Regeling vervallen per 08-02-2024

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Geldend van 15-02-2024 t/m 07-02-2024

Intitulé

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg in hun vergadering van 30 januari 2024 het volgende besluit vast:

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

Gelet op artikel 1.2 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van Hoofstuk 2 van de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg, hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg “Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg" onder volgende nadere regels open te stellen:

  • I.

    Het subsidieplafond Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor landbouwers bedraagt € 2.672.320,00. Dit bedrag bestaat voor 43% uit middelen vanuit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en 57% uit provinciale middelen.

  • II.

    Het subsidieplafond Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers bedraagt € 1.094.765,00. Dit bedrag bestaat voor 100% uit middelen vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

  • III.

    Aanvragen voor subsidie kunnen uitsluitend digitaal worden ingediend binnen één van beide subsidieplafonds vanaf donderdag 15 februari 2024 vanaf 9.00 uur tot-en-met donderdag 25 april 2024 tot 17:00 uur. Een subsidieaanvraag dient te worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement via het daartoe bestemde webportal. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

  • IV.

    ln de BIJLAGE zijn de nadere regels opgenomen die voor dit Openstellingsbesluit gelden.

  • V.

    Dit Openstellingsbesluit wordt in onderstaande nadere regels aangehaald als “Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg”.

  • VI.

    Dit Openstellingsbesluit treedt in werking op 15 februari 2024 tot einde GLB-NSP periode.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Jonge landbouwer is, conform artikel 2.1.1 van de Verordening, iemand die:

    • a.

      jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      bedrijfshoofd is op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, wat betekent dat hij/zij:

      • i.

        als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf uitoefent in eigen naam;

      • ii.

        mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering, en;

      • iii.

        als natuurlijk persoon langdurige blokkerende zeggenschap heeft als bestuurder van een rechtspersoon, beherende vennoot, maat in de maatschap of als bestuurder van een vereniging of stichting, en;

      • iv.

        een landbouwdiploma of bewijs van vakbekwaamheid heeft, bestaande uit:

        • een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of

        • een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.

      • -

        van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is sprake als de jonge landbouwer ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan € 25.000,00;

      • -

        van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is géén sprake als:

        • de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is;

          óf

        • de door alle maten of vennoten ondertekende schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden gewijzigd of opgezegd.

  • 2.

    Agroforestry: Agroforestry verwijst naar landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt. Er vindt daarmee een ecologische en economische wisselwerking plaats tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen. In Nederland vallen ook voedselbossen onder de definitie van agroforestry. Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).

  • 3.

    Kleinschalige windmolens: kleinschalige windmolens zijn turbines met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW die windenergie omzetten in elektriciteit door middel van een generator ten behoeve van gebruik op het eigen bedrijf.

  • 4.

    Landbouwer: een natuurlijke of rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen die landbouwproducten produceert als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijlage I, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd of die landbouwareaal in een staat houdt die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines;

  • 5.

    Landbouwbedrijf: alle bij de KVK ingeschreven eenheden op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten (als bedoeld in bijlage 1 VWEU) worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd.

  • 6.

    NSP: Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027.

  • 7.

    Regelbare drainage: Bij regelbare drainage wordt overtollig, ondiep grondwater niet meteen afgevoerd maar langer vastgehouden in de bodem. Door de ontwateringsbasis in hoogte te variëren kan de intensiteit van de drainage worden ingesteld.

  • 8.

    Verordening: Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg.

  • 9.

    Zelfrijdende werktuigen: volledig zelfrijdende of autonome werktuigen zijn werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving. Dit voertuig is dan voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.

  • 10.

    Stimulus Programmamanagement: uitvoeringsorganisatie en onderdeel van de Provincie Noord-Brabant, gemandateerd door de Provincie Limburg om deze openstelling uit te voeren.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan (conform artikel 1.5, sub c van de Verordening) worden verstrekt voor productieve investeringen groen-blauw of dierenwelzijn die geplaatst en/of gebruikt worden in de provincie Limburg.

