Beleid inzake bijstandsverlening aan daklozen

Geldend van 13-02-2024 t/m heden

Intitulé

Beleid inzake bijstandsverlening aan daklozen

Sinds 1 januari 2022 is artikel 2.23 BRP geldig. Daarin is opgenomen dat als vastgesteld wordt dat een belanghebbende dak- of thuisloos is, deze een gemeentelijk briefadres verkrijgt.

Onze gemeente merkt het volgende adres aan als gemeentelijke briefadres:

  • De Stuw, De Stuwdijk 4, 7772 AW Hardenberg.

Feitelijke verblijfsituatie:

Voor het recht op bijstand is het verreist dat een belanghebbende zijn feitelijke verblijfsituatie binnen de gemeente heeft. Als belanghebbende ingeschreven staat op het gemeentelijk briefadres, wordt ervanuit gegaan dat hij bij de aanvraag binnen de gemeente verblijft. Als er twijfel bestaat bij de aanvraag van bijstand of belanghebbende binnen de gemeente verblijft, kan van belanghebbende worden gevraagd dat hij controleerbare gegevens over zijn feitelijke verblijfsituatie verstrekt (slaapplaatsen en/of verblijfplaatsen).

Verder is het van belang dat belanghebbende voldoende bereikbaar is. Belanghebbende wordt verzocht om eens per twee weken zijn post op te halen bij het briefadres. Als de post niet wordt opgehaald dan krijgt de gemeente hierover bericht van De Stuw. Op grond van artikel 17 Participatiewet wordt belanghebbende dan verzocht om aan te geven waar hij verblijft. Voldoet hij hier niet aan, dan volgt een hersteltermijn en eventueel beëindiging van de uitkering. Reden hiervoor is dat gemeente niet kan vaststellen of belanghebbende feitelijk binnen de gemeente verblijf en is vaststelling van het recht op bijstand niet mogelijk.

Dak- en thuislozennorm

Veel dak- en thuislozen komen in aanmerking voor een verlaging wegens het ontbreken van woonkosten (huur, hypotheek, energie- en water). Afhankelijk van de specifieke leefsituatie kan de norm verlaagd worden. Zie hiervoor richtlijn ‘B052 Verlagen bijstandsnorm wegens ontbreken woonkosten’.

Dak- of thuisloze jongeren

Dakloze jongeren tot 21 jaar hebben recht op de jongerennorm. Wanneer deze niet toereikend is, kan deze worden opgehoogd tot maximaal de dak- en thuislozennorm, zoals hierboven aangegeven.

Heronderzoek rechtmatigheid

Tijdens de bijstandsverlening wordt in beginsel om de drie maanden een onderzoek verricht om te kijken of de situatie van belanghebbende al dan niet onveranderd is gebleven en of de opgegeven verblijfssituatie nog overeenkomt met de feitelijke verblijfssituatie. Daarnaast wordt beoordeeld of er mogelijkheden om een ander adres te verkrijgen zijn (geweest). In geval van twijfel over de feitelijke verblijfssituatie kan er vaker een onderzoek plaatsvinden.

Aanschaf ID-bewijs

Om ingeschreven te worden in de BRP en om een algemene bijstandsuitkering aan te vragen moet een geldig identiteitsbewijs worden getoond. Blijkt bij de aanvraag voor een bijstandsuitkering dat belanghebbende geen (geldig) ID-bewijs in zijn bezit heeft, dan krijgt belanghebbende de kosten om een ID-bewijs aan te vragen, als voorschot vanuit de algemene bijstand toegekend. Dit voorschot wordt dan verrekend met de eerstvolgende maand waarin de algemene bijstandsuitkering wordt toegekend. Blijkt belanghebbende geen recht op een algemene bijstandsuitkering te hebben, dan vordert het college het verstrekte voorschot van hem terug.