Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR715433
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR715433/1
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024
Geldend van 14-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle,
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Besluit maatschappelijke ondersteuning en de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024,
besluit vast te stellen het:
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024
Hoofdstuk 1 Bijdragen in de kosten
Artikel 1.1 Bijdragen voor maatwerkvoorzieningen (abonnementstarief)
1. De gemeente Goirle vraagt voor alle maatwerkvoorzieningen, waarvoor dit op grond van de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle is bepaald, de maximale bijdrage in de kosten die op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is toegestaan. De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen worden vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het Centraal Administratiekantoor volgens artikel 2.1.4 lid 6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
De gemeente voert de werkelijke kostprijs van de voorziening op in het systeem van het CAK.
2. De bijdrage geldt niet voor de maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen als genoemd in artikel 17, 13e lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024.
Artikel 1.2 Bijdragen voor algemene voorzieningen
1. De bijdrage voor gebruik van de algemene was service, zoals vastgesteld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024 en de Beleidsregels huishoudelijke ondersteuning 2022, bedraagt € 2,00 per was per persoon.
2. De bijdrage voor het gebruik van ANWB-AutoMaatje zoals vastgesteld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2024, bedraagt € 0,35 per kilometer plus de kilometers van het adres van de vrijwilliger naar het adres van de reiziger en terug.
Artikel 1.3 Leges aanvraag gehandicaptenparkeerkaart / -parkeerplaats /ander kenteken
1. Bij aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart worden leges gevraagd, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel, Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving onder b.
Het tarief voor 2024 is € 100,10
2. Bij aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden leges gevraagd, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel, Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving, onder c.
Het tarief voor 2024 is € 90,55
3. Bij aanvraag voor vervanging van de kentekenplaat op een gehandicaptenparkeerplaats, zoals vastgelegd in de Legestarieventabel, Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving onder a.
Het tarief voor 2024 bedraagt € 42,75
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen voor persoonsgebonden budget (PGB)
Artikel 2.1 PGB-vaardigheden
1. Het college beoordeelt of de cliënt die een pgb aanvraagt voldoende in staat is de aan een pgb verbonden taken uit te voeren. Het college kan besluiten dat de aanvrager van een pgb niet in staat wordt geacht om de pgb-taken uit te voeren, als er sprake is van één of meer van de volgende omstandigheden:
a. de cliënt is handelingsonbekwaam en krijgt onvoldoende hulp van een vertegenwoordiger uit zijn sociale netwerk of van zijn bewindvoerder, mentor of curator;
b. de cliënt heeft onvoldoende inzicht in de eigen situatie, bijvoorbeeld als gevolg van een verstandelijke beperking, psychische problemen of psychiatrische aandoening;
c. de cliënt is de Nederlandse taal in woord en geschrift onvoldoende machtig;
d. de cliënt heeft ernstige verslavingsproblematiek;
e. de cliënt heeft problematische schulden;
f. de cliënt heeft een zodanig progressief ziektebeeld dat de verwachting is dat hij op termijn het budgethouderschap niet meer goed kan invullen;
g. de cliënt heeft in de drie jaren voorafgaand aan de datum van melding een pgb ontvangen maar daarbij niet aan de voorwaarden voldaan.
2. Onder de aan het pgb verbonden taken, zoals bedoeld in lid 1, vallen onder ander het beheren van het pgb, het behartigen van de belangen, het inkopen van passende ondersteuning, het opstellen van het budget- en plan van aanpak en het bewaken van de kwaliteit van de in te zetten ondersteuning.
3. Als de cliënt een pgb vertegenwoordiger heeft of heeft gemachtigd om zijn belangen voor het pgb te behartigen en deze wel in staat is om de pgb-taken uit te voeren, dan kan er afgeweken worden van de bepalingen uit lid 1.
Artikel 2.2 Overige bepalingen PGB voor diensten
1. Als de cliënt een pgb vertegenwoordiger heeft gemachtigd om zijn belangen voor het pgb te behartigen en de aan het pgb verbonden taken uit te voeren dan mag, om belangenverstrengeling te voorkomen, deze vertegenwoordiger niet de uitvoerder als professioneel zorgaanbieder zijn van de diensten die met het pgb worden ingekocht. Voor informele zorgverleners, met uitzondering van een Particuliere dienstverlener vallend onder de Regeling Dienstverlening aan Huis, geldt dat deze wel vertegenwoordiger én uitvoerder van de zorg mogen zijn.
2. Verantwoording en uitbetaling van het persoonsgebonden budget voor diensten vindt plaats via de Sociale Verzekeringsbank. Het betreft een bruto pgb. Dit betekent dat de cliënt zelf nog de verschuldigde eigen bijdrage moet afdragen aan het Centraal Administratie Kantoor (CAK).
3. Het is verplicht om de modelzorgovereenkomsten van de Sociale Verzekeringsbank te gebruiken.
4. Het is niet toegestaan om bemiddelingskosten en administratiekosten te betalen uit het persoonsgebonden budget.
5. Het is niet toegestaan om een vrij besteedbaar bedrag uit te laten betalen uit het persoonsgebonden budget.
6. Alle vastgestelde tarieven zijn inclusief reiskosten en eenmalige uitkeringen. Het budget zal nooit worden verhoogd om deze kosten te kunnen betalen.
Artikel 2.3 PGB voor hulpmiddelen en vervoers- of woonvoorzieningen
1. De uitbetaling van het persoonsgebonden budget vindt plaats nadat de voorziening is geleverd of de aanpassing is uitgevoerd, de pgb-overeenkomst retour is ontvangen en de factuur is aangeboden aan de gemeente. Betaling vindt rechtstreeks plaats aan de leverancier van de voorziening.
2. Bij verstrekking van een persoonsgebonden budget is de verkrijger verplicht zich te houden aan de voorwaarden die gelden op grond van de pgb-overeenkomst gemeente Goirle, die is gesloten tussen de gemeente en de verkrijger.
3. Het college kan de restwaarde terugvragen van een voorziening die is aangeschaft met een persoonsgebonden budget, zodra deze voorziening niet meer gebruikt wordt.
