Organisatiebesluit gemeente Waterland 2024

Geldend van 09-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2023

Intitulé

Organisatiebesluit gemeente Waterland 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

overwegende dat:

  • het college op 20 juni 2023 de organisatiestructuur van de gemeentelijke organisatie zoals opgenomen in ‘Addendum Waterlandse Werken’ heeft vastgesteld;

  • in het ‘Addendum Waterlandse Werken’ de verschillende rollen en verantwoordelijkheden zijn uitgewerkt op basis waarvan de ambtelijke organisatie wordt aangestuurd;

  • dat de Ondernemingsraad positief advies heeft gegeven op het ‘Addendum Waterlandse Werken’;

  • het wenselijk is de rollen en verantwoordelijkheden expliciet op te nemen in een organisatiebesluit;

  • in dit organisatiebesluit het college van burgemeester en wethouders de hoofdstructuur en de aansturing van de ambtelijke organisatie van de gemeente Waterland vaststelt;

  • gelet op artikel 103, lid 2 en artikel 160, lid 1 onder c van de Gemeentewet,

  • gelet op het collegebesluit ‘Reactie op BMC Adviesrapport: ‘Gemeente Waterland: een review op de reorganisatie van 2020’ en de hoofdstructuur van de organisatie, d.d. 20 juni 2023,

  • gelet op het advies van de Ondernemingsraad d.d. 22 januari 2024.

BESLUIT

vast te stellen het Organisatiebesluit gemeente Waterland 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    algemeen directeur: het hoofd van de ambtelijke organisatie (tevens de gemeentesecretaris);

  • b.

    ambtelijke organisatie: het geheel van personen in dienst van de gemeente, ongeacht hun rechtspositie, alsmede de (tijdelijke) verbanden waarin zij werkzaam zijn, met uitzondering van het personeel van de griffie;

  • c.

    coördinator: de ambtenaar die belast is met de inhoudelijke afstemming werkzaamheden van taakveld(en) binnen een organisatie-eenheid

  • d.

    gemeentesecretaris: de ambtenaar als bedoeld in hoofdstuk VII, § 1 en 2 van de Gemeentewet;

  • e.

    managementteam: de gemeentesecretaris en alle managers;

  • f.

    manager: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding over een organisatie-eenheid of taakveld waarvoor hij/zij verantwoordelijk is;

  • g.

    werkgever: het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 2 Structuur van de ambtelijke organisatie

  • 1. De ambtelijke organisatie is opgebouwd uit vijf organisatie-eenheden, te weten: Buitendienst, Samenleving, Ruimte, Realisatie en Bedrijfsvoering. In bijlage 1 is het organogram opgenomen.

  • 1. Het dagelijks beheer van de organisatie wordt opgedragen aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • 2. De gemeentesecretaris wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders, op voordracht van de burgemeester.

Artikel 3 Organisatie-eenheden

De organisatie-eenheden verrichten de navolgende hoofdtaken:

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering voert en beheerst alle ondersteunende processen organisatiebreed

Buitendienst

Buitendienst zorgt voor de uitvoering van onderhoud (en houdt toezicht) in de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen en levert ondersteuning bij evenementen en calamiteiten.

Realisatie

Realisatie verzorgt de interne- en externe dienstverlening, de beleidsontwikkeling en uitvoering van het beheer en onderhoud aan de openbare ruimte en accommodaties.

Ruimte

Ruimte richt zich op de ontwikkeling, inrichting en handhaving van de economische, ruimtelijke, fysieke en infrastructurele omgeving en de openbare orde en veiligheid.

Samenleving

Samenleving richt zich op het ontwikkelen, faciliteren en beheren van individuele en collectieve maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen, alsmede het verzorgen van taken op het snijvlak van zorg en openbare orde en veiligheid.

Artikel 4 Verhouding Gemeentesecretaris/algemeen directeur tot de gemeenteraad

  • 1. De gemeentesecretaris/algemeen directeur draagt zorg voor de ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 33 van de gemeentewet.

  • 2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur ziet erop dat desgevraagd ambtelijke bijstand aan raadsleden wordt verleend met inachtneming van het gestelde in de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Artikel 5 Verhouding Gemeentesecretaris/algemeen directeur tot het college van Burgemeester en Wethouders

  • 1. De gemeentesecretaris/algemeen directeur draagt onverminderd de verantwoordelijkheden van de burgemeester en wethouders zorg voor:

    • a.

      De voorbereiding van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders

    • b.

      De vastlegging van besluiten van het college van burgemeester en wethouders

    • c.

      Het uitvoeren van de besluiten van het college van burgemeester en wethouders

    • d.

      De ondersteuning van de leden van het college van burgemeester en wethouders, onder andere door er op verzoek of uit eigen beweging zorg voor te dragen dat de leden van het college van burgemeester en wethouders over alle informatie beschikken die nodig is om hun functie goed uit te kunnen oefenen.

  • 2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur adviseert het college bij het nemen van besluiten.

  • 3. De gemeentesecretaris/algemeen directeur wordt bij afwezigheid waargenomen door één van de loco-secretarissen. Het loco-secretarisschap wordt ingevuld door één van de benoemde managers.