  • 2. Als uitwerking van artikel 2.2.2 van de Verordening wordt alleen subsidie verstrekt voor productieve investeringen genoemd in Bijlage A bij dit Openstellingbesluit en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteiten.

Artikel 3 Aanvrager

  • 1. In afwijking van artikel 2.2.3 van de Verordening wordt subsidie alleen verstrekt aan individuele landbouwers en komt een samenwerkingsverband van landbouwers niet voor een subsidie in aanmerking.

  • 2. Per landbouwer óf jonge landbouwer kan op grond van dit Openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd en verstrekt binnen één sub-investeringscategorie zoals opgenomen in de investeringslijst uit Bijlage A.

  • 3. Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers respectievelijk eenheden bestaat wordt in het kader van dit Openstellingsbesluit slechts één keer subsidie verstrekt aan het landbouwbedrijf als geheel ongeacht het aantal individuele eenheden waaruit dit landbouwbedrijf bestaat.

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.6 van de Verordening geldt:

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Stimulus Programma-management via het daartoe bestemde webportal.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.6 derde lid van de Verordening bevat de aanvraag geen projectplan.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. In overeenstemming met artikel 2.2.5 van de Verordening wordt (conform artikel 1.8 sub e, van de Verordening) alleen subsidie verstrekt voor andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

  • 2. Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze zijn opgenomen in Bijlage A (investeringslijst), welke integraal deel uitmaakt van dit Openstellingsbesluit.

  • 3. Bijhorende installatiekosten zijn enkel subsidiabel indien vermeld in Bijlage A (investeringslijst).

Artikel 6 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.10 van de Verordening komen volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    abonnementen op software updates en servicecontracten;

  • b.

    apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensortechniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones.

Artikel 7 Subsidiehoogte

Onverminderd artikel 1.2 en 2.2.7 van de Verordening geldt:

  • a.

    De subsidie bedraagt 40% van de totale subsidiabele kosten voor landbouwers.

  • b.

    De subsidie bedraagt 55% van de totale subsidiabele kosten voor jonge landbouwers.

  • c.

    De maximale hoogte van de subsidie bedraagt € 50.000,00 per project en per aanvrager.

  • d.

    Er wordt géén subsidie verstrekt indien de te verstrekken subsidie lager is dan € 10.000,00.

Artikel 8 Subsidiearrangement

Onder toepassing van artikel 1.7, vijfde lid van de Verordening zijn de regels inzake een subsidie als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid onder b van de Verordening, van toepassing op een subsidie als bedoeld in artikel 1.7 het eerste lid, onder a van de Verordening.

Artikel 9 Rangschikking & Selectie

  • 1. De aanvraag om subsidie kan maximaal betrekking hebben op investeringen binnen één sub-categorie zoals opgenomen in de investeringslijst in Bijlage A bij dit Openstellingsbesluit.

  • 2. Voor de rangschikking en de verdeling van de subsidieplafonds als bedoeld in artikel 1.12 eerste lid, sub c en artikel 2.2.8 van de Verordening worden de scores van de investeringslijst in Bijlage A gehanteerd.

  • 3. In overeenstemming met artikel 2.2.8, derde lid krijgen landbouwers alsook jonge landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers en jonge landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw één extra punt toegekend.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.20, tweede lid, van de Verordening is de subsidieontvanger gehouden de aanvraag tot subsidievaststelling binnen één jaar na verzenddatum van subsidieverlening in te dienen.

  • 2.

    De subsidieontvanger toont aan dat de verplichting, genoemd in artikel 1.20, vierde lid, onder b, is voldaan door middel van een foto van de gerealiseerde investering.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.17 van de Verordening worden géén voorschotten verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.18 van de Verordening worden géén deelbetalingen verstrekt.