Hoofdstuk 3 Hoogte PGB Wmo begeleiding, dagopvang, vervoer naar dagopvang, kortdurend verblijf, beschermd wonen, huishoudelijke ondersteuning, ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding
De in dit hoofdstuk genoemde formele en informele pgb-tarieven volgen uit het pgb-percentage dat is vastgelegd in de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
Artikel 3.1 Tarieven voor begeleiding
1. € 66,14 per uur indien geleverd door een professionele zorgverlener
2. Per 1-1-2024 € 23,23 per uur; per 1-3-2024 € 23,82 per uur; per 1-10-2024 € 24,42 per uur indien geleverd door een informeel zorgverlener
Artikel 3.2 Tarieven voor dagbesteding
1. € 29,74 per dagdeel indien geleverd door een professionele zorgverlener
2. € 11,62 per dagdeel indien geleverd door een informeel zorgverlener (per 1 maart 2024 € 11,91 per dagdeel, per 1 oktober 2024 € 12,21 per dagdeel)
3. De tarieven genoemd in lid 1 en lid 2 worden verhoogd met een bedrag van € 9,44 per dag als is vastgesteld dat vervoer van en naar de locatie van de dagbesteding noodzakelijk is.
4. De tarieven genoemd in lid 1 en lid 2 worden verhoogd met een bedrag van € 35,86 per dag als is vastgesteld dat rolstoelvervoer van en naar de locatie van de dagbesteding noodzakelijk is.
Artikel 3.3 Logeeropvang op locatie met overnachting
1. € 100,18 per etmaal (inclusief locatiekosten en 5 uur begeleiding)
2. € 132,28 per etmaal (inclusief locatiekosten en 9 uur begeleiding)
3. € 164,38 per etmaal (inclusief locatiekosten en 13 uur begeleiding)
De bovenstaande tarieven zijn gebaseerd op opvang in een groep en gebaseerd op de daadwerkelijke aanwezigheid van begeleiding gedurende het verblijf. Voor locatiekosten is een bedrag van € 60,05 meegenomen in de bovenstaande tarieven en € 8,02 per uur voor begeleiding.
Artikel 3.4 PGB voor Beschermd Wonen
1. Cliënten die in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening kunnen kiezen om zelf ondersteuning in te kopen via een persoonsgebonden budget. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt bepaald op basis van de soort benodigde zorg. De toegangsprofessional bepaalt welk soort zorg nodig is.
2. Het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen is uitsluitend in te zetten bij een professionele zorgaanbieder.
3. Een persoonsgebonden budget voor beschermd wonen is altijd exclusief de kosten voor huisvesting.
4. Er kan alleen een persoonsgebonden budget worden toegekend voor beschermd wonen als de zorgaanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle. Voldoet de beoogd zorgaanbieder niet aan de kwaliteitseisen dan wordt het persoonsgebonden budget niet verstrekt. De cliënt kan dan kiezen voor een andere pgb aanbieder of voor zorg in natura.
5. Als het door de cliënt ingediende budgetplan lager is dan het maximale te verstrekken bedrag op basis van de soort zorg is het budgetplan leidend.
6. De tarieven zijn ingedeeld in arrangementen volgens het beleid van de centrumgemeente Tilburg.
Artikel 3.5 Tarieven voor Beschermd Wonen
1. Arrangement 1 (Begeleid (zelfstandig) wonen): € 442,30 per week (€ 63,19 per etmaal)
2. Arrangement 2 (Ondersteund wonen 1): € 663,45 per week (€ 94,78 per etmaal)
3. Arrangement 3 (Ondersteund wonen 2): € 884,60 per week (€ 126,37 per etmaal)
4. Arrangement 4: (Beschermd Wonen): € 1.105,75 per week (€ 157,96 per etmaal)
Artikel 3.6 PGB voor Huishoudelijke ondersteuning
1. Er kan alleen een persoonsgebonden budget worden toegekend voor hulp bij het huishouden als de zorgaanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in bijlage 3.3 bij dit Besluit. Voldoet de beoogd zorgaanbieder niet aan de kwaliteitseisen dan wordt het persoonsgebonden budget niet verstrekt. De cliënt kan dan kiezen voor een andere pgb aanbieder of voor zorg in natura.
2. De kwaliteitseisen zoals beschreven in de bijlage zijn niet van toepassing op informele zorgverleners.
3. Cliënten die in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening kunnen kiezen om zelf ondersteuning in te kopen via een persoonsgebonden budget. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt bepaald op basis van het aantal benodigde uren/minuten vermenigvuldigd met het geldende tarief.
4. De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning gaat uit van een modulair systeem zoals vastgelegd in de Beleidsregels Huishoudelijke ondersteuning. Voor het bepalen van het aantal benodigde uren/minuten wordt gebruik gemaakt van het blokkenschema uit deze beleidsregels.
5. Het is aan de cliënt om samen met de zorgverlener afspraken te maken over het tarief per uur. De hoogte van het tarief hoeft niet te corresponderen met het tarief zoals verder in dit artikel beschreven.
6. Het is toegestaan om een lager tarief met de zorgverlener af te spreken mits dit tarief niet lager is dan het geldende minimumloon.
7. De toegangsprofessional beoordeelt op basis van het budgetplan of het resultaat zoals beschreven in het plan van aanpak, met het voorstel van de cliënt en zijn zorgverlener, redelijkerwijs kan worden behaald. Als de toegangsprofessional van mening is dat het resultaat niet kan worden behaald, wordt het budgetplan afgewezen.
8. Als het door de cliënt ingediende budgetplan lager is dan het maximale te verstrekken bedrag op basis van het aantal benodigde uren/minuten is het budgetplan leidend.
9. Het tarief voor het persoonsgebonden budget bij de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning en is gelijk aan de hoogste treden van de loonschalen volgens de cao-VVT en is als volgt: per 1-1-2024 € 19,80 per uur; per 1-3-2024 € 20,39 per uur; per 1-10-2024 € 20,99 per uur.
10. Om in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden budget moet er sprake zijn van boven gebruikelijke zorg.
Artikel 3.7 PGB voor ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding (OAD)
€ 29,74 per dagdeel indien geleverd door een professionele zorgverlener.
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen voor wonen in een geschikt huis
Artikel 4.1 Maatwerkvoorziening voor verhuis- en herinrichtingskosten
Een financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 3.259,00.
Artikel 4.2 Hoogte vergoeding in natura of als persoonsgebonden budget
1. De vergoeding in natura of als persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in door de gemeente opgestelde kostenberekening dan wel de door het college geaccepteerde offerte.
