Legesverordening 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m 11-10-2024

Intitulé

Legesverordening 2024

De raad van de gemeente Reimerswaal;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2023, nummer D23.256127, gelet op artikel 228 en artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Legesverordening 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven ter zake van het genot door het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • c.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds eerder bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht en slotbepalingen

  • 1. De “Legesverordening 2023”, vastgesteld op 24 januari 2023 en in werking getreden op 10 februari 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, eerste lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, eerste lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening 2024”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Reimerswaal, gehouden op 19 december 2023.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

In het gemeentehuis van Reimerswaal op maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 uur en 16.30 uur

€ 405,00

b.

In het gemeentehuis van Reimerswaal op zaterdag of op een door het college aangewezen vrije dag tussen 8.30 uur en 16.30

 

1.

Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand in dienst bij de gemeente Reimerswaal

€ 712,00

2.

Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand door de gemeente Reimerswaal aangewezen voor één dag

€ 661,00

c.

Op een door het college aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 uur en 16.30 uur:

 

1.

a.

Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand door de gemeente Reimerswaal aangewezen voor één dag

zonder ondersteuning van een gemeentebode

 

2.

Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand door de gemeente Reimerswaal

a.

zonder ondersteuning van een gemeentebode

€ 355,00

b.

met ondersteuning van een gemeentebode (op zaterdag alleen tussen 8.30 uur en 16.30 uur)

€ 405,00

d.

Op een door het college aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op andere dagen en tijdstippen dan vermeld in sub c:

 
 

1. Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand door de gemeente Reimerswaal aangewezen voor één dag:

 
 

a. zonder ondersteuning van een gemeentebode

€ 355,00

 

b. met ondersteuning van een gemeentebode (op zaterdag alleen tussen 8.30 uur en 16.30 uur)

€ 478,50

 

2. Indien voltrokken door een (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand in dienst bij de gemeente Reimerswaal:

 
 

a. zonder ondersteuning van een gemeentebode

€ 405,00

 

b. met ondersteuning van een gemeentebode (op zaterdag alleen tussen 8.30 uur en 16.30 uur)

€ 529,00

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 
 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

a.

in het geval van een administratieve omzetting

€ 77,50

b.

in het geval van een ceremoniële omzetting gelden de tarieven als bedoeld in artikel 1.1

 

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 332,00

Artikel 1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 77,50

Artikel 1.5

Gereserveerd: Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Artikel 1.6

Gereserveerd: Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

:

 

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren

€ 100,00

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 36,75

Artikel 1.8a

Naspeuringen

 
 

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier.

€ 18,00

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een Nederlands reisdocument gelet op de Paspoortwet en het besluit paspoortgelden, bedraagt het tarief de ten hoogste te heffen gemeentelijke rechten zoals vastgesteld bij besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken, of laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande, dat deze rechten voor elk aangevraagd document naar beneden wordt afgerond, zodat de aanvrager een op 5 eurocent of een veelvoud daarvan, afgerond bedrag betaalt.

 

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 

a.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een Nederlands identiteitskaart gelet op de Paspoortwet en het besluit paspoortgelden, bedraagt het tarief de ten hoogste te heffen gemeentelijke rechten zoals vastgesteld bij besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken, of laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande, dat deze rechten voor elk aangevraagd document naar beneden wordt afgerond, zodat de aanvrager een op 5 eurocent of een veelvoud daarvan, afgerond bedrag betaalt.

 

b.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, bedraagt het tarief de ten hoogste te heffen gemeentelijke rechten zoals vastgesteld bij besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken, of laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande, dat deze rechten voor elk aangevraagd document naar beneden wordt afgerond, zodat de aanvrager een op 5 eurocent of een veelvoud daarvan, afgerond bedrag betaalt.

 

Artikel 1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief genoemd in artikel 1.9 en 1.10 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het daarvoor in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden vermelde maximumtarief of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd, naar beneden afgerond op € 0,05.

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 
 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een Nederlands rijbewijs (afgeven, vernieuwen of omwisselen van een (buitenlands) rijbewijs) gelet op de Wegenverkeerswet en het Reglement rijbewijzen, bedraagt het tarief de ten hoogste te heffen gemeentelijke rechten zoals vastgesteld bij besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu, of laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande, dat deze rechten voor elk aangevraagd document naar beneden worden afgerond, zodat de aanvrager een op 5 eurocent of een veelvoud daarvan, afgerond bedrag betaalt.

 

Artikel 1.13

Modaliteiten

 
 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het maximale tarief zoals dat door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld of dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd, naar beneden afgerond op € 0,05.

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 12,50

b.

tot het verstrekken van gegevens, aangevraagd en betaald door middel van het internetloket op de gemeentelijke website

€ 7,50

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) per verstrekking:

€ 12,50

d.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) aangevraagd en betaald door middel van het internetloket op de gemeentelijke website:

€ 7,50

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 12,50

b.

tot het verstrekken van gegevens, aangevraagd en betaald door middel van het internetloket op de gemeentelijke website

€ 7,50

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief dat is opgenomen in artikel 10 lid 2 Regeling basisregistratie personen.

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 18,00

 
 
 
 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.19

Afschriften van bestuursstukken

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een volledig exemplaar van de programmabegroting

€ 82,15

b.

een volledig exemplaar van de bijlagen behorende bij de begroting van de gemeente

€ 22,20

c.

een volledig exemplaar van de programmarekening van de gemeente

€ 82,15

d.

een volledig exemplaar van de bijlagen behorende bij de rekening van de gemeente

€ 22,20

e.

een volledig exemplaar van de Kadernota

€ 22,20

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Reimerswaal

€ 47,55

b.

een exemplaar van de Bouwverordening van de gemeente Reimerswaal met toelichting

€ 73,55

c.

een exemplaar van een andere dan de onder lid 2 sub a en b genoemde verordening van de gemeente

€ 27,10

d.

aanvullingen op de onder lid 2 sub a en b bedoelde verordeningen, per formaat A4

€ 0,15

Artikel 1.20

Abonnement op bestuursstukken

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement (inclusief bezorging) op de agenda en stukken van de vergaderingen van de gemeenteraad en de daarbij behorende aan de raad uitgebrachte voorstellen per jaargang:

 

a.

betreffende de themaraad

€ 111,95

b.

betreffende de opinieraad

€ 150,15

c.

betreffende de besluitraad

€ 150,15

2.

Tot het abonnement als bedoeld in lid 1 behoren niet het toezenden van stukken die betrekking hebben op de planning- en controlecyclus

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21

Plan- of kaartinformatie

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beroeps- of bedrijfsmatig verzoek om:

 

a.

bestemmingsplaninformatie over onroerende zaken

€ 55,90

b.

informatie over onroerende zaken betreffende de bodemgesteldheid

€ 55,90

Artikel 1.22

Gereserveerd: Informatie uit registers

 

Artikel 1.23

Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24

Gereserveerd: Gemeentegarantie

 

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag, het wettelijk maximum tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie

 

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 10,35

c.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 
 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, ongeacht het resultaat, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 18,00

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van

 

a.

een afschrift, fotokopie of scan van een in het gemeentearchief berustend stuk, per formaat A4

€ 0,15

 

vermeerderd tot maximaal € 3,00 voor elk formaat A4 of gedeelte daarvan, waarmede de oppervlakte van het stuk het formaat A4 te boven gaat

 

Artikel 1.28

Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden

 
 
 
 
 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29

Gereserveerd: Huisvestingswet 2014

 

Artikel 1.30

Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 188,45

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 94,20

2.

Als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a gelijktijdig worden ingediend, of als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b gelijktijdig worden ingediend en de aanvragen woonruimten in hetzelfde gebouw betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven

 

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van 12 maanden, voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van 12 maanden, voor twee kansspelautomaten

€ 90,50

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden, met dien verstande dat de in die leden bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning worden verlaagd.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 18,95

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 1.540,60

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels of leidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren – AVOI

€ 440,00

 

En per strekkende meter bodemsleuf, voor sleuflengtes langer dan 25 meter

€ 1,42

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen in samenhang met artikel 149, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994, niet ten behoeve van een ideëel doel:

€ 50,45

b.

voor de eerste maal in de gemeente Reimerswaal verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), exclusief de kosten voor een medische keuring:

€ 30,75

c.

verlenging/opnieuw aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), exclusief de kosten voor een medische keuring:

€ 30,75

d.

het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 Van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij verlies of diefstal van de gehandicaptenparkeerkaart, of indien een eerder afgegeven parkeerkaart niet kan worden overlegd:

€ 30,75

e.

een ontheffing van artikel 10 Wegenverkeerswet op grond van artikel 148 Wegenverkeerswet, niet ten behoeve van een ideëel doel:

€ 42,75

f.

een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, per afleveradres:

€ 104,65

g.

een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, bij meerdere adressen (verzamelontheffing):

€ 314,55

 
 
 
 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1. per formaat A4 in zwart/wit

€ 0,15

 

vermeerderd met € 0,30 voor elk formaat A4 of gedeelte daarvan, waarmede de oppervlakte van de kaart of tekening het formaat A4 te boven gaat

 
 

2. per formaat A4 in kleur

€ 1,15

 

vermeerderd met € 1,00 voor elk formaat A4 of gedeelte daarvan, waarmede de oppervlakte van de kaart of tekening het formaat A4 te boven gaat

 

b.

kaarten, tekeningen dan wel kopieën of lichtdrukken daarvan, al dan niet behorend bij de in onderdeel a genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, kopie of lichtdruk, per formaat A4

€ 0,15

 

vermeerderd met € 0,30 voor elk formaat A4 of gedeelte daarvan, waarmede de oppervlakte van de kaart of tekening het formaat A4 te boven gaat

 

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV (gebruik openbare weg), niet ten behoeve van een ideëel doel:

€ 42,75

 

en wordt per maand per vierkante meter verhoogd met:

€ 3,05

b.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Apv (geluidswagen), niet ten behoeve van een ideëel doel

€ 15,60

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Apv (muziekvergunning), niet ten behoeve van een ideëel doel

€ 25,25

d.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4:6 en 4:5b van de Apv tot het maken van muziek door middel van muziekinstrumenten of langs mechanische weg in hotels, restaurants en andere voor het publiek toegankelijke inrichtingen of lokaliteiten:

 
 

1. geldig voor één dag

€ 7,50

 

2. met een geldigheidsduur van één jaar

€ 71,80

e.

het inschrijven als belangstellende voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig in de jachthaven

€ 25,00

f.

het verlengen van de in sub e genoemde inschrijving bedraagt jaarlijks

€ 25,00

2.

Indien in één aanvraag voor een niet-commerciële activiteit meerdere vergunningen worden verstrekt als bedoeld in artikel 1.33 sub f, 1.35 sub b en c en 3.7 sub a, wordt alleen het hoogste legesbedrag in rekening gebracht.

 

3.

Indien gebruik wordt gemaakt van een door de gemeente geleverde stroomvoorziening, wordt een tarief per dagdeel per keer berekend

 

a.

voor een kleinverbruiker (verlichting en dergelijke), exclusief BTW

€ 2,20

b.

voor een grootverbruiker van (verhitting en verkoeling), exclusief BTW

€ 7,45

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding of een aanvraag om een vergunning, ontheffing of andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 67,25

 
 
 
 

Paragraaf 1.11 Kinderopvang

 

Artikel 1.36

Kinderopvang

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau of het bieden van gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang:

€ 336,45

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

4.

Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden, wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Het omgevingsoverleg/conceptverzoek welke kan worden uitgesplitst naar:

- een eenvoudig omgevingsoverleg/conceptverzoek: een conceptverzoek waarbij primair alleen de voortoets aan de relevante beoordelingsregels plaatsvindt, en in het geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit de beoordeling van wenselijkheid en/of haalbaarheid voor zover het betreft een geval uit bijlage A.

- een complex omgevingsoverleg: een omgevingsoverleg waarbij primair de wenselijkheid en/of haalbaarheid van een initiatief integraal wordt getoetst, waarbij ketenpartners / interne of externe adviseurs worden betrokken worden en/of waarbij een principestandpunt wordt ingenomen, al dan niet met een bestuurlijk oordeel.

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg/conceptverzoek

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg/conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een eenvoudig omgevingsoverleg/conceptverzoek:

€ 250,00

b.

voor een complex omgevingsoverleg:

€ 1.500,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000,- bedragen

0,200%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 165,30

b.

indien de bouwkosten € 50.000,- tot € 200.000,- bedragen

€ 100,00

 

vermeerderd met

0,180%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat.

 

c.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen

€ 370,00

 

vermeerderd met

0,160%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat.

 

d.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen

€ 850,00

 

vermeerderd met

0,140%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat.

 

e.

indien de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 5.000.000,- bedragen

€ 1.550,00

 

vermeerderd met

0,130%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000,- te boven gaat.

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen

€ 6.750,00

 

vermeerderd met

0,120%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat.

 
 

met een maximum van:

€ 150.000,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000,- bedragen

1,800%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 165,30

b.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

€ 900,00

 

vermeerderd met

1,620%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat.

 

c.

indien de bouwkosten € 200.000,- tot € 500.000 bedragen

€ 3.330,00

 

vermeerderd met

1,440%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat.

 

d.

indien de bouwkosten € 500.000,- tot € 1.000.000,- bedragen

€ 7.650,00

 

vermeerderd met

1,260%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat.

 

e.

indien de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 5.000.000 bedragen

€ 13.950,00

 

vermeerderd met

1,170%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000,- te boven gaat.

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen

€ 60.750,00

 

vermeerderd met

1,080%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat.

 
 

met een maximum van:

€ 150.000,00

2.

voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 350,00

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg/conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4:

 

1.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 400,00

2.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder lid 3 onder a 1, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen:

€ 8.000,00

b.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in lid 3 onder a 2 vermeerderd met:

€ 400,00

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk (gereserveerd)

 
 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Reimerswaal 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 

1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of gebruiken of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 531,35

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Reimerswaal 2016 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of gebruiken of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 531,35

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

 
 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.102,32

Artikel 2.13

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.804,64

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.337,20

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.869,76

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,00

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarden (gereserveerd)

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit (gereserveerd)

 

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief

2%

 

van de aanlegkosten met een minimum van:

€ 123,80

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 61,50

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)

 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] (gereserveerd)

 

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 

Artikel 2.34a

Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving

€ 1.718,20

Artikel 2.34b

Andere activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

2.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 250,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.237,20

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.869,76

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.519,18

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit

€ 1.592,24

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief,:

€ 250,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 250,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 250,00

1.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.237,20

2.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.869,76

3.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.519,18

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 250,00

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 100,00

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, met dien verstande dat voor het bepalen van de grondslag alleen de kosten worden betrokken die betrekking hebben op de aanpassingen en/of de toegevoegde onderdelen van het project.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning is een tarief verschuldigd van:

 

a.

voor de milieubelastende activiteit:

€ 800,00

b.

voor de overige activiteiten:

€ 100,00

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)

 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen:

€ 8.000,00

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 61,50

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

10%

 

met een minimum voor de kapactiviteit van:

€ 61,50

 

met een minimum voor de overige activiteiten van:

€ 323,25

 

met een maximum van (voor alle activiteiten):

€ 1.000,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.213,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 100,00

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

 

1.

indien het een historisch bodemonderzoeksrapport betreft

€ 61,50

2.

indien het geen historisch bodemonderzoeksrapport betreft

€ 140,35

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport, (opvragen) advisering, (laten) controleren van een Programma van Eisen en aanverwante zaken op het gebied van archeologie

€ 281,15

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 337,20

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 337,20

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 337,20

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.500,00

g.

voor de beoordeling van een stikstofberekening (bijvoorbeeld vanuit de AERIUS-calculator):

€ 106,15

h.

Voor de beoordeleing van een plan voor landschappelijke inpassing, indien zo’n plan krachtens wettelijk voorschrift (waaronder beleids- en bestemmingsplanregels) nodig is:

€ 140,35

i.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 250,00

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 369,05

b1.

voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling

€ 1.058,75

b2.

Het tarief onder b1. wordt per bedrijfsbezoek verhoogd met:

€ 78,65

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de ruimtelijke kwaliteit dat niet betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 250,00

d.

indien de bij een aanvraag van een omgevingsvergunning behorende statische of bouwfysische gegevens ter controle worden voorgelegd aan een extern adviseur dan wel intern worden gecontroleerd:

 

1.

Ondergemiddelde toetsbesteding (statische)

€ 198,00

2.

Ondergemiddelde toetsbesteding (bouwfysische)

€ 284,00

3.

Gemiddelde toetsbesteding (statische)

€ 418,50

4.

Gemiddelde toetsbesteding (bouwfysische)

€ 502,00

5.

Bovengemiddelde toetsbesteding (statische)

€ 984,00

6.

Bovengemiddelde toetsbesteding (bouwfysische)

€ 802,00

7.

De toetsbesteding per project wordt bepaald aan de hand van de (optelsom van de per deellevering) bestede tijd aan controle en administratieve verwerking.

 

8.

Indien het toepassen van bovengenoemde categorieën (1 tot en met 7) naar het oordeel van het bevoegd gezag ontoereikend of onredelijk is ten aanzien van de daadwerkelijke kosten voor externe toetsing, kan het tarief uit dit onderdeel achteraf worden bepaald op basis van de daadwerkelijke kosten voor dat project, waarbij er voor zowel de toetsing van statische gegevens als voor de toetsing van bouwfysische gegevens een maximum geldt van € 2.100,00 voor dat project.

 

e.

Voor een advies per in te schakelen externe adviseur / ketenpartner in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d, waarbij niet een afzonderlijke beoordeling van een onderzoeksrapport conform artikel 2.49 aan de orde is

€ 250,00

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg/conceptverzoek

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg/conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg/conceptverzoek geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg/conceptverzoek betrekking had;

 
 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg/conceptverzoek; en

 
 

c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg/conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 
 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is een vast tarief verschuldigd van:

€ 61,50

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, waarbij een minimum legesbedrag resteert van:

€ 61,50

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag:

90%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [vier] weken tot [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag:

90%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 61,50 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hfdst 2

 
 
 
 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 26,90

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 56,05

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 175,85

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 56,05

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 51,40

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 51,40

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 56,05

 
 
 
 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een seksinrichting, geldig voor 3 kalenderjaren

€ 1.540,60

b.

voor een escortbedrijf, geldig voor 3 kalenderjaren

€ 1.540,60

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:

€ 411,25

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 1.540,60

 
 
 
 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 33,05

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 33,05

 
 
 
 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6

Organiseren evenement

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een A-evenement

€ 39,10

b.

een B-evenement

€ 81,40

c.

een C-evenement

€ 120,55

d.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid sub f van de Algemene plaatselijke verordening jo. artikel 2:25 eerste lid A (vechtsportwedstrijd of - gala's)

€ 131,15

Artikel 3.7

Organiseren markt

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 42,75

 
 
 
 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

Artikel 3.8

Marktvergunningen en andere vergunningen op de markt

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 4 van de Marktverordening gemeente Reimerswaal:

 

a.

geldig voor één dag

€ 39,10

b.

geldig voor één kalendermaand

€ 77,70

c.

geldig voor één kalenderjaar of meer (met een maximum van 20 jaar)

€ 234,85

Artikel 3.9

Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

geldig voor één dag

€ 42,75

b.

geldig voor één kalendermaand

€ 85,45

c.

geldig voor één kalenderjaar of meer

€ 256,90

2.

Het tarief voor het beschikbaar stellen van gemeentegrond inzake een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Apv bedraagt per dagdeel (à 4 uur of gedeelte daarvan) per keer

€ 12,05

3.

Indien gebruik wordt gemaakt van een door de gemeente geleverde stroomvoorziening inzake een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Apv, wordt het in artikel 3.10 lid 1 genoemde tarief per dagdeel (à 4 uur of gedeelte daarvan) per keer vermeerderd (exclusief BTW)

 

a.

voor kleinverbruikers (verlichting en dergelijke), exclusief BTW

€ 2,20

b.

voor grootverbruikers (verhitting en verkoeling), exclusief BTW

€ 7,50

 
 
 
 

Paragraaf 3.6 Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014

 

Artikel 3.11

Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte

 

Artikel 3.12

Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Artikel 3.13

Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Artikel 3.14

Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Artikel 3.15

Gereserveerd: Splitsvergunning

 

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

 

Artikel 3.17

Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming

 
 
 
 
 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.18

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€  67,25

 
 
 

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Reimerswaal van 19 december 2023, nummer D23.256127.

De griffier van de gemeente Reimerswaal,

Bijlage A Legesverordening 2024

(onderscheid gevallen buitenplanse omgevingsplanactiviteiten ten behoeve van bepalen juiste legesbedrag)

Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is:

  • a.

    een activiteit waarvoor het omgevingsplan bepaalt dat een omgevingsvergunning nodig is, maar het volgens de beoordelingsregels uit het omgevingsplan niet mogelijk is de vergunning te verlenen.

  • b.

    Een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

Aanvragen om omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit worden (o.a.) belast met leges conform artikel 2.6, lid 3, van de Legesverordening 2024. Vanwege de omvang en/of complexiteit van de initiatieven, is er een verschil gemaakt in gevallen die (informeel) zijn aan te merken als een ‘kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ en een ‘grote buitenplanse omgevingsplanactiviteit’.

Een ‘kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ is een activiteit die valt binnen de onderstaande tien categorieën. In die gevallen zijn (o.a.) de leges conform artikel 2.6, lid 3, onder a, sub 1, van de Legesverordening 2024 van toepassing.

  • 1.

    Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf;

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50m2;

  • 3.

    Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50m2;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ongeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 meter;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit);

  • 7.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 8.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 9.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de vigerende wet- en regelgeving aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de regels gesteld in de Omgevingswet

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was

  • 10.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 9 voor een termijn van ten hoogste 15 jaar;

  • 11.

    het college van burgemeester en wethouders kan ander gebruik en/of een activiteit aanwijzen als ‘kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’, in het geval dat:

    • a.

      de omgevingsplanactiviteit geen of weinig relatie heeft met de instructieregels van het Rijk en de provincie; en

    • b.

      de omgevingsplanactiviteit een geringe impact heeft op de fysieke leefomgeving; en

    • c.

      niet of nauwelijks adviezen van buiten de gemeentelijke organisatie noodzakelijk zijn.