Verordening op de heffing en de invordering van leges Bloemendaal 2024

Geldend van 02-02-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bloemendaal 2024

[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat het tarief in artikel 2.36 van de tarieventabel ontbrak. De oorspronkelijke publicatie is op 3 januari 2024 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2024, 6451.]

De raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

gezien het advies van de commissie B&M van 7 december 2023;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bloemendaal 2024 Legesverordening Bloemendaal 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal: Vigerende Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan, de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • f.

    het in behandeling nemen van aanvragen tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen inzake het plaatsen van zonnecollectoren en -panelen bij een Rijks- of een gemeentelijk monument of in een beschermd dorpsgezicht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening Bloemendaal 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening Bloemendaal 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Bloemendaal 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis:

 

a.

in de trouwzaal op maandag t/m vrijdag om 10:00 uur, 11:00 uur, 12:00 uur, 13:00 uur, 14:00 uur, 15:00 uur en 16:00 uur:

€ 515,97

b.

in de burgerzaal op vrijdag om 10:00 uur, 14:00 uur en 16:00 uur:

€ 1.031,93

c.

in de trouwzaal op zaterdag om 10:00 uur, 11:00 uur, 12:00 uur, 13:00 uur, 14:00 uur, 15:00 uur en 16:00 uur:

€ 937,63

d.

in de burgerzaal op zaterdag om 10:00 uur, 12:00 uur en 14:00 uur:

€ 1.875,26

e.

in de trouwzaal op alle hiervoor niet genoemde dagen en tijden, met uitzondering van maandag 08:30 uur en 09:00 uur:

€ 937,63

f.

in de burgerzaal op alle hiervoor niet genoemde dagen en tijden:

€ 1.875,26

g.

in de trouwzaal op maandag om 08:30 en 09:00 uur:

Kosteloos

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte in het gemeentehuis:

 

a.

in de trouwzaal op maandag t/m vrijdag om 10:00 uur, 11:00 uur, 12:00 uur, 13:00 uur, 14:00 uur, 15:00 uur en 16:00 uur:

€ 515,97

b.

in de burgerzaal op vrijdag om 10:00 uur, 14:00 uur en 16:00 uur:

€ 1.031,93

c.

in de trouwzaal op zaterdag om 10:00 uur, 11:00 uur, 12:00 uur, 13:00 uur, 14:00 uur, 15:00 uur en 16:00 uur:

€ 937,63

d.

in de burgerzaal op zaterdag om 10:00 uur, 12:00 uur en 14:00 uur:

€ 1.875,26

e.

in de trouwzaal op alle hiervoor niet genoemde dagen en tijden, met uitzondering van maandag 08:30 uur en 09:00 uur:

€ 937,63

f.

in de burgerzaal op alle hiervoor niet genoemde dagen en tijden:

€ 1.875,26

g.

in de trouwzaal op maandag om 08:30 en 09:00 uur:

Kosteloos

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

a.

op maandag t/m vrijdag:

€ 761,33

b.

op andere dagen:

€ 1.190,65

c.

voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een keuzelocatie als ‘bijzonder huis’ teneinde aldaar een huwelijk of registratie partnerschap mogelijk te maken worden de tarieven onder a. en b. verhoogd met:

€ 204,84

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis 

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

a.

op maandag t/m vrijdag:

€ 761,33

b.

op andere dagen:

€ 1.190,65

c.

voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een keuzelocatie als ‘bijzonder huis’ teneinde aldaar een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk mogelijk te maken worden de tarieven onder a. en b. verhoogd met:

€ 204,84

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 100,14

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 100,14

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 44,41

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

€ 26,16

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 26,16

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

n.v.t.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42*

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,92*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93*

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09*

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,01*

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2024.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11*

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65**

 

b.

bij een aanvraag buiten de reguliere openingstijden van de publieksbalie vermeerderd met:

n.v.t.

 

c.

bij een afgifte buiten de reguliere openingstijden van de publieksbalie vermeerderd met:

n.v.t.

 

d.

bij een aanvraag in verband met [beschadiging of] vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

n.v.t.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen b en c, wordt onder reguliere openingstijden verstaan:

 
 

[uren (bijvoorbeeld 09.00 – 14.00 uur)] op [dagen (bijvoorbeeld: werkdagen van maandag tot en met vrijdag)].

n.v.t.

3.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 

* Dit is vanaf 1 januari 2024 het maximumtarief van € 36,76, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 14,35.

** Let op: het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt sinds 1 januari 2024 € 39,65.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,60*

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 
 

1.

voor 100 verstrekkingen:

n.v.t.

 

2.

voor 500 verstrekkingen:

n.v.t.

 

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

n.v.t.

 

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

n.v.t.

 

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

n.v.t.

c.

tot het afsluiten van een abonnement op het [wekelijks] verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente:

n.v.t.

d.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 16,60*

 

* Dit is het maximumtarief.

 

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

n.v.t.

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 
 

1.

voor 100 verstrekkingen:

n.v.t.