2. Bij het opstellen van de kostenberekening en bij de beoordeling van de offerte wordt rekening gehouden met hetgeen bepaald is in:
a. Bijlage 1 bij dit besluit: Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen;
b. Bijlage 2 bij dit besluit: Extra bouw en grondkosten.
Artikel 4.3 Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard
Voor voorzieningen in verband met woningsanering, die noodzakelijk zijn in verband met COPD en/of allergische aandoeningen, of de vervanging van tapijt dat niet geschikt is voor rolstoelgebruik, worden de maximale vergoedingsbedragen berekend op de wijze als aangegeven onder a en b.
a. Voor gordijnen en vloerbedekking worden de volgende normbedragen per vierkante meter gehanteerd:
• Overgordijnen woonkamer € 39,78 per m2 raamoppervlak
• Overgordijnen slaapkamer € 29,70 per m2 raamoppervlak
• Vitrage woon- en slaapkamer € 27,11 per m2 raamoppervlak
• Vloerbedekking woonkamer € 22,26 per m2 vloeroppervlak
• Vloerbedekking slaapkamer € 19,88 per m2 vloeroppervlak
b. Bij het bepalen van de vergoeding wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen gordijnen, vitrage en vloerbedekking in een periode van 8 jaar, op de volgende wijze:
• Leeftijd tot 2 jaar: vergoeding van 100 % van het normbedrag;
• Leeftijd tot 4 jaar: vergoeding van 75 % van het normbedrag;
• Leeftijd tot 6 jaar: vergoeding van 50 % van het normbedrag;
• Leeftijd tot 8 jaar: vergoeding van 25 % van het normbedrag;
• Ouder dan 8 jaar: geen vergoeding meer omdat de artikelen zijn afgeschreven
Artikel 4.4 Tijdelijke huisvesting
1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor de meerkosten van tijdelijke huisvesting die door de belanghebbende met beperkingen moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte.
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding omvat de werkelijke kosten tot een maximumbedrag per maand, als hierna aangegeven:
• Voor tijdelijke huisvesting in een zelfstandige woonruimte € 579,12 per maand;
• Voor tijdelijke huisvesting in een niet zelfstandige woonruimte € 294,90 per maand.
Artikel 4.5 Huurderving
1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 7.980,00 is aangepast op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of zijn voorgangers, kan het college een tegemoetkoming in de kosten verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor vergoeding in aanmerking komt.
2. De in dit artikel bedoelde vergoeding van de kosten van huurderving omvat de werkelijke kosten van kale huur, vermeerderd met de subsidiabele servicekosten, tot een maximum dat overeenkomt met de maximumhuurgrens per maand als bedoeld bij de huurtoeslag.
Artikel 4.6 Onderhoud keuring en reparatie
De kosten van onderhoud, keuring en reparatie van op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten en van de Wet maatschappelijke ondersteuning verstrekte voorzieningen worden vergoed zoals weergegeven in Bijlage 3 bij dit besluit: onderhoud, keuring en reparatie van woonvoorzieningen.
Artikel 4.7 Terugbetalen bij verkoop
1. De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in lid 4 vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
2. De verplichting als bedoeld in lid 1 is van toepassing als de woonvoorziening gerealiseerd is in de vorm van uitbreiding van de woning door een aan- op- of bijbouw al dan niet gepaard gaande met verwerving van de voor de bouw benodigde grond.
3. De vaststelling van de eventuele meerwaarde geschiedt door een beëdigd taxateur, aan te wijzen door de woningeigenaar.
4. De restitutie als bedoeld in lid 1 bedraagt:
- voor het eerste jaar na gereed melding 100% van de meerwaarde;
- voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde;
- voor het derde jaar 60% van de meerwaarde;
- voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde;
- en voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde;
maar nooit meer dan het bedrag dat ten laste van de gemeente is gekomen in verband met de getroffen voorzieningen.
5. Op het te restitueren bedrag worden de kosten van de taxatie in mindering gebracht.
Artikel 4.8 Hoofdverblijf
1. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 7.118,00.
2. De aanvraag moet worden ingediend in de gemeente, waar de aan te passen woonruimte zich bevindt, onder voorwaarde, dat de gemeente waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft, verklaart dat er niet eerder een woonruimte bezoekbaar is gemaakt ten behoeve van deze belanghebbende.
Artikel 4.9 Wijze van verstrekken eenmalige pgb’s
1. Eenmalige pgb's voor voorzieningen op het gebied van wonen, vervoer of hulpmiddelen worden rechtstreeks door de gemeente aan de leverancier verstrekt na ontvangst van de factuur of een offerte.
2. In afwijking van het eerste lid kan het college uit praktische overwegingen diverse kleine bedragen rechtstreeks betalen aan de cliënt na ontvangst van door het college goedgekeurde rekeningen, bonnen of een begroting van de kosten.
Hoofdstuk 5 Maatwerkvoorzieningen voor lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 5.1 Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiovervoer)
Met het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) wordt bedoeld het Regiovervoer Midden-Brabant, dat wordt uitgevoerd volgens de bepalingen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2023, de bepalingen als genoemd in bijlage 4 van dit besluit en het Vervoerreglement van Regiovervoer Midden-Brabant.
Artikel 5.2 Persoonsgebonden budget autoaanpassing
Een vergoeding voor de kosten van autoaanpassing wordt maximaal 1x per 7 jaar toegekend, de aan te passen auto mag niet ouder zijn dan 3 jaar en moet voldoende verzekerd zijn.
Artikel 5.3 Persoonsgebonden budget meerkosten gebruik eigen auto
In situaties waarin het voor de cliënt niet mogelijk is om gebruik te maken van het Regiovervoer kan een pgb voor aantoonbare meerkosten van het gebruik van de eigen auto verstrekt worden. De hoogte van dit pgb is vastgesteld op maximaal € 46,00 per maand.
Hoofdstuk 6 Maatwerkvoorzieningen voor verplaatsen in en om de woning en deelname aan sociale activiteiten door middel van aangepast sporten
Artikel 6.1 Persoonsgebonden budget rolstoel
1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente. De bedragen en/of percentages van nieuwe voorzieningen zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.
2. Als een goedkopere of te hergebruiken voorziening voorhanden is geldt, in afwijking van de in lid 1 genoemde prijslijst, het laagste bedrag.