Artikel 6 Verhouding Gemeentesecretaris/algemeen directeur tot de Burgemeester

  • 1. De gemeentesecretaris/algemeen directeur staat de burgemeester in diens hoedanigheid van bestuurlijk coördinator terzijde.

  • 2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur bevordert samen met de burgemeester afstemming tussen de bestuursorganen en het ambtelijke apparaat. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is de burgemeester behulpzaam bij de bevordering van de samenwerking en afstemming aangaande het functioneren van het college van burgemeester en wethouders als collegiaal bestuur.

Artikel 7 Stafoverleg

  • 1. Overleg met de portefeuillehouder vindt zoveel mogelijk plaats via het stafoverleg.

  • 2. Het overleg is gericht op de ondersteuning van de portefeuillehouder in zijn rol als gemeentebestuurder.

  • 3. In het overleg vindt informatie- uitwisseling plaats over de onderwerpen in de portefeuille, wordt bestuurlijke besluitvorming voorbereid, vindt visievorming plaats en worden issues gemanaged.

Artikel 8 Verhouding Gemeentesecretaris/algemeen directeur tot de ambtelijke organisatie

  • 1. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eerste adviseur voor het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is, met inachtneming van de gestelde bestuurlijke kaders, eindverantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het functioneren van de ambtelijke organisatie.

  • 3. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is als hoofd van de organisatie integraal verantwoordelijk voor een samenhangende concernsturing (mensen, middelen, processen en resultaten).

  • 4. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is hiërarchisch leidinggevende van de managers.

  • 5. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is opdrachtgever voor de organisatiebrede programma’s. Het opdrachtgeverschap kan gedelegeerd worden aan een manager.

  • 6. De gemeentesecretaris is bestuurder in het kader van de Wet op de Ondernemingsraden en als zodanig degene die, namens het college van burgemeester en wethouders, de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de organisatie.

  • 7. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is resultaatverantwoordelijk voor de (inhoudelijke) resultaten binnen de organisatie-eenheden, waarbij hij/zij ernaar zal streven dit zoveel mogelijk te beleggen naar de organisatie-eenheden zelf (eigenaarschap).

  • 8. De gemeentesecretaris/algemeen directeur vormt samen met de managers het managementteam.

Artikel 9 Taken en bevoegdheden van de afdelingsmanagers

  • 1. De manager is lid van het managementteam.

  • 2. De manager is verantwoordelijk voor een adequate doorvertaling van de opdrachten binnen de organisatie-eenheid, de ontwikkeling van de organisatie-eenheid gericht op meer eigenaarschap en de individuele ontwikkeling van medewerkers (met een passende gesprekscyclus die dit ondersteunt).

  • 3. De manager borgt de samenwerking tussen de organisatie-eenheden.

  • 4. De manager kan aangewezen worden als gedelegeerd opdrachtgever.

  • 5. De manager richt zich voornamelijk op de personele aspecten van zijn/haar team, waarbij hij/zij de medewerkers faciliteert, enthousiasmeert en coacht.

  • 6. De manager is een belangrijke strategische partner van bestuurders en hij/zij bewaakt de voortgang van de (politieke) dossiers.

Artikel 10 Taken en bevoegdheden managementteam

  • 1. Het managementteam bestaat uit de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de managers.

  • 2. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is de voorzitter. Bij zijn/haar afwezigheid wordt het voorzitterschap waargenomen door de dan dienstdoende loco-secretaris.

  • 3. Het managementteam bewaakt de strategische, politieke en organisatorische opgaven.

  • 4. Het managementteam neemt besluiten ten aanzien van organisatorische vraagstukken, behoudens de personele component. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

Artikel 11 Taken en bevoegdheden coördinator

  • 1. De coördinator is verantwoordelijk voor de inhoudelijke afstemming werkzaamheden van taakveld(en) binnen een organisatie-eenheid en daar waar toepassing met andere organisatie-eenheden.

  • 2. De coördinator geeft input voorde functionerings- en beoordelingsgesprekken van medewerkers van de afdeling aan de afdelingsmanager.

  • 3. De coördinator is op inhoud de voornaamste sparringpartner van bestuurders.

Artikel 12 Plaatsvervanging

  • 1. Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris wordt zijn of haar functie uitgeoefend door een loco-gemeentesecretaris, die door het college van burgemeester en wethouders wordt benoemd.

  • 2. De managers vervangen elkaar horizontaal.

  • 3. Bij afwezigheid van alle managers treedt de gemeentesecretaris op als vervanger.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

  • 1. In gevallen waarin dit besluit niet voorziet, is de gemeentesecretaris bevoegd maatregelen te nemen.

  • 2. De gemeentesecretaris stelt hiervan het college van burgemeester en wethouders direct in kennis.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2023.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Organisatiebesluit gemeente Waterland 2024”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 23 januari 2024.

Drs. E.G.H. Dijk MPM

gemeentesecretaris/algemeen directeur

Drs. M.C. van der Weele

burgemeester

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling