Beleidsplan Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2020-2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2020-2024

Laatste versie vastgesteld op 19 december 2023.

Voorwoord

Het opstellen van een Beleidsplan VTH is een wettelijke verplichting waar de gemeente iedere vier jaar uitvoering aan dient te geven. De gemeente is hierbij deels gebonden aan landelijke en regionale verplichtingen en daardoor is het niet altijd mogelijk om op de (volledige) inhoud van het beleidsplan invloed uit te oefenen. Echter, het plan geeft ook ruimte om de visie en ambitie van het bestuur weer te geven hoe op lokaal niveau de VTH-taken worden opgepakt. Daarvoor is bij het opstellen van dit plan aansluiting gezocht bij het Coalitieakkoord Valkenburg aan de Geul 2018-2022.

De gemeente Valkenburg aan de Geul hecht er belang aan om aan haar inwoners en ondernemers te laten zien dat de taken op het gebied van veiligheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving (VVTH) op een transparante en uniforme wijze worden uitgevoerd. De gemeente streeft er naar om dit te doen met minder regels maar treedt handhavend op wanneer een situatie dit vraagt. Hierbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat het willens en wetens niet naleven van wettelijke bepalingen niet mag lonen.

Met het Beleidsplan VVTH heeft de gemeente een integraal beleid geformuleerd voor de taakvelden veiligheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de periode 2020-2024.

Inleiding

Voor u ligt het beleidsplan Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VVTH) van de gemeente Valkenburg aan de Geul 2020-2024. In dit document legt de gemeente de kaders vast voor de uitvoering van de gemeentelijke VTH-taken. Deze kaders vormen de basis voor een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Het vaststellen van een VVTH-beleidsplan en –uitvoeringsprogramma is op grond van de Omgevingswet een bevoegdheid van het college. Het college brengt deze stukken, op grond van voornoemde wet, na vaststelling ter kennis van de raad.

Waar in dit stuk wordt gesproken over VVTH-taken zijn bedoeld de gemeentelijke taken ten aanzien van veiligheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen de beleidsvelden ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, brandveiligheid, natuur en landschap (samen de Omgevingswet-taken genoemd), de Algemeen Plaatselijke Verordening en de Bijzondere wetten (samen de + taken genoemd). Landelijk heeft men het vaak over VTH-taken (en niet over VVTH). De V van veiligheid wordt landelijk vaak los gezien van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving. Binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul zijn deze taken gekoppeld, vandaar dat er landelijk wordt gesproken over VTH en binnen de gemeente over VVTH.

De Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking treedt, vraagt van de overheid een integrale benadering van vergunningverlening en toezicht en handhaving van de fysieke leefomgeving. Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het transparant formuleren en uitvoeren van vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid een belangrijke opgave. Landelijk zijn er kwaliteitscriteria ontwikkeld voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Met de kwaliteitscriteria wordt getracht de kwaliteit van de processen, de gemeentelijke organisatie en haar medewerkers te borgen. De kwaliteitscriteria zijn onder te verdelen in enerzijds de procescriteria en anderzijds de criteria kritieke massa. De procescriteria stellen eisen aan de beleidscyclus die de gemeente voor de uitvoering van haar VTH-taken hanteert en zijn opgenomen in afdeling 18.3 van de Omgevingswet.

De kwaliteitscriteria, onderdeel kritieke massa, stellen eisen aan de hoeveelheid en kwaliteit van het personeel dat de gemeente inzet voor de uitvoering van haar VTH-taken. Daarvoor dient de raad een kwaliteitsverordening op te stellen die separaat, naast dit VVTH beleidsplan, vastgesteld dient te worden. De raad heeft deze verordening vastgesteld op 13 februari 2023.

Om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te kunnen borgen, uniformiteit aan te brengen met betrekking tot de wijze van vergunningverlening, toezicht en handhaving en een goede afstemming te borgen binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul is onderhavig beleidsplan veiligheid, vergunningen, toezicht en handhaving, hierna te noemen VVTH-plan, opgezet. Met dit VVTH-plan wil de gemeente een kader scheppen voor veiligheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving en voldoen aan de hierboven genoemde wettelijke eisen (onderdeel procescriteria).

Met onderhavig VVTH-plan heeft de gemeente Valkenburg aan de Geul een samenhangend en integraal veiligheid, vergunningen en toezicht en handhavingsbeleid geformuleerd voor alle beleidsvelden van de fysieke leefomgeving (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, Omgevingsverordening en bijzondere wetten en de basisregistratie personen). Dit VVTH-plan geldt voor de periode 2020-2024. Voor de doelstellingen in dit plan is aansluiting gezocht bij het vigerende Coalitieakkoord.

In dit VVTH-plan wordt gesproken over vergunningen maar eigenlijk gaat het over toestemmingen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving (natuur en milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, bijzondere wetten en bestrijding van woonfraude). Hier vallen naast vergunningen ook meldingen, ontheffingen en kennisgevingen onder. Vanwege de herkenbaarheid wordt in dit plan de term vergunningen gebruikt.

Allereerst wordt in dit document ingegaan op de kaders die de gemeente hanteert bij de uitvoering van haar (wettelijke) VTH-taken. Deze leest u terug in hoofdstuk 1. In hoofdstuk 2 wordt de beleidscyclus voor integrale vergunningverlening, toezicht en handhaving omschreven en wordt ingegaan op de doelstellingen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, de probleemanalyse en prioriteiten, het uitvoeringsprogramma VVTH, monitoring en de rapportage met betrekking tot het uitvoeren van de VTH taken. In hoofdstuk 3 wordt de strategie en werkwijze voor vergunningverlening omschreven. Hier wordt kort ingegaan op de Omgevingswet en de vereiste integrale benadering van vergunningverlening en worden de vormen van vergunningverlening omschreven en wat de (gewenste) basiswerkwijze daarbij is. In hoofdstuk 4 is het bestaande beleid voor de verschillende beleidsvelden geïnventariseerd. In hoofdstuk 5 komt de strategie en werkwijze bij toezicht en handhaving aan de orde. De organisatie van de gemeentelijke vergunningverlening en toezicht en handhaving komt in hoofdstuk 6 aan de orde. Daarnaast wordt ingegaan op een aantal wettelijke vereisten zoals de scheiding tussen vergunningverlening en toezicht en handhaving, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gebaseerd op een mandaatregeling, interne en externe afstemming, kwaliteitsborging en een zichtbare borging van mensen en middelen in de begroting.

Met dit VVTH-plan geeft de gemeente Valkenburg aan de Geul zoals aangegeven uitvoering aan de landelijke proceskwaliteitscriteria voor de VTH-taken. Bovendien is een duidelijk beleidskader geschapen voor de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) die namens de gemeente een deel van de taken op het gebied van VVTH uitvoert. Met dit plan in de hand kan de gemeente Valkenburg aan de Geul de RUD Zuid-Limburg op een adequate wijze aansturen.

Het VVTH-plan geeft nog niet in volle omvang invulling aan de eisen die ter zake aan de gemeente worden gesteld. Er staan nog diverse actiepunten open die nadere invulling behoeven. Deze actiepunten worden opgenomen in het (jaarlijkse) uitvoeringsprogramma VVTH.

1. Beleidskaders uitvoering VTH-taken

1.1 Beleidsplan en Uitvoeringsprogramma

Het is hier boven al aangehaald. De gemeente stelt een VVTH-beleidsplan op. Dit is gebaseerd op verplichtingen uit de Omgevingswet. Het VVTH beleidsplan bevat, op grond van de voornoemde wet, tal van (meer of minder technische) onderdelen zoals een beschrijving van de gemeentelijke

beleidscyclus (de zogenaamde Big 8), doelstellingen, strategieën voor vergunningverlening, toezicht en handhaving waarin wordt vastgelegd hoe er in voorkomende gevallen wordt gehandeld, hoe de VTH-taken binnen de gemeente zijn/worden georganiseerd, op welke wijze kwaliteitsborging plaatsvindt en hoe de benodigde personele en financiële capaciteit wordt geborgd in de gemeentebegroting. Bij de uitvoering van haar VTH-taken hanteert de gemeente de volgende beleidskaders:

Beleidskader 1

De gemeente stelt een VVTH-beleidsplan op met in acht name van de eisen die daaraan worden gesteld in de Omgevingswet. Het college stelt het beleidsplan vast en brengt dit ter kennis van de raad.

Uit de genoemde wet vloeit voort dat het college jaarlijks een uitvoeringsprogramma dient vast te stellen voor de uitvoering van haar VTH-taken. In dit programma dient concreet te worden aangegeven welke taken de gemeente gedurende het programmajaar worden uitgevoerd en met inzet van welke mensen en middelen (capaciteit en geld) dat gebeurt. Het vaststellen van dat programma is een wettelijke bevoegdheid van het college. Ook voor het uitvoeringsprogramma geldt dat dit ter kennis gebracht dient te worden van de raad. Voor de in het programma op te nemen prioriteiten zie verderop in deze tekst.

Beleidskader 2

Het college stelt een VVTH-Uitvoeringsprogramma op met in acht name van de eisen die daaraan worden gesteld in de Omgevingswet. Het door het college vastgestelde uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks ter kennis gebracht van de raad.

Doelstellingen

De doelstellingen die worden opgenomen in het VTH-beleidsplan en vertaald in het uitvoeringsprogramma vinden hun basis in het Coalitieakkoord en de doelen zoals opgenomen in de gemeentebegroting. Telkens zal worden bezien welke bijdrage vanuit het VTH-vakgebied kan worden geleverd aan het bereiken van die doelstellingen.

Jaarlijks legt het college op grond van de Omgevingswet via een VTH-jaarverslag aan de raad verantwoording af over de mate waarin de doelstellingen zijn behaald (zie voor meer informatie de paragraaf 1.7 Monitoring en verantwoording).

1.3 Probleemanalyse en prioriteiten

De prioriteiten die worden gesteld bij de uitvoering van de VTH-taken worden (grotendeels) gebaseerd op een uitgevoerde probleemanalyse. In deze probleemanalyse is een inschatting gemaakt van het jaarlijks aantal door de gemeente te verlenen vergunningen en is er een risicoanalyse

Beleidskader 3

De gemeente baseert de doelstellingen in dit VTH-beleidsplan en-uitvoeringsprogramma op de doelen zoals opgenomen in het Coalitieakkoord en de gemeentebegroting.

uitgevoerd ten aanzien van de uit te voeren toezichtstaken. Daarbij zijn alle (Omgevingswet+) toezichtstaken gescoord op vooraf bepaalde aspecten. Deze aanpak heeft geleid tot een indeling van de gemeentelijke toezichtstaken in drie prioriteitsklassen. Aan onderwerpen in de hoogste prioriteitsklasse wordt de meeste aandacht besteed bij de uitvoering van de gemeentelijke

VTH-taken. Zo zullen er bijvoorbeeld bij bedrijven met een hoog risico voor de omgeving en een slecht naleefgedrag meer en vaker controles worden uitgevoerd dan bij een bedrijf met lage risico’s en een goed naleefgedrag.

Beleidskader 4

De gemeente baseert de prioriteiten in het VTH-beleidsplan en –uitvoeringsprogramma op de uitkomst van de uitgevoerde probleemanalyse.

Daarnaast is er ruimte om in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma bestuurlijke aandachtspunten op te nemen die worden uitgevoerd naast de VTH-taken die het hoogste scoren in de uitgevoerde probleemanalyse. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om zaken met lagere risico’s maar die politiek belangrijk gevonden worden, bijvoorbeeld omdat burgers de gemeente daarom vragen. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van hondenpoep of overlast door hangjongeren. De gemeenteraad wordt van harte uitgenodigd om dit soort bestuurlijke aandachtspunten aan te dragen. Het college zal deze onderwerpen dan een plek geven in het jaarlijks op te stellen VVTH-uitvoeringsprogramma.

Beleidskader 5

In het jaarlijkse VVTH-uitvoeringsprogramma worden bestuurlijke aandachtspunten opgenomen die de raad kan/zal aandragen.

Ook burgers en bedrijven worden gevraagd wat zij belangrijk vinden bij de uitvoering van de gemeentelijke VVTH-taken. Daartoe zal de gemeente jaarlijks, voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe uitvoeringsprogramma, via een poll op de website haar burgers en bedrijven raadplegen. Onderwerpen die hoog scoren in de poll krijgen een plek in het uitvoeringsprogramma. De

gemeenteraad wordt jaarlijks via het uitvoeringsprogramma geïnformeerd over de uitkomst van de poll en de wijze waarop de uitkomst daarvan is geland in datzelfde uitvoeringsprogramma. Op deze wijze wordt bij de uitvoering van haar VVTH-taken mede invulling gegeven aan de in het coalitieakkoord opgenomen wens om de communicatie met en de dienstverlening aan inwoners en ondernemers te verbeteren.

1.4 Kwaliteitsniveau uitvoering VTH-taken

In de Omgevingswet worden er eisen gesteld aan de kwaliteit van de uitvoering van niet-basistaken, zoals bijvoorbeeld Bouwen. Het gaat dan om de diepgang van de toetsing van een bouwaanvraag en om de diepgang van het bouwtoezicht. De gemeente Valkenburg aan de Geul zal deze landelijke kwaliteitsmaatlatten hanteren bij de uitvoering van haar taken.

Beleidskader 6

In het VVTH-uitvoeringsprogramma worden ook onderwerpen opgenomen waarvan burgers en bedrijven via een jaarlijkse poll hebben aangegeven deze belangrijk te vinden.

Beleidskader 7

De gemeente Valkenburg aan de Geul conformeert zich aan de landelijke kwaliteitsmaatlatten voor de uitvoering van de taken binnen het beleidsveld Bouwen.

1.5 Bereikbaarheid voor de burger(s)

Het is belangrijk dat burgers signalen met betrekking tot hinder en overlast (laagdrempelig) kwijt kunnen bij de gemeente. Dit kan natuurlijk per post, 24/7 per mail en via de telefoon tijdens kantooruren. Dat kan voor milieuklachten en –meldingen ook 24/7 telefonisch via de piketdienst van Limburg Zuid waarin de gemeente Valkenburg aan de Geul participeert. Op deze wijze wil de gemeente de drempel voor burgers om klachten en meldingen in te dienen zo laag als mogelijk houden.

Beleidskader 8

De gemeente Valkenburg aan de Geul wil de drempel voor haar burgers voor het indienen van klachten en meldingen zo laag mogelijk houden. In dit kader neemt zij deel aan de piketdienst voor milieuklachten binnen de regio Limburg Zuid.

1.6 Uitvoeren van onaangekondigde controles

Jaarlijks worden er vele meldingen, klachten maar ook handhavingsverzoeken ingediend door burgers die betrekking hebben op overlast van bedrijven. Reguliere bedrijfscontroles worden door de gemeente vaak aangekondigd. De reden daarvoor is dat de verantwoordelijke binnen het bedrijf voor de naleving van regels tijdens deze reguliere controles aanwezig dient te zijn en het voor de controle relevante deel van de bedrijfsadministratie (denk bijvoorbeeld aan keuringsrapporten) eveneens op de locatie aanwezig dient te zijn. Echter, wanneer de controle wordt uitgevoerd naar aanleiding van een klacht, melding of handhavingsverzoek, dan zal de gemeente ook onaangekondigde controles uitvoeren. De reden daarvoor is eenvoudig: de pakkans wordt vergroot als een controle niet vooraf wordt aangekondigd.

Beleidskader 9

De gemeente Valkenburg aan de Geul zal naar aanleiding van klachten, meldingen of handhavingsverzoeken onaangekondigde controles uitvoeren.

1.7 Monitoring en verantwoording

Hiervoor is al aangegeven dat het vaststellen van een VVTH-beleidsplan en –uitvoeringsprogramma een bevoegdheid van het college. Het college zal jaarlijks via een jaarverslag verantwoording afleggen aan de raad over de mate waarin de in het beleidsplan opgenomen doelstellingen zijn gehaald en de mate waarin het uitvoeringsprogramma daadwerkelijk is uitgevoerd. Om die verantwoording aan de raad te kunnen afleggen zal de gemeente een monitoringsystematiek opzetten.

Beleidskader 10

Het college legt jaarlijks middels een jaarverslag verantwoording af aan de raad over de mate waarin de in het VVTH-beleidsplan opgenomen doelstellingen zijn gehaald en de mate waarin de activiteiten zoals opgenomen in het VVTH-uitvoeringsprogramma daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

1.8 Naleefgedrag wet- en regelgeving

Binnen de uitvoering van de gemeentelijke VTH-taken worden er prioriteiten gesteld. Daar waar de gemeente prioriteiten heeft gesteld worden in die gevallen ingezette handhavingstrajecten altijd afgerond. Dit betekent dat het naleefgedrag op het einde van een handhavingstraject 100% is.

Beleidskader 11

Wanneer sprake is van een geconstateerde overtreding streeft de gemeente Valkenburg aan de Geul naar een 100% naleefgedrag van de geldende wet- en regelgeving. Hiertoe worden meldingen adequaat opgepakt en zal de gemeente haar toezichthoudende taak zichtbaar en transparant uitoefenen.

1.9 Aanvullende kaders raad

Indien gewenst staat het de raad vrij om het college aanvullende kaders mee te geven ten behoeve van het door het college uit te voeren VTH-beleidsplan en –uitvoeringsprogramma.

2. Beleidscyclus vergunningverlening, toezicht en handhaving

2.1 Beleidscyclus

In de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de landelijke kwaliteitscriteria zijn procescriteria beschreven die eisen stellen aan de beleidscyclus van de gemeentelijke organisatie voor het verrichten van omgevingsrecht taken. Door de criteria te volgen wordt een cyclus gesloten. Deze begint met het opstellen van het beleid (het strategisch beleidskader). Via de uitvoering leidt deze weer tot het bijstellen van het beleid. In de afbeelding hieronder is het model weergegeven. Het model wordt ook wel de ‘dubbele regelkring’ of ‘Big 8’ genoemd.

afbeelding binnen de regeling

Hieronder wordt kort aangegeven wat de stappen uit bovengenoemde ‘dubbele regelkring’ inhouden.

Strategisch beleidskader

De doelen voor vergunningverlening en handhaving dienen te worden omschreven. Daarnaast dient een probleemanalyse opgesteld te worden voor de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en moeten aan de hand van de uitkomsten hiervan prioriteiten bepaald worden. Voor de prioriteiten moet de geplande personele en financiële capaciteit in de begroting vastgelegd worden.

Operationeel beleidskader

Het operationele beleidskader bevat uitvoeringsbeleid dat nodig is om te kunnen bepalen hoe er wordt getoetst in voorkomende gevallen, zoals het vaststellen van basiswerkwijzen bij vergunningverlening en toezicht en handhaving (strategie).

Planning & control

Dit vormt het hart van de ‘dubbele regelkring’. Jaarlijks moet er een uitvoeringsprogramma worden opgesteld waarin de in het programmajaar uit te voeren activiteiten zijn opgenomen voor de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en waarbij ook is aangegeven met welke inzet van mensen en middelen dat gebeurt. Of en in welke mate de voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd en geformuleerde doelen worden gehaald zal periodiek moeten worden gevolgd.

Voorbereiden

In het programma worden de voorgenomen activiteiten voor dat programmajaar opgenomen. De wijze waarop de activiteiten dienen te worden uitgevoerd worden vastgelegd in protocollen en geautomatiseerde werkprocessen. Op deze wijze wordt enerzijds de uniformiteit en anderzijds de kwaliteit geborgd.

Uitvoeren

De in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten worden volgens de daarvoor opgestelde protocollen en werkprocessen uitgevoerd. Van belang is dat daarvoor voldoende hulpmiddelen beschikbaar zijn.

Monitoren

Het laatste onderdeel van de beleidscyclus is de monitoring. Middels monitoring wordt enerzijds de voortgang van de uitvoering van het programma gevolgd zodat tussentijds bijsturen mogelijk is. Anderzijds wordt ook gevolgd of en in welke mate de in het strategisch (en operationeel) beleidskader opgenomen doelstellingen worden gehaald. Om goed te kunnen monitoren is het noodzakelijk dat de gemeente voor alle beleidsvelden van de fysieke leefomgeving (bouwen, milieu, Ruimtelijke Ordening, brandveiligheid, Omgevingsverordening en bijzondere wetten) beschikt over één tool om vergunning gegevens en handhavingsgegevens weg te zetten.

Rapportage & evaluatie

Aan het einde van de eerste cyclus zal het hele proces worden geëvalueerd. Daarbij is de belangrijkste vraag: “zijn de gestelde doelen gehaald?”. Verder is het belangrijk om onder meer te weten wat goed is gegaan, wat minder goed of fout is gegaan, wat beter zou kunnen en of het mogelijk is om efficiënter te werken. Een mogelijke uitkomst van de evaluatie is dat een deel van de prioriteiten en doelen moeten worden bijgesteld. Het nieuwe programma zal weer moeten worden uitgevoerd en zo begint de volgende cyclus.

In de volgende paragrafen wordt uitvoerig ingegaan op hoe in de komende beleidsperiode (2020-2024) de gemeente Valkenburg aan de Geul uitvoering geeft aan de stappen uit bovengenoemde ‘dubbele regelkring’.

2.2 Doelstellingen beleidsplan VTH

Het beleidsplan VTH van de gemeente Valkenburg aan de Geul kent de volgende doelstellingen voor veiligheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving (VVTH) van de fysieke leefomgeving, die (mede) zijn gebaseerd op de doelstellingen uit het Coalitieakkoord en uit de programmabegroting. Telkens is de relatie geduid met het gemeentelijke coalitieakkoord. De gehanteerde nummers komen overeen met de nummering uit het coalitieakkoord.

De hieronder genoemde doelstellingen worden geconcretiseerd en geoperationaliseerd in een uitvoeringsprogramma VVTH dat jaarlijks door het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul wordt vastgesteld.

Doel 1: De gemeente realiseert een schone, veilige en gezonde leefomgeving (verbinding met coalitieakkoord: 1, 3, 6, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 24, 25 en 32)

Indicatoren:

  • 1.

    Meldingen en verzoeken om handhaving van burgers en bedrijven die te maken hebben met gevaar, veiligheid en/of volksgezondheid en afval worden zo snel als de situatie vereist maar maximaal binnen 2 werkdagen opgepakt, buiten kantooruren via de piketregeling (bereikbaar en beschikbaar);

  • 2.

    Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen, tenzij het betreft een melding in de zin van de Wet goed verhuurderschap;

  • 3.

    Indien burgers of bedrijven meldingen doen dan wordt aan de melder, indien deze zich bekend heeft gemaakt en dit wenst, teruggekoppeld wat er met zijn/haar melding is gedaan;

  • 4.

    Burgers en bedrijven vinden 24/7 actuele informatie over risicovolle activiteiten in hun omgeving op www.risicokaart.limburg.nl ;

  • 5.

    Burgers en ondernemers vinden een link naar deze website op de website van de gemeente;

  • 6.

    De gemeente draagt zorg voor, al dan niet via de RUD, actuele vergunningen die voldoen aan de laatste eisen in wet- en regelgeving voor locaties waar zich risicovolle activiteiten voor doen (prioriteitsklasse I uit de probleemanalyse);

  • 7.

    Bij de toetsing van vergunningaanvragen en bij de uitvoering van haar toezichtstaken let de gemeente, waar van toepassing, op aspecten van veiligheid: constructieve veiligheid, brandveiligheid, externe veiligheid, duurzaamheid, milieu en gezondheid;

  • 8.

    De gemeente voert alle in het uitvoeringsprogramma VVTH opgenomen geprioriteerde activiteiten uit;

  • 9.

    Bij de toetsing van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit Bouwen toetst de gemeente minimaal het basisniveau uit de Landelijke Toetsmatrix Bouwen (LTB);

  • 10.

    Bij het uitvoeren van haar toezichtstaken controleert de gemeente conform het landelijke integrale Toezichtsprotocol (iTP);

  • 11.

    Tegen alle overtredingen ten aanzien van de in het uitvoeringsprogramma geprioriteerde activiteiten treedt de gemeente handhavend op conform de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht;

  • 12.

    Op het einde van elk handhavingstraject is het naleefgedrag op dat moment 100%;

  • 13.

    De gemeente werkt nauw samen met haar handhavingspartners, middels een integrale gebiedsgerichte aanpak, om (ondermijnende) criminaliteit (bijvoorbeeld mensenhandel en drugs) en overlast zoveel mogelijk te voorkomen en voert alle geprioriteerde toezichtactiviteiten uit.

Doel 2: Valkenburg aan de Geul is een aantrekkelijke gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is (verbinding met coalitieakkoord: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 15, 16, 17, 18, 21, 24, 25 en 32)

Indicatoren:

  • 1.

    Vanuit het werkveld VVTH wordt een bijdrage geleverd aan de herijking van het evenementenbeleid en het opstellen en implementeren van het masterplan toerisme & horeca;

  • 2.

    De gemeente beschikt over actueel (maximaal 4 jaar oud) beleid voor onrechtmatige bewoning en handelt hiernaar;

  • 3.

    In haar jaarlijkse VVTH-Uitvoeringsprogramma neemt de gemeente de uitvoering van gebiedsgericht toezicht op om daarmee een bijdrage te leveren aan de in het coalitieakkoord opgenomen doelstelling om het mooie landschap in stand te houden;

  • 4.

    Afvaldumpingen worden binnen 2 werkdagen nadat ze zijn ontdekt opgeruimd;

  • 5.

    Bij de uitvoering van haar gebiedsgerichte toezichtstaken wordt extra gelet op zwerfafval en het wegwerpen van afval;

  • 6.

    De gemeente heeft de hot spots in beeld waar problematiek speelt met betrekking tot afval, geluid/overlast en/of lucht (geur, fijn stof).

Doel 3: Jongeren jonger dan 18 jaar, hun ouders/verzorgers en overige inwoners en ondernemers zijn zich bewust van de effecten van het gebruik van drugs en alcohol op hun gezondheid (verbinding met coalitieakkoord: 1, 16 en 30)

Indicatoren:

  • 1.

    De gemeente beschikt over een vastgesteld preventie- en handhavingsplan DHW (Drank- en Horecawet);

  • 2.

    De gemeente probeert middels preventie en handhaving de negatieve gevolgen van alcohol- en drugsgebruik bij jongeren op de gezondheid te beperken;

  • 3.

    Jaarlijks maakt de gemeente een risicoanalyse. De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcohol- en/of drugsgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald;

  • 4.

    De gemeente neemt in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma VVTH aan de hand van de uitkomsten van de risicoanalyse zowel preventieve als repressieve acties op om alcohol- en drugsgebruik onder met name jongeren te voorkomen dan wel te beperken;

  • 5.

    De gemeente voert alle in dit kader in het uitvoeringsprogramma VVTH opgenomen geprioriteerde activiteiten uit;

  • 6.

    De uitgevoerde geprioriteerde activiteiten leiden tot bekendheid met de 18 jaar leeftijdsgrens en tot afname van het aantal jongeren dat drinkt en/of drugs gebruikt.

Doel 4: Uniformiteit van het gevoerde VVTH beleid (verbinding met het coalitieakkoord: 1, 5, 16, 17, 18, 24 en 25)

Indicatoren:

  • 1.

    De gemeente werkt bij de uitvoering van haar VVTH-taken volgens vastgestelde protocollen en werkprocessen die intern zijn afgestemd;

  • 2.

    De vastgestelde protocollen en werkprocessen worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangevuld of aangepast waarna deze opnieuw worden vastgesteld;

  • 3.

    Gerapporteerd wordt over die gevallen die afwijken van vastgestelde protocollen.

Doel 5: De gemeente verlaagt de regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen (verbinding met het coalitieakkoord: 1, 2, 7, 11, 15, 16, 17, 18, 24, 25 en 32) )

Indicatoren:

  • 1.

    De gemeente denkt vanuit vergunningverlening en toezicht- en handhaving via het “ja, mitsprincipe” actief mee met bestaande en nieuwe bedrijven en adviseert rond voortzetten en/ of uitbreiden en/of verplaatsen dan wel vestigen van ondernemingen.

  • 2.

    Het vooroverleg over de uitbreiding van bestaande bedrijven of nieuwvestiging op bestaande locaties in complexe zaken vindt, waar mogelijk, plaats op de bedrijfslocatie;

  • 3.

    De gemeente neemt heldere, voor slechts één uitleg vatbare (en dus handhaafbare) voorschriften op in haar vergunningen;

  • 4.

    Complexe of onnodige regels worden via deregulering vereenvoudigd of afgeschaft;

  • 5.

    De gemeente zal haar dienstverlening zoveel als mogelijk via het digitale kanaal laten verlopen. Doel is dat alle aanvragen digitaal worden ingediend en afgehandeld.

Doel 6: Het belonen van zelfsturing/zelfwerkzaamheid/goed naleefgedrag bij ondernemers (verbinding met het coalitieakkoord: 1, 2, 15, 16, 17, 24, 25 en 32)

Indicatoren: Bedrijven die de regels goed naleven worden beloond door de controle frequentie te verlagen en bij bedrijven die de regels niet goed naleven wordt de controlefrequentie verhoogd. De gemeente introduceert hiervoor in 2020 een bonus-malussysteem in haar VVTH uitvoeringsprogramma.

Doel 7: Communicatie als preventieve handhaving (verbinding met het coalitieakkoord: 1, 5, 16, 17, 18, 24, 25)

Indicatoren: Een goede communicatie over de inhoud en eisen van (nieuwe) wet- en regelgeving, voorschriften uit (omgevings)vergunningen moet ertoe leiden dat burgers, bedrijven en instellingen goed geïnformeerd zijn en voorkomen dat er teveel zaken in een vervelend en tijdrovend bestuurlijk handhavingstraject terecht komen. Daartoe neemt de gemeente met ingang van 2020 een communicatieparagraaf met daarin concrete activiteiten op in haar VVTH-uitvoeringsprogramma.

Doel 8: Valkenburg aan de Geul heeft snelle, kwalitatief goede en toegankelijke dienstverlening gerealiseerd die aansluit bij de wensen van de klant (verbinding met het coalitieakkoord: 11)

Indicatoren:

De gemeente levert dienstverlening volgens haar eigen vastgestelde servicenormen;

  • 1.

    De gemeente voert in 2020 een onderzoek uit naar de klanttevredenheid voor de VVTH taken;

  • 2.

    Na uitvoering van het onderzoek naar de klanttevredenheid stelt de gemeente binnen 3 maanden een verbeterplan met concrete actiepunten met planning op, laat dit bestuurlijk vaststellen en voert dit vervolgens uit;

  • 3.

    De gemeente registreert alle klantvragen met betrekking tot vergunningverlening- en toezicht en handhaving;

  • 4.

    Waar mogelijk en functioneel vindt de dienstverlening digitaal plaats.

2.3 Probleemanalyse en prioriteitenstelling

De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft met betrekking tot haar vergunningen- , toezicht en handhavingstaken een probleem- (voor vergunningen) en risicoanalyse (voor toezicht) uitgevoerd. De uitkomst van de risicoanalyse is hieronder beknopt weergegeven.

De risicoanalyse is uitgevoerd op de volgende taakvelden: milieu, bouwen & RO, brandveiligheid, slopen en Omgevingsverordening & bijzondere wetten. Voor elk van deze taakvelden zijn de risico’s in beeld gebracht. De taakvelden met een groot (hoog) risico scoren rood, de taakvelden met een beperkt risico scoren geel en de taakvelden met een klein (laag) risico scoren groen.

De taakvelden met de hoogste score rood (groot risico) worden hier onder genoemd. Deze opsomming is niet limitatief. Voor de overige taken met hoog risico en de klassen met de beperkte en kleine risico’s wordt verwezen naar de (in 2019 uitgevoerde) probleemanalyse, welke de basis vormt voor het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

afbeelding binnen de regeling

een raming van de benodigde capaciteit en vertaald naar het handhavingsuitvoeringsprogramma en de begroting.

Niet alleen de grootste risico’s uit de risicoanalyse moeten prioriteit krijgen, maar ook landelijke en regionale prioriteiten en bestuurlijke prioriteiten en lokale aandachtspunten. Deze worden opgenomen in het jaarlijkse VVTH-uitvoeringsprogramma.

In het VVTH uitvoeringsprogramma wordt specifiek aangegeven op welke onderwerpen wordt ingezet, hoe dat gebeurt, met welke diepgang en welke capaciteit daarvoor nodig is.

2.4 Integraal uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving

Aan de hand van een uitgevoerde probleemanalyse en de prioriteitenstelling zal per jaar een integraal uitvoeringsprogramma VVTH worden opgesteld voor de beleidsvelden ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, (brand)veiligheid, Omgevingsverordening , bijzondere wetten, waarin concreet wordt aangegeven wat de te bereiken doelen voor het desbetreffende jaar zijn en welke acties zullen worden ondernomen om die doelen te bereiken. Hierbij zijn de doelstellingen en prioriteiten die in onderhavig VVTH-plan zijn opgenomen leidend.

In het uitvoeringsprogramma VVTH wordt per taakveld duidelijk aangegeven wat de verwachte werkzaamheden (aantal vergunningaanvragen, aantal controles etc.) zijn en wordt de hierbij behorende tijdsbesteding afgezet tegen de beschikbare capaciteit waarbij keuzes worden gemaakt (over o.a. de diepgang van toetsing en het aantal controles) aan de hand van prioriteiten. Prioriteren houdt in dat er taken wel worden uitgevoerd maar ook dat er taken niet of in beperkte mate worden uitgevoerd. Met name in dat laatste schuilt een bestuurlijk restrisico. Het bestuurlijke restrisico wordt jaarlijks expliciet opgenomen in het uitvoeringsprogramma VVTH.

Het uitvoeringsprogramma VVTH wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld en ter kennis gebracht van de raad.

2.5 Monitoring

De doelstellingen uit onderhavig VVTH-plan en de uitvoering van het nog op te stellen uitvoeringsprogramma VVTH moeten gemonitord worden. Zo kan worden gevolgd of en in welke mate de doelen van het beleidsplan worden gehaald, of de uitvoering volgens planning verloopt en of er tussentijds bijstelling nodig is. Conform de eisen uit de Omgevingswet en de daarin opgenomen landelijke kwaliteitscriteria moeten naast de doelen nog een aantal andere zaken via monitoring gevolgd worden:

Voor de toezichtstrategie worden de volgende aspecten bijgehouden:

  • Hoeveel controles zijn uitgevoerd?

  • Hoeveel uren zijn aan toezicht besteed?

  • Op welke wijze heeft toezicht plaatsgehad?

  • Wie heeft het toezicht uitgeoefend?

  • Hoeveel en welke overtredingen zijn geconstateerd?

  • Tijdigheid van de (her)controle

  • Hoeveel strijdigheden zijn beëindigd?

Ook de monitoring van de sanctiestrategie kent een aantal meetpunten, te weten de volgende:

  • Welk bestuursrechtelijk en strafrechtelijk instrument is gebruikt ten behoeve van de beëindiging van de overtreding?

  • Hebben de toegepaste instrumenten ertoe geleid dat de overtreding is beëindigd?

  • Hoeveel uren zijn aan het handhavingstraject besteed?

Bij de gedoogstrategie wordt bijgehouden:

  • Welke overtredingen zijn gedoogd?

  • Hoeveel overtredingen zijn gedoogd?

  • Hoe lang zijn deze gedoogd?

  • Is de overtreding beëindigd?

Voor vergunningverlening van de fysieke leefomgeving (milieu, bouwen, RO, brandveiligheid, Omgevingsverordening en bijzondere wetten ) wordt bijgehouden:

  • Aantal en aard van ingediende aanvragen;

  • Aantal besluiten op basis van de ingediende aanvragen;

  • Aantal afgehandelde meldingen onderverdeeld in relevante categorieën;

  • Aantal besluiten onderverdeeld naar relevante categorieën;

  • Aantal ingediende bezwaren/beroep en percentage gehonoreerd;

  • Tijdigheid van de geleverde producten;

  • De inhoudelijke kwaliteit van de producten;

  • De actualiteit van omgevingsvergunningen milieu.

Voor aanvragen die in strijd zijn met het omgevingsplan wordt bijgehouden:

  • Aantal en aard van de aanvragen;

  • Complexiteit;

  • De gronden op basis waarvan het afwijkingsbesluit is genomen;

  • De relatie tussen dergelijke aanvragen en de wettelijke termijnen;

  • Aantal keren dat bezwaar- en beroep is aangetekend.

Monitoring vindt momenteel plaats op uren die projectmatig worden uitgevoerd naast het reguliere werk. Op dit moment worden verschillende registratiesystemen binnen de gemeente gebruikt om te kunnen monitoren (o.a. Melddesk, City Control, Excel en RxMission). Termijnbewaking vindt geautomatiseerd plaats in RxMission voor vergunningverlening. Voor de taken op het gebied van veiligheid, toezicht en handhaving vindt dit deels nog handmatig plaats. Tijdschrijven is ingevoerd voor de VVTH-taken, behalve voor vergunningverlening en de daarbij horende projecten. Binnen de gemeente is de tool Engage aangeschaft. Hierin vindt het procesontwerp plaats (voor werkprocessen). Operationalisering gebeurt daarna in RxMission.

Nog niet alle bovengenoemde zaken worden gemonitord. Dit vraagt om harmonisatie. Bezien zal worden of registratie van bovengenoemde gegevens kan plaatsvinden in één systeem.

Binnen de provincie Limburg zijn gemeenten en provincie gekomen tot één uniforme VTH-applicatie. Dit is het RxMission systeem.

2.6 Rapportage en evaluatie

Momenteel vindt er voor toezicht en handhaving van de fysieke leefomgeving jaarlijks terugkoppeling plaats naar het bestuur over de stand van zaken met betrekking tot de handhaving. Tussentijds wordt er gerapporteerd over herprioritering, indien aan de orde. Over de prestaties met betrekking tot vergunningverlening voor de beleidsvelden van de fysieke leefomgeving vindt thans nog geen rapportage plaats.

Rapportage over de uitvoering van de VTH-taken is van belang voor de management- en bestuurlijke sturing. Door tussentijds te rapporteren wordt inzicht verkregen of de in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten op schema liggen en in hoeverre deze bijdragen aan het bereiken van de gestelde doelen. Er worden met ingang van 2020 kwartaalrapportages opgesteld waarin wordt aangegeven of en in welke mate het uitvoeringsprogramma daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks, met ingang van januari 2020, een integraal jaarverslag uit over de uitvoering van het VTH-plan en het uitvoeringsprogramma VTH, dat zij ter kennis brengen van de gemeenteraad. Het jaarverslag geeft het beeld weer van hoe uitvoering is gegeven aan het VTH-plan en het hieraan gekoppelde uitvoeringsprogramma VTH en wat de uitkomsten daarvan zijn. De verantwoording van inzet, prestaties en resultaten vindt plaats conform de eisen zoals opgenomen in de Omgevingswet en het hierbij behorende Omgevingsbesluit en de landelijke kwaliteitscriteria. Dit houdt in dat verantwoording wordt afgelegd over:

  • Het bereiken van de geformuleerde doelstellingen.

  • De uitvoering van afspraken die gemaakt zijn met andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving over de samenwerking en de afstemming van handhavingswerkzaamheden.

  • Prestaties handhaving, zoals aantal controles per categorie, de mate waarin de toezicht- en sanctiestrategie is toegepast, de realisatie van geplande bezoekfrequenties, tijdigheid van hercontroles, tijdigheid versturen controleverslag en brief, het naleefgedrag en de evaluatie van de handhavingsresultaten uitmondend in verbeteringen ten aanzien van de handhavings(beleids)cyclus.

  • flexibiliteit en actualiteit vigerende juridische planologische regelingen

  • zicht op afwijkingen in verband met mogelijke activiteiten die in strijd zijn met het omgevingsplan;

  • prestaties vergunningverlening (aantal producten per categorie en tijdbesteding, tijdigheid van het besluit, juridische kwaliteit, evaluatie prestaties vergunningverlening)

  • prestaties wat betreft aanvragen niet passend binnen het omgevingsplan.

De jaarlijkse evaluatie kan leiden tot bijstelling van doelstellingen, beleid en of prioriteiten.

3. Strategie Vergunningverlening

De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Voorafgaand aan de Omgevingswet bestond het omgevingsrecht uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Zij hadden allen hun eigen uitgangspunten, eisen en werkwijzen. De wetgeving werd te ingewikkeld voor de mensen die ermee moesten werken. Met de nieuwe Omgevingswet worden verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar afgestemd. Ook worden duurzame projecten (zoals windmolenparken) gestimuleerd en krijgen gemeenten, provincies en waterschappen meer ruimte. Zo kunnen zij hun omgevingsbeleid afstemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen. Op grond van de Omgevingswet moet de gemeente een omgevingsvisie maken, waarin rekening wordt gehouden met de verschillende belangen in een gebied. De oude bestemmingsplannen komen samen in 1 omgevingsplan.

Verder biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën. Dit komt doordat er meer algemene regels gelden, in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het doel staat voorop en niet het middel om er te komen. De houding bij het beoordelen van plannen is ‘ja mits’ in plaats van ‘nee tenzij’ (zoals ook al opgenomen in dit beleidsplan). Zo ontstaat ruimte voor bijvoorbeeld ondernemers en organisaties om met ideeën te komen.

Op basis van de kwaliteitscriteria moet het vergunningverlenend bevoegd gezag handelen op grond van een strategie voor het beoordelen en beslissen over een omgevingsvergunning. In deze strategie dient te worden vastgelegd wat de basiswerkwijze bij vergunningverlening is. De gemeente heeft het proces vastgelegd. Operationalisatie heeft plaatsgevonden in het geautomatiseerde systeem RxMission. Uitgangspunt is dat er voor de activiteit bouwen wordt getoetst op het kwaliteitsniveau zoals vastgelegd in de Landelijke Toetsmatrix Bouwen (LTB).

Voor de zogenaamde niet-basistaken (van de RUD) wordt er gewerkt aan een verordening die, zodra gereed, zal worden voorgelegd aan de raad.

Tot slot dient het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) vermelding. De wet is vanaf 1 januari 2024 stapsgewijs in werking getreden. De wet regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee wordt de positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument versterkt. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument en de bouwende partij(en) evenwichtiger. De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2028 alleen voor eenvoudige bouwwerken, zoals eensgezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Hierdoor kunnen bouwbedrijven en gemeenten stap voor stap ervaring opdoen met het nieuwe toezicht in de bouw.

Oude situatie / werkwijze

Situatie /werkwijze bij inwerkingtreding WKB

Een bouwaanvraag wordt door het team Vergunningen hoofdzakelijk getoetst aan:

Het bestemmingsplan;

Bouwverordening;

Redelijke eisen van welstand;

Bouwbesluit.

Controles worden uitgevoerd door het team VTH.

Handhavingsacties worden uitgevoerd door het team VTH.

Een bouwaanvraag wordt door het team Vergunningen hoofdzakelijk getoetst aan:

Het omgevingsplan (incl. de bruidsschat);

Besluit bouwwerken leefomgeving m.u.v. bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1 van de WKB.

Controles worden uitgevoerd door het team VTH m.u.v. bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1 van de WKB.

Handhavingsacties worden uitgevoerd door het team VTH.

  • Besluit bouwwerken leefomgeving

In het Besluit bouwwerken leefomgeving staan bouwtechnische eisen zoals eisen op het gebied van constructie, brandveiligheid, geluid, energiezuinigheid, bruikbaarheid etc.

  • Gevolgklasse 1 (ca. 40% van de huidige aanvragen)

Onder gevolgklasse 1 vallen –in grote lijnen- grondgebonden woningen, vakantiehuisjes en een industriegebouw van maximaal twee bouwlagen.

De initiatiefnemer is verplicht om voor ingebruikname aan het bevoegd gezag een dossier te overleggen dat inzicht geeft of het gerealiseerde bouwwerk voldoet aan de voorschriften uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. Indien dat niet het geval is kan het bevoegd gezag handhavend optreden.

Deze wet kan invloed hebben op de personele bezetting. Zo is het onduidelijk welke bouwtoets er mogelijk nog plaats moet vinden. Door de inwerkingtreding van deze wet zal in de loop van 2024 worden bezien welke gevolgen dit met zich meebrengt.

3.1 Deregulering

Deregulering is één van de doelen van dit beleidsplan. In 2018 is het Project Regeldrukvermindering grotendeels afgerond en zijn vrijwel alle gemeentelijke wettelijke en beleidsregels beoordeeld, geactualiseerd en voor zover mogelijk samengevoegd. In 2019 zijn de Welstandnota, het Bomenbeleidsplan en de Handelsreclameverordening nog tegen het licht gehouden. In 2020 wordt het terrassenbeleid, uitstallingsbeleid en reclamebeleid opgesteld dan wel geëvalueerd.

3.2 Communicatie en voorlichting rond vergunningverlening

De regeldruk (veelal onder Europese invloed) is in de laatste jaren sterk toegenomen. Het is dan ook niet zo vreemd dat burgers, bedrijven en instellingen niet van alle regels op de hoogte zijn. Daar komt nog bij dat de regels onderhevig zijn aan verandering. Binnen een paar jaar zijn tal van regels veranderd en aangepast. Denk hierbij aan de Woningwet en het Bouwbesluit, de Wro, het

Activiteitenbesluit, de Wet luchtkwaliteit, de Wet op de archeologische monumentenzorg, de Wabo, de Wet VTH en vanaf 1 januari 2024 ook de Omgevingswet. Ook de regels voor vergunningvrij bouwen zijn gewijzigd. Het is voor burgers hierdoor steeds onduidelijker wanneer er wel of geen vergunning nodig is. Omdat al deze wet- en regelgeving vooral de gemeente treft en daarmee ook haar ingezetenen, is het van belang dat de gemeente de burgers, bedrijven en instellingen actief informeert en voorlicht over de van toepassing zijnde regels en hierbij duidelijk aangeeft wanneer er wel of geen vergunning nodig is. De gemeente Valkenburg aan de Geul wil middels een voorlichting burgers, instellingen en bedrijven goed informeren over welke regels waarvoor gelden en of en waarvoor een vergunning noodzakelijk is. Waar mogelijk vindt deze informatieverstrekking plaats via de (nieuwe) gemeentelijke website. Indien nodig wordt informatie ook verstrekt via mail, telefoon of balie.

In 2019 wordt een communicatieplan opgesteld waarin wordt uitgewerkt welke communicatiemiddelen in welke gevallen worden ingezet. Het opstellen van het communicatieplan in de hieruit voortvloeiende activiteiten worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma VVTH.

4 Vigerend beleid

Onderhavig VTH-plan heeft betrekking op de fysieke leefomgeving. Het betreft de beleidsvelden natuur en milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, en bijzondere wetten waaronder de Drank- en horecawet en de Basisregistratie personen. In het verleden heeft de gemeente voor deze beleidsvelden separaat beleid opgesteld. Hieronder wordt aangegeven voor welke beleidsvelden de gemeente al vigerend beleid heeft opgesteld.

4.1 Bouwen

Voor het taakgebied Bouwen is er een Omgevingsverordening , Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen + Omgevingsverordening (BGBOP), Reglement van orde van de Monumentencommissie vastgesteld.

4.2 Milieu

Voor het taakgebied Milieu is er een Verordening geurhinder en veehouderij en een Afvalstoffenverordening vastgesteld.

4.3 Evenementen

Voor evenementen is er Evenementenbeleid opgesteld. Er zijn twee evenementenbeleidsstukken waarvan 1 strategisch en 1 gericht is op de processen. Dit beleid wordt periodiek geactualiseerd.

4.4 Integrale handhaving

In onderhavig VVTH plan is het integraal toezicht- en handhavingsbeleid voor 2020-2024 geïntegreerd.

4.5 Vergunningenplan

De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft in het verleden een Vergunningenplan opgesteld. Dit beleid is geëxpireerd. In onderhavig VVTH plan is het nieuwe Vergunningenplan voor 2020-2024 geïntegreerd.

4.6 Integrale veiligheid

De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft een Integraal Veiligheidsplan vastgesteld. In het jaarlijkse VVTH-uitvoeringsprogramma worden activiteiten opgenomen die bijdragen aan het realiseren van dit Integraal Veiligheidsplan.

4.7 Ruimtelijke Ordening

De gemeente Valkenburg aan de Geul beschikt over één omgevingsplan voor het gehele grondgebied van de gemeente.

4.8 Preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet

De gemeente beschikt over een Preventieplan Drank- en Horecawet dat periodiek wordt geactualiseerd. Ook hiervoor geldt dat de concrete activiteiten die worden uitgevoerd in dit kader worden opgenomen in het jaarlijkse VVTH-uitvoeringsprogramma.

4.9 Horecasanctiebeleid

Recent heeft de gemeente haar horecasanctiebeleid opnieuw tegen het licht gehouden. Hierin is een handhavingsmatrix opgenomen die wordt toegepast bij de aanpak van overtredingen die worden begaan door horecaondernemers. In de nieuwe Handhavingsmatrix Horeca wordt voor de betreffende overtredingen een stappenplan voor de handhaving vastgesteld. Hiermee wordt beoogd rechtszekerheid te bieden aan zowel burgers als ondernemers. De matrix biedt daarmee een kader voor een eenduidige aanpak van deze overtredingen.

5 Strategie en werkwijze toezicht en handhaving

5.1 Nalevingsstrategie

De gemeente Valkenburg aan de Geul zet verschillende toezicht- en handhavingsinstrumenten in om een goed naleefgedrag te bereiken. Er zijn vijf methoden te onderscheiden om de naleving te verbeteren:

  • 1.

    heldere en handhaafbare vergunningsvoorschriften waardoor het voor de vergunning- en toezichthouder duidelijk is wat er vergund is en tegen welke voorwaarden;

  • 2.

    het bevorderen van de naleving door het houden van toezicht (conform toezichtstrategie);

  • 3.

    het bevorderen van de naleving door burgers en bedrijven actief te informeren en voor te lichten over van toepassing zijnde wet- en regelgeving en beleid;

  • 4.

    het bevorderen van de naleving door repressief optreden (opleggen van sancties conform de landelijke handhavingsstrategie);

  • 5.

    het bevorderen van de naleving door het opschorten van acties (gedogen).

De gemeente Valkenburg aan de Geul streeft naar maximale beïnvloeding van het naleefgedrag door in de diverse fasen het meest geëigende instrument in te zetten. Een goede naleving begint in de vergunningsfase met een heldere en eenduidige vergunning en goed te begrijpen voorschriften. Hiermee wordt het naleven ervan gestimuleerd. Het naleefgedrag van de overtreder en de aard en de ernst van de overtreding is vervolgens in de toezichtfase bepalend voor de keuze van het meest effectieve of passende instrument. In de handhavingsfase is de beslissing welk handhavingsinstrument wordt ingezet, gebaseerd op de grootte van het risico dat met de overtreding gemoeid is. De gemeente zal mild optreden waar het kan en streng optreden waar het moet.

5.2 Toezichtstrategie

Toezicht is primair bedoeld om na te gaan of conform de regels wordt gehandeld. Is dat niet het geval, dan zal gebruik worden gemaakt van een van de repressieve handhavingsinstrumenten (toepassen van bestuursdwang, opleggen last onder dwangsom, intrekken van een beschikking, bestuurlijke boete, strafrechtelijke handhaving en privaatrechtelijke handhaving) om de situatie weer in overeenstemming met de regels te brengen.

Op basis van de eisen in het Omgevingsbesluit en de landelijke kwaliteitscriteria dient de gemeente te beschikken over een toezichtstrategie. Hierin moet zijn aangegeven welke vormen van toezicht worden onderscheiden en wat de basiswerkwijze daarbij is (die vervolgens in de protocollen nader wordt uitgewerkt). Het houden van toezicht kan beschouwd worden als ‘bestaand beleid’. De gemeente Valkenburg aan de Geul had in haar integrale handhavingsbeleid 2013-2016 al een toezichtstrategie opgenomen. Inmiddels zijn er landelijk strategieën opgesteld waaraan Valkenburg aan de Geul zich zal conformeren (zie ook paragraaf 5.4). Zo ook voor de uitvoering van het bouwtoezicht. Conform de eisen uit de kwaliteitscriteria zal toezicht tijdens de bouwfase plaats vinden op basis van een systematiek zoals vastgelegd in het landelijke integraal Toezicht Protocol

(iTP). Deze systematiek gaat uit van objectcategorieën op basis van gebruik/activiteit, een toezichtmatrix die diepgang per thema en frequentie vast legt en een projectgebonden checklist voor de inspectie. In de kwaliteitscriteria is voor het bevoegd gezag de verplichting opgenomen om het collectieve niveau zoals afgesproken in het integraal toezichtprotocol te hanteren. De gemeente Valkenburg aan de Geul mag van de bovengenoemde objectieve criteria afwijken indien aantoonbaar blijkt uit eigen gegevens dat het collectieve niveau niet noodzakelijk dan wel niet ambitieus genoeg is. De argumenten tot afwijken moeten aantoonbaar worden gemaakt en vastgesteld worden.

De gemeente Valkenburg aan de Geul zal voor het toezicht tijdens de bouwfase het collectieve niveau zoals afgesproken in het iTP hanteren. Dit heeft gevolgen voor de huidige werkwijze van de toezichthouders bouwen en de benodigde beschikbare capaciteit voor de uit te voeren controles. In het uitvoeringsprogramma VVTH zullen jaarlijks de aantallen uit te voeren controles per jaar met de hierbij benodigde capaciteit opgenomen worden. Door de komst van de Wkb heeft dit voorlopig enkel geen betrekking meer op gebouwen met gevolgklasse 1.

5.3 Communicatie als preventieve handhaving

De gemeente Valkenburg aan de Geul gebruikt voorlichting en communicatie om (een beter) naleefgedrag te bereiken. De gemeente geeft haar inwoners en bedrijven (desgevraagd) voorlichting over geldende regels en wetten. Daarnaast vindt informatievertrekking plaats langs de volgende kanalen: via e-mail, telefoon, balie en internet. Een belangrijke rol is hier weggelegd voor de gemeentelijke website. In 2019 wordt een communicatienota opgesteld waarin wordt uitgewerkt welke communicatiemiddelen in welke gevallen worden ingezet.

5.4 Landelijke Handhavingstrategie (sanctiestrategie)

Ondersteund door het Programma Uitvoering met Ambitie - PUmA - namen het Interprovinciaal overleg (IPO) en het Openbaar Ministerie (OM), eind 2012 het initiatief om met alle betrokken overheden, een landelijke strategie op te stellen voor toezicht en handhaving . Tijdens het Bestuurlijk Omgevingsberaad van 4 juni 2014 is de eindversie van de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) door het IPO en het Openbaar Ministerie aangeboden aan staatssecretaris Mansveld van Milieu. Daarbij spraken alle betrokken partijen zich uit voor implementatie van de LHS. Handhavende instanties, zoals overheden, omgevingsdiensten, het Openbaar Ministerie en de politie treden dan op eenzelfde manier op bij geconstateerde overtredingen. Zo ontstaat een gelijk speelveld, wordt het rechtsgevoel gerespecteerd en blijft de leefomgeving veilig, schoon en gezond.

De Landelijke Handhavingstrategie (LHS) is het eerste gezamenlijke product van: het OM, het IPO, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),de Unie van Waterschappen (UvW), het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SZW), de Nationale Politie en de vereniging van omgevingsdiensten (OmgevingsdienstNL).

Met de Landelijke Handhavingstrategie worden reacties op beoordelingen van inspecteurs gelijkgetrokken. Verder verbindt de Landelijke Handhavingsstrategie het bestuurs- en strafrecht met elkaar. In de handhavingsstrategie staan de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke (repressieve)

handhaving centraal. Hierbij wordt aangegeven hoe en wanneer de diverse

handhavingsinstrumenten worden ingezet, gelet op de zwaarte van de overtreding en de termijn waarbinnen een einde aan de overtreding moet zijn gemaakt. De aanpak op zowel het gebied van het bestuursrecht alsook het strafrecht wordt aangeduid als het tweesporenbeleid. Via twee sporen wordt handhaving opgepakt. Bij voorkeur vindt het optreden plaats door zowel het gemeentebestuur als door de politie en OM. Uiteraard indien en voor zover de partners daartoe bevoegd zijn en voor zover hun prioriteitenstelling daarmee strookt.

De Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) is de opvolger van de LHS. In de kern is de strategie nagenoeg niet veranderd. Wat anders is, is dat de aansluiting op de Omgevingswet goed wordt gelegd, terminologie is geactualiseerd en de bestuurlijke boete toegevoegd. Verder is de relatie tussen bestuursrecht en strafrecht (nog) beter beschreven en geborgd. De LHSO is in het najaar van 2022 vastgesteld.

Overeenkomstig de eisen uit de Wet VTH en de kwaliteitscriteria hanteert de gemeente Valkenburg aan de Geul bij de uitvoering van toezicht en handhaving de uniforme Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht. De actuele versie daarvan is te vinden op internet.

De door de gemeente Valkenburg aan de Geul gehanteerde landelijke handhavingsstrategie heeft betrekking op alle overtredingen van de regelgeving van de fysieke leefomgeving (milieu, bouwen, RO, brandveiligheid, Omgevingsverordening en bijzondere wetten).

Zoals hiervoor al aangegeven heeft de gemeente specifiek voor overtredingen door horecaondernemers een eigen handhavingsmatrix opgesteld die wordt toegepast.

5.5 Privaatrechtelijke handhaving

Met privaatrechtelijke handhaving wordt bedoeld dat de gemeente Valkenburg aan de Geul de aan haar in het privaatrecht toegekende bevoegdheden gebruikt om de naleving van rechtsregels te bevorderen. Bij onrechtmatig in gebruik genomen groenstroken door burgers (bijvoorbeeld ter vergroting van achtertuinen) kan de gemeente, door gebruik te maken van haar eigenaarsbevoegdheid, privaatrechtelijk handhaven. Ook privaatrechtelijk kostenverhaal op grond van een onrechtmatige daadsactie kan tot de mogelijkheden behoren, bijvoorbeeld bij het opruimen van olie op de weg.

Als de gemeente Valkenburg aan de Geul wil handhaven, staat het haar niet vrij om naar believen gebruik te maken van het publiekrecht dan wel van het privaatrecht. De zogenaamde Windmilldoctrine vormt de maatstaf om te bepalen of het privaatrecht mag worden aangesproken om een voor de gemeente ongewenste c.q. strijdige situatie te beëindigen. Deze doctrine houdt in dat geen gebruik mag worden gemaakt van het privaatrecht wanneer hetzelfde resultaat kan worden bereikt via de bestuursrechtelijke (handhavings-)weg. In een dergelijke situatie zou de publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze worden doorkruist.

Omdat privaatrechtelijk handhaven niet snel kan worden gebruikt, geldt het uitgangspunt dat primair wordt ingezet op bestuursrechtelijk handhaven.

5.6 Gedogen

Gedogen houdt eenvoudigweg in dat niet wordt opgetreden tegen een situatie, die strijdig is met de geldende regels. Gelet op de beginselplicht tot handhaving en de serieuze aanpak van de gemeente Valkenburg aan de Geul van handhaving zal gedogen zich slechts in uitzonderlijke situaties (kunnen) voordoen. Uitgangspunt in de gemeente Valkenburg aan de Geul is dat indien er gedoogd wordt, het rijksbeleid zoals vastgelegd in de nota “grenzen aan gedogen” als uitgangspunt wordt genomen.

Uitsluitend indien sprake is van bijzondere omstandigheden en het zorgvuldig afwegen van de betrokken belangen (bijvoorbeeld het door de overtreden rechtsregel beschermde belang, de belangen van derden en de belangen van de overtreder) daartoe aanleiding geven, kan het gerechtvaardigd of zelfs noodzakelijk zijn dat van bestuursrechtelijk handhavend optreden wordt afgezien. Deze stelregel vloeit voort uit de jurisprudentie aangaande handhaven en gedogen.

Onverminderd het vereiste van een zorgvuldige belangenafweging bij iedere overtreding, komen in principe de volgende situaties voor het afzien van bestuursrechtelijk handhavend optreden in aanmerking.

  • 1.

    Overmachtsituaties.

Het gaat hierbij om onvoorziene situaties (bijvoorbeeld calamiteiten), die niet voor legalisatie in aanmerking komen, maar waarbij de overtreder geen enkel verwijt kan worden gemaakt. De belangenafweging kan in die situaties ertoe nopen dat de overtreding tijdelijk wordt gedoogd.

  • 2.

    Situaties waarin handhavend optreden onevenredig is.

Kenmerk van deze situaties is dat geen sprake is van overmacht of van zicht op legalisatie van de overtreding op afzienbare termijn, maar wel van één of meer zodanig bijzondere omstandigheden, dat de belangenafweging aanleiding geeft om af te zien van bestuursrechtelijk handhavend optreden. Het gaat om situaties, waarin handhavend optreden (na afweging van de betrokken belangen) onevenredig moet worden geacht en wegens die grond achterwege dient te blijven.

  • 3.

    Situaties waarin sprake is van concreet zicht op legalisatie.

Concreet zicht op legalisatie van de overtreding is de voornaamste bijzondere omstandigheid die leidt tot het afzien van handhavend optreden. Is daarvan sprake, dan is het belang om handhavend op te treden relatief gering en wordt het toepassen van een bestuursrechtelijke maatregel veelal onrechtmatig geacht. Reden waarom in deze situaties in de regel geen daadwerkelijk gebruik kan worden gemaakt van de handhavingsbevoegdheid.

Gedogen kan uitsluitend actief, dus op basis van een expliciete (schriftelijke) beslissing. Stilzwijgend gedogen is niet toegestaan. Een gedoogbeslissing is in beginsel, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staan dus geen bezwaar en/of beroep open. Alleen in bijzondere gevallen kunnen gedoogbeslissingen (of het weigeren hiervan) worden aangemerkt als een besluit, bijvoorbeeld als het gevolg hiervan zou zijn dat iemand een strafbaar feit zou moeten begaan om een handhavingsbesluit uit te lokken, waartegen men dan rechtsmiddelen kan aanwenden. Het beleid voorziet voor situaties waarin wegens overmacht of onevenredigheid wordt gedoogd in een gedoogbeslissing. Daarnaast wordt voor situaties waarin sprake is van concreet zicht op legalisatie de term “opschortingsbesluit” gehanteerd.

Een gedoogbeslissing wordt in principe verleend voor een zo kort mogelijke, concrete termijn. Slechts in uitzonderingsgevallen kan deze worden verleend voor onbepaalde duur (bij geringe inbreuk) of is een persoonsgebonden gedoogbeslissing mogelijk. Voor wat betreft de geldigheidsduur van een opschortingsbesluit wordt aangesloten bij het moment waarop de overtreding c.q. het concrete zicht op legalisatie eindigt. Overigens staat bij het afzien van handhaven het door de overtreden rechtsregel beschermde belang (de beleidsdoelstelling) centraal. Er dienen zodanig strikte voorwaarden te worden gesteld dat dit belang genoegzaam is gewaarborgd en materieel gezien geen verslechtering optreedt ten opzichte van een legale situatie (past bij de belangenafweging en wordt marginaal getoetst). Een belanghebbende die het niet eens is met een genomen gedoogbeslissing, kan indirect middels het indienen van een handhavingsverzoek alsnog bezwaar maken tegen dit niet handhavend optreden. Tegen het besluit op dit verzoek staan namelijk wel rechtsmiddelen open.

5.7 Klachten, verzoeken om handhaving en mediation

Schriftelijke verzoeken om handhaving die voldoen aan het bepaalde in de Algemene Wet bestuursrecht zullen in principe conform de hiervoor geldende regels worden afgehandeld. Alle meldingen/klachten van burgers worden opgepakt. De melder ontvangt in alle gevallen een terugkoppeling over wat er naar aanleiding van zijn/haar klacht door de gemeente is en/of wordt ondernomen en wat de bevindingen waren/zijn.

De gemeente Valkenburg aan de Geul wil bij conflicten met burgers en bedrijven meer gebruik gaan maken van het mediationtraject (bemiddeling). Mediation wordt vooral zinvol geacht bij slepende kwesties, die veel tijd en geld kosten. Mediation heeft vele voordelen. De gemeente Valkenburg aan de Geul verwacht een betere en ook snellere oplossing van conflicten, door het draagvlak bij beide partijen. Mediation zorgt voor wederzijds respect en begrip en het betekent dat de gemeente een luisterend oor heeft voor klachten. De kwaliteit van dienstverlening wordt op die manier vergroot. In 2019 wordt in een nota nader uitgewerkt in welke gevallen en op welke wijze (pre)mediation wordt ingezet door de gemeente Valkenburg aan de Geul.

6 Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving

6.1 Vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul

Hieronder is in de vorm van een organigram de gemeentelijke organisatiestructuur weergegeven waarbinnen de gemeentelijke VVTH-taken worden uitgevoerd:

afbeelding binnen de regeling

6.2 Scheiding tussen vergunningverlening en handhaving

Op grond van de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de landelijke kwaliteitscriteria moeten binnen de gemeentelijke organisatie regelingen getroffen zijn voor een zo optimaal mogelijke scheiding tussen vergunningverlening en toezicht en handhaving. De functiescheiding tussen vergunningverlening en toezicht en handhaving draagt bij aan de objectiviteit van de handhaving. Op deze manier hoeft niet eenzelfde persoon, die een rol bij het verlenen van een bepaalde vergunning heeft gespeeld, nogmaals een oordeel te geven over de eventuele niet naleving van (een deel van) die vergunning. Daarnaast zijn vergunningverlening en handhaving aparte gebieden, die elk specifieke eisen stellen aan de kwaliteiten van de personen die zich hiermee bezig houden.

De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft haar eigen organisatie zo ingericht dat alle Omgevingswet vergunningverlening en handhaving gescheiden zijn op bestuurlijk, organisatorisch en persoonsniveau. Daarnaast dient volgens de Omgevingswet en de kwaliteitscriteria voor de juristen een scheiding op objectniveau te zijn. De gemeente Valkenburg aan de Geul voldoet aan deze eis.

Bij vergunningverlening is er een scheiding doorgevoerd tussen het vooroverleg en de vergunningverlening zelf.

6.3 Roulatiesysteem

Conform de eisen uit de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de landelijke kwaliteitscriteria dient de gemeente Valkenburg aan de Geul te beschikken over een roulatiesysteem bij objecten, partijen en inrichtingen waar frequent en intensief controles worden uitgevoerd. De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft voor toezicht bij inrichtingen een systeem geïmplementeerd waarbij telkens de trekker van de controle rouleert. De ene keer is dat een milieu-inspecteur, de andere een bouwinspecteur en dan een inspecteur brandveiligheid. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het roulatiesysteem. Voor het bouwtoezicht is er een indeling gemaakt naar eenvoudige en complexe taken een echt roulatiesysteem is er niet. Gelet op de gemeentegrootte valt het aantal bouwers en projectontwikkelaars mee. Om die reden is er voor bouwen geen roulatiesysteem ingevoerd.

6.4 Bereikbaarheid- en beschikbaarheidsregeling

Voor crises en rampen in de gemeente Valkenburg aan de Geul is er een 24-uurs bereikbaarheid geregeld.

Voor klachten in de openbare ruimte en klachten en meldingen op grond van de Omgevingswet is er een 24 uurs-bereikbaarheid geregeld via Tunneltoezicht. Het gaat daarbij om een bereikbaarheidsregeling, niet ook om een beschikbaarheidsregeling.

Als het gaat om klachten en meldingen die betrekking hebben op taken uit het basistakenpakket dan is bereikbaarheid en beschikbaarheid geregeld via de RUD Zuid-Limburg.

6.5 Mandaat bij vergunningverlening en toezicht en handhaving

De bevoegdheden tot het verlenen dan wel weigeren van vergunningaanvragen en het handhavend optreden tegen overtredingen komen toe aan bestuursorganen. Deze bevoegdheid kan gemandateerd worden aan de ambtelijke organisatie. De gemeente Valkenburg aan de Geul beschikt over een mandaatregeling. Daarin is (op hoofdlijnen) geregeld dat de teamleiders de door burgemeester of B&W genomen besluiten uitvoeren en afhandelen cq. ondertekenen. De teamleiders, juristen en behandelend ambtenaar vertegenwoordigen de gemeente in privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures.

6.6 Interne en externe afstemming

De gemeente draagt bij de uitvoering van haar VVTH-taken zorg voor een goede in- en externe afstemming. Zo vindt er overleg plaats tussen de teams Vergunningverlening en Veiligheid, Beleid Toezicht & Handhaving, is er periodiek overleg met de externe partners brandweer, politie, waterschap, provincie en regiogemeenten. Voor evenementen is er een apart integraal overleg.

6.7 Samenwerking met de RUD Zuid-Limburg

Op grond van de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit zijn gemeenten wettelijk verplicht om hun basistaken te beleggen bij een omgevingsdienst en moeten ze de kwaliteit van de uitvoering van deze basistaken vastleggen in een zogenaamde kwaliteitsverordening.

De RUD Zuid-Limburg is opgericht om de kwaliteit van de dienstverlening en het toezicht en handhaving bij de uitvoering van het milieudeel van de Omgevingswet te verbeteren, dit minimaal voor zover het de taken uit het landelijk basistakenpakket betreft. Het staat deelnemers aan de RUD vrij om meer taken in te brengen. Daarvoor heeft Valkenburg aan de Geul niet gekozen. Uitsluitend de basistaken worden door de RUD voor de gemeente uitgevoerd.

De RUD Zuid-Limburg stelt jaarlijks voor alle gemeenten in Zuid-Limburg een uitvoeringsprogramma op. In dit programma zijn de (verplichte)taken opgenomen die de gemeente door de RUD Zuid-Limburg laat uitvoeren. Conform de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit zijn gemeenten verplicht voor de uitvoering van het basistakenpakket door de RUD in een verordening regels te stellen om een goede kwaliteit van de vergunningverlening en handhaving door de RUD te borgen. De VNG heeft hier een

modelverordening voor opgesteld (gebaseerd op de kwaliteitscriteria). Op voordracht van de RUD Zuid-Limburg is die door alle partners ook vastgesteld.

6.8 Regelingen voor uitbesteden van vergunningverlening

Conform de landelijke kwaliteitscriteria dient de gemeente, indien zij gebruik (wenst te maken)maakt van externe ondersteuning hiervoor een regeling te hebben vastgesteld. Degene die ingehuurd wordt moet namelijk voldoen aan de eisen met betrekking tot de kritieke massa (opleiding, ervaring etc.) uit de landelijke kwaliteitscriteria. De gemeente Valkenburg aan de Geul beschikt nog niet over deze regeling. In het uitvoeringsprogramma VVTH wordt dit als actiepunt opgenomen. Uiteraard worden er bij inhuur de regels gevolgd uit het vastgestelde aanbestedingsbeleid.

6.9 Kwaliteitsborging

6.9.1 Zelfevaluatietool landelijke kwaliteitscriteria VTH / procescriteria

Voor gemeenten is landelijk in het verleden een zelfevaluatietool beschikbaar gesteld die de gemeenten inzicht verschaft in de mate waarin zij (kunnen) voldoen aan de kwaliteitscriteria (procescriteria) en wat eventuele verbeterpunten zijn. Deze tool is landelijk helaas niet meer beschikbaar. De gemeente Valkenburg aan de Geul toetst jaarlijks op vergelijkbare wijze of en in welke mate de gemeente voldoet zodat inzichtelijk is in welke mate de gemeente (nog) voldoet aan de eisen uit de Omgevingswet en de kwaliteitscriteria en welke acties er nog moeten plaatsvinden. Deze acties krijgen een plek in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma VVTH.

6.9.2 Steekproefsgewijze controles

Steeksproefsgewijs worden tweejaarlijks controles uitgevoerd of vergunningverlening bouwen plaats vindt conform het minimale toetsniveau uit de LTB 2012, of controles bouwen plaats vindt conform het landelijk toezichtsprotocol iTP, of toezicht van het omgevingsrecht plaats vindt conform de in onderhavig VVTH-plan opgenomen toezichtstrategie, of handhaving van het omgevingsrecht plaats vindt conform de landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht en of registratie van vergunningprocedures en toezicht en handhaving plaats vindt in de VTH backoffice applicatie RxMission. De uitkomsten hiervan worden opgenomen in de jaarlijkse rapportage aan het bestuur over de voortgang van het uitvoeringsprogramma VVTH.

6.9.3 Klanttevredenheidsonderzoek

De gemeente Valkenburg aan de Geul neemt deel aan de landelijke benchmark “Waar staat je gemeente”. Daarnaast zal de gemeente starten met het permanent meten van klanttevredenheid via de NPS-methodiek (Netto Promotor Score), een eenvoudige methode om klanttevredenheid te meten welke een bron is voor voortdurende verbetering van de dienstverlening.

6.9.4 Protocollen en werkinstructies

Conform de eisen uit de Omgevingswet en de landelijke kwaliteitscriteria dient het vergunningverlenend en handhavend bevoegd gezag te handelen op grond van protocollen voor de voorbereiding en uitvoering van haar Omgevingswet taken. Dit om de kwaliteit van de vergunningverlening en de handhaving te borgen. De gemeente dient de werkprocessen voor de voorbereiding en uitvoering van de Omgevingswettaken in protocollen vast te leggen. De volgende processen dienen voor de Omgevingswet- vergunningverlening te worden beschreven:

  • Vooroverleg;

  • Beoordelen concept-aanvraag;

  • Beoordelen definitieve aanvraag;

  • (ontwerp)besluit;

  • Bedenkingen;

  • Bezwaar en beroep;

  • Overdracht naar handhaving;

  • Procesbeschrijving van de te doorlopen stappen met betrekking tot afwijkingsbesluit;

  • Voor aanvragen in strijd met het omgevingsplan dan wel inpassingsplan een werkinstructie voor een goede intake en een werkinstructie voor het nagaan van relevante kaders/vigerend beleid.

Met het implementeren van de Omgevingswet in 2024 heeft de gemeente Valkenburg aan de Geul haar werkprocessen aangepast en zijn hier ook procesbeschrijvingen voor opgesteld. De gemeente Valkenburg aan de Geul zal jaarlijks de werkprocessen evalueren en waar nodig aanpassen. De resultaten uit de evaluatie worden opgenomen in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma VVTH.

De volgende processen dienen voor het Omgevingswet toezicht en handhaving te worden beschreven:

  • Voorbereiden van controles;

  • Uitvoeren van controles;

  • Versturen verslag en brief;

  • Toepassen van sancties.

De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft bovengenoemde processen beschreven. De processen zijn opgesteld aan de hand van de ervaringen uit de praktijk en dienen derhalve jaarlijks geëvalueerd te worden waarbij bekeken wordt of de beschrijvingen geactualiseerd en/of aangevuld moeten worden op basis van gewijzigde regelgeving of aanpassingen binnen het team en/of de rest van de organisatie. De jaarlijkse evaluatie en de hieruit voorvloeiende werkzaamheden worden opgenomen in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma VTH.

6.9.5 Objectieve criteria voor het bouwdeel van de omgevingsvergunning

Voor het taakveld bouwen dient de gemeente overeenkomstig de landelijke kwaliteitscriteria het bouwdeel van een omgevingsvergunning te toetsen op basis van een systematiek die risico’s bepaalt van de bouwaanvragen en accenten legt in het vergunningverleningsproces , zoals omschreven in het toetsprotocol CKB online (inmiddels vervangen door de Landelijke Toetsmatrix Bouwen (LTB) of een systematiek met vergelijkbare diepgang. De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft het toetsniveau waarop bouwaanvragen worden getoetst op basis van het nieuwe Besluit bouwwerken en leefomgeving nog niet vastgesteld. Conform de doelstelling in onderhavig VTH-plan zal de gemeente bij de toetsing van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit Bouwen minimaal het basisniveau uit de Landelijke Toetsmatrix Bouwen (LTB) toetsen.

6.9.6 Monitoring bezwaar- en beroepszaken

De gemeente zal monitoren welk aandeel van de door haar genomen (VTH-)besluiten stand houdt bij de commissie bezwaar, rechter en/of Raad van State. Dit als indicator voor de kwaliteit van haar primaire besluiten. Indien een besluit geen stand houdt dan wordt geanalyseerd op grond waarvan het besluit sneuvelt en vindt terugkoppeling plaats naar de opsteller van dat besluit. Het percentage besluiten dat stand houdt wordt opgenomen in de kwartaalrapportages in zake de voortgang van de uitvoering van het VVTH-uitvoeringsprogramma.

6.10 Borging capaciteit en middelen

Om aan de gestelde prioriteiten en doelen te kunnen voldoen, moet worden beschikt over de benodigde capaciteit en middelen. Conform de eisen in de Omgevingswet en de landelijke kwaliteitscriteria moet de gemeente Valkenburg aan de Geul de doelen en prioriteiten afstemmen op de capaciteit en middelen en deze borgen in de begroting. In de begroting moeten tevens de kosten voor inhuur, apparatuur en instrumenten worden vastgelegd. Daarnaast dient in de begroting een jaarlijkse reservering te worden gedaan van capaciteit en middelen die nodig zijn voor de uitvoering van landelijke prioriteiten en de regionale samenwerkingsafspraken en voor permanente her- en bijscholing. De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft deze eisen nog niet in haar begroting geborgd.

Ondertekening

Bijlage: lijst van gebruikte afkortingen

AMvB:

Algemene Maatregel van Bestuur

B&W:

College van Burgemeester en Wethouders

DHW:

Drank en Horecawet

ILT:

Inspectie Leefomgeving en Transport

I&M:

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

IPO:

Inter Provinciaal Overleg

I-SZW:

Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

iTP:

Integraal Toezicht Protocol

LHS:

LHSO:

Landelijke Handhavingsstrategie

Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht

LTB:

Landelijke Toetsmatrix Bouwen

OM:

Openbaar Ministerie

NPS:

Netto Promotor Score, een methodiek voor het meten van klanttevredenheid

PUmA:

Programma Uitvoering met Ambitie

RO:

Ruimtelijke Ordening

RUD:

Regionale Uitvoeringsdienst

UvW:

Unie van Waterschappen

VNG:

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VTH:

Vergunningen, Toezicht en Handhaving

VVTH:

Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en handhaving

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wro:

Wet op de ruimtelijke ordening

+taken:

Omgevingsverordening en bijzondere wetten

24/7:

24 uur per dag gedurende 7 dagen per week