Regeling vervallen per 31-12-2027

Uitvoeringsregeling subsidie pachtafkoop en aankoop van NNN-terreinen Noord-Holland 2024

Geldend van 17-02-2024 t/m 30-12-2027

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie pachtafkoop en aankoop van NNN-terreinen Noord-Holland 2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op:

artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

De EU-kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst (PbEU 2012, C 8);

Overwegende dat het wenselijk is om de realisering van het Natuurnetwerk Nederland in Noord-Holland door middel van subsidieverstrekking voor de afkoop van pachtcontracten en de aankoop van terreinen binnen het NNN te stimuleren;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie pachtafkoop en aankoop NNN-terreinen Noord-Holland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Ambitiekaart: kaart als bedoeld in artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Noord-Holland (SKNL);

Beheertypekaart: kaart als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland 2016 (SVNL 2016);

DAEB Kaderregeling: EU-kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst (PbEU 2012, C 8);

Duurzaam natuurbeheer: natuurbeheer waarvan de kwaliteit en de continuïteit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in voldoende mate geborgd zijn;

Marktwaarde: de waarde van de grond vastgesteld door middel van een onafhankelijke taxatie, gebaseerd op algemeen aanvaarde marktindicaties en taxatiecriteria en opgesteld door een onafhankelijke NRVT-erkende taxateur met specifieke deskundigheid op agrarisch gebied;

Pachtafkoop: vrijwillige beëindiging van een pachtovereenkomst door middel van een pachtontbindingsovereenkomst tussen verpachter en pachter. Pachter ontvangt voor de derving van inkomsten een schadeloosstelling van de verpachter;

Natuur- of landschapsbeheertype: beheertype genoemd in bijlage 2 of bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland 2016 (SVNL 2016), zoals beschreven in de Index Natuur en Landschap, te raadplegen via de website www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-en-landschap;

Natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland 2016, zoals geldend op het moment van de subsidieaanvraag;

Natuurterrein: binnen de provincie gelegen gronden met als hoofdfunctie natuur die in het natuurbeheerplan is aangeduid, alsmede grond waarvoor reeds een subsidie is verleend op grond van deze regeling dan wel op grond van artikel 15 van de Uitvoeringsregeling regeling subsidie kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord-Holland (SKNL);

NNN: Natuurnetwerk Nederland, zijnde een samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang als opgenomen en begrensd in de provinciale omgevingsverordening;

Project: het verwerven dan wel pacht- of erfpachtvrij maken van grond als bedoeld in artikel 3.

Verklaring noodzaak pachtontbinding: ondertekende verklaring waarin de aanvrager bevestigt dat ontbinding van de pachtovereenkomst noodzakelijk is voor realisering van het beoogde natuurbeheertype zoals vastgelegd in het natuurbeheerplan en met de pachter in onderhandeling te zijn of te zijn geweest over ontbinding van de pachtovereenkomst;

Verwerving: verkrijging van het recht van eigendom door middel van koop of ruil;

Waardevermindering: verschil tussen enerzijds de marktwaarde van de grond [of het gebouw] bij verwerving en anderzijds de marktwaarde van de grond [of het gebouw] na omzetting in natuurterrein en nakoming van de verplichtingen genoemd in artikel 12, derde lid, gebaseerd op een onafhankelijke taxatie opgesteld door een onafhankelijke NRVT-erkende taxateur met specifieke deskundigheid op agrarisch gebied;

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Subsidie als bedoeld in artikel 3, onder a, kan worden verstrekt aan eenieder die duurzaam natuurbeheer verricht of voldoende aannemelijk maakt dat hij op het terrein duurzaam natuurbeheer kan en zal verrichten.

  • 2. Subsidie als bedoeld in artikel 3, onder b, kan worden verstrekt aan de eigenaar van het terrein die duurzaam natuurbeheer verricht of voldoende aannemelijk maakt dat hij op het terrein duurzaam natuurbeheer kan en zal verrichten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor projecten gericht op het realiseren van duurzaam natuurbeheer door middel van:

  • a.

    het verwerven van grond;

  • b.

    het pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    het project betrekking heeft op grond die reeds als gerealiseerde natuur op de beheertypekaart van het natuurbeheerplan is opgenomen;

  • c.

    het project betrekking heeft op grond waarop een zakelijk recht gevestigd is waaruit blijkt dat het gebruik als natuur duurzaam is geborgd, of waarvoor op een andere wijze het gebruik als natuur duurzaam is geborgd;

  • d.

    de pachtovereenkomst tegen het einde van de termijn loopt en door de verpachter zonder vergoedingsplicht kan worden opgezegd op één van de in artikel 7:370 BW, lid 1 sub a tot en met d genoemde gronden;

  • e.

    het project de uitvoering betreft van wettelijke taken, regelingen of verplichtingen die uit convenanten voortvloeien;

  • f.

    de in de artikelen 1, 6 en 8 genoemde taxatie niet voldoet aan de standaarden voor NRVT-taxateurs en de van toepassing zijnde relevante wet- en regelgeving, dan wel naar het oordeel van Gedeputeerde Staten op andere gronden ongeschikt is als grondslag voor bepaling van de hoogte van de subsidie;

  • g.

    de aangevraagde subsidie minder bedraagt dan € 10.000,-;

  • h.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat krachtens een eerder bevel van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • i.

    de subsidieontvanger een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in punt 20 van de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (Pb EU 2014 C49).

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager verricht blijkens haar statutaire doelstellingen duurzaam natuurbeheer dan wel maakt voldoende aannemelijk duurzaam natuurbeheer te kunnen verrichten overeenkomstig het Natuurbeheerplan;

    • b.

      het project heeft betrekking op grond:

      • 1°.

        die deel uitmaakt van in de provincie Noord-Holland gelegen NNN of op de beheertypekaart van het Natuurbeheerplan is aangeduid als te realiseren natuur; of

      • 2°.

        die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten geschikt is om op voorzienbare termijn toe te voegen aan het NNN.

    • c.

      aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°.

        op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in dit artikel;

      • 2°.

        een kadastrale omschrijving van de grond en een kaart met topografische en kadastrale ondergrond met een schaal van ten hoogste 1:10.000, met daarop de ligging van de grond en indien van toepassing het beoogde natuurbeheertype uit het natuurbeheerplan;

      • 3°.

        een realisatieplan voor de te verwerven of pachtvrij te maken grond, conform artikel 8 lid 2.

      • 4°.

        een onderbouwing van de kosten.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de subsidieaanvrager is eigenaar van de grond waarop de pacht of erfpacht is gevestigd;

    • b.

      de pacht of erfpacht was reeds gevestigd op de grond op het moment dat de subsidieaanvrager het recht op eigendom van de grond verkreeg, dan wel was reeds gevestigd voor 1990;

    • c.

      de beëindiging van de pacht of erfpacht is noodzakelijk om natuurbeheer overeenkomstig het beheertype als aangegeven in het Natuurbeheerplan, mogelijk te maken.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de waardevermindering van de grond; blijkend uit een taxatie door een onafhankelijke NRVT-erkende taxateur met specifieke deskundigheid op agrarisch gebied;

  • b.

    kosten voor het vrijmaken van het terrein van pacht of erfpacht tegen een vergoeding, blijkend uit een taxatie door een onafhankelijke NRVT-erkende taxateur met specifieke deskundigheid op agrarisch gebied, dan wel een uitspraak van de pachtkamer;

  • c.

    veilingkosten;

  • d.

    overdrachtsbelasting voor zover geen kwijtschelding of vermindering wordt verleend;

  • e.

    kosten voor bodemonderzoek;

  • f.

    kadasterkosten;

  • g.

    notariskosten;

  • h.

    taxatiekosten;

  • i.

    kosten voor de afkoop van landinrichtingsrente, voor zover niet meegenomen in de waardevermindering als bedoeld onder a;

  • j.

    kosten van het opstellen van een controleverklaring door een accountant, indien deze noodzakelijk is voor de verantwoording, bedoeld in artikel 13

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 6 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    compensabele of verrekenbare btw;

  • b.

    kosten waarvoor reeds eerder een subsidie is verstrekt.

Artikel 8 Vereisten aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend op een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en bevat tenminste:

    • a.

      Indien het gaat om een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a: een concept- koopovereenkomst of een ander document waaruit blijkt dat over aankoop van het terrein met de eigenaar wordt onderhandeld;

    • b.

      indien het gaat om een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder b: een eigendomsbewijs van het terrein, een akte waaruit blijkt dat het terrein in verpachte staat is verkregen dan wel voor 1990 is aangekocht, een kopie van de geldende pachtovereenkomst, alsmede een concept pachtontbindingsovereenkomst dan wel een ondertekende verklaring noodzaak pachtontbinding;

    • c.

      een begroting van de subsidiabele kosten bedoeld in artikel 6, mede op basis van een daar bij gevoegde recente taxatie van de waardevermindering als bedoeld in artikel 6, onder a, dan wel van de vergoeding bedoeld in artikel 6, onder b;

    • d.

      indien de aanvrager reeds elders duurzaam natuurbeheer verricht, als bedoeld in artikel 2: een opgave van de terreinen waarop dit beheer wordt uitgevoerd;

    • e.

      indien de aanvrager niet elders al duurzaam natuurbeheer verricht: een plan van aanpak waaruit blijkt op welke wijze hij op het terrein duurzaam natuurbeheer gaat verrichten;

    • f.

      Een projectplan met daarbij een realisatieplan als omschreven in het tweede lid.

  • 2. Het realisatieplan bedoeld in het eerste lid, onder f, van dit artikel omvat:

    • a.

      een beschrijving van de uitgangssituatie;

    • b.

      een omschrijving van de voor beheer overeenkomstig van het op de ambitiekaart voor het terrein opgenomen beoogde natuurbeheertype te treffen beheers- en inrichtingsmaatregelen, alsmede;

    • c.

      de oppervlakte waarop het beheer worden uitgevoerd;

    • d.

      een onderbouwing van de noodzaak van verwerving of ontpachting voor de uitvoering van het beheer;

    • e.

      een tijdplanning waarbinnen met beheer overeenkomstig het op de ambitiekaart voor het terrein opgenomen natuurbeheertype kan worden gestart;

    • f.