Artikel 6.2 Persoonsgebonden budget individueel vervoermiddel
1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor de wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering en met een bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen, zoals dat door het college wordt bepaald op basis van informatie die verstrekt wordt door de hulpmiddelenleverancier van de gemeente.
De bedragen en/of percentages zijn in bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.
2. Als een goedkopere of te hergebruiken voorziening voorhanden is geldt, in afwijking van de in artikel 1 genoemde prijslijst het laagste bedrag of, bij voortgezet gebruik na afloop van de economische levensduur, alleen nog de kosten van onderhoud en (indien van toepassing) verzekering.
Artikel 6.3 Rolstoel- en scootmobieltraining
Als dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is, kunnen de noodzakelijke kosten van rolstoel- en scootmobieltraining voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 6.4 Financiële tegemoetkoming sportvoorziening
1. De hoogte van een financiële tegemoetkoming voor de aanschaf en het onderhoud van een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3.627,00.
2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt maximaal eens in de drie jaar verstrekt, als hiertoe een noodzaak is vastgesteld.
Hoofdstuk 7 Inwerkingtreding en intrekking oude regeling
Artikel 7.
1. Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot 1 januari 2024.
2. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2023 wordt ingetrokken per 1 januari 2024.
Goirle, 6 februari 2024
Burgemeester en wethouders van Goirle
de secretaris, de burgemeester,
Ruud Lathouwers Mark van Stappershoef
BIJLAGEN
Bijlage 3.1 Kwaliteitseisen zorgaanbieder voor begeleiding individueel, dagbesteding, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging, ontwikkelgerichte arbeidsmatige dagbesteding
Om in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel, dagbesteding, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging, zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van dit besluit, dient de zorgaanbieder aan de onderstaande kwaliteitseisen te voldoen.
De PGB-zorgverlener:
1. Zorgt voor een ondersteuningsplan waaruit blijkt welke kansen/mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften de cliënt heeft en welke voorziening er wordt geboden.
2. Zorgt ervoor dat de voorziening passend is bij de doelen van de cliënt op basis waarvan de maatwerkvoorziening is afgegeven.
3. Legt de te bereiken doelen (of subdoelen) met de cliënt vast met daarbij de wijze waarop deze doelen behaald worden en binnen welke termijn.
4. Evalueert tussentijds op basis van het ondersteuningsplan de verleende ondersteuning en stelt de deze waar nodig bij. Als een evaluatie leidt tot bijstelling wordt dit vastgelegd in het ondersteuningsplan.
5. Maakt afspraken met de cliënt over de bereikbaarheid.
6. Draagt zorg voor continuïteit op het gebied van personele inzet en voldoende ondersteuning.
7. Zorgt ervoor dat de medewerkers de cliënten passend en correct bejegenen.
8. Brengt de fysieke en sociale veiligheid van cliënten in kaart en houdt daarmee rekening bij de
geboden voorziening.
9. Zorgt ervoor dat de inhoud van de meldcode Huiselijk geweld en (kinder)mishandeling voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
10. Draagt er zorg voor dat medewerkers op de hoogte zijn van de meldcode en weten hoe zij hiernaar moeten handelen.
11. Houdt zich aan het meest recente protocol toezicht en onderzoek van calamiteiten en geweldsincidenten.
12. Is verplicht het bij de toezichthouder te melden wanneer zich een calamiteit heeft voorgedaan of wanneer er sprake was van geweld bij de verstrekking van een voorziening (artikel 3.4. lid 1 Wmo 2015). De calamiteit of geweldsincident dient binnen 3 dagen gemeld te worden via www.ggdhvb.nl/toezichtWmo.
13. Verstrekt bij en naar aanleiding van een melding aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens die voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn. Hieronder ook begrepen de persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens (als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming).
14. Is bekend met en handelt volgens de Nederlandse wet- en regelgeving, richtlijnen, verdragen en de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
15. Wordt niet onderzocht (lopend onderzoek) door het college van de Gemeente Goirle of de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ook mag er geen sprake zijn van een justitiële maatregel. Als er sprake is van een lopend onderzoek dient toestemming voor het leveren van zorg te worden overlegd bij de aanvraag voor het pgb.
16. Meldt bij de cliënt en het college als hij in de afgelopen 5 jaar een maatregel opgelegd heeft gekregen door een instantie.
17. Staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waarbij de activiteiten bij de inschrijving overeenkomen met de te verlenen ondersteuning die past binnen de kaders van de te verlenen ondersteuning.
18. Treft een regeling voor de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de zorgverlener die voor de gebruikers van belang zijn.
19. Heeft een toegankelijke klachtenregeling die onafhankelijke afhandeling van klachten garandeert.
20. Zorgt ervoor dat de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger en de mantelzorger op de hoogte zijn van de klachtenregeling, neemt eventuele klachten in behandeling en handelt deze tijdig en passend af.
21. Zorgt ervoor dat hij/zij en/of de aangewezen medewerker vakbekwaam is, dat wil zeggen dat
hij/zij beschikt over ervaringen en kwalificaties en/of opleidingen die passend zijn bij de te
verrichten activiteiten, complexiteit en aard van de problematiek van de cliënt.
22. Zorgt ervoor dat hij c.q. de medewerkers zich houden aan de voor hen geldende beroepscode.
23. Zorgt ervoor dat als vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen en/of stagiairs worden ingezet zij een aanvulling zijn en begeleid worden door het gekwalificeerde personeelsbestand.
24. Beschikt over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag voor alle personeelsleden (ook vrijwilligers en stagairs) die in contact komen met cliënten. Bij indiensttreding/aanvang
van de werkzaamheden mag de VOG niet ouder zijn dan drie maanden. Deze dient elke
vijf jaar te worden vernieuwd.
25. Draagt zorgt voor dat medewerkers hun taalgebruik afstemmen op de cliënt. De zorgverlener beheerst minstens de Nederlandse taal in woord en geschrift. Minimaal op het Europees Referentiekader niveau B1.
26. Zorgt ervoor dat door de cliënt en cliëntvertegenwoordiger geaccordeerde verslagen van
evaluatiegesprekken worden vastgelegd en bewaard gedurende de wettelijke termijn voor zorgdossiers (15 jaar na begeleiding).
27. Hanteert de Governance Code Zorg 2022. Als cliënt of gemeente hierom vraagt, licht de aanbieder toe hoe de Governance Code wordt toegepast in de organisatie.
