • Sloopkosten oude vloer

13

D12

Gekartelde schoftboom en roterende koeborstel

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Gekartelde schoftboom inclusief bevestigingsmateriaal zoals beugelklemmen e.d.

  • Roterende koeborstel

Niet subsidiabel

  • Overige kosten voor onderdelen van ligboxafscheidingen, zoals de ligboxen zelf

  • Niet roterende koeborstel, bijvoorbeeld met een spiraalveer

18

E Precisielandbouw

Sub-

categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

E1

Groei- en Oogstmonitoring

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Digitale systemen ten behoeve van inzicht in oogstvariabelen, groeivariabelen (akkerbouw) en grasoogst (veehouderij)

  • Digitale systemen voor plaatsspecifieke opbrengstmetingen

  • Digitale systemen om de groei te monitoren, bijvoorbeeld door het gebruik van satelliet- of drones om data te verzamelen

18

E2

Precisiebemesting

Omschrijving

Systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende (kunst)meststoffen op het moment dat het gewas dit nodig heeft.

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Systemen die plaatsspecifiek gewasbemesting kunnen toepassen voor zowel korrels als vloeistoffen

  • Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas (fertigatie)

  • Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt doorvertaald in het doseren van de meststoffen

  • Systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest

  • Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats specifieke teeltoptimalisatie

  • GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen (alleen in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen)

Niet subsidiabel

  • Zodenbemester

18

E3

Precisiegewasbescherming

Subsidiabel

  • Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, of bedekte teelt waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd

  • Machine bestemd voor plaatsspecifieke bestrijding van ziekten, plagen of onkruiden in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegrondsteelt of bedekte teelt zonder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen

  • Spuitmachine met driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen sleepdoektechniek waardoor minimaal 95% driftreductie wordt bereikt.

  • Spuitmachine met volumereducerende technieken

  • Een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof

  • Een spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid

  • Driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen voor een bestaande spuitmachine die zorgen voor minimaal 95% driftreductie.

  • Systemen die op basis een taakkaart kunnen spuiten, eventueel in combinatie met PWM doppen (pulse width modulation)

  • Spotspray toepassingen: herkenning van onkruid met behulp van camera’s waarna alleen het onkruid bespoten wordt (sterke middelreductie)

  • Bijbehorende installatiekosten

Niet subsidiabel

  • Kosten voor gebruik van drift reducerende additieven

Opmerkingen

  • Het percentage restvloeistofreductie of driftreductie moet worden vermeld op de offerte.

17