Regeling vervallen per 01-03-2027

Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam regelende het verlenen van subsidie ter bevordering van verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen in de gemeente Edam-Volendam (Subsidieregeling isolatie woningen Edam-Volendam)

Geldend van 10-02-2024 t/m 28-02-2027 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam regelende het verlenen van subsidie ter bevordering van verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen in de gemeente Edam-Volendam (Subsidieregeling isolatie woningen Edam-Volendam)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam alsmede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Awb vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

overwegende dat het gewenst is om woningeigenaren van een slecht geïsoleerde woning in de gemeente Edam-Volendam, die in energiearmoede verkeren of een risico daarop hebben, te stimuleren om maatregelen te nemen die de woning isoleren of de ventilatie verbeteren;

overwegende dat het isoleren van woningen met een slecht energielabel voor de komende jaren wordt gezien als een noodzakelijke en realistische stap om structureel energie te besparen;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling isolatie woningen Edam-Volendam.

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • appartement: aandeel in een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars is opgericht, omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een woning;

  • Asv: Algemene subsidieverordening Edam-Volendam;

  • bouwbedrijf: bedrijf met een inschrijving bij de Kamer van Koophandel dat isolatiemaatregelen uitvoert;

  • college: het college van burgemeester en wethouders Edam-Volendam;

  • eigenaar-bewoner: een natuurlijke persoon die:

    • I.

      een woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben; of

    • II.

      gerechtigde is van een bestaand appartementsrecht als bedoeld in artikel 106, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van dat appartement zal hebben;

  • energiecoach: een adviseur voor inwoners van de gemeente Edam-Volendam op het gebied van energiezuinig wonen;

  • energieadviseur: een natuurlijk persoon die werkzaam is bij een onderneming of een onderneming heeft die bedrijfsmatig bewoners adviseert over het nemen van verduurzamingsmaatregelen;

  • energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen;

  • energiezuinige ventilatiemaatregelen: het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor CO2-gestuurde ventilatie of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%;

  • minimale Isolatiewaarde -maatregelen: het aanbrengen van isolerend glas, vloerisolatie of dakisolatie aan een woning, met de volgende specificaties:

    • I.

      Isolerend glas: de isolatiewaarde (U-waarde) van vervangend isolerend glas is in het geval van HR++ glas maximaal 1,2 W/m2·K en in het geval van Triple-glas maximaal 0,7 W/m2·K. Het gaat alleen om vervanging van bestaande ramen;

    • II.

      Vloerisolatie: het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 m2·K/W en de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel mag niet meegerekend worden om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen;

    • III.

      Dakisolatie: het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 m2·K/W en de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel mag niet meegerekend worden om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

  • materiaalkosten: kosten voor nieuw isolatie- of ventilatiemateriaal en de bijbehorende benodigde constructiemateriaal;

  • Rc-waarde: warmteweerstand van de gehele constructie en uitgedrukt in m2·K/W;

  • Rd-waarde: warmteweerstand van één (isolatie)materiaal, afgegeven door de fabrikant en uitgedrukt in m2·K/W.

  • recreatiewoning: een woonruimte specifiek bedoeld voor tijdelijk en recreatief gebruik.

  • woning: Een tot bewoning bestemd gebouw of deel (appartement) van een gebouw dat blijvend is bestemd voor permanente bewoning (verblijf) door één particulier huishouden gelegen binnen de gemeente Edam-Volendam, niet zijnde schuren, garages of andere bijgebouwen.

  • slecht geïsoleerd bouwdeel: Bouwdelen, die niet voldoen aan de gestelde isolatie-normen volgens de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (SPUK LAI), zijnde voor :

    • I.

      een gevelisolatie: Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig (Rc ≤ 1,1);

    • II.

      een dakisolatie voor een hellend of plat dak: Geen, slechte en matige isolatie (minder dan 9 cm isolatiemateriaal aanwezig / Rc ≤ 2,0);

    • III

      een zolder-/vlieringvloerisolatie: Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is, als alternatief voor dakisolatie. Alleen toe te passen bij een onverwarmde zolder en gesloten vlieringluik of gesloten toegangsdeur. (Rc ≤ 0,5);

    • IV.

      een vloer-/bodemisolatie: Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig, aanpakken bij matige vloerisolatie niet perse noodzakelijk (minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • V.

      ramen (Glas): Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas (Ug waarde ≥ 1,6).

  • slecht geïsoleerde woning: een woning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet met een energielabelklasse D, E, F, of G, of één met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waarin ten minste twee van de volgende bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • a.

      de vloer;

    • b.

      de gevel;

    • c.

      het dak, de zolder of de vliering;

    • d.

      de ramen in de woonkamer en overige kamers.

  • thermische schil: de omhulling van het gehele gebouw samengesteld uit de bouwkundige elementen, dak, gevel, vloer en beglazing, kozijnpanelen en deuren.

  • U-waarde: totale warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructie, inclusief de overgangsweerstanden van lucht naar de constructie en van de constructie naar lucht uitgedrukt in W/m2·K (warmtegeleiding van glas).

  • WOZ-waarde: de waarde die een woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken toegekend heeft gekregen;

Artikel 2 Doel en doelgroep

  • a. Deze regeling heeft als doel om de energietransitie te versnellen door de verduurzaming van slecht geïsoleerde particuliere woningen in de gemeente Volendam te stimuleren of de emissies in deze woningen te verlagen en de luchtkwaliteit hierin te verbeteren.

  • b. Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan de eigenaar-bewoner van een woning of een appartement:

    • I.

      gelegen in de gemeente Edam-Volendam, en

    • II.

      die of dat gebouwd is voor 1992, en

    • III.

      een WOZ-waarde heeft van maximaal € 393.000 op 1 januari 2022, en

    • IV.

      die of dat slecht geïsoleerd is als bedoeld in artikel 1, waardoor de eigenaar-bewoner aantoont dat hij in energiearmoede verkeerd of een risico daarop bestaat.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten, die zijn uitgevoerd vanaf 1 januari 2023:

    • a.

      Isolatiemaatregelen uitgevoerd door een bouwbedrijf;

    • b.

      Isolatiemaatregelen uitgevoerd in doe-het-zelf;

    • c.

      Energiezuinige ventilatiemaatregelen uitgevoerd door een bouwbedrijf.

  • 2. Onder een activiteit als bedoeld in het eerste lid, sub a wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het aanbrengen van minimaal 20 m2 dakisolatie aan de binnenzijde van het dak, met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 3,5 m2·K/W,

    • b.

      Het aanbrengen van minimaal 20 m2 zolder- of vloerisolatie van een onverwarmde zolder of vliering,

    • c.

      het aanbrengen van minimaal 20 m2 vloer- of bodemisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 3,5 m2·K/W;

    • d.

      het aanbrengen van gevelisolatie aan de binnenzijde of buitenzijde van de woning van minimaal 10 m2, waarbij de isolatiewaarde (Rd-waarde) minimaal 3,5 m2·K/W is;

    • e.

      het vervangen van minimaal 8 m2 bestaand glas (enkel of dubbel) door HR++ glas of beter met een U-waarde van 1,2 of lager;

    • f.

      het aanbrengen van minimaal 3 m2 Triple glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen met een U-waarde van maximaal 0,7 of lager;

  • 3. Onder een activiteit als bedoeld in het eerste lid, sub b wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het aanbrengen van minimaal 20 m2 dakisolatie aan de binnenzijde van het dak, met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 3,5 m2·K/W.

    • b.

      het aanbrengen van minimaal 20 m2 vloerisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 3,5 m2·K/W;

    • c.

      het aanbrengen van minimaal 20 m2 zolder- of vloerisolatie van een onverwarmde zolder of vliering;

    • d.

      het aanbrengen van gevelisolatie aan de binnenzijde of buitenzijde van de woning van minimaal 10 m2, waarbij de isolatiewaarde (Rd-waarde) minimaal 3,5 m2·K/W is.

  • 4. Onder een activiteit als bedoeld in het eerste lid, sub c wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het plaatsen en installeren van een CO2-gestuurde ventilatie;

    • b.

      het plaatsen en installeren van een gelijkstroomventilator (balansventilatie met WTW).

Artikel 4 Aanvraag en indieningsvereisten

  • 1. In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam kan de subsidie alleen worden aangevraagd in de periode vanaf de eerste dag na bekenmaking van deze subsidieregeling tot en met 1 oktober 2026.

  • 2. Aanvragen ingediend buiten bovengenoemde termijn worden geweigerd.

  • 3. De aanvraag om subsidie geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4. Een aanvraag om subsidie voor een activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, kan slechts eenmaal voor dezelfde woning worden ingediend.

  • 5. Een aanvraag om subsidie voor een activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub c, kan alleen worden aangevraagd als wordt aangetoond dat daarnaast minimaal twee isolatiemaatregelen zijn uitgevoerd zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub a aanhef a en b.

  • 6. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam omvat een aanvraag om subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, uitgevoerd door een bouwbedrijf, in ieder geval:

    • I.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • II.

      Indien voor de activiteit een omgevingsvergunning is vereist, een kopie van de verleende omgevingsvergunning;

    • III.

      Indien voorafgaand aan de uitvoering een sloopmelding voor asbest was vereist, een kopie van deze sloopmelding en bewijs van uitvoeringasbestverwijdering;

    • IV.

      Indien het een appartement betreft:

      • a.

        een kopie van de instemming van de leden VVE;

      • b.

        een kopie van de vigerende splitsingsakte of indien die niet bestaat andere documenten waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden is vastgelegd;

      • c.

        een kopie van de meerjaren onderhoudsplan (MJOP) van de VVE;

    • V.

      een kopie van een gespecificeerde factuur van het bouwbedrijf, met daarop vermeld:

      • a.

        de eigenaar van de woning en diens adres;

      • b.

        datum van de uitvoering van de isolatie- of ventilatiemaatregel;

      • c.

        de isolatie – of ventilatiemaatregelen (inclusief meldcode, merk en (isolatie-) waarde);

  • 7. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam omvat een aanvraag om subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3,eerste lid, sub b, in ieder geval:

    • I.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • II.

      Indien voor de activiteit een omgevingsvergunning is vereist, een kopie van de verleende omgevingsvergunning;

    • III.

      Indien voorafgaand aan de uitvoering een sloopmelding voor asbest was vereist, een kopie van deze sloopmelding en bewijs van uitvoeringasbestverwijdering;

    • IV.

      Indien het een appartement betreft:

      • a.

        een kopie van de instemming van de leden VVE;

      • b.

        een kopie van de vigerende splitsingsakte of indien die niet bestaat andere documenten waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden is vastgelegd;

      • c.

        een kopie van de meerjaren onderhoudsplan (MJOP) van de VVE;

    • V.

      De datum van de start en de beëindiging van de uitvoering van de isolatie- of ventilatiemaatregel;

    • VI.

      het aankoopbewijs van het isolatie- of ventilatiemateriaal, waarop zichtbaar het merk en de isolatie- of ventilatiewaarde wordt vermeld;

    • VII.

      een kopie van het betalingsbewijs van het aangeschafte materiaal;

  • 8. Tenminste één foto van het bereikte eindresultaat door de uitgevoerde isolatiemaatregel, al dan niet aangevuld met enkele foto’s van vóór en gedurende het uitvoeren van de isolatiemaatregel ;

  • 9. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam omvat een aanvraag om subsidie voor twee verschillende activiteiten als bedoeld in artikel 3, waarvan minimaal één uitgevoerd in doe-het-zelf en minimaal één uitgevoerd door een bouwbedrijf, in ieder geval de indieningsvereisten per activiteit zoals genoemd in lid 6 tot en met 8.

  • 10. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld. Deze datum bepaalt de volgorde van behandeling van de aanvraag.

  • 11. Het college kan bepalen dat naast de in het zesde tot en met achtste lid genoemde documenten nog andere stukken moeten worden overgelegd indien deze voor de beoordeling noodzakelijk blijken.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. Als subsidiabele kosten komen in aanmerking de redelijk gemaakte kosten inclusief BTW, die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, zijnde:

    • I.

      Kosten voor ingezette isolatiematerialen en het daarbij behorende afwerk- en bevestigingsmateriaal;

    • II.

      Loonkosten van een ingehuurd bouwbedrijf dat de activiteit heeft uitgevoerd;

Artikel 6 Hoogte subsidie

  • 1. In het geval van uitvoering door een bouwbedrijf bedraagt de hoogte van de subsidie voor één van de in artikel 3 genoemde subsidiabele activiteiten bedraagt ten hoogste 85% van de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 5, met een maximum van € 1.550,- inclusief BTW per woning.

  • 2. In het geval van uitvoering door een bouwbedrijf bedraagt de hoogte van de subsidie voor twee of meer van de in artikel 3, eerste lid, sub a en c, genoemde subsidiabele activiteiten bedraagt ten hoogste 70% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten, zoals bedoeld in artikel 5 met een maximum van € 1.550,-- inclusief BTW per woning.

  • 3. In het geval van uitvoering in doe-het-zelf van een activiteit, van één of meer activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b, bedraagt de hoogte van de subsidie 100% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten, zoals bedoeld in artikel 5 met een maximum van € 1.550,-- inclusief BTW per woning.

  • 4. In geval van uitvoering van één of meer activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b in combinatie met uitvoering van één of meer hiervan afwijkende activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub a en c, wordt de hoogte conform de bepalingen in lid 1 tot en met 3 per activiteit vastgesteld met een gezamenlijk maximum van € 1.550,-- inclusief BTW per woning.

  • 5. Het in het eerste, tweede en derde lid genoemde subsidiebedrag wordt slechts eenmaal verleend voor een woning of appartement waarop de activiteit, als bedoeld in artikel 3, betrekking heeft.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist uiterlijk acht weken na ontvangst van een volledige aanvraag om subsidieverlening.

  • 2. Het college kan het nemen van een besluit met ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 8 Vaststelling

Subsidies op grond van deze regeling worden direct vastgesteld.

Artikel 9 Verplichtingen

Onverminderd artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam kan het college de volgende verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden:

  • a.

    de aanvrager draagt zorg dat het energielabel van de woning correspondeert met de werkelijke energieprestaties van de woning.

  • b.

    De aanvrager verleent medewerking om in het kader van een steekproef een door de gemeente aangestelde inspecteur op verzoek in de gelegenheid te stellen de uitgevoerde werkzaamheden ter plaatse te inspecteren.

Artikel 10 Subsidieplafond en verdeelcriteria

  • 1. De hoogte van het voor deze subsidieregeling beschikbare bedrag is € 871.100,--.

  • 2. Dit bedrag geldt als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht, voor de gehele looptijd van deze subsidieregeling.

  • 3. Verdeling geschiedt op basis van binnenkomst van volledige aanvragen.

  • 4. Wordt het subsidieplafond op enige dag overschreden, dan wordt de volgorde van binnenkomst van de op die dag binnengekomen subsidieaanvragen bepaald door middel van rangschikking, waarbij:

    • a.

      de aanvraag betreffende een woning met de laagste energielabel als hoogste wordt gerangschikt;

    • b.

      de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst in aanmerking komt voor subsidie;

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3 wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag door iemand anders dan de juridische eigenaar van de woning/ het appartement is ingediend;

  • b.

    de activiteit is uitgevoerd voor 1 januari 2023 of na 1 oktober 2026;

  • c.

    de activiteit nog niet is uitgevoerd;

  • d.

    het de activiteit spouwmuurisolatie of dakisolatie van buitenaf betreft;

  • e.

    niet kan worden aangetoond dat de activiteit functioneel, effectief en volledig is uitgevoerd;

  • f.

    het geen activiteit betreft als bedoeld in artikel 3, tweede tot en met vierde lid;

  • g.

    de aanvraag betrekking heeft op een activiteit, waarvoor aan de aanvrager reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;

  • h.

    de activiteit betrekking heeft op een schuur, garage of bijgebouw;

  • i.

    een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, sub a, betrekking heeft op een dak dat asbest bevat, tenzij de aanvrager aantoont dat het asbest voor uitvoering van de activiteit wordt verwijderd.

  • j.

    de aanvrager niet behoort bij de doelgroep, als bedoeld in artikel 2, sub b;

  • k.

    de activiteit betrekking heeft op nog geen bestaand bouwdeel;

  • l.

    de voor het verrichten van de activiteit noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend;

  • m.

    de voor het verrichten van de activiteit vereiste sloopmelding asbest niet is gedaan;

  • n.

    het voor het verrichten van de activiteit voorafgaande verwijderen van asbest niet heeft plaatsgevonden;

  • o.

    de kosten van de activiteit op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;

  • p.

    de uitvoering van de activiteit zou leiden tot een verandering aan een gemeentelijke monument of het pand opgenomen op de lijst van Sliekerfonds die in strijd is met de eisen die volgens wettelijke voorschriften voor de aangewezen status van het pand worden gesteld.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking, en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 maart 2027.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling isolatie woningen Edam-Volendam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2024,

het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,

de secretaris,

H. van der Woude

de loco-burgemeester,

C.C.M. Schilder

Toelichting

Algemeen:

Veel inwoners hebben inmiddels moeite met het betalen van hun energierekening en hebben weinig financiële ruimte om mee te kunnen doen in de energietransitie. Vooral woningen met een slechte isolatie zorgen voor hoge energielasten. Het rijk heeft middelen beschikbaar gesteld die de gemeente mag inzetten om deze groep eigenaren van woningen en appartementen op korte termijn te ondersteunen bij het nemen van maatregelen om de energierekening te verlagen.

Zij moeten dan wel ook in hun woning zelf verblijven. Het betreft daarom geen steunmaatregel voor eigenaren van woningen die door hen worden verhuurd.

Zoals in artikel 2 is verwoord heeft deze subsidieregeling tot doel het ondersteunen van eigenaren-bewoners van koopwoningen in Edam-Volendam die te maken hebben met hoge energielasten als gevolg van gestegen energieprijzen in combinatie met de lagere energetische kwaliteit van de woningen, of een risico daarop.

De subsidie is bedoeld voor het treffen van isolatiemaatregelen, eventueel in combinatie met energiezuinige ventilatiemaatregelen aan woningen.

Onder deze maatregelen worden ‘nagelvaste maatregelen’ verstaan, zoals vloerisolatie, HR++ glas en dakisolatie of het plaatsen en het aanbrengen van een balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%.

Artikelsgewijs:

Artikel 1

In dit artikel wordt een aantal begrippen verklaard voor zover de betekenis niet zonder meer

uit het algemene spraakgebruik kan worden afgeleid.

Artikel 2

Dit artikel geeft aan wat met het verstrekken van deze subsidies zal worden bereikt en wie een subsidie kan aanvragen.

De groep eigenaren is beperkt op natuurlijke personen. Dat betekent dat rechtspersonen zoals bijvoorbeeld wooncoöperaties, stichtingen of verenigingen van eigenaren geen beroep op deze regeling kunnen doen, ondanks dat ook zij maatregelen ter verduurzaming van hun woningen moeten doen. Daarnaast is het een vereiste dat de natuurlijke persoon ook in de woning of zijn appartement moet verblijven of feitelijk na de renovatie daarin verblijft. Het is dus niet mogelijk beroep op de regeling te doen als de aanvrager niet aan alle criteria van de beschreven doelgroep voldoet.

Artikel 3

In dit artikel zijn de diverse activiteiten beschreven waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

Het betreft gerichte maatregelen, die de eigenaar door een bouwbedrijf heeft laten uitvoeren of zelf kon verrichten, omdat hij over de kennis en vaardigheid beschikte om zijn woning duurzamer te maken. Uiteraard betreft het volledig afgeronde activiteiten. Het uitvoeren van een specifieke maatregel voor een deel is niet voldoende om hiervoor in aanmerking voor subsidie te komen. Omdat de maatregel een meetbaar effect moet hebben wordt naast de volledige afronding van de activiteit ook aangegeven dat uitvoering van de maatregel vergelijkbaar met een professionele aanpak moet zijn. Omdat het plaatsen van een ventilatiesysteem om specifieke kennis vraagt om effectief te werken is het niet mogelijk om hiervoor subsidie te ontvangen als het door de eigenaar zelf geplaatst is.

Voor enkele maatregelen gelden beperkingen, die voortkomen uit specifieke wetten. Zo is het bijvoorbeeld alleen mogelijk materiaal te gebruiken dat aan bepaalde normwaarden voldoet of mogen door de maatregel geen gevaren voor het milieu, de natuur of veranderingen aan een beschermde status van het gebouw worden veroorzaakt. Bij de beoordeling worden daarom de kaders die het rijk hanteert aangehouden.

Artikel 4

Welke documenten bij de aanvraag om subsidie voor welke activiteit moeten worden overgelegd is in dit artikel geregeld. Overeenkomstig de Awb-artikelen 4:1 en 4:4 hanteren wij een standaardaanvraagformulier voor de stroomlijning van de aanvragen. In artikel 4:5 Awb wordt de wijze van afdoening geregeld voor het geval dat de benodigde stukken ontbreken. Het college moet immers kunnen beschikken over alle relevante stukken alvorens een besluit te kunnen nemen op de subsidieaanvraag. Als de aanvrager verzuimt alsnog ontbrekende stukken toe te voegen, kan besloten worden de aanvraag niet te behandelen.

Er is een verschil gemaakt in de gegevens die moeten worden overgelegd als de activiteit door een bouwbedrijf of in doe-het-zelf is uitgevoerd. Echter is het wel mogelijk om subsidie te verkrijgen voor meerdere maatregelen waarvan de ene maatregel door de eigenaar-bewoner zelf is uitgevoerd en de andere maatregel door een bouwbedrijf is uitgevoerd.

Bovendien wordt rekening gehouden met rechtspositie waarin de eigenaar van een woning of appartement verkeerd. Zo moet de eigenaar van een appartement rekening houden met vastgelegde onderhoudsplannen of afspraken van de VVE en kan hij niet maar zo overgaan tot actie. Indien de uitgevoerde maatregel is opgenomen in een (meerjaren-)onderhoudsplan van de VVE valt zij buiten de rijkwijde van de doelgroep en wordt geen subsidie verstrekt.

Artikel 5

In dit artikel wordt aangegeven welke kosten als subsidiabel worden beschouwd. Subsidiabel betekent dat het om kosten inclusief de BTW gaat die direct aan de activiteit kunnen worden toegerekend. Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de eisen die aan het materiaal zijn gesteld. Voldoet een materiaal niet aan de waarden en de wettelijke eisen die in de regeling worden gehanteerd dan komen deze kosten niet in aanmerking voor subsidie. Toerekenbaar zijn noodzakelijke kosten om de woning aan zich energiezuiniger te maken.

De legeskosten die de eigenaar moet betalen voor de aanvraag omgevingsvergunning, of die hij moest maken voor meldingen worden niet als subsidiabel aangemerkt.

Door te letten op de weigeringsgronden wordt bovendien duidelijk welke kosten niet als subsidiabel worden beschouwd.

Artikel 6

In dit artikel wordt de hoogte van het beschikbaar te stellen subsidiebedrag bepaald. Subsidieverstrekking is geen inkopen van diensten. Het gaat om een bijdrage van het college aan het mogelijk maken van wenselijke activiteiten. Subsidie is een steunbetuiging, een zetje in de rug. Het gaat niet om het volledig bekostigen van alle gemaakte kosten.

Naast deze subsidie is het voor een eigenaar van een woning mogelijk om beroep op landelijke subsidiemiddelen te doen, als hij de activiteit door een bouwbedrijf heeft laten uitvoeren. Het betreft de ‘Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)’. Om een samenloop van de twee regelingen, dus een verrekening van de ene subsidie op de andere subsidie, te voorkomen wordt bij de berekening van de subsidiehoogte in onze subsidieregeling rekening gehouden met de aanvullende compensatiemogelijkheid van het rijk en de dekkingspercentage en berekeningsmethodiek zij hanteren. Onafhankelijk of de aanvrager beroep op deze landelijke subsidie heeft gedaan of niet.

Om deze redenen wordt een percentagesleutel afhankelijk van het aantal uitgevoerde activiteiten door het bouwbedrijf gehanteerd en wordt een verschil gemaakt in de uitvoering door een bouwbedrijf of in doe-het-zelf. Bij één activiteit die uitgevoerd is door een bouwbedrijf worden daarom alleen 85% van de subsidiabele kosten geaccepteerd. En bij twee of meer activiteiten uitgevoerd door een bouwbedrijf is de percentage 70 %. Vanuit de landelijke subsidieregeling is het namelijk mogelijk subsidie in omvang van 15% van de gemaakte kosten voor één maatregel te ontvangen en voor twee of meer maatregelen is het mogelijk 30% van de gemaakte kosten voor de maatregel aan subsidiemiddelen van het rijk te ontvangen.

Voor een activiteit die is uitgevoerd in doe-het-zelf komen kan geen aanvullend beroep op de rijksmiddelen worden gedaan. Daarom worden 100% van de subsidiabele kosten bij de berekening van de subsidie geaccepteerd. Omdat ons beschikbaar budget voor deze grote opgave vrij beperkt is en wij zoveel mogelijk eigenaren-bewoners willen steunen is bovendien de totaalomvang van het te verstrekken subsidiebedrag gemaximeerd.

In dit artikel wordt duidelijk vermeld dat per woning eenmaal het maximale subsidiebedrag kan worden verstrekt. Echter sluit dit niet uit dat de aanvraag van de eigenaar-bewoners betrekking heeft op meerdere activiteiten, dus maatregelen in deze woning of appartement.

Artikel 7

Wij vinden het belangrijk dat de aanvrager zo snel mogelijk te weten komt hoe het college op zijn aanvraag besluit. Wij hanteren in het eerste lid een periode van acht weken. Dat is de periode die ook in de Algemene wet bestuursrecht voor het nemen van besluiten op volledige aanvragen wordt genoemd.

In het tweede lid wordt aangegeven dat de periode waarin een besluit door het college moet worden genomen kan worden uitgesteld met maximaal zes weken. Dat zal alleen in bijzondere gevallen aan de orde zijn en uiteraard wordt hierbij op gelet dat hierdoor de aanvrager niet benadeeld wordt.

Artikel 8

Om de administratieve last voor zowel de aanvrager en het college zo laag mogelijk te houden is gekozen voor een directe vaststelling. Dat betekent dat er alleen één aanvraag moet worden ingediend. Op basis van de ingediende informatie is het voor het college mogelijk te beoordelen of een voorgestelde activiteit daadwerkelijk is gerealiseerd en of de subsidie doelgericht is.

Artikel 9

De Algemene wet bestuursrecht kent een aantal verplichtingen aan die een aanvrager van een subsidie moet voldoen.

Deze subsidieregeling heeft ten doel om de energie-efficiëntie van een tot nu toe slecht geïsoleerde woning te verbeteren. Echter moet dat ook geregistreerd worden, zo dat aangetoond kan worden dat de genomen maatregel effect had.

Het Rijk heeft met het toekennen van middelen uit der SPUK regeling aan de gemeente onder andere geëist dat een bepaalde percentage van de beoogde huizen effectief zijn verduurzaamd. Door steekproeven na verrichten van de activiteit op locatie uit te voeren kan het college naast de door de aanvrager overgelegde gegevens aantonen dat de maatregel naar behoren zijn uitgevoerd. Uiteraard worden met de aanvrager afspraken hierover gemaakt wanneer de deskundige vertegenwoordiger van het college de uitgevoerde maatregel mag zien.

Artikel 10

In het subsidieplafond wordt het bedrag aangegeven, dat gedurende de werking van deze regeling beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Met het aangeven van het maximale volume van een subsidieplafond ten behoeve van deze regeling wordt bereikt, dat een subsidie wordt geweigerd (artikel 4:25 Awb) als de middelen zijn uitgeput Het is de bedoeling dat de aanvragers financieel tegemoet wordt gekomen en niet dat een volledige compensatie van gemaakte kosten centraal staat. De verdeling gebeurt op binnenkomst van een volledige aanvraag. Wie eerst komt eerst maalt.

Soms kan het gebeuren dat op een dag meerdere aanvragen tegelijkertijd binnenkomen en daardoor het subsidieplafond zal worden bereikt of zal worden overschreden. Omdat in de regeling het verbeteren van de energie-efficiëntie centraal staat is ervoor gekozen om in dit geval de aanvragen naar urgentie te rangschikken. Dat betekent dat de aanvrager die een woning met de slechte energielabel heeft voorrang krijgt voor een woning met een betere energielabel.

Artikel 11

In dit artikel worden weigeringsgronden opgenomen, die het voor het college mogelijk maken uit beleidsmatige overwegingen een aanvraag niet te honoreren. Daarnaast zijn er ook weigeringsgronden van toepassing op deze regeling die al artikel 4:35 van de Awb zijn opgenomen.

De bijzondere weigeringsgrond, namelijk overschrijding van het subsidieplafond (artikel 4:25, lid 2 Awb) is opgenomen in artikel 10 van deze regeling.

De weigeringsgronden die in dit artikel vermeld worden richten zich vooral op de classificering van de aanvrager en zijn eigendom en de activiteit. Het is belangrijk dat de activiteit goed en effectief is gerealiseerd, omdat anders het beoogde doel, namelijk de verduurzaming van deze huizen niet kan worden bereikt.

Daarnaast mag de uitvoering van de maatregel geen ongewenste gevolgen hebben gehad. Daarom wordt ook ingegaan op andere beperkende wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld in sub d, waarin wordt aangegeven dat spouwmuurisolatie niet behoort bij de subsidiabele activiteiten.

In de Wet natuurbescherming worden dieren beschermd. Volgens deze wet is het verboden om verblijfplaatsen van vogels of vleermuizen te vernielen of te verstoren. Het zomaar isoleren van spouwmuren of daken zonder rekening te houden met deze dieren mag dus niet.

Op 2 augustus 2023 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het voldoen aan de zorgplicht in artikel 1.11 van de Wet Natuurbescherming om bij na-isolatie de noodzakelijke maatregelen te treffen om nadelige gevolgen voor vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen te voorkomen. Een belangrijk onderdeel in de uitspraak is dat endoscopisch onderzoek, dat door een gecertificeerd isolatiebedrijf uitgevoerd kan worden, niet meer afdoende is. De Raad van State schrijft een quickscan en mogelijk een nader ecologisch onderzoek voor, dat uitgevoerd moet worden door een gespecialiseerd ecoloog. Deze onderzoeken kunnen tot wel twee jaar duren en brengen kosten met zich mee, omdat de ecoloog in verschillende jaargetijden onderzoek moet doen op locatie.

Om deze reden zijn activiteiten zoals spouwmuurisolatie of dakisolatie vanaf de buitenkant niet subsidiabel en worden deze aanvragen geweigerd.

Artikel 12

De bekendmaking, inwerkingtreding en uitwerkingtreding van de regeling is gebaseerd op de Bekendmakingswet. De regeling moet worden gepubliceerd in het officiële publicatieblad. Dat is het Gemeenteblad Edam-Volendam (artikel 6 Bekendmakingswet). De doorlopende (geconsolideerde) tekst wordt daarbij beschikbaar gesteld via de decentrale regelingenbank op overheid.nl (artikel 19 Bekendmakingswet).

In dit artikel wordt bovendien vermeld dat het een tijdelijke regeling betreft. Dat is de looptijd.

Daarnaast wordt aangegeven dat de regeling van terugwerkende kracht is. Dat betekent dat het ook mogelijk is subsidie te ontvangen voor iets dat in het verleden is gebeurd. Normaliter moet men een aanvraag om subsidie voor de start van een activiteit indienen.

De citeertitel bepaalt hoe deze regeling heet. Dit vergemakkelijkt de vindbaarheid.