28. Voert een deugdelijke administratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming.
29. Geeft desgevraagd de gemeente volledig inzicht in de boekhouding en bedrijfsvoering, inclusief gelieerde ondernemingen of instellingen (waar via eigendom of zeggenschap een zakelijke relatie mee bestaat).
Bijlage 3.2 Kwaliteitseisen zorgaanbieder voor Beschermd Wonen
Om in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden budget voor Beschermd Wonen, zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van dit besluit, dient de zorgaanbieder aan de onderstaande kwaliteitseisen te voldoen.
De PGB-aanbieder:
1. Zorgt voor een ondersteuningsplan waaruit blijkt welke kansen/mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften de cliënt heeft en welke voorziening er wordt geboden.
2. Zorgt ervoor dat de voorziening passend is bij de doelen van de cliënt op basis waarvan de maatwerkvoorziening is afgegeven.
3. Legt de te bereiken doelen (of subdoelen) met de cliënt vast met daarbij de wijze waarop deze doelen behaald worden en binnen welke termijn.
4. Evalueert tussentijds op basis van het ondersteuningsplan de verleende ondersteuning en stelt de deze waar nodig bij. Als een evaluatie leidt tot bijstelling wordt dit vastgelegd in het ondersteuningsplan.
5. Maakt afspraken met de cliënt over de bereikbaarheid en beschikbaarheid.
6. Zorgt ervoor dat begeleiding dagelijks aanwezig is en in de nabijheid van de locatie beschikbaar is. Er dient 24-uurs bereikbaarheid te zijn, en indien nodig is er iemand binnen 15-30 aanwezig op de locatie waar de cliënt verblijft.
7. Is verplicht ervoor te zorgen dat cliënten met een indicatie arrangement Beschermd wonen 1 en 2 wonen in een accommodatie met 24 uurs aanwezigheid.
8. Is verplicht ervoor te zorgen dat de cliënten zijn gehuisvest in een accommodatie van de opdrachtnemer, welke voldoet aan zowel de lokale gemeentelijke ruimtelijk en veiligheidseisen, als aan de landelijk gestelde huisvestingseisen van zorgvoorzieningen, rekening houden met de zorgzwaarte c.q. de beperking van cliënten;
9. Zorgt ervoor dat indien er Beschermd Wonen wordt aangebonden in een zorgboerderij volledig is voldaan aan de eisen als gesteld in het Kwaliteitswaarborg Zorgboerderijen;
10. Voorziet in en geeft uitvoering aan de landelijke minimale eisen van zorgaanbieders met betrekking tot het waarborgen van veilige zorg. Dit betreffen: een veiligheidsmanagementsysteem, een systeem ter waarborging van een veilig medicatiebeleid, een alarmeringssysteem bij calamiteiten, meldingen incidenten patiënten (MIP), de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld;
11. Draagt zorg voor continuïteit op het gebied van personele inzet en voldoende ondersteuning.
12. Zorgt ervoor dat de medewerkers de cliënten passend en correct bejegenen.
13. Brengt de fysieke en sociale veiligheid van cliënten in kaart en houdt daarmee rekening bij de
geboden voorziening.
14. Zorgt ervoor dat de inhoud van de meldcode Huiselijk geweld en (kinder)mishandeling voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
15. Draagt er zorg voor dat medewerkers op de hoogte zijn van de meldcode en weten hoe zij hier naar moeten handelen.
16. Houdt zich aan het meest recente protocol toezicht en onderzoek van calamiteiten en geweldsincidenten.
17. Is verplicht het bij de toezichthouder te melden wanneer zich een calamiteit heeft voorgedaan of wanneer er sprake was van geweld bij de verstrekking van een voorziening (artikel 3.4. lid 1 Wmo 2015). De calamiteit of geweldsincident dient binnen 3 dagen gemeld te worden via www.ggdhvb.nl/toezichtWmo.
18. Verstrekt bij en naar aanleiding van een melding aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens die voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn. Hieronder ook begrepen de persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens (als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming).
19. Is bekend met en handelt volgens de Nederlandse wet- en regelgeving, richtlijnen, verdragen en de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
20. Wordt niet onderzocht (lopend onderzoek) door het college van de Gemeente Goirle of de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ook mag er geen sprake zijn van een justitiële maatregel. Als er sprake is van een lopend onderzoek dient toestemming voor het leveren van zorg te worden overlegd bij de aanvraag voor het pgb.
21. Meldt bij de cliënt en het college als hij in de afgelopen 5 jaar een maatregel opgelegd heeft gekregen door een instantie.
22. Staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waarbij de activiteiten bij de inschrijving overeenkomen met de te verlenen ondersteuning die past binnen de kaders van de te verlenen ondersteuning.
23. Treft een regeling voor de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de zorgverlener die voor de gebruikers van belang zijn.
24. Heeft een toegankelijke klachtenregeling die onafhankelijke afhandeling van klachten garandeert.
25. Zorgt ervoor dat de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger en de mantelzorger op de hoogte zijn van de klachtenregeling, neemt eventuele klachten in behandeling en handelt deze tijdig en passend af.
26. Zorgt ervoor dat hij/zij en/of de aangewezen medewerker vakbekwaam is, dat wil zeggen dat hij/zij beschikt over ervaringen en kwalificaties en/of opleidingen die passend zijn bij de te verrichten activiteiten, complexiteit en aard van de problematiek van de cliënt.
27. Zorgt er voor dat alle professionals vakbekwaam zijn (minimaal MBO-2 niveau) en dat voor sommige werkzaamheden alleen geregistreerde hbo- en hoger opgeleide professionals worden ingezet. Het BIG-register, het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en het register GGZ-agoog zijn hiervoor de wettelijk erkende registers. Per soort dienstverlening is vastgelegd welke deskundigheid en scholing vereist is en hoe deze wordt geborgd.
28. Zorgt ervoor dat als er sprake is van verpleegtechnisch handelen, dit wordt uitgevoerd door een bekwame BIG geregistreerde zorgprofessional.
29. Leidt de cliënt toe naar professionele bewind voering als blijkt dat het financieel beheer van de cliënt onvoldoende is;
30. Zorgt ervoor dat hij c.q. de medewerkers zich houden aan de voor hen geldende beroepscode.
31. Zorgt ervoor dat indien vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen en/of stagiairs worden ingezet zij een aanvulling zijn en begeleid worden door het gekwalificeerde personeelsbestand.
32. Beschikt over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag voor alle personeelsleden (ook vrijwilligers en stagairs) die in contact komen met cliënten. Bij indiensttreding/aanvang van de werkzaamheden mag de VOG niet ouder zijn dan drie maanden. Deze dient elke vijf jaar te worden vernieuwd.
33. Draagt zorgt voor dat medewerkers hun taalgebruik afstemmen op de cliënt. De zorgverlener beheerst minstens de Nederlandse taal in woord en geschrift. Minimaal op het Europees Referentiekader niveau B1.
34. Zorgt ervoor dat door de cliënt en cliëntvertegenwoordiger geaccordeerde verslagen van evaluatiegesprekken worden vastgelegd en bewaard gedurende de wettelijke termijn voor zorgdossiers (15 jaar na begeleiding).
35. Hanteert de Governance Code Zorg 2022. Als cliënt of gemeente hierom vraagt, licht de aanbieder toe hoe de Governance Code wordt toegepast in de organisatie.
36. Voert een deugdelijke administratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming;
37. Geeft desgevraagd de gemeente volledig inzicht in de boekhouding en bedrijfsvoering, inclusief gelieerde ondernemingen of instellingen (waar via eigendom of zeggenschap een zakelijke relatie mee bestaat).
Bijlage 3.3 Kwaliteitseisen zorgaanbieder Huishoudelijke ondersteuning
Om in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van dit besluit, dient een zorgaanbieder aan de onderstaande kwaliteitseisen te voldoen.
De pgb-zorgverlener:
1. Maakt met de client afspraken over welke huishoudelijke taken binnen de beschikte tijd worden uitgevoerd en legt deze vast.
2. Maakt afspraken met de cliënt over de wederzijdse bereikbaarheid.
3. Draagt zorg voor continuïteit op het gebied van personele inzet en voldoende ondersteuning.
4. De opdrachtnemer draagt zorg voor de fysieke en sociale veiligheid van haar cliënten en personeel tijdens de uitvoering van de huishoudelijke ondersteuning.
5. Zorgt ervoor dat de inhoud van de meldcode Huiselijk geweld en (kinder)mishandeling voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
6. Draagt er zorg voor dat medewerkers op de hoogte zijn van de meldcode en weten hoe zij hier naar moeten handelen.
7. De medewerkers die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een
melding aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, waaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens (als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming) voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.
8. Is bekend met en handelt volgens de Nederlandse wet- en regelgeving, richtlijnen, verdragen en de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
9. Is in staat om Huishoudelijke Hulp te bieden met voldoende medewerkers die de ervaring en vaardigheden hebben om een hoge standaard van dienstverlening te leveren.
10. Wordt niet onderzocht (lopend onderzoek) door het college van de gemeente Goirle of de
Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ook mag er geen sprake zijn van een justitiële maatregel. Als er sprake is van een lopend onderzoek dient toestemming voor het leveren van zorg te worden overlegd bij de aanvraag voor het pgb.
11. Staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waarbij de activiteiten bestaan uit het bieden van huishoudelijke hulp.
12. Heeft een vastgestelde klachtenregeling en garandeert een onafhankelijke afhandeling van klachten binnen twee weken.
13. Informeert cliënten over zijn klachtenprocedure en publiceert deze op zijn site.
14. Zorgt ervoor dat hij/zij en/of de aangewezen medewerker ervaring heeft met huishoudelijke werkzaamheden, beschikt over goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheden in de Nederlandse taal op niveau A2, een dienstbare instelling heeft en sociaal vaardig is.
15. Beschikt over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag voor alle personeelsleden (ook vrijwilligers en stagairs) die in contact komen met cliënten die niet ouder is dan 3 jaar.
16. Voert een deugdelijke administratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming.
Bijlage 4.1 Overzicht subsidiabele kostenposten woningaanpassingen
1. De aanneemsom (hierin begrepen de loon en materiaalkosten) voor het treffen van de Voorziening.
2. De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991.
3. Het architectenhonorarium, echter uitsluitend in de gevallen waarin het inschakelen van een architect naar het oordeel van het college noodzakelijk is (het betreft dan veelal een ingrijpende woningaanpassing, zoals een aanbouw). De vergoeding voor het honorarium wordt gesteld op 10 procent van de aanneemsom, overeenkomstig de Standaard Regeling 1997 (SR 1997) van de Bond van Nederlandse Architecten, tenzij het honorarium ingevolge artikel 51 lid 1 van De Nieuwe Regeling (DNR 2005) behorende bij SR 1997 schriftelijk is vastgesteld op een lager bedrag, en dat de vergoeding voor het honorarium in dit laatste geval gelijk is aan het (lagere) bedrag zoals dat ingevolge artikel 51 lid 1 DNR 2005 schriftelijk is vastgesteld.
4. De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening.
5. De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting.
6. Renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden, tot de datum
van gereedmelding, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen.
7. De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk (zie Bijlage 2 sub 1a). Indien noodzakelijk
worden de hiervoor te maken extra notariskosten vergoed.
8. De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten
tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien konden worden.
9. De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot
het verrichten van de aanpassing.
10. De kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening.
11. De kosten van bodemonderzoek als dit noodzakelijk is en voor zover dit dient plaats te vinden voor rekening van degene die recht heeft op een vergoeding voor de kosten van woninguitbreiding of sanering.
Bijlage 4.2 Extra bouw en grondkosten
1. Bouwkosten
Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken in de kosten voor het aanbouwen of uitbreiden van een vertrek bij een bestaande woning of de extra bouwkosten bij een nieuw te bouwen woning.
Voor de berekening van deze vergoeding wordt als basis genomen het extra aantal m2 dat volgens tabel 1a voor vergoeding in aanmerking komt, vermenigvuldigd met de verdiepingshoogte, met een maximum van 2,70 m.
Wanneer het woonoppervlak van de nieuw te bouwen woning groter is dan 75 m2 vermeerderd met het maximumaantal meters dat noodzakelijk is volgens het pro¬gramma van eisen (zie kolom 2 van tabel 1a), wordt geen vergoeding in de bouwkosten verstrekt.
2. Grondkosten
Het is mogelijk om een vergoeding in natura of als pgb te verstrekken voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk is.
Een vergoeding voor de extra grondkosten wordt bij een bestaande woning alleen verstrekt, indien uitbreiding of aanbouw op eigen grond niet mogelijk is. Bij een nieuw te bouwen woning waarvoor de perceeloppervlakte groter is dan 250 m² behoeft geen extra grond te worden verworven en wordt geen vergoeding verstrekt.
Het aantal m2 dat voor vergoeding in aanmerking komt, is per vertrek aan een maximum gebonden, zoals in onderstaande tabel aangegeven.
Maximumaantal m2 waarvoor een vergoeding wordt verstrekt, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:
Soort vertrek |
Aantal m2 waarvoor ten hoogste een vergoeding wordt verstrekt in geval van een aanbouw van een vertrek |
Aantal m2 waarvoor ten hoogste een vergoeding wordt verstrekt in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek |
Woonkamer |
30 m2 |
6 m2 |
Keuken |
10 m2 |
4 m2 |
Eenpersoons slaapkamer |
10 m2 |
4 m2 |
Tweepersoons slaapkamer |
18 m2 |
4 m2 |
Toiletruimte |
2 m2 |
1 m2 |
Badkamer Wastafelruimte |
2 m2 |
1 m2 |
Badkamer Doucheruimte |
3 m2 |
2 m2 |
Entree/gang/hal |
5 m2 |
2 m2 |
Berging |
6 m2 |
4 m2 |
3. Kosten padverharding
Als de aanleg van een verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, of tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt. Dit geldt zowel bij de aanleg van een nieuw pad als bij de aanpassing van een bestaand pad.
Voor de vergoeding geldt een maximumoppervlakte van 20 m2 en een maximumprijs van € 80,40 per m2.
4. Kosten terrasverharding
Als de aanleg van een verhard terras, direct aansluitend aan de woonruimte, of de aanpassing van een bestaand terras noodzakelijk is, kan in de kosten daarvan een vergoeding worden verstrekt.
Voor de vergoeding geldt een maximumoppervlakte van 6 m2 en een maximumprijs van € 51,93 per m2.
Bijlage 4.3 Kosten van onderhoud, keuring en reparatie woonvoorzieningen
1. De vergoeding voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie geldt voor de volgende voorzieningen:
a. een mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;
b. elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren;
c. stoelliften, rolstoel of staplateauliften, woonhuisliften, hefplateauliften, balansliften.
2. Ten aanzien van de onder a. en b. genoemde voorzieningen komen de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking voor vergoeding.
3. Ten aanzien van de onder c. genoemde voorzieningen komen de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking voor vergoeding met de hieronder vermelde frequentie.
Keuring van liften Beginkeuring Frequentie keuring periodiek
Stoellift ja 1 x per 4 jr.
Rolstoelplateaulift ja 1 x per 4 jr.
Staplateaulift ja 1 x per 4 jr.
Woonhuislift ja 1 x per 1,5 jr.
Hefplateaulift ja 1 x per 1,5 jr.
Balanslift ja 1 x per 1,5 jr.
Onderhoud van Frequentie periodiekonderhoud
Stoellift 1 x per jaar
Rolstoelplateaulift 1 x per jaar
Staplateaulift 1 x per jaar
Woonhuislift 2 x per jaar
Hefplateaulift 2 x per jaar
Balanslift 1 x per jaar
Bijlage 5 Het Collectief Vraagafhankelijk vervoer (Regiovervoer Midden-Brabant)
1. Aan de persoon die in aanmerking komt voor het CVV, wordt een Wmo vervoerspas verstrekt, op vertoon waarvan de rechthebbende gebruik kan maken van het Regiovervoer tegen betaling van de voor de betreffende rit geldende opstaptarief en prijs per kilometer.
2. Voor de tarifering van het CVV wordt net als bij het openbaar busvervoer een tarief per kilometer gehanteerd, plus een opstaptarief per rit.
3. Het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in regionaal vervoer binnen een gebied van maximaal 25 kilometer vanaf het woonadres, en bovenregionaal vervoer over een afstand van meer dan 25 kilometer vanaf het woonadres. Langere ritten zijn alleen mogelijk naar algemene puntbestemmingen. Voor de gemeente Goirle is dat het Tweestedenziekenhuis in Waalwijk.
4. Binnen de regio kan op vertoon van de Wmo-vervoerspas gebruik worden gemaakt van het Regiovervoer tegen het Wmo tarief tot maximaal 1500 kilometer per kalenderjaar.
Aan de Wmo-gerechtigde die aantoont dat hij meer dan 1500 kilometer per (kalender)jaar reist vanwege mantelzorg of vrijwilligerswerk, kan de gemeente extra kilometers verstrekken zodat hij die werkzaamheden kan blijven verrichten.
5. De eigen betaling per Wmo-rit bedraagt € 1,08 vermeerderd met € 0,188 per kilometer binnen het gebied van 25 kilometer. Deze eigen betaling dient per rit elektronisch te worden voldaan aan de chauffeur of op rekening.
6. De Wmo-gerechtigde kan zich door één sociaal begeleider laten vergezellen. De begeleider betaalt dezelfde eigen bijdrage als de Wmo-pashouder. Deze eigen betaling dient per taxirit elektronisch te worden voldaan aan de chauffeur of op rekening.
Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is de begeleider geen betaling verschuldigd. Een Wmo-gerechtigde voor wie naar het oordeel van het college medische begeleiding noodzakelijk is, kan alleen als hij vergezeld is van een medisch begeleider reizen tegen het Wmo-tarief. Om als begeleider te kunnen worden aangemerkt moet de begeleidende persoon 12 jaar of ouder zijn.
7. Elke betalende volwassen reiziger mag 3 kinderen tot 12 jaar meenemen tegen hetzelfde tarief.
8. Voor vervoer dat niet valt binnen de reikwijdte van de Wmo, zoals:
- vervoerskosten die vergoed worden door de Zvw,
- leerlingenvervoer,
- Wlz-vervoer,
- vervoer naar dagopvang en kortdurend verblijf waarvoor een andere vergoeding wordt verstrekt,
- woon-werkverkeer,
kunnen Wmo-gerechtigden en (sociaal) begeleiders niet reizen tegen de hierboven genoemde tarieven, maar tegen het vrije-reizigerstarief met een opstaptarief van € 3,90, vermeerderd met
€ 0,59 per kilometer.
9. Maximale lengte van de gesubsidieerde tarieven is 25 kilometer. Bij langere ritten (geldt alleen voor de puntbestemming ziekenhuis Waalwijk) geldt vanaf 25 kilometer het OV-tarief van € 0,59 per kilometer, plus het opstaptarief van € 3,90. Ook voor ritten vanaf het woonadres tot 25 kilometer in België geldt dit tarief.
10. Voor het vrije reizigers OV-Regiovervoer geldt een bindend OV-reisadvies. De houdt in dat als de reis met de gewone bus gemaakt kan worden, geen taxirit geboekt kan worden tegen het gesubsidieerde tarief. Het opstaptarief is dan € 3,90 vermeerderd met het tarief bij negeren van het OV-reisadvies van € 1,61 per kilometer (commercieel tarief).
Bijlage 6 Berekening voor PGB hulpmiddelen
IWMO |
Categorie extern |
Huur/maand excl btw |
Huur/jaar excl. BTW |
Huur/maand incl btw |
btw |
11H01 |
01a: Rolstoelen incidenteel gebruik |
€ 12,08 |
€ 144,96 |
€ 13,17 |
9% |
11H10 |
02a: Rolstoelen semi permanent volwassenen |
€ 42,27 |
€ 507,24 |
€ 46,07 |
9% |
11H11 |
02b: Rolstoelen semi permanent kinderen |
€ 72,45 |
€ 869,40 |
€ 78,97 |
9% |
11H12 |
02c: Kantel rolstoel permanent volwassen |
€ 78,48 |
€ 941,76 |
€ 85,54 |
9% |
11H13 |
02d: Kantel rolstoel permanent kinderen |
€ 114,71 |
€ 1.376,52 |
€ 125,03 |
9% |
13H50 |
03a: Tilliften actief |
€ 108,67 |
€ 1.304,04 |
€ 131,49 |
21% |
13H51 |
03b: Tilliften passief |
€ 108,67 |
€ 1.304,04 |
€ 131,49 |
21% |
11H20 |
04a: Actieve rolstoelen |
€ 72,45 |
€ 869,40 |
€ 78,97 |
9% |
11H21 |
04b: Actieve rolstoelen kinderen |
€ 96,59 |
€ 1.159,08 |
€ 105,28 |
9% |
11H60 |
05a: Elektrische rolstoelen volwassenen |
€ 344,10 |
€ 4.129,20 |
€ 375,07 |
9% |
11H62 |
05b: Elektrische rolstoel kinderen |
€ 398,43 |
€ 4.781,16 |
€ 434,29 |
9% |
12H30 |
06a: Scootmobiel, meeneembaar, verkleinbaar |
€ 51,31 |
€ 615,72 |
€ 55,93 |
9% |
12H31 |
06b: Scootmobielen, standaard |
€ 70,65 |
€ 847,80 |
€ 77,01 |
9% |
12H32 |
06c: Scootmobielen, complex extra geveerd |
€ 87,55 |
€ 1.050,60 |
€ 95,43 |
9% |
12H01 |
07a: Driewiel / duo-fietsen eenvoudig (laag BTW) |
€ 56,74 |
€ 680,88 |
€ 61,85 |
9% |
12H02 |
07b: Driewiel / duo-fietsen met hulpmotor (laag BTW) |
€ 84,52 |
€ 1.014,24 |
€ 92,13 |
9% |
12H10 |
07c: Tweewiel / duo-fietsen eenvoudig (hoog BTW) |
€ 56,74 |
€ 680,88 |
€ 68,66 |
21% |
12H11 |
07d: Tweewiel / duo-fietsen met hulpmotor (hoog BTW) |
€ 84,52 |
€ 1.014,24 |
€ 102,27 |
21% |
13H01 |
08a: Douche- en toiletstoelen verrijdbaar |
€ 26,56 |
€ 318,72 |
€ 28,95 |
9% |
13H02 |
08b: Douche- en toiletstoelen, complex (kantel) |
€ 90,56 |
€ 1.086,72 |
€ 98,71 |
9% |
11H30 |
09a: Hoepelondersteuning / joystick |
€ 114,71 |
€ 1.376,52 |
€ 125,03 |
9% |
11H31 |
09b: Duwondersteuning |
€ 72,45 |
€ 869,40 |
€ 78,97 |
9% |
12H60 |
09c: Aankoppelbaar fietsdeel |
€ 108,67 |
€ 1.304,04 |
€ 118,45 |
9% |
11H32 |
09d: Buggy's voor kinderen |
€ 39,24 |
€ 470,88 |
€ 42,77 |
9% |
11H33 |
09e: Kinderduwwandelwagens |
€ 90,56 |
€ 1.086,72 |
€ 98,71 |
9% |
13H99 |
10a: Woonvoorzieningen overig laag BTW |
|
|
|
9% |
1310B |
10b: Woonvoorzieningen overig hoog BTW |
|
|
|
21% |
12H99 |
10c: Vervoersvoorzieningen overig laag BTW |
|
|
|
9% |
1210D |
10d: Vervoersvoorzieningen overig hoog BTW |
|
|
|
21% |
11H99 |
10e: Rolstoelvoorzieningen overig laag BTW |
|
|
|
9% |
1110F |
10f: Rolstoelvoorzieningen overig hoog BTW |
|
|
|
21% |
Rekenvoorbeeld:
Categorie huurprijs inclusief BTW per maand x 12 x 7 = pgb bedrag
Als voorbeeld een rolstoel categorie 11H01 huurprijs € 13,17 x 12 x 7= € 1.106,28 inclusief btw
Voor kindervoorzieningen is het categorie huurprijs inclusief btw x 12 x 5= pgb bedrag
De pgb-bedragen zijn inclusief de kosten voor verzekering (bij gemotoriseerde voertuigen), all-in onderhoud en reparaties. Er is geen aparte pgb lijst meer.
In geval van een beschikbare occasion worden de afschrijftermijnen als uitgangspunt genomen. De leeftijd van het hulpmiddel in maanden is bekend en de nog resterende maanden, uitgaande van de termijnen kunnen worden berekend. Na afloop van de afschrijftermijn heeft het hulpmiddel een restwaarde van 5% van de netto aanschafprijs excl. btw.
Als een hulpmiddel na de economische afschrijvingstermijn nog technisch bruikbaar is, wordt het pgb voor onderhoud en reparatie vastgesteld op basis van een offerte van de leverancier, zolang reparatie economisch rendabel is.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl