Subsidieregeling Toekomstfonds Duurzame Ontwikkeling Amersfoort 2024 - 2028

Geldend van 17-02-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Toekomstfonds Duurzame Ontwikkeling Amersfoort 2024 - 2028

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota het voorstel van college van [13 februari 2024 en 1732891];

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan hergebruik van afval en grondstoffen, energiebesparing of het opwekken van duurzame energie;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • b.

    adviescommissie: adviescommissie Toekomstfonds duurzame ontwikkeling, een door burgemeester en wethouders ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep ter advisering van burgemeester en wethouders;

  • c.

    reglement: reglement van de Adviescommissie Toekomstfonds duurzame ontwikkeling;

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente Amersfoort op het vlak van energietransitie (minder CO2-uitstoot) en circulariteit (minder materialen), zoals geformuleerd in de Omgevingsvisie 2030-2040 en Coalitieakkoord 2022-2026.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

Burgemeester en wethouders stellen bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 4. Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan enkel worden aangevraagd door een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van rechtspersonen.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op het door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag voldoet aan alle eisen zoals gesteld in artikel 6 Asv. In aanvulling op artikel 6 Asv, wordt de aanvraag enkel in behandeling genomen als uit de aanvraag blijkt dat is aangeleverd:

    • a.

      planning van de activiteiten;

    • b.

      opsomming van opleiding en relevante werkervaring van de aanvrager en meewerkende samenwerkingspartners;

  • 3. Aanvragen die niet voldoen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      een vast uurtarief van maximaal € 95 als vergoeding voor de directe loonkosten tot maximaal 40% van de totale projectbegroting;

    • b.

      kosten van apparatuur;

    • c.

      kosten van materialen;

    • d.

      kosten voor inhuur van derden.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • b.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • e.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • f.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten.

Artikel 7. Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van €50.000.

Artikel 8. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen bij het besluit als bedoeld in artikel 3 een subsidieplafond vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd, en

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 9. Weigeringsgronden

Aanvullend op artikel 14, tweede lid, onder d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    aan de aanvraag in totaal minder dan 60 punten worden toegekend van de 100 te behalen punten uit de eerste ronde, na de pitchronde zoals genoemd in artikel 2 derde lid;

  • b.

    aan de aanvraag op het beoordelingscriterium duurzaamheidsimpact genoemd in artikel 9 lid 2a, minder dan 30 van de 50 te behalen punten wordt toegekend;

  • c.

    op de beoordelingscriteria genoemd in artikel 10 lid 2b-f, minder dan 4 van de 10 te behalen punten per criterium wordt toegekend;

  • d.

    door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd.

  • e.

    aanvrager in de afgelopen 3 kalenderjaren subsidie toegekend heeft gekregen onder deze subsidieregeling.

Artikel 10. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders, op advies van de adviescommissie, punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal die in bijlage 1 nader worden toegelicht:

    • a.

      duurzaamheidsimpact: impact van het project of de activiteiten in Amersfoort op het vlak van energietransitie en/of circulariteit, duurzaamheidsdoelstellingen zoals genoemd in artikel 2, en de potentiële impact van het project bij opschaling. Hierbij wordt rekening gehouden met de zichtbaarheid van het project of de activiteiten voor bewoners van Amersfoort. (maximaal 50 punten);

    • b.

      vraaggestuurd: het project is vraaggestuurd opgezet, vanuit betrokkenheid van inwoners, gebruikers of toekomstige klanten in Amersfoort (maximaal 10 punten);

    • c.

      samenwerking: in het project werken verschillende partijen met elkaar samen. Hierbij wordt voor elke samenwerkingspartner inzichtelijk gemaakt welke bijdrage deze partner zal leveren aan het project. Op basis van de relevante (werk)ervaring van de aanvrager en samenwerkingspartners is het aannemelijk dat het beoogde resultaat wordt behaald (maximaal 10 punten);

    • d.

      Vernieuwend: het eindproduct/de activiteiten/het ontwikkelproject is/zijn vernieuwend in de context, hiertoe is het helder gepositioneerd ten opzichte van andere initiatieven met een vergelijkbare doelstelling (maximaal 10 punten);

    • e.

      kwaliteit van het activiteitenplan: het activiteitenplan geeft op heldere wijze inzicht in de uitwerking van het project, is realistisch begroot, heeft een realistische tijdplanning, en geeft voldoende inzicht in de werkwijze (maximaal 10 punten);

    • f.

      Toekomstbestendige business case, onafhankelijk van subsidies: in het activiteitenplan is de mogelijke business case op de korte en lange termijn opgenomen. Hierbij is de (markt)potentie helder in beeld gebracht, inclusief de afnemers van het product. Op welke wijze wordt in de nabije toekomst inkomsten gegenereerd, waar liggen nog risico’s en op welke wijze kunnen deze risico’s worden beheerst. Wanneer opschaling noodzakelijk is voor een toekomstbestendige business case die onafhankelijk is van subsidies, is toegelicht wat er nodig is voor deze opschaling. Wanneer opschaling niet nodig of gewenst is, wordt toegelicht waarom (maximaal 10 punten).

  • 3. Het beoordelen van de aanvragen gebeurt in twee rondes:

    • a.

      bij de eerste ronde worden de aanvragen schriftelijk beoordeeld door de adviescommissie. Indien de aanvraag voldoet aan minimum 30 van de 50 punten voor het toetsingscriterium duurzaamheidsimpact (artikel 10 lid 2a) en 4 van de 10 punten per overige toetsingscriteria (artikel 10, lid 2b-f) dan wordt de aanvrager uitgenodigd voor de volgende ronde, een pitch voor de adviescommissie;

    • b.

      in de tweede ronde moeten de aanvragers pitchen voor de adviescommissie en vindt er een vraaggesprek plaats. Op grond van de door de aanvrager verduidelijkte informatie tijdens de pitch en het vraaggesprek kunnen de aanvankelijk toegekende scores naar boven worden bijgesteld door de adviescommissie.

  • 4. Indien een aanvraag na de twee beoordelingsrondes als bedoeld in het vorige lid minimaal 60 van de 100 punten scoort, wordt de aanvraag opgenomen in de rangschikking.

  • 5. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking op de toetsingscriteria genoemd in artikel 10 tweede lid, totdat het subsidieplafond is bereikt, of er nog een restbedrag overblijft dat lager is dan het aangevraagde bedrag van de eerstvolgende aanvrager in de rangorde.

  • 6. Indien er twee aanvragen eenzelfde rangorde hebben en het subsidieplafond het niet toelaat om beide aanvragen goed te keuren zal er worden geloot.

Artikel 11. Bevoorschotting

  • 1. Het subsidiebedrag wordt voor 80% bevoorschot.

  • 2. De bevoorschotting wordt volgens het volgende schema uitbetaald:

    • -

      40% bij verlening;

    • -

      40% na de tussenevaluatie halverwege de looptijd;

    • -

      20% na vaststelling.

Artikel 12. Verplichtingen

In aanvulling op hoofdstuk 4 van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    halverwege de looptijd van het project, een eenmalige tussentijdse evaluatie in te dienen, bestaande uit een inhoudelijk verslag, overzicht uitgaven en inkomsten en een bijgewerkte planning van de tweede helft van het project;

  • c.

    om ten minste 3 keer medewerking te verlenen aan een communicatie-uiting over het betreffende project. Ook zal de subsidieontvanger tenminste 1 keer deelnemen aan geplande evenementen in de stad en/of aan de gemeenteraad;

  • d.

    minimaal ieder half jaar een update te sturen over de huidige stand van zaken en de resultaten van de afgelopen periode.

Artikel 13. Vaststelling

  • 1. Overeenkomstig met artikel 26 van de Asv dient de subsidieontvanger de volgende documenten in bij zijn verantwoording.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. De Subsidieregeling Toekomstfonds Duurzame Ontwikkeling Amersfoort wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling Toekomstfonds Duurzame Ontwikkeling Amersfoort blijft van toepassing op subsidies die op grond van de Subsidieregeling toekomstfonds duurzame ontwikkeling zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Toekomstfonds Duurzame Ontwikkeling Amersfoort 2024 - 2028.

  • 5. Afwijkend van artikel 3, derde lid, van de Asv, vervalt deze subsidieregeling op [1 februari 2028].

  • 6. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Bijlage 1 toelichting beoordelingscriteria artikel 10

De beoordelingscriteria worden hieronder verder toegelicht. Er wordt beoordeeld op basis van de schaal: 1-2 heel slecht, 3-4 slecht, 5-6 redelijk, 7-8 goed, 9-10 uitstekend.

DUURZAAMHEIDSIMPACT

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Bijdrage aan minder CO2 of materialen in Amersfoort: uit de aanvraag blijkt op welke manier het project CO2-uitstoot of het gebruik van materialen verminderd of voorkomt. Ook komen projecten en activiteiten in aanmerking deze transities indirect helpen, denk bijvoorbeeld aan oplossingen tegen netcongestie.

  • Het is een pré als het project of de activiteiten zichtbaar zijn voor bewoners van Amersfoort.

  • (Potentiële) impact: uit de aanvraag blijkt hoeveel CO2 of materialen er bespaard kunnen worden met het project en hoe groot de potentiële besparing kan zijn bij opschaling.

VRAAGGESTUURD

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Vraag vanuit de markt: de mate waarin de aanvrager kan aantonen dat er vraag of behoefte is voor het plan of product uit de aanvraag.

  • Contact met inwoners, gebruikers of klanten in Amersfoort: de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat er ook in Amersfoort vraag is naar dit plan of product.

SAMENWERKING

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Samenwerking: uit de aanvraag blijkt de mate waarin er samenwerkingspartners zijn en welke rol zij in het project vervullen. Partners tellen mee in de beoordeling wanneer zij medeondertekenaar zijn of een Letter of Intent ondertekenen.

  • Kwaliteit van de aanvragers: uit de aanvraag blijkt de ervaring en kwaliteit van de aanvrager(s) die relevant is voor het uitvoeren van het initiatief. Dit wordt aangeleverd middels cv’s.

VERNIEUWEND

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Vernieuwend: Het eindproduct/de activiteiten/het ontwikkelproject is/zijn innovatief in de benoemde context.

  • Positie ten opzichte van vergelijkbare initiatieven: uit de aanvraag blijkt hoe het project zich verhoudt tot andere initiatieven met een vergelijkbare doelstelling.

KWALITEIT ACTIVITEITENPLAN

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Helder activiteitenplan: het activiteitenplan is helder en duidelijk opgeschreven en geeft inzicht in de uitwerking van het project en de voorgestelde werkwijze.

  • Realistische planning: in de planning is bijvoorbeeld rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden.

  • Realistische begroting: uit de begroting blijkt een heldere financiële onderbouwing, realistische kosten en inkomsten. Het gevraagde bedrag staat in verhouding tot het te verwachte resultaat en bereik.

TOEKOMSTBESTENDIGE BUSINESS CASE, ONAFHANKELIJK VAN SUBSIDIES

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Toekomstige business case: uit de aanvraag blijkt in welke mate de aanvrager goed heeft nagedacht over de toekomstbestendigheid van zijn plan, op zowel de korte als lange termijn. En bijvoorbeeld aandacht heeft besteed aan (markt) potentie, inkomsten en risico’s.

  • Al dan niet opschalen: Wanneer opschaling noodzakelijk is voor een toekomstbestendige business case die onafhankelijk is van subsidies, is toegelicht wat er nodig is voor deze opschaling. Wanneer opschaling niet nodig of gewenst is, wordt toegelicht waarom.

  • Het is tevens mogelijk om een blauwdruk op te leveren, waardoor andere partijen kunnen doorontwikkelen op het project/de activiteiten.

TOELICHTING

ALGEMEEN

  • Duurzame ontwikkeling: werken aan een economie waarin groei, versterking van de concurrentiekracht en een toename van de werkgelegenheid gecombineerd worden met een beter beheer van ruimte, natuur en een vermindering van de milieudruk. Door een integrale benadering vindt geen afwenteling plaats in de tijd (de rekening wordt niet betaald door generaties na ons) of in ruimte (ontwikkeling hier gaat niet ten koste van mensen elders);

  • Doel van de regeling: Het verstrekken van de Toekomstfondssubsidie Duurzame Ontwikkeling heeft primair tot doel te zorgen voor een versnelling van de duurzame ontwikkeling van Amersfoort, door initiatieven te stimuleren die passen binnen de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente Amersfoort.