      één of meerdere topografische of digitale kaarten met een schaal van ten hoogste 1:10.000, op een kadastrale ondergrond, waarop de grenzen van het terrein zijn aangegeven. Digitale gegevens dienen te worden aangeleverd als GIS-bestand in de vorm van een shapefile. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan deze bestanden moeten voldoen;

    • g.

      een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager voornemens is na het treffen van de inrichtingsmaatregelen het op de ambitiekaart voor het terrein opgenomen natuurbeheertype verder te ontwikkelen en te beheren.

  • 3. Subsidieaanvragen worden ingediend:

    • a.

      uiterlijk op de dag voor het passeren van de leveringsakte, voor projecten als bedoeld in artikel 3, onder a;

    • b.

      uiterlijk op de dag voor de beëindiging van de pachtovereenkomst, voor projecten als bedoeld in artikel 3, onder b.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst op de aanvraag om subsidie.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde staten stellen een subsidieplafond of deelplafonds vast voor het verlenen van subsidies, alsmede de periode waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3, onder a, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 6, onder a en c tot en met j;

  • 2. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3, onder b, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 6, onder b en g tot en met j;

  • 3. Subsidies als bedoeld in de voorgaande leden, worden zoveel lager verstrekt als noodzakelijk om betaling boven de werkelijke kosten of de maximaal toelaatbare vergoeding op grond van Europese regelgeving of deze regeling te voorkomen.

Artikel 11 Verdelingswijze

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid ertoe leidt dat aanvragen gelijk eindigen vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 5. De subsidie wordt overeenkomstig de rangschikking verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger:

    • a.

      verwerft de grond dan wel beëindigt de pacht of erfpacht binnen 12 weken na subsidieverlening;

    • b.

      werkt samen met de beheerders van omliggende natuurterreinen om tot een samenhangend beheer te komen;

    • c.

      stelt Gedeputeerde Staten in kennis van het voornemen de grond te vervreemden, in erfpacht uit te geven of daarop zakelijke rechten te vestigen;

    • d.

      houdt gedurende 10 jaar na subsidieverlening alle gegevens inzake de subsidieverstrekking beschikbaar;

    • e.

      houdt een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten;

    • f.

      laat eventuele opbrengsten van economische activiteiten van het project ten goede komen aan het project.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, sluit de subsidieontvanger binnen 4 weken na subsidieverlening met Provincie Noord-Holland een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Awb, waarin is opgenomen:

    • a.

      de verplichting van de eigenaar om voor onbepaalde tijd de ontwikkeling dan wel instandhouding te dulden van het op grond van het Natuurbeheerplan te realiseren beheertype zoals aangegeven op de ambitiekaart;

    • b.

      de verplichting van de eigenaar de betreffende grond na inrichting niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en datgene na te laten wat de ontwikkeling en instandhouding van het op grond van het Natuurbeheerplan te realiseren beheertype in gevaar brengt of verstoort;

    • c.

      dat de verplichtingen, bedoeld onder a en b, zullen overgaan op degenen die het terrein onder bijzondere of algemene titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht op gebruik van het goed zullen krijgen;

    • d.

      dat de verplichtingen, bedoeld onder a en b, als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 BW, zullen worden ingeschreven in de openbare registers.

  • 3. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat binnen 16 weken na subsidieverlening de akte met vestiging van de kwalitatieve verplichting is ingeschreven in de openbare registers.

  • 4. Gedeputeerde Staten kunnen de termijnen, genoemd in het eerste lid onder a en in het tweede en derde lid ambtshalve dan wel op verzoek van de subsidieontvanger verlengen.

Artikel 13 Subsidievaststelling en verantwoording

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen subsidies ingevolge de DAEB-kaderregeling vast op basis van prestaties en gerealiseerde kosten.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 16 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 3. De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een afschrift van de notariële akte betreffende de kwalitatieve verplichting, bedoeld in artikel 12, tweede lid onder d en de inschrijving daarvan in de openbare registers, bedoeld in artikel 12, derde lid;

    • b.

      indien sprake is van economische activiteiten, een overzicht van de wijze waarop de opbrengsten, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder f, ten goede zijn gekomen aan het project.

  • 4. Onverminderd het eerste lid, overlegt de subsidieontvanger van een subsidie:

    • a.

      als bedoeld in artikel 3, onder a: een afschrift van de leveringsakte van de grond en de inschrijving daarvan in de openbare registers;

    • b.

      als bedoeld in artikel 3, onder b: een afschrift van de overeenkomst tot beëindiging van de pachtovereenkomst of een afschrift van de uitspraak van de pachtkamer tot ontbinding van de pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:377 Burgerlijk Wetboek;

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 15 Verval

Deze regeling vervalt op 31 december 2027.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie pachtafkoop en aankoop van NNN-terreinen Noord-Holland 2024.

Ondertekening

Haarlem, 6 februari 2024.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris