Uitvoerings- en handhavingsstrategie Kaag en Braassem 2024-2027

Geldend van 07-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Uitvoerings- en handhavingsstrategie Kaag en Braassem 2024-2027

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.;

b e s l u i t:

  • 1.

    Voorliggende Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024-2027 vast te stellen en in werking te laten treden per 1 januari 2024.

  • 2.

    De ‘Nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, Kaag en Braassem 2019-2023’ in te trekken op 31 december 2023.

  • 3.

    Het ‘Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, Kaag en Braassem 2019-2023’ in te trekken op 31 december 2023.

1. | Inleiding

1.1 Introductie

Voor u ligt onze Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (verder U&H-strategie) voor de jaren 2024 tot en met 2027. Deze U&H-strategie bevat de weergave van hoe de gemeente Kaag en Braassem haar uitvoerings- (Vergunningen) en handhavingstaken (Toezicht en Handhaving) uitvoert en hoe we de interpretatieruimte die de wetgeving biedt willen invullen. Voorheen werd dit ook wel het VTH-beleid genoemd. Echter, met de aankomende inwerkingtreding van de Omgevingswet (verder Ow) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (verder Wkb) is er in dit beleidsplan gekozen om alvast aan te sluiten bij de nieuwe terminologie en begrippen uit deze wetten. We gaan zelfs een stapje verder: voor deze U&H-strategie nemen we de Ow en de Wkb als norm, met daarbij een verwijzing (een terugblik) naar de huidige wetgeving. Hierdoor is de U&H-strategie werkbaar voor de huidige wettelijke regels en spelen we maximaal in op de aankomende inwerkingtreding van de nieuwe wettelijke grondslag per 1 januari 2024.1 Op deze manier hoeft de U&H-strategie tussentijds niet aangepast te worden.

Op basis van een terugblik op de oude beleidsplannen (zie bijlage A) hebben we voor het nieuwe beleid als uitgangspunt bepaald dat we vasthouden aan wat al goed is en/of goed gaat. Aangevuld met verbeteringen waar dit mogelijk en nodig is om te komen tot een kwalitatief hoogwaardige, efficiënte en effectieve inzet van mensen en middelen bij de uitvoering van onze Uitvoerings- en Handhavingstaken (verder U&H-taken). Bij de uitvoering van onze taken nemen we ook het coalitieakkoord ‘Samen bouwen aan de toekomst van onze dorpen’, de visie op dienstverlening en de kernwaarden van de organisatie in acht. De waarden ‘lef’, ‘toegankelijk en begrijpelijk/duidelijk’, ‘mensgericht’ en ‘innovatief en wendbaar’ en de betekenis erachter zitten verwerkt in onze manier van werken en zijn terug te vinden in onze uitgangspunten.

In dit eerste hoofdstuk wordt achtereenvolgend een aantal algemene kaders toegelicht. Het betreft de reikwijdte van deze strategie, de wettelijke- en beleidsmatige kaders en de beleidscyclus. Daarna wordt, aan de hand van een schema, de visie, de missie/ambities en de doelen en activiteiten van onze U&H-strategie inzichtelijk gemaakt. Gevolgd door de gewenste resultaten, (meetbare) indicatoren en de actiepunten gedurende deze beleidsperiode. Hiermee wordt invulling gegeven aan de (verbeter)punten die de provincie Zuid-Holland, in het kader van het interbestuurlijk toezicht, aan onze organisatie vraagt.

1.2 Reikwijdte

Deze U&H-strategie geldt voor de taken die voortvloeien uit de:

Ow en Wkb (voorheen/opvolger Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

en;

Algemene plaatselijke verordening (APV) en bijzondere wetten zoals de Alcoholwet, de Wet op de kansspelen en de Wet kinderopvang.

Voor zover het Ow/Wabo betreft is het vaststellen van uitvoerings- en handhavingsbeleid wettelijk verplicht (artikel 18.19 van de Omgevingswet in samenhang met artikelen 13.5 en 13.6 van het Omgevingsbesluit). Onder de Wabo betreft/betrof het artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor de APV en de bijzondere wetten is het niet wettelijk verplicht om dergelijk beleid vast te stellen, maar is het niet ongebruikelijk om dat wel te doen. Het betreft een keuze van Kaag en Braassem om dit mee te nemen in de op basis van de Ow/Wabo verplichte U&H-strategie. Op deze manier zijn alle U&H-taken die een relatie hebben met de fysieke leefomgeving verenigd in één beleidsdocument. Het betreft taken waaraan een Vergunningen-, Toezicht- en/of Handhavingscomponent vastzit2.

Daarnaast draagt deze samenvoeging van de U&H-taken bij aan het realiseren van meer samenhang op bestuurlijke speerpunten zoals bijvoorbeeld de aanpak van ondermijning. Dit onderwerp is in essentie gerelateerd aan het taakveld openbare orde en veiligheid maar hebben, om goed te kunnen slagen, een nauwe relatie met vergunningverlening, toezicht en handhaving van de Ow/Wabo, de APV én de bijzondere wetten. In de voorliggende U&H-strategie wordt – voor zover relevant – aangehaakt bij het in november 2022 vastgestelde Integraal Veiligheidsbeleid 2023-20263.

1.3 Wettelijke en beleidsmatige kaders

Om onze taken binnen het vergunningenstelsel en op het gebied van toezicht en handhaving te kunnen uitvoeren kennen we onder meer de volgende wettelijke- en beleidskaders. Deze zijn niet uitputtend en aan verandering onderhevig:

Landelijk:

Omgevingswet;

  • Besluit kwaliteit leefomgeving (BKL)

  • Besluit activiteiten leefomgeving (BAL)

  • Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL & Bouwbesluit 2012)

  • Omgevingsregeling (Mor)

  • Omgevingsbesluit (Ob)

Alcoholwet

Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Asbestverwijderingsbesluit 2005

Besluit brandveilig gebruik

Erfgoedwet

Gemeentewet Huisvestingswet 2014

Opiumwet

Wet BIBOB

Wet kwaliteitsborging bouw

Provinciaal:

Omgevingsvisie Zuid-Holland (per 1 april 2023)

Omgevingsprogramma Zuid-Holland (per 1 april 2023)

Omgevingsverordening Zuid-Holland (per 1 april 2023)

Provinciewet

Gemeentelijk:

Algemene Plaatselijke Verordening Kaag en Braassem

Integraal Veiligheidsbeleid 2023 - 2026

Erfgoedverordening gemeente Kaag en Braassem

Legesverordening 2023

1.4 Beleidscyclus (Big 8) en kwaliteitscriteria.

Door de toepassing van de BIG 8 beleidscyclus wordt beleid en uitvoering aan elkaar verbonden. De BIG 8 cyclus bestaat uit een strategische cyclus en een operationele cyclus. Het cyclische evaluatieonderdeel in deze cyclus zorgt ervoor dat beleid en uitvoeringspraktijk op elkaar aangesloten blijven en/of daar waar nodig kan worden bijgesteld.

afbeelding binnen de regeling

In de strategische cyclus worden lange termijndoelstellingen bepaald zoals bijvoorbeeld het Raadsakkoord ‘Samen bouwen aan de toekomst van onze dorpen’ (2022-2026), de Omgevingsvisie Kaag en Braassem en deze Uitvoerings- en handhavingsstrategie. De beleidsvormende cyclus is voornamelijk het domein van de bevoegde gezagen, waarin de kaders geformuleerd kunnen worden voor het uitvoeringsprogramma. In de operationele cyclus is meer oog voor de korte termijn en bijbehorende onderwerpen en keuzes, zoals de planning, uitvoering en verslaglegging, waarbinnen sneller geschakeld kan worden. Onderdeel binnen deze uitvoeringscyclus is onder meer het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en het jaarverslag. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt vooruitgekeken naar de activiteiten die het komende jaar worden uitgevoerd. In het jaarverslag wordt gerapporteerd over de mate waarin uitvoering van het uitvoeringsprogramma heeft plaatsgevonden en de mate waarin deze uitvoering heeft bijgedragen aan het bereiken van de ambities/doelen uit het beleid. Naar aanleiding van dit jaarverslag wordt het beleid bezien en zo nodig aangepast. Door de jaarlijkse terugblik in het jaarverslag en het jaarlijks vooruitkijken in het uitvoeringsprogramma blijft het beleid aansluiten op de praktijk en is het evaluatieonderdeel gedurende de looptijd van voorliggende beleidsnotities geborgd.

Door de toepassing van de Big 8 beleidscyclus kan wordt de Uitvoerings- en handhavingsstrategie verbonden aan de uitvoeringsprogramma’s, waarmee wordt voldaan aan de eisen gesteld in de kwaliteitscriteria en welke zijn opgenomen in hoofdstuk 13 van het Omgevingsbesluit.

De kwaliteitscriteria waar onze U&H-strategie minimaal aan moet voldoen zijn:

  • Prioriteitenstelling voor het verrichten van de werkzaamheden. (Uitvoeringsplan/werkplan)

  • Een methode die wordt gebruikt om te bepalen of de doelen uit het beleid zijn behaald. (Evaluatieverslag)

  • Criteria om te beoordelen van en het beslissen op aanvragen voor omgevingsvergunningen en het beoordelen van meldingen

  • Werkwijze bij het verlenen van omgevingsvergunningen en het beoordelen van meldingen

Daarnaast:

  • Inzicht in gemaakte afspraken met instanties en/of afspraken met andere instanties die belast zijn met (strafrechtelijke) handhaving

  • De wijze waarop toezicht wordt gehouden

  • De wijze waarop wordt gerapporteerd over bevindingen en/of constateringen

1.5 Visie, missie, ambities en doelen

Met de uitvoering van onze U&H-taken wordt bijgedragen aan een veilige leefomgeving door erop toe te zien dat bestaande regels en voorschriften worden nageleefd. De gemeente kan echter niet toezien op de naleving van alle wet- en regelgeving waarvoor zij verantwoordelijk is. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt.

Relevante vragen hierbij zijn:

  • Hoe willen we uitvoering geven aan onze U&H-taken?

  • Welke aandachtspunten spelen in de gemeente?

  • Welke activiteiten achten we het meest risicovol?

  • Wat wordt gehandhaafd en hoe wordt er gehandhaafd?

  • Wat heeft prioriteit en wat heeft minder of geen prioriteit?

Voor het antwoord op deze vragen hebben we gekeken naar de ervaringen en evaluaties van voorgaande jaren (jaarverslagen) en hebben we een Omgevingsanalyse uitgevoerd (zie bijlage). Dit heeft geleid tot het formuleren van een visie, een missie/ambities (1 t/m 5) en daaraan gekoppelde activiteiten (a, b en c).

Missie

De gemeente Kaag en Braassem streeft naar een veilige, gezonde, schone, woon-, werk- en leefomgeving, waarbij samen wordt gewerkt aan een duurzame toekomst.

Dit doen we onder andere door:

  • De eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven te bevorderen;

  • Het naleefgedrag van inwoners en bedrijven te verbeteren en te borgen;

  • Doeltreffend en efficiënt toezicht en handhaving in te zetten;

  • De kwaliteit van de uitvoering van U&H-taken te optimaliseren;

  • Servicegericht en professionele dienstverlening aan te bieden.

In de figuur hieronder is dit schematisch weergegeven.

Tevens hebben we, om het draagvlak voor het Uitvoerings- en Handhavingsprogramma te vergroten, in september 2023 een vragenlijst verstuurd naar inwoners van de gemeente en deelnemers aan het Economisch Overleg Platform (EOP).

Figuur 1; schematische weergave missie en visie

afbeelding binnen de regeling

Met uitvoeren van voorliggende U&H-strategie worden de volgende resultaten beoogd:

  • De beschikbare capaciteit wordt ingezet daar waar onze kennis en kunde (het meest) nodig is, we maken daarbij gebruik van data daar waar mogelijk (1b, 3b, 3c, 3d);

  • Eigen verantwoordelijkheid en naleefgedrag van inwoners en bedrijven wordt gestimuleerd (2a en 2b);

  • (Preventieve) handhaving op basis van (bestuurlijke) thema’s (2b, 3a);

  • Een organisatie die oog heeft voor goede dienstverlening en kwaliteit (4a, 4b, 5a, 5b)

  • Een organisatie die voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen (4b);

  • Een organisatie waar kennis en kunde aanwezig is en de mensen beschikken over voldoende werkervaring (4a);

  • Een organisatie waar de verantwoordelijkheden laag zijn neergelegd, zodat snel en accuraat kan worden gehandeld (5a);

  • Nader uitgewerkte beleidskeuzes over de inzet van capaciteit voor vooroverleg, participatie onder de

  • Omgevingswet en de inzet van toezicht en handhaving op open en/of gesloten normen (1a);

  • Nader uitgewerkte beleidskeuzes over de handhavende rol van de gemeente onder de Wkb (1a);

  • Een organisatie die haar beleid en processen monitort, evalueert en bijstelt daar waar nodig of gewenst (4c, 4b).

Gedurende de beleidsperiode worden de ambities, activiteiten en de te behalen resultaten gemonitord. Hiervoor zijn per ambitie, actiepunten en/of indicatoren geformuleerd. In figuur 2 worden actiepunten en indicatoren (beknopt) weergegeven. De opgenomen ambities zijn gebaseerd op cijfers uit evaluatieverslagen. Een volledige weergave van de prioriteiten en indicatoren is opgenomen als bijlage. Deze bijlage bevat alle prioriteiten en actiepunten voor de nieuwe beleidsperiode.

De jaarlijkse actiepunten en/of indicatoren krijgen een plaats in het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma. Het betreft actiepunten naast de uitvoering van de reguliere (wettelijke) U&H-taken. De strategische keuzes die worden gemaakt ten aanzien van deze actiepunten hebben invloed op de hoogte van naleving binnen de gemeente Kaag en Braassem. Op basis van de prioriteit van een bepaalde activiteit wordt de toezichtsstrategie bepaald. Bijvoorbeeld welke controlefrequentie en diepgang het meest passend is. Door te bepalen welke strategie bij welke prioriteit past wordt een programmatische aanpak van handhaving mogelijk. Conform de jaarlijkse U&H-cyclus, volgt de jaarlijkse planning in het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma.

Figuur 2; indicatoren ambities

afbeelding binnen de regeling

1.6 Samenwerking

De gemeente Kaag en Braassem werkt in het behalen van haar doelen samen met externe partners. Sommige taken worden ook uitbesteed aan samenwerkingspartners. Samenwerkingspartners zijn onder andere:

Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM)

Met de Veiligheidsregio zijn een aantal taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht uitgevoerd met betrekking tot bouwen en brandveilig gebruik. Met de Veiligheidsregio zijn werkafspraken gemaakt over het leveren van diensten en eindproducten. Elk jaar stellen zij een uitvoeringsplan toezicht op. Wij kunnen hierop adviseren en onze jaarlijkse lokale wensen meegeven. Ook op het gebied van het verlenen van vergunningen voor evenementen is er een adviesrol weg gelegd voor de brandweer.

Op het gebied van bouwen werken de gemeente en de brandweer daar waar mogelijk integraal. Opleveringscontroles en gebruikersmeldingen (brandveilig gebruik), worden afhankelijk van de aard, omvang en risico gezamenlijk dan wel separaat door de gemeente uitgevoerd en beide partijen hebben een zogenoemde oog- en oor functie voor elkaars taakvelden. De gemeente en Veiligheidsregio investeren daarbij in risicocommunicatie.

Omgevingsdienst West-Holland

De Omgevingsdienst voert voor de gemeente Kaag en Braassem onder meer taken uit op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving op het gebied van milieu. Deze samenwerking is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling, waar naast de gemeente Kaag en Braassem, ook andere gemeenten uit de regio deel van uit maken. Belangrijk is dat er zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau zal worden samengewerkt en dat afstemming van de werkzaamheden plaats zal vinden. De Omgevingsdienst West-Holland werkt volgens de Nota gemeentelijk Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving Milieu. In deze nota is beschreven hoe de uitvoering van deze taken plaatsvindt en hoe de afstemming met de gemeente is.

Voor het taakveld vergunningverlening beschrijft de nota het beleid voor het verlenen van toestemmingen (vergunningen, meldingen, ontheffingen en verklaringen van geen bedenkingen) op grond van de milieuwet- en regelgeving. Bij toetsing van een melding of beoordeling van een aanvraag wordt aangesloten bij lokaal beleid, zoals het geurbeleid. In het geval van een meervoudige vergunning wordt intensiever samengewerkt, waarbij de omgevingsdienst optreedt als adviseur voor het onderdeel milieu. Bij de inwerkingtreding van de Wabo zijn werkafspraken vastgelegd. In aanloop tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden nieuwe werkafspraken gemaakt.

Het taakveld toezicht en handhaving omvat alle activiteiten die zijn gericht op de naleving van rechtsregels of beëindiging van een overtreding van die regels. Doel van toezicht en handhaving is verbetering van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving door een beter naleefgedrag van burgers en bedrijven. De Omgevingsdienst sluit hierbij aan op de Landelijke Handhavingsstrategie.

In de nota worden de kaders voor toezicht en handhaving vastgelegd en prioriteiten, doelstellingen en handhavingsactiviteiten bepaald. Toezicht en handhaving wordt programmatisch en daarmee planmatig en cyclisch uitgevoerd. In het jaarlijkse werkplan worden de prioriteiten voor de betreffende gemeente bepaald. Dit gebeurt in overleg met de gemeente op basis van het lokale omgevingsprofiel.

De samenwerking vindt plaats op lokaal en regionaal niveau. Als voorbeeld, op het niveau van de Veiligheidsregio zijn er in Hollands Midden afspraken gemaakt over hoe samen op te treden en te communiceren bij incidenten en calamiteiten. Ook zijn er afspraken met strafrechtelijke handhavingspartners (politie, OM). Met de gemeente vindt ook afstemming plaats. Soms vooraf, bij het voorbereiden van een integrale controle. De regie bij het uitvoeren van integrale controles ligt overwegend bij de gemeente, tenzij in samenwerkingsafspraken anders is bepaald. Soms vindt de afstemming achteraf plaats, bij het delen van bevindingen.

Op 31 okt. 2022 heeft het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst het bestaande beleid verlengd voor de jaren 2023 en 2024. Tevens hebben zij opdracht gegeven voor het maken van een gemeentelijk uitvoeringsbeleid onder de Omgevingswet voor de periode 2025-2028. In 2023 start de Omgevingsdienst met een gehele herziening van het uitvoeringsbeleid voor de periode 2025-2028. Dit proces wordt in samenspraak met de gemeentelijke deelnemers uitgevoerd.

Politie en OM

Met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) zijn geen formele samenwerkingsafspraken gemaakt. De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde in zijn/haar gemeente. Samen met de officier van justitie (OM) en teamchef van de politie vormt zij de lokale driehoek. In dit driehoeksoverleg worden afspraken gemaakt over de inzet van politie op de lokale prioriteiten en de aanpak van criminaliteit. Voor de lokale invulling heeft de burgemeester ook een structureel veiligheidsoverleg met de teamchef van de politie. E.e.a. is vastgelegd in regionale en lokale planvorming (Regionaal Beleidsplan en het lokale Integraal Veiligheidsbeleid). Op basis van het Integraal Veiligheidsplan en de omgevingsanalyse wordt er jaarlijks een uitvoeringsplan opgesteld waarin concreet wordt uitgewerkt wanneer wie welke acties oppakt voor de verschillende prioriteiten. Daarnaast is de politie als adviseur betrokken bij het verlenen van diverse vergunningen en het adviseren over bestuursrechtelijke maatregelen, daar waar dat nodig is.

Daarnaast heeft samenwerking met de politie intensief plaatsgevonden gedurende evenementen. Op grond van de Gemeentewet heeft de burgemeester bevoegdheden m.b.t. het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Zij wordt hierin geadviseerd door de politie en OM. Dit heeft niet alleen betrekking op evenementen, maar ook op woonoverlast, jeugdoverlast, drugshandel op straat, gebiedsontzeggingen, overtredingen Opiumwet, en andere verstoringen van de openbare orde en veiligheid.

Hoogheemraadschap van Rijnland

De gemeente Kaag en Braassem kent verschillende raakvlakken met het Hoogheemraadschap van Rijnland op onderwerpen uit de U&H-strategie. Eenmaal per 4 maanden vond er overleg plaats met het Hoogheemraadschap betreffende actuele zaken. Daar waar nodig zochten beiden partijen elkaar op voor afstemming. Daarnaast organiseren wij samen met het Hoogheemraadschap een waterspreekuur met een frequentie van eens per vier weken.

Ook op het gebied van vergunningverlening hebben beiden partijen raakvlakken met elkaar. Wanneer vanuit een bestemmingsplan waterstaatkundige belangen blijken, wordt advies bij het HHR gevraagd. Dit gebeurt soms direct vanuit de gemeente en soms indirect via een adviesvraag door de aanvrager. Watervergunningen, afgegeven door het Hoogheemraadschap, kunnen samenhang hebben met omgevingsvergunningen, waarvoor het college van B&W bevoegd gezag is. In voorkomende gevallen kan dat leiden tot het achteraf alsnog aanvragen van een omgevingsvergunning.

Interne samenwerking

Op projectbasis en op basis van ad-hoc werkzaamheden is intern samengewerkt met diverse gemeentelijke afdelingen. Binnen de organisatie zijn enkele wijzigingen doorgevoerd. De verwachting is dat onderlinge samenwerking en integraliteit hiermee zal worden vergroot.

De lijst met genoemde samenwerkingspartners is niet uitputtend. Op lokaal, decentraal en landelijk niveau zijn er nog andere partners te benoemen waar in meer of mindere mate mee wordt samengewerkt. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het Haags Economisch Interventie Team (HEIT), de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Belastingdienst.

2. | Omgevingswet

2.1 inleiding

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. De reikwijdte van de Omgevingswet gaat ver en heeft ook impact op de uitvoerings- en handhavingstaken binnen de gemeente Kaag en Braassem. Binnen vergunningverlening gaat het onder andere om vergunningen voor de bouw en verbouw van bouwwerken, afwijkingen van het bestemmings-/omgevingsplan, en het toezicht hierop. Ook de kap van bomen, de sloop en het brandveilig gebruik van panden vallen onder de reikwijdte van de Omgevingswet. Bij toezicht zal het meer gericht zijn op de controle opde juiste uitvoering van verleende vergunningen en/of bouwwerken welke zijn gerealiseerd zonder vergunning of door strijdig gebruik met het bestemmings-/ omgevingsplan.Wanneer er een overtreding in het proces wordt geconstateerd bestaat de mogelijkheid om handhavend op te treden door middel van het nemen van een reparatoire sanctie, opdat de overtreding wordt beëindigd.

2.2 Risico gestuurd werken

Het doel van de Omgevingswet is onder meer om initiatiefnemers meer ruimte te geven bij de totstandkoming van initiatieven. Dit gaat gepaard met meer verantwoordelijkheid voor de initiatiefnemers. Overheden, bedrijven en burgers zijn samen (meer) verantwoordelijk voor een veilige en gezonde leefomgeving. Deze gedachtenlijn komt terug in het risicogestuurd werken. Dit betekent namelijk dat de schaarse beschikbare capaciteit daar wordt ingezet waar de risico’s het grootst zijn en de beschikbare kennis en deskundigheid daar wordt ingezet waar de behoefte het grootst is.

Om afgewogen keuzes te kunnen maken over de inzet van capaciteit hebben we een omgevingsanalyse uitgevoerd. We hebben ons hierbij gericht op de verschillende gebiedstypologieën en een analyse gedaan op de voorkomende problematiek en bijkomende risico’s. Uit deze analyse is een prioriteitenlijst ontstaan waarbij we de verschillende activiteiten hebben geprioriteerd van ‘Zeer laag’ tot ‘Zeer hoog’. Verderop in dit document hebben we risicosturing verder uitgewerkt.

2.3 Strategie vergunningen

In de afgelopen jaren zien we een stijgende lijn in het aantal aanvragen dat wordt ingediend bij de gemeente. In 2022 hebben we in totaal 500 vergunningplichtige activiteiten behandeld, waarbij het merendeel omgevingsvergunningen bouwen betrof (294). De verwachting is dat dit de komende jaren zal toenemen.

Daarnaast heeft de gemeente in het raadsakkoord ‘Samen bouwen aan de toekomst van onze dorpen’, de ambitie opgenomen om de komende jaren meer beschikbare woningen voor inwoners te realiseren door meer woningen te bouwen. Daarnaast constateren we een toenemende complexiteit van de wensen van inwoners en bedrijven. Dit is in lijn met de Omgevingswet, waarbij het uitgangspunt is om te kijken naar wat wel kan en de omslag van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’. In het voorgaande beleid hebben we hier al invulling aan gegeven met onder meer het afwijkingenbeleid.

2.3.1 Omgevingswet en Wkb

Een stijging van het aantal aanvragen en de toename in complexiteit van de wensen van de indieners zorgt ervoor dat de doorlooptijden langer duren en de uitdaging groot is om binnen de wettelijke beslistermijnen te komen tot een besluit. Het grootste deel van de aanvragen onder de Omgevingswet vallen onder de reguliere procedure, waardoor er een beslistermijn van acht weken geldt. Er is een mogelijkheid om deze termijn eenmalig met zes weken te verlengen. Wanneer geen besluit wordt genomen binnen de wettelijke beslistermijn, kan het college in gebreke worden gesteld. Wanneer het college dan alsnog niet tijdig een besluit neemt, verbeurt het college aan de aanvrager een dwangsom (artikel 4:17 Awb e.v.). Het verlenen van een vergunning van rechtswege vervalt met de komst van de Omgevingswet.

Deze vereenvoudiging betekent dat veel sneller duidelijk wordt of een vergunning kan worden verleend. Beoogd is dat de voorbereiding van een omgevingsvergunning onder de Omgevingswet zoveel mogelijk in de voorfase plaatsvindt. Dit is voor het indienen van de officiële aanvraag en heeft als doel dat er met een kortere beslistermijn kan worden volstaan.

Er zijn nog wel mogelijkheden waarbij de uitgebreide procedure alsnog van toepassing is. In het geval de aanvrager dit verzoekt, of met dit verzoek instemt, én wanneer er activiteiten zijn die aanzienlijke gevolgen voor de omgeving kunnen hebben en waarvan de verwachting is dat verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben, kan het college besluiten dat de uitgebreide procedure van toepassing is indien de aanvrager tevens is gehoord.

Vooroverleg

Omdat de Omgevingswet vraagt om een integrale afweging en het gros van de aanvragen onder de reguliere procedure zullen vallen en daarmee een beslistermijn van acht weken is gemoeid, is een zorgvuldig proces noodzakelijk. Een integrale afweging van initiatieven met bestuurlijke (keten)partners en belanghebbenden in de vorm van een vooroverleg zal worden geïmplementeerd. Wanneer echter sprake is van zeer complexe casuïstiek, waarbij uit de intake blijkt dat een regulier vooroverleg mogelijk niet afdoende is om de wettelijke beslistermijn te kunnen behalen, vraagt dit om een meer uitgebreide intake- en omgevingstafel.

Participatie

Onder de Omgevingswet wordt participatie bij een vergunningsaanvraag een indieningsvereiste. Op deze wijze worden de belangen van belanghebbenden beter verwerkt in het plan, én het stimuleert initiatiefnemers om informatie te verschaffen aan de omgeving en andere belanghebbenden. Dit geldt alleen voor buitenplanse omgevingsactiviteiten. Voor bepaalde gevallen is de bevoegdheid gegeven aan de gemeenteraad om buitenplanse omgevingsactiviteiten aan te wijzen waarbij het verplicht is te participeren met de omgeving voordat de aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend. Wanneer dit niet wordt gedaan kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Gelijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet treedt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De invoering van de Wkb heeft tot gevolg dat er in het kader van vergunningverlening geen bouwtechnische toets meer plaatsvindt voor bouwwerken welke vallen onder gevolgklasse 1. Deze toetsing valt na inwerkingtreding van de Wkb onder (de) verantwoordelijkheid van de private kwaliteitsborger.

Voor het bouwen van een bouwwerk vallend onder gevolgklasse 1 dient vier weken voor het begin van de bouwwerkzaamheden een melding te worden gedaan bij het bevoegd gezag. Deze melding wordt gecontroleerd op compleetheid en/of ontvankelijkheid. Daarnaast voorziet het bevoegde gezag de kwaliteitsborger van de lokale risico’s op basis van de locatie specifieke omstandigheden.

Toetsingskaders vergunningverlening

De behandeling en beoordeling van vergunningaanvragen komen tot stand aan de hand van vaste toetsingskaders en uitgangspunten. Deze komen voort uit wetgeving en/of vastgesteld beleid:

Wetgeving/regelgeving

Omgevingswet, Omgevingsbesluit en Omgevingsregeling, Algemene wet bestuursrecht

(Wabo, Bor, Mor)

Besluit BouwwerkenLeefomgeving BBL

Omgevingsplan

Afwijkingsbeleid/beleidsregelsafwijken omgevingsplan

Meldingen sloop en asbestverwijdering

Wet aanpak woonoverlast

Lokale wetten,regels enbeleid

Uitgangspunten

We werkentransparant doorhet toepassenvan vastetoetsingskaders

Door deugdelijkeprocessen borgenwe uniformiteit

We communicerenhelder entransparant

Vooroverleg krijgteen actieverol

Aanvragen worden voortvarendopgepakt enbinnen determijnen afgehandeld

2.4 Toezicht en handhaving

Wanneer een vergunning is afgegeven of een officiële melding is ingediend of ontvangen ten aanzien van een bouwwerk onder de Wkb, kan gemeentelijk toezicht en handhaving worden ingezet. Daarnaast wordt ook toezicht gehouden op de naleving van wet- en regelgeving uit bijvoorbeeld het bestemmingsplan (omgevingsplan). Toezicht en handhaving kan daarnaast ook plaatsvinden om het gedrag van inwoners en bedrijven te beïnvloeden en te bevorderen.

2.4.1 Handhaving onder de Wkb

Door de invoering van de Wkb zullen bouwwerken vallend onder gevolgklasse 1 niet of zeer beperkt worden gecontroleerd tijdens de feitelijke uitvoering. Hiervoor zal meer een rol voor de private kwaliteitsborger zijn weggelegd en zal de gemeente een meer toetsende rol hebben richting de kwaliteitsborger en de compleetheid van verschillende dossiers. Deze nieuwe rol biedt de gemeente ook kansen om bepaalde keuzes te maken in haar beleid.

Een aantal van deze keuzes zijn hieronder weergegeven:

  • Bij welk type bouwwerk wil de gemeente worden betrokken? Artikel 2.20 van het Bbl biedt de mogelijkheden om voor specifieke bouwwerkzaamheden en de momenten waarop deze worden uitgevoerd gegevens en bescheiden op te vragen, wanneer dit met het oogmerk is om risico’s van het te bouwen bouwwerk te beperken.

  • De kwaliteitsborger heeft de verplichting om strijdigheden te melden bij de gemeenten. De gemeente heeft beleidsvrijheid over de wijze waarop deze meldingen worden opgepakt. Dit kan bijvoorbeeld een verbod zijn op de ingebruikname van het bouwwerk maar ook een fysieke controle.

  • Wanneer de bouwwerkzaamheden zijn afgerond dient na gereedmelding de gemeente een akkoord te geven op het ‘dossier bevoegd gezag’. De gemeente Kaag & Braassem kan er dan voor kiezen om voor dit akkoord het dossier inhoudelijk te beoordelen middels een fysieke controle.

2.4.2 Risico-gestuurd toezicht

Om de beschikbare capaciteit dusdanig in te zetten dat dit het grootste effect teweegbrengt wordt er ook risico-gestuurd toezicht gehouden. Dit betekent dat waar de risico’s hoger zijn, meer intensief toezicht wordt gehouden. De uitgevoerde omgevingsanalyse (zie bijlage) is hiervoor leidend. Hoe hoger de opgenomen risico’s, hoe intensiever het toezicht.

Wanneer risico’s laag of lager zijn, kan het gebeuren dat er geen of steekproefsgewijs toezicht wordt gehouden.

2.4.3 Risico-gestuurd handhaven

Naast het houden van toezicht hebben de gemeentelijke toezichthouders ook een rol op het gebied van handhaven.

Zij sporen actief misstanden op, bijvoorbeeld op het gebied van illegale bouw of andere activiteiten. Meldingen vanuit de omgeving kunnen hieraan ten grondslag liggen maar ook verzoeken tot handhaving of andere signalen uit de omgeving. In beginsel heeft de gemeente de plicht om handhavend op te treden wanneer een overtreding geconstateerd is4.

De gemeente Kaag en Braassem werkt ook op het gebied van handhaven risicogestuurd omdat de capaciteit niet afdoende is om alle overtredingen te kunnen behandelen. Daarom is in de omgevingsanalyse ook rekening gehouden met de gevolgen, risico’s en aard van de overtreding in combinatie met de negatieve effecten die kunnen optreden wanneer er niet wordt gehandeld of opgetreden. Dit is ook in lijn met de landelijke handhavingsstrategie, wat uiteraard ook één van de instrumenten is die we toepassen als het gaat over toezicht en handhaving.

Om de overtreding te beëindigen kunnen verschillende maatregelen op grond van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd. Het doel is hierbij om de situatie terug te brengen naar de rechtmatige situatie zoals opgenomen in vergunningsvoorwaarden of (lokale) wet- en regelgeving. Dergelijke sancties zijn reparatoir van aard. Ook bestraffende maatregelen kunnen mogelijk van toepassing zijn, afhankelijk van de aard van de overtreding. Over het algemeen zal in beginsel gebruik worden gemaakt van een last onder dwangsom.

Verzoek tot handhaving

Wanneer een verzoek tot handhaving wordt ingediend mag de gemeente, op basis van jurisprudentie, gemotiveerd een prioritering aanbrengen om zo doelmatig te kunnen handhaven. Dit betekent echter niet dat handhavingsverzoeken ten aanzien van lagere prioriteiten per definitie niet worden opgepakt5.

Slechts onder bijzondere omstandigheden mag de gemeente weigeren om handhavend op te treden. Dit kan zich voordoen wanneer er concreet zicht op legalisering bestaat of wanneer handhavend optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat het bestuursorgaan van optreden in die concrete situatie behoort af te zien6.

2.4.4 Gebiedsgericht en themagericht handhaven

Onder gebiedsgericht toezicht verstaan we het houden van toezicht binnen een specifiek fysiek gebied, kern of wijk. Een bepaald plangebied, een straat of wijk wordt geselecteerd voor integrale controle. Dit betekent dat dan in dat gebied specifiek controles plaatsvinden op overtredingen.

Naast het reguliere toezicht en de handhaving daarop kunnen er ook bestuurlijke speerpunten zijn die vragen om de inzet van toezicht en handhaving.

In het raadsakkoord heeft de gemeente Kaag & Braassem de volgende thema’s geprioriteerd:

  • Het aanpakken van ondermijning waaronder aanpak drugsproblematiek.

  • Het vergroten van de weerbaarheid van onze inwoners en ondernemers.

  • Het versterken van de verbinding tussen veiligheid en het sociale domein.

3. | APV en bijzondere wetten

3.1 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Een van de instrumenten voor de gemeente Kaag en Braassem om activiteiten in de leefomgeving aan regels te binden is de APV. In de APV staan plaatsgebonden (lokale) activiteiten genoemd welke niet op andere wijze gereguleerd kunnen worden. Denk hierbij aan evenementen of locatie specifieke omstandigheden.

Daarnaast is er ook andere wetgeving die de burgemeester of het college de bevoegdheid geeft om vergunningen en/of ontheffingen te verlenen en daar toezicht op te houden. Voorbeelden hiervan zijn de Alcoholwet en de Wet op de kansspelen. In de APV staan ook diverse bevoegdheden om op te treden bij verstoringen van de openbare orde, zoals opleggen van gebiedsverboden, het opleggen van een last onder dwangsom drugshandel op straat en bij vervoer inbrekerswerktuigen, etc.

3.2 Vergunningverlening

Soms is het noodzakelijk om voor bepaalde activiteiten een vergunning of ontheffing te krijgen op grond van de APV. Denk hierbij aan het organiseren van een evenement of het exploiteren van een horecaonderneming. Door deze vergunningplicht dan wel ontheffing op te leggen en te verlenen kunnen maatregelen worden gevraagd of beperkingen worden opgelegd om zo de openbare orde en veiligheid te waarborgen.

Evenementen

In de APV zijn kaders vastgelegd ten aanzien van de activiteiten waarvoor een evenementenvergunning aangevraagd dient te worden. Evenementen dragen bij aan de leefbaarheid van de gemeente Kaag en Braassem en kennen een grote maatschappelijke waarde. Bij het verlenen van een vergunning wordt advies ingewonnen bij ketenpartners zoals de Veiligheidsregio Hollands Midden, de GHOR, de ODWH en de politie. Na het verrichten van een analyse van de ingediende stukken en het ingewonnen advies kan een afgewogen keuze worden gemaakt ten aanzien van de vergunningsaanvraag en de voorschriften die daarin worden opgenomen. Evenementen kunnen ook ruimtelijk relevant zijn. Bij de beoordeling wordt onder andere gekeken naar de omvang van het evenement, of het jaarlijks terugkerend is en hoe vaak deze locatie wordt gebruikt voor andere evenementen. Het kan nodig zijn om dit te borgen in het bestemmingsplan.

Alcoholwet

Voor openbare inrichtingen waar alcoholhoudende drank wordt geschonken is een Alcoholwetvergunning verplicht. Hierbij valt te denken aan:

  • Horecaondernemingen (Café, restaurant)

  • Verenigingen en stichtingen

  • Slijterijen

Tevens kent de alcoholwet ook een ontheffing voor de verstrekking van zwak alcoholhoudende dranken bij bijzondere gelegenheden (zoals evenementen).

Exploitatievergunning

De exploitatievergunning biedt de gemeente Kaag en Braassem de mogelijkheid om te onderzoeken en te toetsen of de mogelijke exploitatie van een horecabedrijf zich verhoudt ten opzichte van de omgeving waarin zij zich heeft gevestigd of wil vestigen. Hierbij wordt de relatie met het bestemmingsplan onderzocht evenals aspecten zoals het type horeca, de mate van overlast die kan worden verwacht, de verkeerssituatie, etc. Hiermee kan de gemeente overlast gevende/veroorzakende horeca aanpakken en de leefomgeving beschermen. De nadere regels hiervan zijn vastgelegd in het ‘Uitvoeringsbesluit exploitatievergunning openbare inrichtingen gemeente Kaag en Braassem’.

Wet Bibob

Om te voorkomen dat de gemeente onbedoeld criminele activiteiten faciliteert, wordt door de gemeente de wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Bibob) toegepast. Wanneer het vermoeden bestaat dat middels een vergunning of een aangevraagde vergunning strafbare feiten worden gepleegd of dat geld verkregen uit strafbare feiten wit wordt gewassen, kan op basis van de wet Bibob een vergunning worden ingetrokken of niet worden verleend.

Standplaatsvergunningen

De Marktverordening Kaag en Braassem heeft alleen betrekking op de weekmarkt in Roelofarendsveen. Er ligt wel een voornemen om nadere regels op te stellen voor de (vaste en seizoensgebonden) standplaatsen in de gemeenten, maar dit zal in een nieuw op te stellen standplaatsbeleid moeten gebeuren.

3.2 Toezicht en handhaving

Voor de (controle op) naleving van de regels is toezicht en handhaving nodig. Toezicht wordt als preventief middel ingezet waarbij het doel is om zonder sanctionering overtredingen te voorkomen. Door middel van informeren, voorlichting, constatering en waarschuwing kan (bestuursrechtelijk) handhaven vaak worden voorkomen. Bestuursrechtelijke maatregelen kunnen altijd nog worden opgelegd, indien handhaving toch noodzakelijk wordt geacht.

4. | Toezichthouders / buitengewoon opsporingsambtenaren

4.1 Boa’s bij Kaag en Braassem

Door de aanwezigheid en de zichtbaarheid van toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren wordt een belangrijke rol vervuld in het borgen van de leefbaarheid en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Inwoners worden gestimuleerd om zich aan de regels te houden, worden aangesproken op verantwoordelijkheden en indien nodig kan er handhavend worden opgetreden.

De toezichthouders/boa’s hebben een breed instrumentarium wat zij kunnen gebruiken bij de uitoefening van hun taken. Zij kunnen bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke instrumenten gebruiken, welke variëren van het uitdelen van een waarschuwing tot aan het opleggen van boetes of dwangsommen.

Door de nauwe samenwerking met ketenpartners hebben ze een integrale blik in de leefomgeving.

De boa’s van de gemeente houden onder meer toezicht op de APV, bijzondere wetten maar ook bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet. Daarnaast kunnen zij worden ingezet bij evenementen om de naleving van vergunningsvoorschriften te waarborgen en hebben zij een signaalfunctie (ogen/oren) bij andere relevante gemeentelijke thema’s zoals ondermijning.

4.2 Inzet van onze boa’s

Het aanbod van capaciteit en middelen van de boa’s en toezichthouders is niet voldoende om aan alle vraag te voldoen. Het aantal thema’s, prioriteiten en meldingen overschrijdt het aanbod.

Om de inzet van de boa’s zo efficiënt mogelijk te maken streeft de gemeente Kaag en Braassem naar gebiedsgericht- en risicogericht toezicht. Op deze wijze kan naar behoren worden gehandeld naar actualiteiten en kan de capaciteit worden ingezet daar waar het meeste effect wordt behaald en/of het meest gewenst is. Daarbij moet ook de kanttekening worden geplaatst dat het werk van boa’s en toezichthouders ook bepaald wordt door maatschappelijke ontwikkelingen. Rekening moet gehouden worden met het feit dat de vooropgestelde prioriteiten mogelijk worden ingehaald worden door de actualiteit. De ambitie op het gebied van toezicht en handhaving komt tevens ook terug in het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente Kaag en Braassem, hoofdstuk 3.5.

In het Integraal Veiligheidsbeleid zijn onder meer de volgende ambities opgenomen welke aansluiten op onze Uitvoerings- en handhavingsstrategie:

  • Gebiedsgericht en informatiegestuurd werken

  • Vergroten zichtbaarheid toezicht en handhaving

  • Ketensamenwerking

Informatie gestuurd toezicht

Met informatie gestuurd toezicht wordt bedoeld het inzetten van capaciteit daar waar het op basis van verzamelde data nodig is. Als data goed wordt geïnterpreteerd en geanalyseerd leidt dit tot een betere inzet van de toezichtscapaciteit. Relevante informatie voor deze analyse is onder meer de data uit vorige kalenderjaren, ingediende meldingen en klachten, signalen van ketenpartners en andere partijen en eigen constateringen.

Risico gestuurd toezicht

Naast informatie gestuurd toezicht wordt ingezet op risicogestuurd toezicht. Dit zijn onder meer bestuurlijke speerpunten, geprioriteerde beleidsterreinen en andere risico’s die zich voordoen op het moment dat daar geen toezichts-capaciteit op wordt ingezet.

Uitbreiding taken boa’s

Vanuit de overheid worden steeds meer toezichtstaken opgedragen aan gemeenten. Zo heeft de Rijksoverheid in samenspraak met de VNG een pilot gestart waarin onderzocht wordt of de politietaken inzake kleine verkeersovertredingen over kunnen gaan naar het zogenoemde Domein I van de Boa’s en daarmee overgaan naar de gemeenten.

Het betreft:

  • geen of onjuiste fietsverlichting voeren

  • het negeren van rood licht door fietsers en voetgangers

  • handheld-telefoongebruik door fietsers

De pilot is in 2021 gestart in de gemeente Utrecht en naar aanleiding van de evaluatie per januari 2023 uitgebreid naar de gemeenten Breda, Harderwijk, Schouwen-Duiveland, Venlo en Zaanstad. Naar verwachting neemt de minister in de loop van 2023 een besluit. De VNG is voorstander van het overhevelen van deze taak.

Indien deze taak van de politie over gaat naar de gemeenten zal dit gevolgen hebben voor de capaciteit en inzet van de Boa’s en daarmee ook het gemeentelijke budget. In het verleden zijn eerder taken overgeheveld naar gemeenten zonder daaraan ook financiële middelen te verbinden. Het is zaak hier richting de VNG scherp op te blijven. Indien deze taak daadwerkelijk bij de gemeentelijke Boa’s wordt belegd heeft dit gevolgen voor de formatie. Dit zal in het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsplan worden weergegeven en mogelijk leiden tot een voorstel tot uitbreiding van de formatie, dan wel het herprioriteren van de werkzaamheden.

5. | Uitvoering- en handhavingsorganisatie

Tot de kerntaken van de gemeente behoort het nemen van besluiten aan de hand van vergunningsaanvragen, het houden van toezicht en het toepassen van handhavingsinstrumenten. De gemeente Kaag en Braassem heeft deze taken ondergebracht bij het cluster Juridische zaken & veiligheid.

In dit hoofdstuk gaan we in op de capaciteit & middelen en de functies, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende functionaliteiten.

5.1 Uitvoering- en handhavingsvoorwaarden

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 wordt de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving integraal overgeheveld naar afdeling 18.3 van de Omgevingswet. In de Wet VTH worden de randvoorwaarden voor gemeenten en provincies geschetst om te komen tot een hogere kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving of om deze te behouden. Hiervoor zijn kwaliteitseisen en criteria ontwikkeld. Zo is er een landelijk kader ontwikkeld over de minimale eisen waar de uitvoering en handhaving aan moet voldoen.

Functiescheiding

Binnen de verschillende teams zijn de vergunningen-, toezichts- en handhavingstaken op functieniveau gescheiden. Dit is belangrijk om bevoegdheden van elkaar te scheiden. Zo wordt voorkomen dat bijvoorbeeld een vergunning wordt verleend door dezelfde medewerker die er ook toezicht op houdt. In het aanwijzingsbesluit toezichthouders zijn enkele vergunningverleners als toezichthouder aangewezen.

Vastgelegde taken en verantwoordelijkheden

In het functiehuis van de gemeente Kaag en Braassem zijn de functieomschrijvingen en de taken en verantwoordelijkheden van de medewerkers vastgelegd. Daarnaast zijn verschillende bevoegdheden door het college van B&W gemandateerd aan medewerkers, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun taak.

Actueel beleid

Door het vaststellen van het voorliggende beleid en de hieraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma’s en Jaarverslagen, wordt voldaan aan de wettelijke kwaliteitseis waarop wordt toegezien door de provincie in het kader van Interbestuurlijk toezicht.

5.2 Werkprocessen

De uitvoering van de U&H taken geschiedt conform vastgelegde werkprocessen. In het kader van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wkb zijn deze processen aan verandering onderhevig. Deels zijn de werkprocessen al vernieuwd. In de komende periode en in de eerste periode van de nieuwe beleidsperiode zullen er nog diverse wijzigingen plaatsvinden aan de inhoud en werkwijze van verschillende werkprocessen.

Bereikbaarheid

Voor bepaalde excessen en klachten moet de gemeente buiten kantoortijden bereikbaar zijn. Onze gemeente is bereikbaar via de mail, via het contactformulier op de website www.fixi.nl/kaag-en-braassem en middels een storingsnummer (06 51 50 85 63).

Kwaliteitscriteria VTH

Met het vaststellen van de verordening Verordening kwaliteit vergunningverlenging, toezicht en handhaving omgevingsrecht Kaag en Braassem 2017 heeft de gemeenteraad vastgelegd dat de gemeente streeft om aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving zal ook deze verordening aan verandering onderhevig zijn. Deze zal dan, net als vele andere verordeningen, opnieuw opgemaakt en vastgesteld moeten worden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 27 november 2023.

de plaatsvervangend griffier,

C.A. Steinebach

de voorzitter,

A. Heijstee-Bolt

Bijlage 1. | Omgevingsanalyse

Prioritering VTH-taken

Een prioritering van de VTH-taken geeft de gemeente Kaag en Braassem de mogelijkheid om de beschikbare capaciteit en middelen daarin te zetten waar uit analyse blijkt dat deze de grootste meerwaarde hebben of het grootste effect behalen. Om deze prioritering weloverwogen tot stand te laten komen hebben we een analyse uitgevoerd met als uitgangspunt de geografische kenmerken van de gemeente Kaag en Braassem. Deze analyse hebben we aangevuld met eenkwantitatieve probleemanalyse ten aanzien van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving in de verschillende onderscheiden deelgebieden, de bekende en/of veronderstelde problemen en/of gepleegde overtredingen in het taakveld.

De gemeente Kaag en Braassem is een zeer diverse gemeente met verschillende gebiedstypen. In de omgevingsanalyse maken we gebruik van de gebiedstypen die ook in onze Omgevingsvisie zijn opgenomen. Op deze wijze sluiten we ook aan bij de stelselwijzigingen die op 1 januari 2024 van kracht worden, de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Zie voor een uitgebreide beschrijving van de gemeente Kaag en Braassem en de in de omgevingsvisie opgenomen deelgebieden: https://omgevingsvisie-kaag-en-braassem-kuipercompagnons.hub.arcgis.com/

Omgevingsanalyse

De Omgevingsanalyse is een instrument dat we hebben toegepast om de (toekomstige) ‘Omgeving’ zo goed en volledig mogelijk in beeld te brengen. Met de (toekomstige) ‘Omgeving’ bedoelen we de omgeving binnen de gemeente Kaag en Braassem in de meest brede zin, het gehele grondgebied (fysieke leefomgeving/openbare ruimte) met al haar kenmerken (gebouwen, bewoners/ bedrijven/instellingen, natuur etc.) waarvan we (niet) weten of, en in hoeverre hier sprake is van risico’s en/of risicovolle activiteiten en/of ontwikkelingen.

De Omgevingsanalyse bestaat uit een

  • (1)

    Gebieds-,

  • (2)

    Probleem- en een

  • (3)

    Risicoanalyse.

Op basis van de Omgevingsanalyse kunnen we bepalen waar gedurende deze beleidscyclus onze prioriteiten leggen voor de uitvoering van onze toezicht- en handhavingstaken (hierna: T&H-taken). De Omgevingsanalyse hebben we uitgevoerd door workshops te houden met een vertegenwoordiging van de ambtelijke uitvoeringsorganisatie (de inhoudelijke vakspecialisten).

Hieronder volgen de uitkomsten van de gebieds- en probleemanalyse. Onze gemeente kan grofweg in vijf verschillende soorten gebied worden opgedeeld, namelijk het buitengebied, water, glastuinbouwgebieden, bedrijventerreinen en de kernen.

Deze gebieden komen ook terug in de Omgevingsvisie 2.0 van de gemeente Kaag en Braassem. Het gebiedstypen water zal worden toegevoegd aan de Omgevingsvisie 3.0.

Per gebied benoemen we eerst de specifieke kenmerken en benoemen we vervolgens de huidige problemen/aandachtpunten. Door middel van de risicoanalyse geven we vervolgens aan met welke problemen/aandachtspunten we de komende vier jaar bij de uitvoering van onze U&H-taken rekening houden.

Om het draagvlak van de omgevingsanalyse te vergroten hebben we tevens een vragenlijst uitgezet onder inwoners van de gemeente en bij het Economisch Overleg Platvorm (EOP). In totaal hebben 171 inwoners en 11 deelnemers van het EOP de vragenlijst ingevuld. De uitkomsten hiervan zijn meegenomen in de prioritering.

afbeelding binnen de regeling

I. Buitengebied

Kenmerken

  • Droogmakerij, Veenweide, Wijde Aa zone, Drechtzone, Kagerplassen-gebied, Agrarische linten

  • Agrarische bebouwing

  • Open landschap

  • Agrarisch productielandschap

  • Landschappelijke waarden

  • Natuurlijke waarden

  • Recreatie

Aandachtspunten

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Onrechtmatig wonen in bedrijfswoning

  • Strijdig gebruik bedrijfspanden & Ondermijning

  • Illegale bouw

  • Bodemkwaliteit

  • Overlast en bewoning recreatiewoningen

II.Glastuinbouwgebieden

Kenmerken

  • Landschappelijke waarden

  • Productiegebied

  • Provinciaal beleid

Aandachtspunten

  • Onrechtmatig wonen in bedrijfswoning

  • Verhuurde kassen en bedrijfsgebouwen

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Strijdig gebruik & Ondermijning

  • Illegale reclame

  • Nevenactiviteiten

III.Bedrijventerreinen

Kenmerken

  • Goede bereikbaarheid

  • Verschillende typen bedrijfsvoering

  • Belangrijk voor de lokale economie

Aandachtspunten

  • Ondermijning

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Parkeren

  • Functiemenging

  • Keurmerk veilig ondernemen

  • Evenementen

  • Wonen

  • Milieu

  • Brandveiligheid

  • Onwenselijke bedrijfsvoering

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

IV.Kernen

Kenmerken

  • Roelofarendsveen/Oude Wetering, Leimuiden, Nieuwe Wetering, Rijnsaterwoude, Woubrugge, Hoogmade, Rijpwetering/Oud Ade

  • Lintbebouwing

  • Recreatie

  • Horeca

  • Beschermde gezichten

  • Erfgoed

  • Mengfunctie wonen, werken en recreëren

Aandachtspunten

  • Strijdig gebruik

  • Evenementen

  • Horeca

  • Lintbebouwing

  • Recreatie overlast

  • Ondermijning

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Verkeersveiligheid

  • (Jeugd)overlast

  • Parkeren

  • Reclame

V.Water

Kenmerken

  • Braassemermeer, Kromme Does, Wijde Aa, Woudwetering, Leidse Vaart, Oude Wetering, Drecht, Kagerplassen

  • Recreatie

  • Leefbaarheid

  • Natuur

  • Bedrijvigheden, jachthavens

Aandachtspunten

  • Overlast recreatie

  • Snelvaren

  • Afvaldumping/-lozing

  • Vaarwegbeheer

Risicoanalyse

Voor de risicoanalyse hebben we de (risicovolle) activiteiten in kaart gebracht. We maken hierbij onderscheid in vergunningverlening en toezicht & handhaving.

Vergunningverlening Wabo

De toets bij de aanvragen Wabo-vergunningen spitst zich toe op de ruimtelijke aspecten en een technische beoordeling op de veiligheid, waarbij de nadruk ligt op de brandveiligheid en de constructieve veiligheid. De diepgang van de andere technische beoordelingsaspecten is afhankelijk van de aard, omvang en gebruik van het aangevraagde bouwwerk. Daarbij is er aandacht voor politiek gevoelige onderwerpen en ‘de historie’ van een locatie.

Vergunningverlening APV en Bijzondere Wetten

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat bij de beoordeling van aanvragen op grond van de APV en Bijzondere Wetten in beginsel wordt getoetst wat het negatieve effect is op veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Daarnaast wordt op bepaalde onderwerpen ook getoetst wat de financiële achtergrond is in verband met ondermijningsrisico’s. De komende beleidsperiode zal dit laatste aspect nader uitgewerkt worden, zoals ook is opgenomen in het inmiddels vastgestelde veiligheidsbeleid.

Meer specifiek:

  • Exploitatievergunning – we toetsen het effect op de woon- en leefomgeving.

  • We screenen ook de ondernemers om ondermijning of ander ongewenst gedrag te voorkomen in verband met een eventueel bestuurlijk risico.

  • Alcoholwetvergunning – We toetsen gericht op veiligheid en gezondheid; een speerpunt is het voorkomen van drankmisbruik onder o.a. jongeren.

  • Aanwezigheidsvergunningen – We toetsten op aspecten van veiligheid en gezondheid (gokverslaving).

  • Evenementen – We toetsen gericht op veiligheid en gezondheid, leefbaarheid en bestuurlijk.

  • Standplaatsen en ligplaatsen – We toetsen op een combinatie van leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit.

  • Overig – De toetsing is veelal gericht op ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.

Toezicht & Handhaving

Niet iedere activiteit die wordt ontplooid kent dezelfde risico´s als er iets misgaat en/of als wij onze T&H-taken op deze activiteiten niet zouden uitvoeren. Om inzicht te krijgen in het risico als wij onze T&H-taken op deze activiteiten niet uitvoeren, is er aan de hand van zes landelijke criteria gekeken naar (de impact van) de mogelijke negatieve effecten.

Wij hebben hierbij de volgende negatieve effecten onderscheiden:

  • Veiligheid & Gezondheid:

  • Fysiek letsel (doden/gewonden) dat direct ontstaat & eventuele schade aan de gezondheid van de mens.

  • Leefbaarheid:

  • De beleving van bewoners als het gaat om het gevoel van onveiligheid en eventuele verloedering.

  • Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie:

  • De kwaliteit van de fysieke leefomgeving en (cultureel) erfgoed.

  • Bestuurlijk(imago):

  • Imagoschade van een eventuele calamiteit of het in stand houden van een illegale situatie. Ontstaan van een afbreuk aan de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en de integriteit van het gemeentebestuur.

  • Financieel/economisch:

  • Schade voor (door) de gemeente (te vergoeden) als gevolg van de calamiteit.

  • Duurzaamheid:

  • Afbreuk en schade aan de kwaliteit van het leefmilieu (milieuvervuiling) als gevolg van een verstoring/calamiteit).

Scorebepaling

Aan de hand van de weging is per activiteit een ‘Risicoscore’ bepaald. Deze risicoscore geeft per activiteit aan of het negatieve effect ‘Groot’, ‘Gemiddeld’ of ‘Klein’ is. Vervolgens is afgewogen wat de kans is op een overtreding op het moment dat wij onze U&H-taken niet zouden uitvoeren. Ook hiervoor is per activiteit een afweging gemaakt of deze ‘Groot’, ‘Gemiddeld’ of ‘Klein’ is. De afweging van het negatieve effect maal de kans heeft uiteindelijk geleid tot een ‘prioriteit’ van ‘Zeer Hoog’, ‘Hoog’, ‘Gemiddeld’, ‘Laag’ of ‘Zeer Laag’ (zie figuur hiernaast).

afbeelding binnen de regeling

Hieronder worden de prioriteiten weergegeven van ‘Zeer Hoog’ tot en met ‘Zeer Laag’. Daaropvolgend wordt de volledige activiteitenlijst met bijbehorende prioritering weergegeven.

In verband met de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) is in de prioriteiten en de volledige activiteitenlijst al geanticipeerd op de nieuwe gevolgklasse 1, 2 en 3. Voor de volledigheid is hieronder een korte toelichting opgenomen op de verschillende gevolgklasses.

Gevolgklasse 1:

de persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan zijn beperkt. In deze gevolgklasse vallen o.a. woningen, eenvoudige bedrijfsgebouwen, vakantiehuisjes.

Gevolgklasse 2:

reële kans op persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hierbij valt te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen en woongebouwen tot 70 meter hoogte.

Gevolgklasse 3:

kans op aanzienlijke persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hieronder kunnen vallen bouwwerken zoals metrostations, voetbalstadions, ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter.

Legenda tabel

Gm = gemiddeld

Glastuinbouwgebied = GT

Bedrijventerrein = BT

Activiteiten

Risico

Kans

Prioriteit

Negatief effect

buiten- gebied

GT

BT

kern

water

Bouwen

Bestaande bouw – inzet toezicht en handhaving op bouwwerken en gebouwen

Gevolgklasse 1 - cc1

Klein

 

Hoog voor plannen verleend onder de Wabo (inzet tot en met circa 2026)

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

 
 

X

X

 
 
 
 

Laag voor bouwwerken verleend onder de Wabo, zijnde bouwwerken die net niet vergunningvrij zijn, zoals dakkapallen, aanbouwen, uitbouwen, erfafscheidingen etc.

 
 
 

 
 
 
 
 

Laag 6 maanden na inwerkingtreding Wkb voor alle gevolgklasse CC-1 bestaande bouw

 
 

 
 
 

Gevolgklasse 2 – CC2

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

 
 

X

X

 

Gevolgklasse 3 – CC3

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

 
 

X

X

 

Externe signalen (piepsysteem)

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

X

X

X

X

 

Nieuwbouw – Inzet Toezicht en handhaving op bouwwerken en gebouwen

Gevolgklasse 1 – CC1

Klein

Gm

Hoog voor plannen verleend onder de Wabo (inzet tot en met circa 2026)

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

X

X

X

 

Laag voor bouwwerken verleend onder de Wabo, zijnde bouwwerken die net niet vergunningvrij zijn, zoals dakkapallen, aanbouwen, uitbouwen, erfafscheidingen etc.

 
 
 

Laag vanaf datum inwerkingtreding Wkb

 
 
 
 
 

Gevolgklasse 2 – CC2

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

 
 

X

X

 

Gevolgklasse 3 – CC3

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

 
 

X

X

Externe signalen (piepsysteem)

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

X

X

X

X

Constructieve veiligheid aangewezen evenementen

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

X

 

X

X

 

Afwijken voorschriften verleende vergunningen

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie, Bestuurlijke imago en Duurzaamheid

X

X

X

X

 

Landelijke prioriteiten (Wabo/Omgevingswet)

Inzet handhaving en toezichtop

Constructieve veiligheid

Groot

Groot

Zeer hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit &Cultuurhistorie en Bestuurlijke imago

X

X

X

Brandveiligheid BWT

Groot

Groot

Zeer hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit &Cultuurhistorie, en Bestuurlijke imago

X

X

X

 
 

Brandveiligheid overig

Groot

Groot

Zeer hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid en Bestuurlijke imago

X

X

X

 
 

Gebruik

Inzet handhaving en toezichtop

Strijdig gebruik bestemmingsplan/ Omgevingsplan: gronden, gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde indien gevaarzetting en/of overlast omgeving

Groot

Groot

Zeer hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit &Cultuurhistorie, en Bestuurlijke imago, Duurzaamheid.

X

X

X

X

X

Illegale bewoning op bedrijfsterreinen

Gm

Groot

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit &Cultuurhistorie, en Bestuurlijke imago.

 

X

X

 
 

Strijdig gebruik bestemmingsplan/ Omgevingsplan: gronden, gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde indien geen sprake van gevaarzetting en/of overlast omgeving

Laag

Gm

Laag

Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie.

 
 
 
 
 

Huisvesting buitenlandse werknemers/ seizoens- werknemers in gebouwen anders dan toegelaten woningen

Groot

Groot

Zeer Hoog

 

X

X

X

X

 

Illegale/ permanente bewoning recreatiepark-en

Groot

Groot

Hoog

 

X

 
 
 

X

Erfgoed

Inzet handhaving en toezichtop

Bescherming cultureel erfgoed*

*Monumenten + karakteristieke panden

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid en gezondheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie.

X

X

X

X

X

Archeologie

Groot

Gm

Hoog

Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie.

X

X

X

X

 

RO en aanleggen

Inzet handhaving en toezichtop

Illegaal uitvoeren van een werk

Groot

Gm

Hoog

Veiligheid & Gezondheid, Leefbaarheid, Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie.

X

X

X

X

X

In-/ uitrit

Gm

Gm

Gm

Ruimtelijke Kwaliteit & Cultuurhistorie.

 
 
 
 
 

APV en bijzondere wetten

Inzet handhaving en toezichtop

Afsteken licht vuurwerk buiten de toegestane afsteektijden.

Gm

Groot

Gm

 
 
 
 
 

Ondermijning (o.a. mensen-handel, witwassen en illegale prostitutie)

Groot

Groot

Zeer Hoog

 

X

X

X

X

 

Damocles (Opiumwet)

Groot

Gm

Hoog

 
 
 

X

X

 

Inzet geselecteerde evenementen

Groot

Groot

Zeer Hoog

 

X

X

X

X

X

Gevaarlijke dieren

Groot

Klein

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Demonstraties, betogingen, openbare manifestaties

Klein

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Alcoholgebruik jongeren: leeftijdsgrens/ weder-verstrekking

Gemiddeld

Groot

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Jeugdoverlast

Gemiddeld

Gemiddeld

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Parkeren in het recreatie-seizoen

Gemiddeld

Groot

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Parkeren in de blauwe zone

Klein

Gemiddeld

Laag

 
 
 
 
 
 

Afval en afvaldumping => verkeerd plaatsen naast ondergrondse containers

Gemiddeld

Groot

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Adresonderzoeken

i.s.m. Burgerzaken

Gemiddeld

Gemiddeld

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Hinderlijk gedrag

Klein

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Wrakken in het water

Klein

Gemiddeld

Laag

 
 
 
 
 
 

Autowrakken en defecte voertuigen

Klein

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Ontheffing sluitingstijden

Gemiddeld

Gemiddeld

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Alcoholwet - vergunning

Groot

Gemiddeld

Hoog

 
 
 
 

X

 

Ontheffing tijdelijk schenken alcoholische dranken

Groot

Gemiddeld

Hoog

 

X

 
 

X

 

Para-commercie

Gemiddeld

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 
 

Wijkveiligheid/ Kleine ergernissen

Gemiddeld

Gemiddeld

Gemiddeld

 
 
 
 
 
 

Wet op de kansspelen (WOK)

Klein

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Parkeren buiten recreatie-seizoen

Klein

Klein

Zeer laag

 
 
 
 
 
 

Samen-scholing overig

Klein

Klein

Zeer laag

 
 
 
 
 
 

Dieren-overlast huisdieren

Gemiddeld

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Afval en afvaldumping niet zijnde verkeerd plaatsen naast ondergrondse containers

Gemiddeld

Klein

Laag

 
 
 
 
 
 

Woonoverlast

Gemiddeld

Groot

Hoog

 
 
 
 

X

 

Lijst met uitsluitend zeer hoge en hoge prioriteiten

Landelijke prioriteiten, zeer hoge prioriteit

Constructieve veiligheid

Landelijke prioriteiten, zeer hoge prioriteit

Constructieve veiligheid

Brandveiligheid BWT

Brandveiligheid overig

Strijdig gebruik bestemmingsplan/Omgevingsplan:

gronden, gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde indien gevaarzetting en/of overlast omgeving

APV, zeer hoge prioriteit

Ondermijning

Inzet geselecteerde evenementen

Gebruik, zeer hoge prioriteit

Huisvesting buitenlandse werknemers/seizoenswerkers in gebouwen anders dan toegelaten woningen

Bestaande bouw, hoge prioriteit

Gevolgklasse 1

Gevolgklasse 2

Gevolgklasse 3

Piepsysteem

Nieuwbouw, hoge prioriteit

Gevolgklasse 1

Gevolgklasse 2

Gevolgklasse 3

Piepsysteem

Overig bouw

Constructieve veiligheid aangewezen evenementen

Afwijken voorschriften verleende vergunningen

Gebruik

Illegale bewoning op bedrijfsterreinen

Illegale/permanente bewoning recreatieparken

Erfgoed

Bescherming cultureel erfgoed (Monumenten + karakteristieke panden)

Archeologie

RO en aanleggen

Illegaal uitvoeren van een werk

APV

Opiumwet/ Damocles

Alcoholwetvergunning

Ontheffing tijdelijk schenken alcoholische dranken

Woonoverlast

Bijlage 2 Analyse vragenlijst

Ten behoeve van het Uitvoerings- en handhavingstrategie (verder U&H-strategie) en het daaraan gekoppelde uitvoeringsprogramma is er een vragenlijst opgesteld ten behoeve van inwoners en het Economisch Overleg Platform (EOP). Doel van deze vragenlijst is het vergroten van het draagvlak van de U&H-strategie en het voorkomen van een uitsluitend interne blik op de te verrichten werkzaamheden die horen bij de U&H-strategie. De visie van inwoners en het bedrijfsleven op onze taken in het kader van vergunningen, toezicht en handhaving draagt bij aan de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma. Onderstaand een analyse van de resultaten.

Inwoners

In totaal hebben 171 inwoners de moeite genomen om de vragenlijst in te vullen. Hierbij zijn de volgende bevindingen gedaan;

  • -

    57% vindt de toezichthouders zeer slecht zichtbaar. 20% vindt de toezichthouders slecht zichtbaar. Slechts 7% vindt de toezichthouders goed of zeer goed zichtbaar.

  • -

    67% ziet wel eens misstanden in de openbare ruimte. In 21% van de gevallen waarin een melding is gedaan heeft de gemeente ook opgetreden.

  • -

    30% vindt vth taken ten aanzien van constructieve veiligheid de belangrijkste prioriteit op het gebied van bouwen, gevolgd door brandveiligheid met 23% en 19% het anders gebruiken van een grond dan opgenomen in een bestemmingsplan.

  • -

    43% van de bevraagden vindt de bescherming van cultureel erfgoed topprioriteit ten aanzien van de vth-taken op het gebied van erfgoed en ruimtelijke ordening, gevolgd door het illegaal uitvoeren van een werk met 24%.

  • -

    Ten aanzien van de taken die vallen onder de APV en/of bijzondere wetten vindt met 37% van de bevraagden ondermijning de belangrijkste prioriteit, gevolgd door huisvesting van buitenlandse werknemers (15%) en jeugdoverlast(12%).

EOP

Vanuit het EOP zijn in totaal 11 reacties aangeleverd. De volgende bevindingen komen hieruit voort:

  • -

    7 van de bevraagden vinden het gebruik van een grond of gebouw anders dan in het omgevingsplan is opgenomen, de belangrijkste prioriteit onder het thema bouwen.

  • -

    Bij het thema ruimtelijke ordening vinden 7 van de bevraagden het illegaal uitvoeren van een werk de belangrijkste prioriteit.

  • -

    Ten aanzien van het thema APV en/of bijzondere wetten vinden 6 van de bevraagden ondermijning de belangrijkste prioriteit.

Bijlage 3 Werkplan 2023 en Evaluatieverslag 2022 VTH

TER INLEIDING   

Voor u ligt het werkplan voor 2023 dat is opgesteld op basis van het Handhavingsbeleid en het Uitvoeringsprogramma VTH 2019-2023. Aan de hand van de kaderstelling in het Handhavingsbeleid zijn de prioritering en keuzes gemaakt in het Uitvoeringsprogramma. Een jaarlijks werkplan geeft aan welke speerpunten, keuzes en verdeling van de beschikbare capaciteit voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving er worden gemaakt. In dit werkplan wordt ook ingegaan op de evaluatie van het voorgaande jaar, het jaar 2022.

LEESWIJZER   

Dit document bevat drie hoofdstukken en een aantal bijlagen.

Hoofdstuk 1 gaat in op de prioriteiten in het werkplan 2023 en de landelijke ontwikkelingen die van invloed zijn of worden op het werk van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

In hoofdstuk 2 is de evaluatie over 2022 opgenomen. Hierin wordt in verschillende paragrafen een korte toelichting gegeven op het item aangevuld met een overzicht van de cijfers 2021, 2022 en een prognose voor 2023.

Hoofdstuk 3 bevat de jaarrapportage van de BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar).

In de bijlagen is achtereenvolgens informatie opgenomen over de verdeling van de tijdbesteding van de BOA’s, het aantal interventies van de BOA’s en het totaaloverzicht van de meldingen openbare ruimte (MOR).

INHOUDSOPGAVE   

  • 1.

    Werkplan 2023 op basis van VTH Uitvoeringsprogramma 2019-2023

    • 1.1

      Prioriteiten in het werkplan VTH 2023

    • 1.2

      Landelijke ontwikkelingen

      • 1.2.1 Voorbereiding Omgevingsweg 2023

        1.2.2 Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

        1.2.3 Basisregistraties

        1.2.4 Openbare ruimte

        1.2.5 handhaving verbod rookruimtes horeca Overzicht van de taakuitvoering in 2023

  • 2.

    Evaluatie 2022

    • 2.0

      Ter inleiding

    • 2.1

      Vergunningverlening

      • 2.1.1 Wabo

      • 2.1.2 Alcoholwetvergunningen en -ontheffingen

      • 2.1.3 Evenementenvergunning en andere APV zaken

      • 2.1.4 Kaderstelling voor evenementen en standplaatsen

    • 2.2

      Toezicht

      • 2.2.1 Toezicht omgevingsvergunningen

      • 2.2.2 Toezicht Alcoholwet

      • 2.2.3 Toezicht APV en bijzondere wetten

    • 2.3

      Handhaving

    • 2.4

      Ondermijning

      • 2.4.1 RIEC

      • 2.4.2 HEIT

      • 2.4.3 Speerpunt van woonfraude, adresfraude en zorgfraude

      • 2.4.4 Integrale controles en aanpak van ondermijning

      • 2.4.5 Ondermijningstafels

  • 3.

    BOA Rapportage 2022

    • 3.0

      Ter inleiding

    • 3.1

      Monitoren en werkwijze bij Toezicht

    • 3.2

      Meldingen openbare ruimte

    • 3.3

      Drank- en Horecawet

    • 3.4

      APV / Evenementen

    • 3.5

      Samenwerking

  • 4.

    Bijlagen

    • 1.

      Rapport interventies per feit

    • 2.

      Overzicht Meldingen openbare ruimte 2022

1. Werkplan 2023 op basis van VTH uitvoeringsprogramma 2019- 2023   

1.1 Prioriteiten in het werkplan VTH 2023 

In het meerjaren uitvoeringsprogramma VTH is helder gemaakt dat er veel onderwerpen zijn waar inzet van de organisatieonderdelen Vergunningen, de toezichthouders en de handhavers (zowel op controlerend als op juridisch niveau) nodig is. Het is daarom nodig keuzes te maken en te prioriteren. De prioritering van de werkzaamheden voor vergunningen, toezicht en handhaving worden bepaald door het wegen van risico’s en door de beschikbare capaciteit.

Corona 

Vanaf 2020 zijn we wereldwijd geconfronteerd met de coronapandemie, die ook voor Kaag en Braassem gevolgen heeft gehad voor de uitvoering van de VTH- en BOA-taken. Ook in 2022 was in Q1 inzet nodig in verband met de coronapandemie met bijbehorende maatregelen. Voorgenomen activiteiten konden niet worden uitgevoerd of moesten anders worden uitgevoerd. De invloed was het grootst in het taakveld APV/Bijzondere wetten. Nederland kreeg wederom te maken met beperkende maatregelen en evenementen konden niet of beperkt doorgaan. Dit zorgde wederom zowel in het kader van vergunningverlening als toezicht en handhaving voor uitdagingen. Daarnaast zorgden de maatregelen ook in 2022 voor het toezicht op de naleving van de coronamaatregelen, vastgelegd in de noodverordeningen en later in de tijdelijke wet maatregelen COVID-19. Bij de uitvoering van deze werkzaamheden werd een grote mate van flexibiliteit gevraagd doordat maatregelen steeds werden bijgesteld, versoepeld of verstrengd.

Na de laatste lockdown van 2021 tot en met begin 2022 ging Nederland meer en meer open. Voor de Boa’s en toezichthouders BWT betekende dit het teruggaan naar het oppakken van de reguliere taken, waarbij ingestoken werd op het inlopen van de achterstanden die in de jaren daarvoor door het verschuiven van prioriteiten, is ontstaan.

Ook in 2023 zal nog een deel van de achterstanden ingelopen moeten worden, hetgeen qua capaciteit een uitdaging is. Op dit moment is het een uitdaging binnen de schaarse arbeids- en inhuurmarkt, om ervaren medewerkers te werven (al dan niet tijdelijk) om de werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast heeft corona in negatieve zin bijgedragen aan het feit dat de burger niet meer het gesprek aangaat in geval van ergernissen, maar direct een klacht of handhavingsverzoek indient bij de gemeente. Ook de Boa’s merken een verschil in de relatie met burgers en ondernemers.

Het afgelopen jaar is ingezet op het verder verbeteren van de werkprocessen voor vergunningen, ontheffingen en meldingen voor evenementen en horeca. Een belangrijke kwalitatieve verbetering die in 2023 wordt voorgezet. Extra aandacht hebben hierbij de veiligheidsrisico’s van het evenement of de activiteit en de verkeersveiligheid.

1.2 Landelijke ontwikkelingen op het gebied van Vergunning, Toezicht en Handhaving   

1.2.1Omgevingswet 2024

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is wederom uitgesteld en dit keer naar 1 januari 2024. Inmiddels heeft de Eerste Kamer op 14 maart 2023 bepaald dat dit ook de formele datum van inwerkingtreding wordt. De uitgangspunten zijn nog steeds dat de Omgevingswet moet zorgen voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet gaat uit van snellere besluitvorming en een meer integrale aanpak met meer afwegingsruimte. Dit zorgt voor een veranderende rol; van toetser naar adviseur. Werkprocessen moeten worden aangepast. We moeten binnen 8 weken integraal gewogen besluiten kunnen nemen, ook bij complexe aanvragen. Daarnaast moeten initiatiefnemers met ‘een druk op de knop’ kunnen zien wat is toegestaan (Toepasbare Regels) in de fysieke ruimte en voor welke activiteiten vergunningen nodig zijn of meldingen gedaan moeten worden. Deze kunnen vervolgens eenvoudig worden aangevraagd via het DSO (= Digitaal Stelsel Omgevingswet). De voorbereiding op de Omgevingswet loopt nog steeds waarbij belangrijke stappen gezet worden gebaseerd op de wettelijke minimale eisen. De voorbereiding vraagt van de medewerkers tijd en inzet naast de reguliere werkzaamheden. Waar nodig wordt extra capaciteit ingehuurd.

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 

Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Alle gemeentelijke informatiesystemen en processen moeten worden aangesloten op de DSO Landelijke voorziening. Het DSO bestaat uit lokale systemen van overheden en de onderdelen van de landelijke voorziening. Met het DSO kan de omgevingsvisie, het omgevingsplan, de omgevingsprogramma’s en besluiten publiceren, vragenbomen publiceren, vergunningaanvragen en meldingen ontvangen, begrippen en definities centraal beheren en onderling en met initiatiefnemers samenwerken. Door het nieuwe digitale stelsel wil het Rijk de ‘afstand’ tussen inwoners, ketenpartners en bestuur zo kort en makkelijk mogelijk maken. In afstemming met Alphen aan de Rijn ligt Kaag en Braassem op schema voor wat betreft het DSO; de minimale aansluitingen zijn gerealiseerd en worden verder doorontwikkeld.

Omgevingsvisie (ambities) 

Begin 2021 zijn we gestart aan een verdere uitwerking en verdieping van de Omgevingsvisie 1.0. Dit heeft onder andere geresulteerd in het opstellen van gebiedsgerichte programma’s. Op maandag 24 januari 2022 zijn de gebiedsgerichte programma’s en de Omgevingsvisie 2.0 vastgesteld door de gemeenteraad. In samenwerking met VTH en keten-partners zijn deze programma’s tot stand gekomen. Op dit moment wordt er gewerkt aan de bijstelling van Omgevingsvisie, hierbij wordt ook gedacht om een extra programma te creëren voor het thema water.

Omgevingsplan 

Gemeenten moeten uiterlijk op 1 januari 2029 beschikken over een gemeente dekkend integraal omgevingsplan. Het omgevingsplan vereist de harmonisatie en integratie van de huidige bestemmingsplannen en beheers verordeningen, gemeentelijke verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en de rijksregels die gedecentraliseerd moeten worden (de bruidsschat). Daarnaast zijn ook beleidsuitgangspunten voortdurend in ontwikkeling.

Om ervaring op te doen met de mogelijkheden van de Omgevingswet wordt de komende tijd geoefend met het omgevingsplan Buitengebied.

1.2.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen 

De inwerkingtreding Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is net als de Omgevingswet uitgesteld naar 1 januari 2024. In 2021 nam Kaag en Braassem deel aan het Ambassadeurs Netwerk VNG Alphen aan den Rijn. Het doel van het netwerk was om met meerdere gemeenten meer aannemers, architecten en initiatiefnemers te bewegen om proefprojecten uit te voeren. De bij de gemeente Kaag en Braassem bekende aannemers en ontwikkelaars wilden niet deelnemen aan proefprojecten. Op dit moment ligt dit stil.

Met de invoering van de Wkb vervalt voor vergunningverlening:

  • De bouwplantoetsing aan het Bouwbesluit 2012 en het bouwtoezicht verschuiven van gemeente naar private partijen voor gevolgklasse CC-C1;

  • De toetsing aan het Bouwbesluit 2012 van nieuwbouw en verbouw bij de vergunningverlening door gemeenten vervalt hiermee voor gevolgklasse CC-C1.

Met de invoering van de Wkb vervalt het toezicht tijdens de realisatiefase voor de nieuwbouw en verbouw voor die bouwwerken die in de zogenoemde gevolgklasse 1 CC-1 vallen. Het gaat samengevat om bouwactiviteiten die betrekking hebben op de volgende bouwwerken:

  • Grondgebonden eengezinswoningen, inclusief nevenfuncties (garage, kantoor aan huis);

  • Woonboten;

  • Vakantiewoningen;

  • Bedrijfspanden (industriefunctie) van maximaal 2 bouwlagen, inclusief een klein kantoor/ kantine;

  • Aanbouwen aan overige gebruiksfuncties van maximaal 2 bouwlagen voor opslag en dergelijke;

  • Kleine fiets- en voetgangersbruggen (niet over rijks- of provinciale wegen), maximaal 20 meter overspanning;

  • Overige bouwwerken geen gebouw zijnde tot maximaal 20 meter hoog (masten, antennes, etc.);

Verbouwingen van hiervoor genoemde bouwwerken vallen (voor zover niet vergunningsvrij) vanaf 6 maanden na inwerkingtreding van de Wkb ook onder gevolgklasse 1.

Vooralsnog vallen de volgende gevallen niet onder kwaliteitsborging:

  • Monumenten (rijks en gemeentelijk);

  • Bouwactiviteiten aan bouwwerken waarbij voor het gebruik een milieuvergunning nodig is;

  • Bouwactiviteiten aan bouwwerken waarbij voor het gebruik een vergunning of melding brandveilig gebruik nodig is;

  • Bouwactiviteiten waarbij er sprake is van een gelijkwaardige oplossing voor brand- of constructieve veiligheid, inclusief de toepassing van NEN 6060 en 6079.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wkb zal het bouwtoezicht nog steeds doorlopen tijdens de realisatiefase op grond van de Wabo. Dit hangt samen met het feit dat de realisatie van bouwwerken in veel gevallen niet direct na de vergunningverlening start. Hiervoor zijn verschillende oorzaken zoals de drukte bij de aannemers, het rondkrijgen van de financiering en de hoge materiaal- en/of bouwkosten. In de praktijk betekent dit dat de medewerkers BWT zowel onder het huidige regime van de Wabo als onder het nieuwe regime van de Omgevingswet en Wkb zullen moeten werken. Werken met nieuwe wet- en regelgeving kost in het begin altijd meer tijd en het onder twee regimes moeten werken zal extra capaciteit vragen van zowel de medewerkers BWT als van de handhavingsjuristen.

1.2.3 Basisregistraties 

Als gemeente zijn we bronhouder van twee basisregistraties:

  • De BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en

  • De BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen)

Beide registraties hebben wettelijke verplichtingen met wettelijke termijnen voor het opnemen van de feitelijke situatie (legaal of illegaal) in de registraties. In de BGT wordt als kaart de feitelijke situatie zoals die buiten zichtbaar is, opgenomen; de BAG volgt daarin als het gebouwen/panden betreft.

Daarbij maakt de overheid het voor de burger steeds makkelijker door steeds meer vergunningsvrij te maken voor wat betreft het bouwen van uitbouwen, dakkapellen of bijgebouwen. Van de andere kant wil de overheid dat de BAG / BGT wijzigingen (legaal of illegaal) in panden vastlegt binnen wettelijke termijnen. Doordat er voor wijzigingen in of aan panden niet altijd vergunningen nodig zijn moeten wij als beheerder slimme en efficiënte manieren bedenken om de feitelijke situatie vast te leggen.

Mutaties in BGT en BAG moeten worden opgespoord en doorgevoerd in beide registraties. De verdergaande deregulering (meer vergunningsvrij bouwen) van de rijksoverheid en het steeds meer aan de markt overlaten staat dus haaks op de uitgangspunten van de wet BAG die voorschrijft dat een gemeente alle panden in beeld moet hebben. Het betekent dat een gemeente verplicht is de nodige inzet te plegen voor de wet BAG op toezicht en handhaving van de panden. Dit betekent dat de medewerkers BWT meer toezicht gaan houden op wijzigingen van bij de gemeente bekende feitelijke situatie.

1.2.4 Uitbreiding taken Boa’s 

Vanuit de overheid worden steeds meer toezichtstaken opgedragen aan gemeenten. Zo heeft de rijksoverheid in samenspraak met de VNG een pilot gestart waarin onderzocht wordt of de politietaken inzake kleine verkeersovertredingen over kunnen gaan naar het zogenoemde Domein I van de Boa's en daarmee overgaan naar de gemeenten. Het betreft:

  • geen of onjuiste fietsverlichting voeren

  • het negeren van rood licht door fietsers en voetgangers

  • handheld-telefoongebruik door fietsers

De pilot is in 2021 gestart in de gemeente Utrecht en naar aanleiding van de evaluatie per januari 2023 uitgebreid naar de gemeenten Breda, Harderwijk, Schouwen-Duiveland, Venlo en Zaanstad. Naar verwachting neemt de minister in de loop van 2023 een besluit. De VNG is voorstander van het overhevelen van deze taak.

Indien deze taak van de politie over gaat naar de gemeenten zal dit gevolgen hebben voor de capaciteit bij de Boa’s en daarmee ook het gemeentelijke budget. In het verleden zijn eerder taken overgeheveld naar gemeenten zonder daaraan ook financiële middelen te verbinden. Het is zaak hier richting de VNG scherp op te blijven. Indien deze taak daadwerkelijk bij de gemeentelijke Boa’s wordt belegd heeft dit gevolgen voor de formatie. Dit zal in het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsplan worden weergegeven en mogelijk leiden tot een voorstel tot uitbreiding van de formatie, dan wel het her prioriteren van de werkzaamheden.

 

Overzicht taakuitvoering 2023

Taakveld

Keuze bij taakuitvoering

Meldingen Openbare Ruimte (MOR)

 

Meldingen openbare ruimte

 

type

Prognose 2023

 

Meldingen openbare ruimte

7000

De registratiewijze is uniform. Hierdoor is het mogelijk om meer te sturen op de kwaliteit van de be- en afhandeling van de meldingen. Per kwartaal worden de aantallen gemonitord en zo mogelijk de behandeltermijnen. De cijfers bieden de mogelijkheid om meer pro actief te reageren.

Djuma en Fixi

We werken in het zaaksysteem Djuma. De meldingen openbare ruimte worden in Fixi geregistreerd en nu nog door de coördinator Toezicht en Handhaving beheerd. In 2023 onderzoeken we of het beheer van Fixi niet overgedragen moet worden aan de afdeling omdat ruim 90% van de meldingen voor deze afdeling is.

Toezicht en handhaving

 

Controle op huishoudelijke afvalstoffen (afval scheiden, aanbieden containers, dumpen, branden, lozen e.d.)

Uitgangspunt is te streven naar ‘schoon, heel en veilig’. Bij de projectmatige aanpak van het afgelopen jaar is frequent toezicht op het scheiden van afval, afvaldumpingen e.d. uitgevoerd en zijn er diverse boetes opgelegd. De werkwijze wordt net als in 2020, 2021 en 2022 in 2023 voortgezet in het reguliere toezichtwerk.

Bedrijfsafvalstoffen

Na meldingen/ handhavingsverzoeken en constateringen wordt toezicht en handhaving (eventueel door de Omgevingsdienst) ingezet.

Bodemverontreiniging en/of opzettelijk stoffen aan brengen in oppervlakte water (lozen)

Na meldingen/ handhavingsverzoeken en constateringen wordt toezicht en handhaving (eventueel door de Omgevingsdienst) ingezet.

Controle op parkeren zoals fout parkeren en stalling van aanhangwagens/caravans/ campers/hoge voertuigen.

Na meldingen en constateringen wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of toezicht en handhaving zal plaatsvinden.

Hondenpoepoverlast

Na meldingen en constateringen wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden.

Jeugd en/of geluidsoverlast

Na meldingen/handhavingsverzoeken en constateringen wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden. We werken daarbij samen met politie en jeugdwerkers.

Vuurwerk afsteken buiten de aangewezen tijden, illegaal vuurwerk.

Na meldingen/handhavingsverzoeken en constateringen (onder meer door toezichthouders) wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden in samenspraak met de politie.

Hinderlijke beplanting

In beginsel vindt er bij de uitvoering van de reguliere werkzaamheden geen toezicht en handhaving op hinderlijke beplanting plaats. Bij meldingen of handhavingsverzoeken wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden. Primair staat in gesprek gaan van en met betrokkenen.

Stallingen en wrakken

In beginsel vindt er bij de uitvoering van de reguliere werkzaamheden geen toezicht en handhaving op stallingen en wrakken plaats. Bij meldingen of handhavingsverzoeken wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden.

Drank- en Horeca vergunningen en toezicht

 
 
 

type

Prognose 2023

Horeca gerelateerd

40

Vergunning kansspelen

8

Vergunningen Alcoholwet

Op grond van de aangelegde basislijst Drank- en horeca vergunningen worden de inrichtingen bezocht. Er vindt een integrale controle van de vergunning, de rookruimte(n) en de kansspelautomaten plaats.

Kansspelautomaten- vergunningen

De nieuwe en bestaande vergunningen worden geïnventariseerd en gecontroleerd. Bij een integrale controle bij horecabedrijven wordt deze controle meegenomen.

Toezicht en handhaving

 

Toezicht Alcoholwet vergunningen en ontheffingen onder meer of de leidinggevenden van goed gedrag zijn

De verleende vergunningen op basis van de Alcoholwet (voorheen Dhw) worden in 2023 projectmatig opgepakt. In 2023 worden bij 100 locaties integrale controles gehouden, waarbij de achterstand in het toezicht als gevolg van de coronapandemie en het toezicht op naleving coronamaatregelen, wordt ingelopen. Tijdens de integrale controles wordt gecontroleerd op:

  • -

    De voorwaarden vergunning Alcoholwet

  • -

    Inrichtingseisen

  • -

    Wet op de kansspelen

  • -

    Exploitatievergunning

Bezit, verstrekking en consumptie van alcohol m.b.t. minderjarigen

Bij de reguliere werkzaamheden vinden er incidenteel controles plaats waarbij de nadruk ligt op de meer risicovolle (B en C) evenementen. Het toezicht vindt met name plaats bij horecabedrijven en winkels.

Evenementen/APV vergunningen en toezicht

 
 
 

type

Prognose 2023

Markt, standplaats, venten en/of collecteren

8

Evenementen

50

Meldingen evenementen

20

Ontheffing Aslast & Breedte beperking

25

Wegafsluiting/tijdelijke verkeersmaatregel

275

Parkeervergunning

5

Omgevingswet

Het evenementen- en standplaatsenbeleid voorbereiden op integratie met het omgevingsplan.

Evenementenvergunning

In 2023 wordt een nieuw Evenementenbeleid opgesteld. In 2023 verwachten we weer veel meldingen en aanvragen voor evenementen. Na ruim 2 jaar Coronapandemie verwachten weer qua aantallen uit te komen op de jaren voor de Coronapandemie.

Een speerpunt bij de evenementenvergunningen (bestaand en nieuwe) zijn de verkeersaspecten. Dit wordt integraal opgepakt met de beleidsmedewerkers Verkeer en Openbare Ruimte. Ook bij toezicht zal dit als aandachtpunt worden toegevoegd aan

de checklist evenemententoezicht.

Meldingsplicht vergunning vrije evenementen

Procesverbeteringen bij invoering meldingsplicht voor vergunningsvrije evenementen. Op een eenvoudige wijze kan elke organisatie melding maken van de activiteit.

Actualiseren APV

In 2023 wordt de Algemeen Plaatselijke Verordening geactualiseerd. Daarbij wordt onderzocht welke aanhakend beleid verder geactualiseerd moet worden.

Toezicht en handhaving

 

Toezicht op verleende vergunning o.g.v. APV

Voor vergunningen op grond van de APV geldt dat deze steekproefsgewijs worden gecontroleerd. Bij het controleren van vergunningen en/of meldingen worden de controles zoveel mogelijk integraal uitgevoerd.

Toezicht bij evenementen

Toezichtcontroles worden ingepland aan de hand van de jaarlijkse evenementenkalender. Toezicht kan worden uitgevoerd bij de opbouw en tijdens een evenement. Bij grootschalige evenementen controles op de voorschriften en geluidmetingen (door de Omgevingsdienst) uitgevoerd. Bij kleinschalige evenementen wordt incidenteel gecontroleerd en incidenteel geluid gemeten.

Geluidsoverlast horeca, evenementen en installatiegeluid

Om de veiligheid van de evenementen te borgen is in 2019 het proces rondom het toezicht op evenementenvergunningen geïnventariseerd en geactualiseerd. Er zullen in 2023 in overleg met de Omgevingsdienst controles ingepland worden.

Stap 1 proces

Voor de stap 1 brief (constatering van overtreding en basis voor een evt. op te starten handhaving) wordt een proces ingericht zodat deze opgepakt wordt door de toezichthouder en pas bij vervolg van het handhavingstraject door de handhavingsjuristen worden overgenomen.

WABO vergunningen en toezicht

 
 
 

type

Resultaat 2022

Prognose 2023

 
 

Omgevingsvergunning bouwen

294

350

Omgevingsvergunning monumenten

7

5

Omgevingsvergunning aanleggen

20

25

Omgevingsvergunning vellen van houtopstand

6

8

Omgevingsvergunning uitweg maken

20

20

Omgevingsvergunning afwijken

158

200

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik

2

5

Omgevingsvergunning milieu

6

10

Melding brandveilig gebruik

2

14

 

500

637

Omgevingswet

Binnen het cluster Vergunningen en Toezicht is capaciteit (16 uur per week) vrijgemaakt om deel te nemen aan de projectgroep voor de implementatie van de Omgevingswet. De geplande datum inwerkingtreding is op dit moment vastgesteld op 1 januari 2024.

Wet kwaliteitsborging

De geplande datum van inwerkingtreding is op dit moment vastgesteld op 1 januari 2024. Voor de vergunningverlening en het toezicht heeft deze wet gevolgen voor de werkwijze. Dit wordt in 2023 uitgewerkt in een nieuw werkproces.

De invoering van de Wkb laat onverlet dat ook vanaf 2024 tot circa 3 jaar na inwerkingtreding Omgevingswet en Wkb ook nog onder het regime van de Wabo toezicht gehouden moet worden. Dit is de gemiddelde looptijd voor grotere projecten qua realisatiefase en oplevering. Dit vraagt extra capaciteit van zowel toezicht als handhaving (juristen), hetgeen we in 2023 in beeld brengen.

Digitaal werken in het vergunningenproces

Het team Vergunningen heeft het werkproces rondom het behandelen en versturen van vergunningen zo veel mogelijk digitaal ingericht.

Toezicht en handhaving

 
 
 

Werkvoorraad toezicht omgevingsvergunningen

Prognose 2023

2020

20

2021

45

2022

100

totaal openstaand toezicht

165

Intrekken van openstaande/ niet gerealiseerde vergunde situaties

Regulier kan een vergunning worden ingetrokken indien niet binnen een half jaar gestart wordt met de realisatie. Er wordt in 2023 aan de openstaande omgevingsvergunningen uit 2021 & 2022 een voornemen tot intrekking verzonden. Vergunningen van voor 2020 worden in overleg met de juristen aangeschreven.

In beginsel hanteren we een termijn van 52 weken als moment dat de voornemenbrief tot intrekking wordt verzonden. De dagelijkse praktijk leert dat 26 weken niet realistisch is in de huidige markt omdat aannemers vol zitten en bij de huidige bouwkosten.

Proces stap 1

Voor de stap 1-brief (constatering van overtreding en basis voor een evt. op te starten handhaving) wordt een proces ingericht zodat deze opgepakt wordt door de toezichthouder en pas bij vervolg van het handhavingstraject door de handhavingsjuristen worden overgenomen.

 
 

Handhaving

Prognose 2023

Bouwwerken zonder vergunning

10

 
 

Bouwwerken in afwijking van de vergunning

15

Toezicht op te verlenen

/verleende omgevings- vergunningen en meldingen met betrekking tot het gebruik van een object (bouwfase)

Bij de reguliere werkzaamheden worden tijdens en na gereed melding van de activiteit controlemomenten ingepland. Hierbij geldt dat tijdens de bouw steekproefsgewijs toezicht plaatsvindt om eventuele gebreken in een vroegtijdig stadium te constateren en op te lossen.

Voor de gebruiksmeldingen geldt dat de controle plaatsvindt kort voor of na ingebruikneming van het object.

We starten in 2023 met het in kaart brengen van de mantelzorgwoningen binnen de gemeente. Dit zijn tijdelijke situaties, welke we gaan monitoren en waar nodig gaan handhaven. We werken hierin samen met de collega’s van de BAG. Dit wordt een doorlopend project.

Toezicht op asbestsloop

Het toezicht op slopen m.b.t. asbest is sinds oktober 2018 uitbesteed aan de Omgevingsdienst.

Constructieve (en brand-) veiligheid van gebouwen

Bij toezicht op uitvoering van vergunningen vindt controle plaats op de constructieve en brandveiligheid van gebouwen.

Brandveiligheid gebruiksfuncties met prioriteit 1 en 2 volgens de Handleiding PREVAP 2009

De brandveiligheidscontroles bij inrichtingen (locatiedossier) worden cyclusmatig in overleg met de brandweer afgestemd en uitgevoerd.

 
 

Sancties

Prognose 2023

Handhavingsverzoeken afgewezen en/of termijn verlengd

10

Beroep of hoger beroep afgehandeld

6

Vovos afgehandeld

10

Bezwaarschriften afgehandeld

40

Nog lopende zaken

40

Opgestarte handhavingszaken

60

Strijdig bouwen en gebruik bestemmingsplannen

Na meldingen/handhavingsverzoeken en constateringen (onder meer door toezichthouders) wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden.

Reclame-uitingen

In beginsel vindt er bij de uitvoering van de reguliere werkzaamheden geen toezicht en handhaving op reclame-uitingen plaats. Bij meldingen of handhavingsverzoeken wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden.

Permanente bewoning recreatiewoningen buitengebied

In de afgelopen jaren zijn handhavingstrajecten ingezet op een tweetal parken om de permanente bewoning van een deel van de recreatiewoningen te stoppen. In juli 2022 is besloten om deze handhaving voorlopig te beëindigen en dit thema eerst in een breder perspectief te bekijken.

In de komende periode werken we aan een toekomstvisie over het gebruik van de recreatieparken en recreatiewoningen in onze gemeente. Daarin werken we samen met adviesbureau Ginder. Zij gaan in opdracht van de gemeente aan de slag met verschillende toekomstscenario’s. Dat leidt uiteindelijk tot een toekomstvisie. In deze visie worden alle recreatieparken meegenomen. In de gemeente Kaag en Braassem gaat het om 17 locaties.

Illegaal gebruik/ bebouwing van schuren, bedrijfswoningen en loodsen in het buitengebied

In het kader van woon- en identiteitsfraude vindt bij onregelmatigheden bij de inschrijving eerst een (bureau)onderzoek plaats. Indien hiertoe aanleiding bestaat wordt vervolgens op grond van de BRP een controle uitgevoerd. Indien hiertoe aanleiding bestaat, wordt vervolgens handhavend opgetreden. Onderdeel van het handhavingstraject is een legalisatieonderzoek.

De feitelijke inzet is afhankelijk van de beschikbaarheid van de desbetreffende medewerkers. Dossiers met wettelijke afhandelingstermijnen gaan in de uitvoering voor.

Illegaal gebruik/bouwen op de bedrijventerreinen

Behoudens de projectmatige aanpak vindt er bij de reguliere werkzaamheden geen toezicht en handhaving plaats. Na meldingen/handhavings-verzoeken en constateringen wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden. In 2021 zal beoordeeld worden of een plan van aanpak moet worden opgesteld om projectmatig te gaan handhaven.

Illegaal gebruik kassen/loodsen Glastuinbouwgebieden

In 2023 wordt een inventarisatie opgesteld en vervolgens een voorstel tot een plan van aanpak uitgewerkt.

Illegale huisvesting van arbeidsmigranten/vestigers in Glastuinbouwgebieden

Op dit moment acteren wij alleen naar aanleiding van klachten en/of handhavingsverzoeken. De beschikbare capaciteit van 2 fte Boa’s en 2 fte toezichthouders BWT is onvoldoende – om naast de overige wettelijke uitvoeringstaken – gericht toezicht en handhaving te houden.

Verloedering als gevolg van leegstaande panden

Behoudens de projectmatige aanpak vindt er bij de reguliere werkzaamheden geen toezicht en handhaving plaats. Na meldingen/handhavings-verzoeken en constateringen wordt aan de hand van het prioriteitsmodel beoordeeld of en zo ja, wanneer toezicht en handhaving zal plaatsvinden. Door de coronapandemie is dit vanwege andere prioriteiten niet gestart, In 2023 zal beoordeeld worden of een plan van aanpak moet worden opgesteld om projectmatig te gaan handhaven.

Hennepkwekerijen in woningen en bedrijfsgebouwen

De standaard werkwijze is dat Toezicht en Handhaving wordt ingezet na de ontvangst van meldingen/handhavingsverzoeken. Het vervolgtraject (formele handhavingstraject) loopt via OOV.

Aanpak van woonfraude/adresfraude

Inschrijvingen in de basisadministratie op adressen waar bewoning niet is toegestaan worden met voorrang opgepakt. De werkinstructie bij gevraagde inschrijvingen is bijgesteld met dien verstande dat op basis van (bureau)onderzoek bij inschrijving direct een eerste constatering wordt gedaan. Dit is een doorlopend proces.

2. Evaluatie VTH 2022   

2.0 Ter inleiding 

In deze paragraaf beschouwen we 2022. Dat doen we zo veel mogelijk door cijfers weer te geven over de resultaten 2022 en de prognose 2023. Daar waar het een toegevoegde waarde heeft worden ook de resultaten uit voorgaande jaren (nogmaals) opgenomen. Achtereenvolgens gaan we in op de vergunningverlening en het toezicht. Aan het slot van dit hoofdstuk wordt in paragraaf 2.4 ingegaan op de woon- en adresfraude en ondermijning.

2.1 Vergunningenverlening 

2.1.1 WABO

Het uitgangspunt is dat omgevingsvergunningen en -meldingen binnen de gestelde wettelijke termijnen worden verleend. In 2022 zijn 4 vergunningen van rechtswege ontstaan, waarvan 1 naar aanleiding van een bezwaarprocedure.

De laatste jaren worden steeds meer verguningsplichtige activiteiten onder algemene regels geplaatst. Deze trend is door de rijksoverheid ingezet om de regels te uniformeren en de administratieve lasten te verlagen. Sloopmeldingen met asbest zijn vanaf 2018 qua bevestiging en toezicht ondergebracht bij de omgevingsdienst West Holland.

Type WABO aanvraag

Resultaat 2022

Prognose 2023

Omgevingsvergunning bouwen

294

350

Omgevingsvergunning monumenten

7

5

Omgevingsvergunning aanleggen

20

25

Omgevingsvergunning vellen van houtopstand

6

8

Omgevingsvergunning uitweg maken

20

20

Omgevingsvergunning afwijken

158

200

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik

2

5

Omgevingsvergunning milieu

6

10

Melding brandveilig gebruik

2

14

TOTAAL

500

637

2.1.2 Vergunningen en – ontheffingen op grond van de Alcoholwet 

In 2022 kwam het normale leven weer langzaam op gang na de coronapandemie. In 2022 zijn er 6 commerciële en is er 1 para commerciële Alcoholwetvergunning verleend. Tevens hebben er 15 wijzigingen van Alcoholwetvergunningen plaatsgevonden, waaronder wijziging van leidinggevenden en wijziging van inrichting. Bij een viertal aanvragen voor een Alcoholwetvergunning is een Bibob- toets uitgevoerd. Hiervan heeft één een vergunning gekregen, een tweetal heeft de aanvraag ingetrokken en van de vierde loopt de vergunningaanvraag nog.

Exploitatievergunningen 

In 2020 is de exploitatievergunningplicht ingevoerd. Dit in het kader van ondermijning. De bedrijven die in het bezit zijn van een Alcoholwetvergunning7 zijn van die vergunningplicht vrijgesteld. Bedrijven die wel horeca exploiteren, maar niet in het bezit zijn van een Alcoholwetvergunning dienen wel een dergelijke vergunning aan te vragen waarbij een Bibob-toets plaatsvindt. Alle horecabedrijven met een Alcoholwetvergunning hebben een ambtshalve vrijstelling ontvangen en de overige bedrijven zijn aangeschreven een vergunning aan te vragen. Het gaat hierbij om 7 horecabedrijven.

 

type

Resultaat 2020

Resultaat 2021

Resultaat 2022

Prognose 2023

Alcoholwet

Horeca gerelateerd

22

28

30

40

Vergunning kansspelen

7

11

15

2.1.3 Evenementenvergunning en andere APV-zaken 

Voor het jaar 2022 stonden er 126 evenementen op de kalender aangemeld (meldingen, A-, B-, en C- evenementen).

In 2020 is het meldingsformulier vergunningsvrije evenementen in het leven geroepen. Dit om een goed beeld te krijgen van alle evenementen en werkt goed.

Overige APV en Bijzondere Wetten producten 

Wat betreft de overige APV en Bijzondere Wetten producten zijn de nodige vergunningen of ontheffingen verleend en diverse meldingen binnengekomen.

type

Resultaat 2022

Prognose 2023

Markt, standplaats, venten en/of collecteren

9

9

Evenementen

80

80

Meldingen evenementen vanaf 2021

50

50

2.2 Toezicht 

Rekening houdend met het aantal te verwachten vergunningen, ontheffingen en meldingen en het daaruit voortvloeien van op te leggen sancties, kan indicatief worden gesteld dat de beschikbare formatie voor toezicht en handhaving in 2023 voor 70% wordt ingezet voor regulier werk en voor 30% voor projecten.

In de omgevingsanalyse (bijlage 2a van het Bijlagenboek Nota VTH) is per deelgebied (Woonkernen, Glastuinbouwgebieden, Bedrijventerreinen en Buitengebied) uiteengezet wat de speerpunten met betrekking tot toezicht en handhaving zijn. Op reguliere basis vindt toezicht plaats binnen de kernen en worden meldingen (ook de meldingen openbare ruimte waaraan geen hoge prioriteit is gegeven) in de route meegenomen.

Het ‘meenemen’ van meldingen in de surveillancerondes binnen de kernen wordt in de tabel niet per activiteit expliciet vermeld maar vindt wel plaats. In alle deelgebieden wordt – waar de capaciteit het toelaat – ingezet op projectmatige handhaving ter versterking van de in het deelgebied benoemde doelen/speerpunten conform het vigerende Uitvoeringsprogramma 2019-2023.

2.2.1 Toezicht omgevingsvergunningen 

Op het moment dat een vergunning onherroepelijk is dan wel een melding volledig is, vindt een digitale overdracht van het dossier plaats van vergunningverlening naar toezicht en handhaving. Uitgangspunt hierbij is dat alle afgegeven Wabo-vergunningen (bouwfase) en ingediende meldingen activiteitenbesluit door de toezichthouders van de gemeente worden gecontroleerd. De omgevingsvergunningen activiteit milieu en een aantal meldingen activiteitenbesluit worden door de omgevingsdienst gecontroleerd. Daarnaast worden sloopmeldingen en meldingen toepassing van grond/bouwstoffen door de omgevingsdienst gecontroleerd op basis van een risicoklasse.

Het aantal te verwachten bouwwerken zonder of in afwijking van de verleende omgevingsvergunning voor bouwen is opgenomen in onderstaande tabel. Als gevolg van verdergaande deregulering en verruiming van het vergunningsvrij bouwen kunnen steeds meer bouwactiviteiten vergunningsvrij worden uitgevoerd. Dergelijke activiteiten zijn veelal niet bij de gemeente bekend waardoor geen toezicht plaatsvindt. Het is echter de vraag of dergelijke activiteiten daadwerkelijk onder het vergunningsvrije regime vallen. Regelmatig wordt aan de hand van meldingen vastgesteld dat bouwwerken zonder vereiste omgevingsvergunning zijn gerealiseerd.

Dit betekent dat toetsing achteraf gebeurt in plaats voorafgaand of tijdens de bouwfase. Dit vergt meer inzet van bouwtoezicht. De verwachting is dat meer van dergelijke situaties zich gaan voordoen als de markt aantrekt en zorgt voor groei in de bouwsector. De komende jaren zal nog meer dan nu een verschuiving plaatsvinden van toezicht in de bouwfase naar toezicht in de gebruiksfase, mede door de Wet kwaliteitsborging die per 1 januari 2024 van kracht wordt. Door de toetsing achteraf zullen er meer constateringen (voornemen handhaving) opgepakt worden.

De samenwerkingspartners voor de uitvoering van de werkzaamheden toezicht en handhaving zijn: politie, brandweer, omgevingsdienst, hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid-Holland.

Er is in 2019 een start gemaakt met het proces voor het intrekken van oude vergunningen, in overleg met toezicht en handhaving. Dit traject loopt door.

Werkvoorraad toezicht omgevingsvergunningen

Prognose 2023

2020

20

2021

45

2022

100

totaal openstaand toezicht 2023

165

 

Aantal te verwachten bouwwerken in afwijking of zonder vergunning

 

Prognose 2023

Resultaat 2022

bouwwerken zonder vergunning

10

6

bouwwerken in afwijking van de vergunning

15

12

2.2.2 Toezicht Alcoholwet 

In 2019 heeft een administratieve controle op basis van de lijst vergunningen horecabedrijven plaatsgevonden, waardoor de basislijst op orde is. De medewerkers Handhaving APV en bijzondere wetten zijn tevens aangesteld als toezichthouder DHW conform artikel 41 van de wet, inmiddels de Alcoholwet. Het toezicht op de naleving van de wet en de vergunningen richt zich voornamelijk op de leeftijdsgrenzen bij verkopen en verstrekken van alcohol bij para commerciële en commerciële inrichtingen. De controle vindt plaats op basis van de vergunningsvoorwaarden (jonger dan 18 jaar in combinatie met een meerderjarige). De controle op jongeren onder de 18 jaar die alcoholhoudende drank nuttigen (bij zich hebben), geschiedt door het verifiëren van de leeftijd en het vaststellen van het in bezit hebben van de alcoholhoudende drank. Er volgt dan een strafrechtelijke vervolging. In 2023 gaan we projectmatig de horecalocaties controleren, naast de paracommercie. Het gaat om respectievelijk 100 en 40 locaties.

2.2.3 Toezicht APV en bijzondere wetten 

In 2023 wordt gestart met de actualisatie van de verschillende verordeningen en beleidsnota’s zoals de APV en het Evenementenbeleid.

Toezicht en handhaving in het kader van de APV en bijzondere wetten betreft vooral het toezien op de verleende evenementenvergunningen (APV) en bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, standplaatsen en markten, venten, spandoeken, speelautomaten en het afmeren van vaartuigen.

De Boa’s controleren een evenement op de vergunningsvoorwaarden. Voorafgaand aan het evenement wordt een controle uitgevoerd in het gebouw of op het terrein waar een evenement plaatsvindt. Toezicht tijdens het evenement wordt uitgevoerd door de beveiliging in samenwerking met Boa’s en de politie.

2.3 Handhaving 

Bij de uitvoering van de activiteiten wordt de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid van inwoners en bedrijven gestimuleerd bij het oplossen van vraagstukken. Als dit niet leidt tot het gewenste resultaat kan in voorkomende gevallen handhaving volgen. Het prioriteitsmodel bepaalt de mate van prioriteit en of besloten wordt om tot daadwerkelijke handhaving over te gaan. In zaken waarbij sprake is van een lage prioriteit, wordt ervoor gekozen om de betrokkenen op de eigen verantwoordelijkheid aan te spreken en wordt daarmee de problematiek teruggelegd bij de veroorzaker. Zo worden bijvoorbeeld bij burengeschillen mogelijkheden van een gesprek of mediation voorgehouden en kan men zelf initiatief nemen dit te organiseren. Voor woonoverlast is een werkgroep opgericht en hebben medewerkers een opleiding gevolgd. We werken hierin samen met de woningcorporaties, de politie, Tom in de Buurt en GGZ. De samenwerking loopt steeds beter.

Als in het geval van verguningsplichtige activiteiten tijdens controle wordt geconstateerd dat niet conform de verleende vergunning dan wel zonder omgevingsvergunning wordt gebouwd, proberen de toezichthouders zoveel mogelijk afwijkingen van de vergunningen direct met de vergunninghouder c.q. overtreder op te lossen. Lukt dit niet, dan volgt vaak eerst een waarschuwing in de vorm van een waarschuwingsbrief. Als dit niet tot een oplossing leidt wordt op grond van het prioriteringsmodel bepaald of overgegaan wordt tot bestuursrechtelijke handhaving. Daarnaast vindt handhaving plaats aan de hand van geplande toezichtacties of de afhandeling van klachten en meldingen. Afhankelijk van de aard en ernst van de overtredingssituatie wordt de overtreder gewaarschuwd of wordt er direct bestuursrechtelijk en/of strafrechtelijk opgetreden. De bestuursrechtelijke handhaving vindt plaats conform de handhavingsstrategie van de Nota VTH (Bijlage 4 Bijlagenboek).

Op het gebied van afvaldumpingen wordt civielrechtelijke handhaving toegepast. Dit betekent dat alle kosten die gemaakt worden om de overtredingssituatie ongedaan te maken worden verhaald op de overtreder. Strafrechtelijke handhaving vindt plaats bij overtredingen in het kader van APV, Alcoholwet en overige bijzondere wetten. Op het gebied van sanctionering zijn in 2022 de volgende aantallen behaald.

Sancties

Prognose 2021

Resultaat 2021

Prognose 2022

Resultaat 2022

Handhavingsverzoeken afgewezen en/of

10

13

13

9

termijn verlengd

6

5

20

13

Beroep of hoger beroep afgehandeld

10

4

5

3

Vovos afgehandeld

40

15

40

56

Bezwaarschriften afgehandeld

40

66

40

72

Nog lopende zaken*

60

36

60

50

Opgestarte handhavingszaken

 
 
 
 

*In lopende zaken wordt geen onderscheid gemaakt tussen de stand van het dossier. Dit zijn o.a. lopende bezwaar en (hoger) beroepszaken, maar ook handhavingsdossiers die nog gestart moeten worden of al gestarte handhavingsdossiers waarin een (her)controle moet worden uitgevoerd.

De kwaliteit van constateringen en rapportages is verbeterd en leidt nu tot opvolging indien sprake is van een prioriteit op grond van het prioriteitsmodel.

In 2023 zetten we in op regulier overleg tussen de handhavingsjuristen en toezichthouders en handhavers.

In 2023 wordt vanuit de verschillende disciplines een omgevingsanalyse en risicoanalyse opgesteld in het kader van het nieuwe VTH-beleid (2024-2027).

2.4 Ondermijning 

Binnen de gemeente zal de komende jaren meer inzet worden gepleegd op het onderwerp ondermijning. In de aanpak van ondermijning pakken wij als gemeente ook steeds meer onze regierol voor het uitvoeren van integrale controles met o.a. politie, brandweer, omgevingsdienst, hoogheemraadschap van Rijnland, BRP, Liander en Belastingdienst. De integrale acties worden gecoördineerd door de medewerkers OOV.

Bij de aanpak van ondermijning speelt, naast de strafrechtelijke en fiscaalrechtelijke aanpak, de bestuursrechtelijke aanpak een steeds belangrijkere rol. Bestuurlijke interventies zoals sluiten van panden, intrekken van vergunningen, stopzetten van uitkeringen/toeslagen, Bibob-toets, etc. zijn erg effectief in de aanpak van ondermijning.

2.4.1 Ondermijningstafels 

Om de integrale aanpak van ondermijning te bevorderen zijn er in 2018 ondermijningstafels opgericht, op zowel lokaal als op districtsniveau. Op lokaal niveau zijn de gemeente (Kaag en Braassem), politie, districtsrecherche, RIEC en HEIT vaste deelnemers. Bij de districtelijke ondermijningstafel schuiven de Belastingdienst en het OM ook aan. De districtelijke ondermijningstafel valt onder de regie van het districtscollege. Gemeente Kaag en Braassem heeft één casus lopen bij de districtelijke ondermijningstafel.

Doel van deze overleggen zijn om o.a. casuïstiek te bespreken en interventies af te stemmen. Het kan dus zijn dat bepaalde bestuurlijke interventies acuut aandacht vragen.

2.4.2 RIEC 

Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Den Haag ondersteunt de gemeente bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het RIEC focust zich op het aanpakken van bepaalde gebieden of sleutelplaatsen die als zogenoemde knooppunten voor criminaliteit fungeren of daar kwetsbaar voor zijn. Daarnaast ligt de nadruk op gebieden die kenmerken voor vrijplaatsen vertonen. In dit kader heeft het RIEC zich op verschillende gebieden gericht, zoals bijvoorbeeld: bedrijventerreinen, vakantieparken/recreatieterreinen, (kleine) jachthavens en woonwagencentra.

Deze gebieden blijken kwetsbaar voor diverse vormen van ondermijnende criminaliteit. Er is gestart met onderzoek bij o.a. de bedrijventerreinen (met name De Lasso en De Waaier). In dit uitvoeringsprogramma zijn deze onderwerpen en locaties geprioriteerd.

2.4.3 HEIT 

In het Haags Economisch Interventie Team (HEIT) werken gemeenten, politie, Belastingdienst, Douane, Inspectie SZW (ISZW) en het UWV samen. Kerntaak van het HEIT is het voorkomen en terugdringen van malafide bedrijvigheid en de aanpak van misstanden binnen de prostitutie. Het HEIT pakt honderden zaken per jaar op en werkt voor de hele politie-eenheid Den Haag, dus ook voor de gemeente Kaag en Braassem. Toezichthouders van het HEIT zijn in 2018 door zowel het college als de burgemeester aangewezen om als toezichthouder in de gemeente Kaag en Braassem controles te mogen uitvoeren.

2.4.4 Speerpunt aanpak van woonfraude, adresfraude en zorgfraude 

Deze vormen van fraude vormen een omvangrijk probleem waarvan de gevolgen door diverse activiteiten steeds duidelijker worden. Een onjuiste inschrijving in de Basisregistratie Personen kan gebruikt worden voor het onterecht aanvragen van sociale voorzieningen. Daarnaast vormt woonfraude een voedingsbodem voor allerlei vormen van overlast die de leefbaarheid aantasten. Ook biedt woonfraude de mogelijkheid om anoniem te blijven en zodoende onder te duiken (op bijvoorbeeld vakantie- en recreatieparken). In dit kader wordt onder andere de aandacht gericht op het aanpakken van misstanden die betrekking hebben op spookburgers en de illegale en (brand)onveilige verhuur van woonruimte (in bijvoorbeeld bedrijfspanden). Wij maken hiervoor gebruik van de toezichthouders BRP van (het Serviceplein van) de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij controleren ook als er vermoedens zijn van uitkeringsfraude (Participatiewet)

3. Boa-rapportage 2022   

3.0 Ter inleiding 

Deze paragraaf bevat het jaarlijks overzicht van gemeentelijk toezicht / BOA in de openbare ruimte. Vanaf 2021 is gekozen voor een integraal document in plaats van een separaat document.

Met de Nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (nota VTH) en het uitvoeringsprogramma 2019-2023 wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichtingen van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de ministeriële Regeling omgevingsrecht (Mor). Het uitvoeringsprogramma geeft aan welke activiteiten de gemeente op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in de periode 2019-2023 zal uitvoeren.

In 2020 is er bij het team Dienstverlening, waartoe het cluster Vergunningen, Toezicht en Handhaving behoort, gewerkt aan verbetering van de werkprocessen teneinde meer inzicht te krijgen op onderwerpen en capaciteit bij toezicht en handhaving op straat. Sinds 2016 zijn bij de gemeente Kaag en Braassem twee formatieplaatsen ‘medewerker Handhaving APV en bijzondere wetten’ ingevuld.

De werkzaamheden richten zich de volgende onderdelen:

  • 1.

    Meldingen openbare ruimte;

  • 2.

    Alcoholwet;

  • 3.

    Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten

De handhaver, die toezichthouder en tevens opsporingsambtenaar is, moet zich bij de keuze in zijn bevoegdheden afvragen met welk doel die bevoegdheid dient. Afhankelijk van het doel (bestuurlijk doel of strafvorderlijk doel) past hij daarvoor bevoegdheden toe, als volgt:

  • De bestuursrechtelijke handhaving als toezichthouder artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht. Dit gebeurt door het bestuursorgaan van de gemeente met als doel het ongedaan maken van overtredingen door toepassing van last onder dwangsom of last bestuursdwang. De toezichthouder houdt toezicht op naleving van wettelijke regels.

  • Strafrechtelijke handhaving als buitengewoon opsporingsambtenaar artikel 142 van het wetboek Strafverordening. Strafrechtelijke handhaving richt zich op de opsporing en bestraffing van strafbare feiten. Opsporing gebeurt door de buitengewone opsporingsambtenaar (hierna BOA) en vindt plaats onder gezag van de van de officier van justitie die onderdeel is van het Openbare Ministerie. Strafrecht richt zich slechts op het bestraffen van de betrokkene/verdachte. Dit betekent dat de overtreding in beginsel gewoon blijft (niet beëindigd wordt).

3.1 Monitoren en werkwijze bij Toezicht 

De werkwijze, de wijze van registreren van de tijdbesteding en het stellen van prioriteiten in de onderwerpen zijn door Toezicht en Handhaving nader onder de loep genomen. In 2022 is het registreren van meldingen, klachten en tips in een zaaksysteem verder verbeterd. We werken met Djuma en Fixi.

Er is meer aandacht voor registratie en de kwaliteit van de registratie. Dat betreft vooral het centraal registreren (kennis delen en raadpleegbaarheid) en de kwaliteit van de behandeling. Omissies worden daardoor zichtbaar en met elkaar besproken om zo bij te dragen de kwaliteitsverbetering. De processen worden ook met de andere afdelingen afgestemd.

3.2 Meldingen openbare ruimte 

Meldingen, tips en klachten komen over uiteenlopende onderwerpen binnen. In het uitvoeringsplan 2019-2023 is opgenomen dat er voor behandeling van meldingen openbare ruimte (MOR) meer ingezet wordt op wijksurveillance, waarbij de behandeling van de meldingen worden meegenomen. In onderstaand overzicht een scan van onderwerpen van meldingen die door BOA’s zijn opgepakt.

Toezicht aan de hand van meldingen 

Burgers, bedrijven en instellingen dienen jaarlijks meldingen bij de gemeente in met betrekking tot een breed scala aan onderwerpen. In 2022 zijn 5892 meldingen ontvangen en in 2023 verwachten we circa 7000 meldingen.

Cluster VTH besteedt jaarlijks veel tijd aan het onderzoeken en afhandelen van deze meldingen. Tot op heden blijkt dat circa 90% van de meldingen niet het VTH-domein raken. In 2023 onderzoeken we of het beheer van het meldsysteem, Fixi, overgedragen wordt naar het taakveld waarop de meeste meldingen betrekking hebben. Meldingen worden binnen 10 werkdagen in behandeling genomen.

De VTH-onderwerpen zijn:

  • Overlast, huisdieren/woonoverlast

  • Afvaldumpingen

  • meldingen ingediend met betrekking tot de APV; bijvoorbeeld voorwerpen op de openbare weg, hinder, hondenpoep, aanhangwagens, fietswrakken etc.

  • meldingen ingediend met betrekking tot parkeren

  • Geluidsoverlast horeca

Meldingen

Meldingen openbare ruimte worden ook door BOA's behandeld, In 2022 waren dat 753 meldingen.

Voorbeelden hiervan zijn: meldingen over parkeren, overlast dieren, hinderlijke beplanting over de openbare weg, verkeersafzettingen, autowrakken, bootwrakken, weekmarkten, standplaatsen, spandoeken, illegaal aanleggen vaartuigen.

Rommel op straat

Er zijn 86 meldingen van rommel op straat (afvaldumping) binnengekomen. Er is daar waar mogelijk bestuursrechtelijke handhaving d.m.v. spoedeisende bestuursdwang toegepast.

Overlast van hangjongeren

De potentiële locaties van hangjongeren zijn in beeld. Er zijn 32 meldingen van overlast van hangjongeren binnengekomen. Door de meldingen worden de wijk- controles steeds aangepast, in samenwerking met politie en Jeugdwerkers.

Overlast door hondenoverlast en hondenpoep

In 2022 zijn er 39 meldingen over hondenoverlast binnengekomen. Die zijn meegenomen in het wijkbezoek. De meeste hondenbezitters hebben het opruimmiddel aan de hondenriem bij zich.

Foutparkeren

Er zijn 347 meldingen van fout parkeren binnengekomen. Er zijn op basis van de wijkcontroles en de binnengekomen meldingen 287 bekeuringen uitgeschreven en 69 waarschuwingen gegeven. Door de meldingen worden de routes van de wijkcontroles steeds aangepast.

3.4 Alcoholwet 

De medewerkers Handhaving APV en bijzondere wetten zijn tevens aangesteld als toezichthouder Alcoholwet. Het toezicht op de naleving van de wet en de vergunningen richt zich voornamelijk op de leeftijdsgrenzen bij verkopen en verstrekken van alcohol bij para commerciële en commerciële inrichtingen.

3.5 APV/ Evenementen 

Toezicht en handhaving in het kader van de APV en bijzondere wetten betreft vooral het toezien op de verleende evenementenvergunningen (APV) en bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, standplaatsen en markten, venten, spandoeken, speelautomaten en het afmeren van vaartuigen.

Evenementenvergunningen

Voorafgaand aan het evenement wordt een controle uitgevoerd in het gebouw of op het terrein waar een evenement plaatsvindt. Toezicht tijdens het evenement wordt uitgevoerd door de beveiliging in samenwerking met BOA’s en de politie. De handhavers hebben 19 controles uitgevoerd op evenementen-vergunningen.

Tijdelijke verkeersmaatregelen

Er vindt controle plaats als het een onderdeel van een evenement is.

Standplaatsen en markten

Tijdens de wijkbezoeken is de markt/standplaats structureel onderdeel

Spandoeken

Tijdens de wijkbezoeken wordt dit opgepakt of na een melding

Afmeren van vaartuigen

In 10 situaties is na melding of wijkbezoek gestickerd of gewaarschuwd. Er waren geen vervolgacties, de overtreding werd vroegtijdig beëindigd

3.6 Samenwerking 

De samenwerkingspartners voor de uitvoering van de werkzaamheden toezicht en handhaving zijn: politie, brandweer, Omgevingsdienst West Holland, hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Zuid-Holland en de handhavers van de gemeenten Bodegraven–Reeuwijk en Nieuwkoop.

Kaag en Braassem werkt samen met de BOA’s van de gemeente Nieuwkoop en de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De samenwerking verloopt goed en heeft als meerwaarde o.a. wederzijds inzetten van capaciteit. Tijdens de coronapandemie stond de samenwerking op een laag pitje. In 2022 hebben we alweer wat meer de samenwerking gezocht en dit willen we in 2023 intensiveren.

Bijvoorbeeld ten behoeve van parkeercontroles in Nieuwkoop en de feestweek in Bodegraven- Reeuwijk. Voor de feestweek -Veense Kermis in Roelofarendsveen is capaciteit ingezet vanuit de andere gemeenten. Met MBO Rijnland hebben wij een overeenkomst om stageplekken aan te bieden. In 2022 hebben we twee stagiaires gehad.

Bijlage 1 Rapport interventies per feit 

Feitcode

Omschrijving

Sancties

Waarschuwingen

Aantal

F145f

Er niet voor zorgen de uitwerpselen van een hond onmiddellijk te verwijderen van een openbare plaats

 

1

1

 

R312b

Als snorfietser met ingeschakelde verbrandingsmotor het onverplichte fietspad (G13) gebruiken

1

 

1

 

R315a

Rijden op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken)

15

1

16

 

R315b

Als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken.

25

4

29

 

R395

Voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd

2

 

2

 

R396a

Een voertuig op een kruispunt laten stilstaan

1

 

1

 

R397d

Parkeren op parkeergelegenheid, terwijl voertuig niet tot aangegeven categorie of groep voertuigen behoorde

9

 

9

 

R397e

Parkeren op parkeergelegenheid op andere dan aangegeven wijze

1

 

1

 

R397ea

Parkeren op parkeergelegenheid met ander doel dan aangegeven wijze

5

 

5

 

R397h

Een voertuig parkeren op een plaats bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen

1

 

1

 

R397i

Parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig

2

 

2

 

R397j

Parkeren buiten parkeervak bij één van de borden E4 tot en met E9, E12 of E13 v/d bijlage I van het RVV 1990

7

 

7

 

R398

Een voertuig dubbel parkeren

 

1

1

 

R400ae

Motorvtg op meer dan twee wielen parkeren bij blw. streep terw niet is voorzien v/e duidelijke geplaatste parkeerschijf

9

 

9

 

R402b

Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehand. parkeerkaart

6

2

8

 

R406

Voertuig laten staan in park, plantsoen, openbare beplantingen of groenstroken

2

2

4

 

R414a

Zonder ontheffing parkeren van een voertuig langer dan 6 m / hoger dan 2,4 m op een plaats waar dit verboden is

1

1

2

R478

Binnen een erf parkeren anders dan op een daarvoor bestemde parkeerplaats

2

2

4

 

R495

Op een aangewezen weg een caravan kampeer/aanhangwagen e.d. plaatsen of hebben langer dan de vastgestelde termijn

29

 

29

 

R550a

Handelen ism geslotenverklaring in beide richtingen (C1)

2

 

2

 

R584

Een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))

16

1

17

 

R585

Een voertuig stil laten staan waar dat niet mag (bord E2, verbod stilstaan)

1

1

2

 

Totaal 2022

 

137

16

153

 

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 FIXI Meldingen Openbare Ruimte 2021 & 2022

In het uitvoeringsprogramma is gesteld dat er ongeveer 5000 meldingen werden verwacht in 2021, Het resultaat is 4196. De doelstelling 2021 was dat 85% van alle meldingen met betrekking tot de openbare buitenruimte binnen tien werkdagen in behandeling wordt genomen. In samenspraak met partijen wordt gezocht naar een passende oplossing waarbij de eigen verantwoordelijkheid van een ieder wordt gestimuleerd. 95% van alle meldingen is binnen tien werkdagen in behandeling genomen.

FIXI Meldingen Kaag en Braassem 2021 & 2022 Totaal

2021

2022

Hoofdcategorie

Totaal 2021

Totaal 2022

Afval

719

1148

Bruggen

59

78

Dieren

162

249

Groen

449

765

Openbare verlichting

511

638

Overlast

597

652

Riolering

198

164

Water

90

175

Wegen en trottoirs

1319

1847

Speeltoestellen & Recreatieterreinen

92

176

Totaal gemeente Kaag en Braassem

4196

5892

De doorgestuurde meldingen naar regiepartners Cyclus (Afval)

En van Vuuren (Lichtmasten) zijn in bovengenoemde cijfers opgenomen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 Prioriteiten matrix 2019-2023

Effect

 

toepasselijk?

Uitkomst

 
 

Veiligheid

6

 

0

 
 

Gezondheid

6

 

0

 
 

Leefbaarheid

6

 

0

 
 

Ligging in buitengebied/bescherming landschappelijke waarden

4

 

0

 
 

Schaderisico, aansprakelijkheidsrisico, precedentwerking

2

 

0

 
 

Image gemeente/betrouwbare overheid

1

 

0

 
 

Bouwwerk

 
 

0

 
 

Publiekstoegankelijk bouwwerk

4

 

0

 
 

Gestapelde woningen, logies- of kantoorgebouw

3

 

0

 
 

Industrie en bedrijfsgebouwen, grote bouwwerken geen gebouw zijnde

2

 

0

 
 

Overig

1

 

0

 
 

Monumentstatus

 
 

0

 
 

Officieel rijks- of gemeentelijk monument

3

 

0

 
 

Beeldbepalend pand

2

 

0

 
 

Aard en omvang

 
 

0

 
 

overlast, hinder, ongemak of letsel op collectief niveau

4

 

0

 
 

beperkte mate van overlast, hinder, ongemak of letsel op collectief niveau

3

 

0

 
 

overlast, hinder, ongemak of letsel op individueel niveau

2

 

0

 
 

beperkte mate van overlast, hinder, ongemak of letsel op individueel niveau

1

 

0

 
 

Overig

 
 

0

 
 

Samenloop meerdere wet- en regelgeving

3

 

0

 
 

Gevolgschade > 5000 euro

2

 

0

 
 

Gevolgschade < 5000 euro

1

 

0

 
 

Frequentie en Kans

 
 

0

I Hoogste prioriteit

> 35

Frequentie; erg vaak en Kans: zeer groot en kans op herhaling: zeer groot

5

 

0

II Hoge prioriteit

30-35

Frequentie; vaak en Kans: groot en kans op herhaling: groot

4

 

0

II Verhoogde prioriteit

25-30

Frequentie; gemiddeld en Kans: normaal en kans op herhaling: gemiddeld

3

 

0

IV Gemiddelde prioriteit

15-25

Frequentie; laag en Kans: klein en kans op herhaling: klein

2

 

0

V Lage prioriteit

0-15

Frequentie; zeer laag en Kans: zeer klein en kans op herhaling: zeer klein

1

 

0

 
 

Totaal

71

 

0

 
 

Categorie

 
 
 
 
 

Prioriteiten

De Rijksoverheid geeft al geruime tijd aan veiligheid en gezondheid de hoogste prioriteit. Mede op basis hiervan, hanteert de gemeente Kaag en Braassem de volgende prioriteitsvolgorde:

1. Fysieke veiligheid

Fysieke Veiligheid bevat vormen van onveiligheid die samenhangen met gevaarlijke stoffen, gebouwen en natuur. Als dit effect optreedt, zal dit direct leiden tot situaties waarin mens en dier fysiek bedreigd worden. Het gewond raken of overlijden van personen zijn gebeurtenissen die van grote invloed zijn op ons dagelijks functioneren. Dit geldt tevens wanneer het om dieren gaat.

Dit effect kan zich voordoen wanneer bijvoorbeeld voorschriften met betrekking tot de sterkte van constructies, gebruik, brandveiligheid en installaties niet worden nageleefd. De afweging om veiligheid de hoogste prioriteit te geven is gelegen in het feit dat wij de fysieke veiligheid van onze inwoners voorop stellen.

2. Gezondheid

Als dit effect optreedt, zal dit direct of indirect leiden tot situaties waarin het lichamelijk welzijn van mens en dier wordt ondermijnd. Het ziek worden van mens en dier is van invloed op ons dagelijks functioneren. Dit effect kan zich voordoen wanneer bijvoorbeeld voorschriften op het gebied van daglichttoetreding, ventilatie, vochtigheid, geluid en gevaarlijke stoffen niet worden nageleefd.

Gezondheid vinden wij absoluut belangrijk. Aantasting van de gezondheid door het niet naleven van regelgeving willen we zoveel mogelijk tegengaan.

3. Risico op aantasting van landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden

Als dit effect optreedt, zal dit leiden tot negatieve beïnvloeding van waarden van met name ons landelijk gebied. Als gemeente zijn we er trots op dat ons gebied de status van nationaal landschap heeft verworven. Deze status willen we graag vasthouden door deze te beschermen. Verrommeling van het buitengebied door strijdig gebruik van percelen en bouwwerken, een wildgroei aan bouwsels en reclames en verloedering door achterstallig onderhoud en graffiti willen we tegengaan. De landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden hebben een grote positieve invloed op onze gezondheid, ontwikkeling en welzijn.

4. Leefbaarheid / uitstraling

Als dit effect optreedt, zal dit leiden tot negatieve effecten op het woongenot en de leefomgeving. Uiteindelijk zal dit effect ook zijn weerslag hebben op de gezondheid.

5. Schaderisico, aansprakelijkheidsrisico en precedentwerking

Onder deze noemer is een aantal meer interne risico’s voor de gemeentelijke organisatie gevat. Als het effect optreedt, zal dit leiden tot situaties waarin op geld gewaardeerde vernietiging of beschadiging van onroerende of roerende goederen plaatsvindt. Of zal, als het effect optreedt, dit direct of indirect kunnen leiden tot claims op het gemeentebestuur tot vergoeding of compensatie. Het risico op precedentwerking kan worden gedefinieerd als het ontstaan van ongewenste situaties waartegen optreden moeilijker of onmogelijk is geworden.

6. Imago gemeente (betrouwbare overheid)

Als dit effect optreedt, zal dit een negatieve invloed hebben op het vertrouwen in en de geloofwaardigheid van het gemeentebestuur en de beeldvorming rond het functioneren van de ambtelijke organisatie.

In tabel A. hebben we de prioriteiten in volgorde weergegeven en er punten aan toegekend op basis waarvan de uiteindelijke prioriteit kan worden bepaald. De gemiddelde score van deze zes aspecten is een indicatie voor het risico en vormt hiermee een belangrijke basis voor het vaststellen van de prioriteiten.

Subprioriteiten

Om ook de grijze gebieden van tabel A te bestrijken hebben wij naast de hoofdprioritering subprioriteiten toegevoegd. Zo is het belangrijk om een prioriteitsvolgorde vast te stellen op grond van het gebouwtype. Het is namelijk zo dat in een openbaar gebouw in de regel meer mensen komen dan in een reguliere schuur. Het effect van een gebeurtenis in een openbaar gebouw is dus groter dan in een reguliere schuur. Verder speelt het in de prioritering mee of er sprake is van een monument. Ook de aard en omvang is belangrijk, betreft het bijvoorbeeld één persoon of gaat het om meerdere.

Ook deze subprioriteiten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Door het invullen van de tabel wordt een score verkregen die de prioriteitsvolgorde bepaald.

Kans

Om de kans in te kunnen schatten of een bepaalde overtreding zal worden begaan, spelen de volgende aspecten een belangrijke rol.

  • Kennis van regels: Is de wet- en regelgeving voldoende bekend en duidelijk?

  • Kosten-baten: Wat zijn de voor- en nadelen van het overtreden of naleven van de regelgeving, uitgedrukt in tijd, geld en moeite?

  • Mate van acceptatie: Hoe redelijk vindt men het beleid en de regelgeving?

  • Gezagsgetrouw: In hoeverre is men bereid om zich te conformeren aan het gezag van de overheid?

  • Sociale controle: In hoeverre kan men positieve of negatieve reacties verwachten van de omgeving (omwonenden)?

Frequentie

De frequentie waarmee een bepaalde werkzaamheid of actie wordt uitgevoerd, verhoogtde kans dat er een fout wordt gemaakt of dat er een overtreding wordt begaan. De kans op een fout wanneer een handeling/actie honderd keer wordt uitgevoerd is hoger dan wanneer deze slechts één keer wordt uitgevoerd. De frequentie dat een bepaalde handeling/actie/activiteit plaatsvindt is daarom van belang voor de inzet van de toezichtcapaciteit.


Noot
1

De Eerste Kamer heft op 14 maart 2023 ingestemd met de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wkb per 1 januari 2024.

Noot
2

Met uitzondering van het toezicht op en de handhaving van de Alcoholwet. Hiervoor wordt een apart (beleids)document opgesteld dat gekoppeld is aan het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, conform artikel 43a Alcoholwet.

Noot
3

Vastgesteld bij raadsbesluit van 14 november2022.

Noot
4

ECLI:NL:RVS:2019:1216

Noot
5

ABRvS 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1410

Noot
6

ABRvS 26 januari 2022,ECLI:NL:RVS:2022:256

Noot
7

Voorheen vergunning op grond van de Drank- en Alcoholwet