Artikel 11 Wijzigingsverzoeken

In aanvulling op artikel 1.22 van de Verordening wordt:

  • a.

    de termijn voor het aanvragen van de vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, hoogstens één keer met maximaal één jaar verlengd;

  • b.

    een verzoek om een wijziging van de investering toe te staan binnen een betreffende sub-investeringscategorie hoogstens één keer gehonoreerd;

  • c.

    een verzoek om een wijziging van de investering naar een andere sub-investeringscategorie niet gehonoreerd.

Artikel 12 Publicatie en inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van 15 februari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2: Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

de secretaris,

dhr. D. Timmer

TOELICHTING

Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2: Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg

IALGEMEEN DEEL

Kader

Met het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB) werkt Nederland aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland. De landen van de Europese Unie maken samen het GLB. De lidstaten mogen hieraan, binnen de kaders van het beleid, een eigen invulling geven. Voor Nederland is dit eigen beleid gezamenlijk opgesteld door het Rijk, de Provincies en de Unie van Waterschappen, het zogenaamde Nationaal Strategisch Plan (NSP). Van 2023 tot en met 2027 worden hier middelen beschikbaar gesteld voor initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van het GLB-NSP.

Het GLB-NSP omvat subsidies en instrumenten voor boeren en actoren op het platteland waarmee zij kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Doelstellingen hebben betrekking op het creëren van een veerkrachtige landbouw, de ontwikkeling van plattelandsgebieden, kennis en innovaties en het creëren van betere condities op vlak van milieu, biodiversiteit en klimaat.

De concrete doelstellingen verschillen per interventie. Het GLB-NSP benoemt in haar totaliteit 4 hoofddoelstellingen met subdoelstellingen.

  • 1.

    Een slimme en veerkrachtige landbouw:

    • -

      een leefbaar landbouwinkomen en voedselzekerheid;

    • -

      concurrentievermogen;

    • -

      verbetering van de positie van boeren in de waardeketen.

  • 2.

    Milieu, biodiversiteit en klimaat:

    • -

      het mitigeren van, en aanpassen aan, klimaatverandering en het stimuleren van duurzame energie;

    • -

      efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht;

    • -

      bescherming van biodiversiteit.

  • 3.

    Brede plattelandsontwikkeling:

    • -

      stimuleren van Jonge landbouwers;

    • -

      ontwikkeling in plattelandsgebieden;

    • -

      voldoen aan maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, tegengaan van voedselverspilling en verbetering van dierenwelzijn.

  • 5.

    Kennis, innovatie en netwerk (samenwerking).

De Provincie Limburg heeft voor de uitvoering van het GLB-NSP de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg opgesteld. Deze verordening omvat tien verschillende interventies of subsidiemogelijkheden. De doelgroep en categorie aanvragers kunnen per interventie verschillen. De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.

Met voorliggende Openstelling 2024 “Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn” wil de Provincie Limburg landbouwers en jonge landbouwers stimuleren om te investeren in het verduurzamen van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers hun bedrijf kunnen verduurzamen. Dit door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn.

Op bijgevoegde investeringslijst (Bijlage A) zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investering is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering, effectiviteit en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen bijbehorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), namelijk:

  • -

    Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie (SO1).

  • -

    Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering (SO2).

  • -

    Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen (SO4).

  • -

    Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen (SO5).

  • -

    Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen (SO6).

  • -

    Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie (SO9).

Verordening

Dit openstellingbesluit betreft een nadere uitwerking van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provinice Limburg. Voor zaken die niet specifiek benoemd zijn in dit Openstellingsbesluit zijn de bepalingen uit deze Verordening onverkort van toepassing. Naast relevante bepalingen uit het algemene hoofdstuk 1, zoals bijvoorbeeld artikel 1.14 dat ziet op de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten op een subsidieaanvraag beslissen, gaat het daarbij met name om de bepalingen uit paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn uit hoofdstuk 2 Interventies.

Bijvoorbeeld artikel 1.14 (beslistermijn) van de Verordening is onverkort van toepassing al wordt dit in dit openstellingsbesluit niet herhaald.

Investeringslijst (Bijlage A )

De investeringen op de investeringslijst zijn opgesteld in samenwerking met provincies en het ministerie van LNV. De Provincie Limburg heeft, na overleg met de praktijk, voorstellen tot aanpassingen en aanvullingen op de initiële investeringslijst gedaan. Vervolgens zijn alle investeringen door de WUR (Wageningen University & Research) getoetst op effectiviteit, efficiëntie en de bijdrage aan de doelen vanuit het GLB-NSP. Investeringen die niet voldoende hoog scoorden, of waarvan de score niet eenduidig kon worden vastgesteld, zijn van de lijst afgevallen. Uiteindelijk is er een investeringslijst overgebleven die door alle provincies als basis gebruikt kan worden. Afhankelijk van het betreffende provinciale beleid kunnen er investeringen uit deze basislijst weggelaten worden. In het kader van het Limburgse vigerende landbouwbeleid is bijhorende investeringslijst (Bijlage A) tot stand gekomen, bestaande uit 5 hoofdcategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën. Binnen de hoofdcategorie A bestaan vijf subcategorieën (A1 t/m A5), binnen de hoofdcategorie B bestaan zes subcategorieën (B1 t/m B6), binnen hoofdcategorie C bestaan vier subcategorieën (C1 t/m C4), binnen hoofdcategorie D bestaan twaalf subcategorieën (D1 t/m D12) en binnen hoofdcategorie E bestaan drie subcategorieën (E1 t/m E3).

Meer informatie

Meer informatie over de subsidiemogelijkheden, de voorwaarden en relevante informatie en tips vindt u op de website https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/subsidieregelingen-0/@8932/verordening-europese-landbouwsubsidies-0/ of op de website van Stimulus Programmamanagement, https://www.stimulus.nl/glb-23-27/

Samenvatting:

  • ▪︎

    Minimaal subsidiebedrag per aanvraag € 10.000,00.

  • ▪︎

    Maximaal kan € 50.000,00 subsidie worden aangevraagd.

  • ▪︎

    Subsidiepercentage landbouwer = 40%.

  • ▪︎

    Investeringsaanvragen voor landbouwers dienen daarmee minimaal € 25.000,00 te bedragen.

  • ▪︎

    Subsidiepercentage jonge landbouwer = 55%.

  • ▪︎

    Investeringsaanvragen voor jonge landbouwers dienen daarmee minimaal € 18.182,00 te bedragen.

  • ▪︎

    Totaal beschikbare subsidie voor deze openstelling = € 3.767.084,00.

  • ▪︎

    Voor landbouwers is er een plafond van € 2.672.319,00 beschikbaar.

  • ▪︎

    Voor jonge landbouwers betreft het plafond € 1.094.765,00.

  • ▪︎

    Een landbouwer óf een jonge landbouwer kan in totaal één subsidieaanvraag doen binnen één sub-investeringscategorie.

  • ▪︎

    Mogelijkheid tot indienen van een aanvraag van donderdag 15 februari 2024 (vanaf 9:00 uur) tot en met donderdag 25 april 2024 (tot 17:00 uur).

IIARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Toelichting artikel 1 (begripsomschrijving)

Stimulus Programmamanagement: instantie die de Verordening en deze openstelling namens Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg uitvoert. Stimulus programmamanagement is door de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de provinciale GLB-subsidies. Het aanvragen van subsidies vanuit deze provincies gaat via Stimulus Programmamanagement. Meer informatie hierover en alle subsidie technische informatie is te vinden op de website stimulus.nl.

Toelichting artikel 2 (subsidiabele activiteiten)

Voorliggende Openstelling heeft als doel land- en tuinbouwers in de transitie naar een duurzame toekomstbestendige toekomst te stimuleren om te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. Deze subsidie is derhalve bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te faciliteren, zodat landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid kunnen versterken en zo bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit.

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet in aanmerking voor subsidie.

Gedeputeerde Staten hebben een lijst vastgesteld met relevante innovatieve en duurzame fysieke investeringen (Bijlage A). De investeringen zijn onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën:

  • 1.

    Water.

  • 2.

    Biodiversiteit en Biologische bestrijding.

  • 3.

    Energie en Klimaat.

  • 4.

    Veehouderij.

  • 5.

    Precisielandbouw.

Toelichting artikel 3 (aanvrager)

De aanvrager dient te voldoen aan de definitie zoals vermeld in artikel 1.1, sub i van de Verordening.

Een jonge landbouw dient tevens aan de voorwaarden te voldoen zoals gesteld in artikel 1, eerste lid van voorliggende openstelling. Bij twijfel over deze voorwaarden wordt geadviseerd contact op te nemen met Stimulus Programmamanagement aangezien er maar binnen één plafond een aanvraag kan worden ingediend. Dient u een aanvraag in als jonge landbouwer, maar blijkt u niet aan de voorwaarden voor een jonge landbouwer te voldoen, zal uw aanvraag afgewezen worden.

De investeringslijst (Bijlage A) bestaat uit 5 hoofd-investeringscategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën: A1 t/m A7, B1 t/m B7, C1 t/m C4, D1 t/m D12 en E1 t/m E3.

Een aanvrager (landbouwer óf jonge landbouwer) kan maar één aanvraag indienen. Deze aanvraag dient betrekking te hebben op investeringen uit één sub-categorie. Wanneer meerdere aanvragen ingediend worden wordt de eerst ingediende aanvraag (qua datum en tijdstip) in behandeling genomen, en de tweede of daarop nog volgende aanvraag wordt afgewezen.

Toelichting artikel 4 (aanvraag)

De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend via een webportal dat bereikbaar is via de website Stimulus Programmamanagement. Een projectplan is niet nodig aangezien het een eenmalige specifieke investering betreft op het landbouwbedrijf, die primair gericht is op vergroting of versteviging van het verdienvermogen van de ondernemer en waarbij tevens het gebruik c.q. de inzet bijdraagt aan gestelde NSP/GLB doelstellingen middels de aan de betreffende investering gebonden score. Overige verplichte informatie (o.a. begroting, vergunningen, certificaten en relevante bewijsstukken) worden via de digitale portal opgevraagd/aangeleverd.

Toelichting artikel 5 (subsidiabele kosten)

Er wordt enkel subsidie verstrekt voor nieuwe machines en installaties c.q. de investeringen zoals vermeld in bijgaande Investeringslijst (Bijlage A). Niet voor tweedehands machines en installaties en/of vervangingsinvestering. Investeringen ter verbetering of verduurzaming van een oude machine of installatie vallen niet onder vervangingsinvesteringen en zijn wel subsidiabel. Bijhorende installatiekosten zijn enkel subsidiabel als dit expliciet vermeld staat in Bijlage A bij betreffende investering.

Kosten zijn enkel subsidiabel als zij zijn gemaakt nádat de subsidieaanvraag is ingediend. De opdracht aan de leverancier van de investering mag (dus) pas verstrekt worden nadat de subsidie is aangevraagd.

Kosten die vóór de aanvraag zijn gemaakt, komen niet voor subsidie in aanmerking. Uitdrukkelijk zij vermeld dat het ondertekenen van een offerte - voor de datum van indiening van de aanvraag uitgelegd wordt als start met de uitvoering van de activiteit.

De ervaring wijst uit dat veel initiatiefnemers met de start van hun project wachten totdat de beschikking ontvangen is. Dat hoeft niet. Kosten zijn subsidiabel vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend. De beschikking geeft echter pas zekerheid over de subsidiabiliteit van de kosten. Kosten maken na het indienen van de aanvraag en voor ontvangst van de beschikking betekent dus een zeker risico nemen.

Toelichting artikel 6 (niet-subsidiable kosten)

Kosten voor abonnementen op software updates en servicecontracten komen niet voor subsidie in aanmerking. Ook kosten van apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones zijn niet subsidiabel.

Toelichting artikel 7 (subsidiehoogte)

Het maximale subsidiebedrag bedraagt voor alle categorieën € 50.000,00 en het minimum (€ 10.000,00). Gezien het subsidie-percentage van 40% als de aanvrager een landbouwer is, dient de totale Investering minimaal € 25.000,00 te bedragen. In geval de aanvrager een jonge landbouwer is geldt een subsidiepercentage van 55% en dan zal de investeringsaanvraag totaal € 18.182,00 moeten zijn.

Toelichting artikel 8 (subsidiearrangement)

In deze opstelling worden subsidies verstrekt op basis van arrangement 2 waar het gaat om subsidiebedragen van € 25.000,00 tot maximaal voor deze openstelling € 50.000,00.

Voor subsidieaanvragen van € 10.000,00 (minimum in deze openstelling) tot een subsidiebedrag van € 25.000,00 worden dezelfde regels gehanteerd.

Toelichting artikel 9 (rangschikking)

Deze subsidieverlening verloopt via een tendersysteem. Dat wil zeggen dat gedurende een beperkte periode (15 februari 2024 t/m 25 april 2024) subsidieaanvragen kunnen worden ingediend ófwel binnen het subsidieplafond van landbouwers óf bij het subsidieplafond voor de jonge landbouwers. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle informatie (inclusief alle verplichte alsmede van toepassing zijnde bijlagen) die bij de aanvraag horen ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag niet meer mogelijk.

De aanvragen die tijdig binnen zijn worden eerst getoetst op ontvankelijk- en compleetheid. Alle ontvankelijke complete aanvragen worden gerangschikt op volgorde van de score van de investeringslijst (zie Bijlage A) beginnend bij de aanvraag met de hoogste score.

De gehanteerde score per investering is door deskundigen bepaald op basis van de mate waarin de betreffende investering bijdraagt aan innovatie, modernisering, effectiviteit en efficiëntie. Per investering is tevens rekening gehouden met in hoeverre deze bijdraagt aan gestelde hoofd- en subdoelstellingen van het GLB/NSP.

Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden. De aanvragen met de hoogste scores worden als eerste gehonoreerd. Rangschikking op basis van loting door een notaris vindt plaats in geval van twee of meer aanvragen een gelijke score hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat het betreffende subsidieplafond (deels) bereikt is.

Toelichting artikel 10 (verplichtingen)

In de subsidieverleningsbeschikking wordt de termijn vermeld wanneer het verzoek tot vaststelling ingediend moet zijn. Dit betreft binnen één jaar na verzenddatum van de subsidieverlening. Het is raadzaam om bij de (door-) looptijd tijd in te calculeren om benodigde rapportages en (financiële) stukken t.b.v. het verzoek om vaststelling te verzamelen om tijdig in te kunnen dienen.

Het is niet nodig tussentijds inhoudelijke verslagen in te dienen omtrent de voortgang. Er worden géén voorschotten alsook géén deelbetalingen verstrekt. Bij verzoek om vaststelling wordt wel een inhoudelijk alsmede een financieel eindverslag verwacht.

Toelichting artikel 11 (wijzigingsverzoeken)

Er kan maximaal één keer een termijnverlenging van maximaal één jaar aangevraagd worden. Het verzoek om verlenging dient met redenen onderbouwd te worden. Ook kan er maximaal één keer verzocht worden om binnen de betreffende sub-investeringscategorie (A, B, C, D of E) de investeringen aan te passen. Deze aanpassing dient nader toegelicht te worden.