Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening regelende de organisatie van de gemeenteljike geluidmeetdienst

Geldend van 06-09-1989 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening regelende de organisatie van de gemeenteljike geluidmeetdienst

VERORDENING, REGELENDE DE ORGANISATIE EN DE TAAK VAN DE GEMEENTELIJKE GELUIDMEETDIENST

ARTIKEL 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: Wet Geluidhinder van 16 februari 1979, Stb. 99;

  • b.

    de minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

ARTIKEL 2

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat, ter uitvoering van de taken door de wet aan het gemeentebestuur opgedragen, de noodzakelijke geluidsmetingen worden verricht.

ARTIKEL 3

  • 1. Vanwege burgemeester en wethouders zullen de in artikel 2 genoemde metingen worden verricht door de geluidmeetdienst van de gemeente Heerlen.

  • 2. De geluidmeetdienst is ondergebracht bij de Afdeling milieuzorg van de dienst stadsontwikkeling van de gemeente Heerlen.

  • 3. De geluidmeetdienst kan op verzoek geluidsmetingen verrichten voor andere gemeenten.

ARTIKEL 4

De directeur van de dienst stadsontwikkeling is, onverminderd de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders voor een goede uitvoering van de taken, hun bij of krachtens de wet opgedragen, verantwoordelijk voor een goed functioneren van de geluidmeetdienst.

ARTIKEL 5

Vanwege burgemeester en wethouders verricht de geluidmeetdienst van de gemeente Heerlen in elk geval de metingen als bedoeld in:

  • a.

    hoofdstuk II van de wet : toestellen en geluidwerende voorzieningen;

  • b.

    hoofdstuk III van de wet : recreatieinrichtingen;

  • c.

    hoofdstuk IV van de wet : inrichtingen;

  • d.

    hoofdstuk V van de wet : zones rond industrieterreinen;

  • e.

    hoofdstuk VI van de wet : zones langs wegen;

  • f.

    hoofdstuk VII van de wet : zones langs spoorwegen;

  • g.

    hoofdstuk VIII van de wet : andere geluidzones

  • h.

    hoofdstuk XIV van de wet : geluidbewaking;

  • i.

    hoofdstuk XVII van de wet : aanvulling van de Woningwet in het belang van de geluidsisolatie van gebouwen.

ARTIKEL 6

De directeur van de dienst stadsontwikkeling kan te allen tijde geluidsmetingen doen verrichten en burgemeester en wethouders gevraagd dan wel ongevraagd adviseren ten aanzien van alle aangelegenheden die van belang zijn voor de goede uitvoering van de taken, bij of krachtens de wet aan het gemeentebestuur opgedragen.

ARTIKEL 7

De vaststelling van de geluidsbelastingen heeft plaats met inachtneming van de door de door de minister krachtens de artikelen 73, 102, 116 en 163 van de wet gestelde regels

ARTIKEL 8

  • 1. Het vastgestelde bedrag voor het in stand houden van de geluidmeetdienst zal jaarlijks ten laste van de begroting van de dienst stadsontwikkeling worden gebracht, onder aftrek van bijdragen van andere gemeenten voor door de geluidmeetdienst ten behoeve van deze verrichte werkzaamheden.

  • 2. De bijdrage van andere gemeenten wordt, tenzij anders wordt bepaald, vastgesteld overeenkomstig het produkt van de hieraan bestede werk c.q. reisuren en het hiervoor geldende verrekenuurtarief van de geluidmeetdienst.

  • 3. De financiële tegemoetkoming van de minister voor het in stand houden van de geluidmeetdienst zal worden besteed voor het doel waarvoor zij is gegeven.

ARTIKEL 9

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Geluidmeetdienst gemeente Heerlen".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag na die, waarop zij is vastgesteld.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 5 september 1989.

de secretaris, de voorzitter,

drs J.G.L. Heiligers P.H. van Zeil