 

2.

voor 500 verstrekkingen:

n.v.t.

 

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

n.v.t.

 

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

n.v.t.

 

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

n.v.t.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,40

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

* Dit is het maximumtarief.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

n.v.t.

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

n.v.t.

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

n.v.t.

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

n.v.t.

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

n.v.t.

f.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

n.v.t.

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

n.v.t.

h.

het gemeenteblad, per pagina:

n.v.t.

i.

een afschrift op grond van de Wet open overheid zwart-wit; enkelzijdig, A4-formaat:

€ 0,05

j.

een afschrift op grond van de Wet open overheid zwart-wit; enkelzijdig, A3-formaat:

€ 0,10

k.

een afschrift op grond van de Wet open overheid zwart-wit; dubbelzijdig, A4-formaat:

€ 0,10

l.

een afschrift op grond van de Wet open overheid zwart-wit; dubbelzijdig, A3-formaat:

€ 0,20

m.

een afschrift op grond van de Wet open overheid kleur; enkelzijdig, A4-formaat:

€ 0,20

n.

een afschrift op grond van de Wet open overheid kleur; enkelzijdig, A3-formaat:

€ 0,40

o.

een afschrift op grond van de Wet open overheid kleur; dubbelzijdig, A4-formaat:

€ 0,40

p.

een afschrift op grond van de Wet open overheid kleur; dubbelzijdig, A3-formaat:

€ 0,80

 

De leges worden pas geheven boven een totaalbedrag van € 50,00.

 

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

de verslagen van de raadsvergaderingen:

n.v.t.

b.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:

n.v.t.

c.

de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie:

n.v.t.

d.

de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:

n.v.t.

e.

het gemeenteblad:

n.v.t.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

n.v.t.

b.

in formaat A3, per bladzijde:

n.v.t.

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

n.v.t.

d.

in digitale vorm:

n.v.t.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

n.v.t.

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

n.v.t.

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

n.v.t.

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

n.v.t.

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

n.v.t.

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

n.v.t.

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

n.v.t.

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een gemeentegarantie:

n.v.t.

b.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

n.v.t.

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 16,23

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,40

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Kosten-

begroting

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van archiefbescheiden:

n.v.t.

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 59,40

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 59,40

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 185,03

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 92,49

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50*

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50*

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00*

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50*

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50*

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 59,97

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

n.v.t.

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 79,72

 

a.

als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

n.v.t.

 

b.

als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

n.v.t.

 

c.

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 159,44

 

d.

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met:

n.v.t.

 

e.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

n.v.t.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

n.v.t.

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.

 

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 
 

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

n.v.t.

 

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

n.v.t.

5.

Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

n.v.t.

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

  • a.

    hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

  • c.

    is gedaan binnen [twaalf] weken na het laatste vooroverleg.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of de Parkeerverordening zone E9 Bloemendaal 2006:

 
 

1.

voor een parkeervergunning/ontheffing op kenteken (geldig 1 kalenderjaar of een deel daarvan:

€ 63,92

 

2.

voor een eerste parkeerbezoekersvergunning betrekking hebbend op zone E9 (geldig 1 kalenderjaar of een deel daarvan):

€ 15,98

 

3.

voor een tweede parkeerbezoekersvergunning betrekking hebbend op zone E9 (geldig 1 kalenderjaar of een deel daarvan):

€ 31,96

 

4.

een tijdelijke parkeervergunning (maximaal 30 dagen) op grond van artikel 3, lid 6 van de Parkeerverordening zone E9 Bloemendaal 2006:

€ 31,96

 

5.

tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal, waarvoor een verkeersbesluit genomen moet worden op grond van de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994:

(samenhang met artikel 2.32)

€ 59,97

 

6.

een verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ander dan een parkeerontheffing zoals hiervoor bedoeld onder 1. t/m 4.:

€ 79,82

 

7.

een verlening van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken waarvoor een verkeersbesluit moet worden genomen op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994:

€ 290,86

 

8.

een verlening van een vergunning voor het bedrijfsmatig parkeren van voertuigen op de weg met het kennelijke doel deze voertuigen te verhuren ten behoeve van gebruik door derden, voor zover het gaat om de voertuigen die zijn benoemd in artikel 2.1 van de ‘Nadere regels vergunningen deelvoertuigen’:

 
 
 

a.

indien er gedurende de inschrijfperiode slechts één aanvraag wordt ingediend:

€ 480,00

 
 

b.

indien er gedurende de inschrijfperiode meerdere aanvragen worden ingediend:

€ 720,00

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

n.v.t.

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) indien sprake is van een vijfjaarlijkse keuring in een stabiele situatie (stabiel of statisch ten aanzien van fysieke gesteldheid als grondslag voor het in aanmerking komen van een kaart):

nihil

 
 
 
 
 
 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 16,23

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

n.v.t.

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

n.v.t.

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.

in formaat A4 of kleiner, zwart-wit, per bladzijde:

€ 0,35

 

2.

in formaat A3, zwart-wit, per bladzijde:

€ 0,80

 

3.

in formaat A2 of groter, zwart-wit, per bladzijde:

€ 4,00

 

4.

in formaat A4 of kleiner, kleur, per bladzijde:

€ 1,40

 

5.

in formaat A3, kleur, per bladzijde:

€ 2,80

 

6.

in formaat A2 of groter, kleur, per bladzijde:

€ 14,00

 

7.

kaarten en tekeningen, per stuk:

€ 4,20

 

8.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, per pagina of gedeelte daarvan:

€ 2,45

 

9.

De bedragen, genoemd onder 1 t/m 8, worden met ieder daaraan besteed kwartier, of gedeelte van dat kwartier, verhoogd met:

€ 30,40

 

10.

in digitale vorm, voor ieder aan het verzenden van digitale stukken besteed kwartier, of gedeelte van dat kwartier:

€ 30,40

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor het verlenen van een ligplaats voor het met een pleziervaartuig innemen van een gemeentelijke ligplaatsvoorziening:

€ 179,92

b.

voor het wijzigen van een al verleende vergunning dan wel huurovereenkomst voor het met een pleziervaartuig innemen van een gemeentelijke ligplaatsvoorziening (50% van de op grond van onderdeel 1.35a. verschuldigde leges):

€ 89,96

c.

om geplaatst te worden op de wachtlijst voor een ligplaats:

€ 37,28

d.

tot het verlenen van een vergunning tot het innemen van een staan- of ligplaats binnen de gemeente met een woonwagen of woonboot:

€ 206,90

e.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:45 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het mogen berijden van het strand, voor het eerste kenteken:

€ 59,97

f.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:45 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het mogen berijden van het strand, voor elk volgend kenteken:

€ 20,01

g.

tot het verlenen van een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het in werking hebben van geluidsapparatuur in de buitenlucht:

€ 179,92

h.

tot het verlenen van een aanwijs- of verwijsbord nadat daarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor een door de gemeente te leveren aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een nieuwe verkeerspaal, per stuk:

€ 264,44

i.

tot het verlenen van een aanwijs- of verwijsbord nadat daarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor een door de gemeente te leveren aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een bestaande verkeerspaal, per stuk:

€ 132,22

j.

tot het verlenen van een aanwijs- of verwijsbord nadat daarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor een door derden ter beschikking gesteld aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een nieuwe verkeerspaal, per stuk:

€ 132,22

k.

tot het verlenen van een aanwijs- of verwijsbord nadat daarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor een door derden ter beschikking gesteld aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een bestaande verkeerspaal, per stuk:

€ 66,11

l.

tot het verlenen van een vergunning en/of ontheffing tot handelingen, waarvoor krachtens wet, reglement of verordening een vergunning, ontheffing dan wel een verklaring van geen bezwaar moet worden gevraagd en voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of bijzondere regeling is opgenomen en voorts er daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 59,97

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemdeUniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 
 
 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een eerste overleg (toets wenselijkheid):

€ 220,86

b.

voor elk volgend overleg (toets haalbaarheid):

€ 740,45

 

per in te schakelen adviseur verhoogd met:

€ 220,86

P aragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 4.500 bedragen:

€ 185,03

b.

indien de bouwkosten € 4.500 tot € 10.000 bedragen:

€ 370,06

c.

indien de bouwkosten € 10.000 tot € 100.000 bedragen:

4,1%

 

van de bouwkosten, met een maximum van € 3.000.

 

d.

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 1.000.000 bedragen:

3,0%

 

van de bouwkosten, met een minimum van € 3.000.

 

e.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 4.500.000 bedragen:

3,0%

 

van de bouwkosten, met een maximum van € 108.000.

 

f.

indien de bouwkosten € 4.500.000 of meer bedragen:

2,79%

 

Met een maximum van € 500.000.

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen;

€ 370,06

 

b.

indien de bouwkosten tussen € 10.000 en € 100.000 bedragen:

4,10%

 
 

van de bouwkosten, met een maximum van € 3.000.

 
 

c.

indien de bouwkosten tussen € 100.000 tot € 1.000.000 bedragen:

3,00%

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 4.500.000 bedragen:

3,00%

 
 

van de bouwkosten, met een maximum van € 108.000.

 
 

e.

indien de bouwkosten € 4.500.000 of meer bedragen:

2,79%

 
 

van de bouwkosten, met een maximum van € 500.000.

 

2.

Voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 370,06

3.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.110,18

4.

Bij een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

5.

Voor een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de gemeenteraad geldt:

€ 11.101,80

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 370,06

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.110,18

c.

indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

d.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

 
 
 
 
 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Bloemendaal 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 223,96

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 223,96

2.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

3.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

4.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Bloemendaal 2024 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing als het gaat om:

  • a.

    een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 223,96

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 223,96

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Bloemendaal 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 149,21

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 223,96

2.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

3.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

4.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit, regulier

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.132,00

b.

voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem:

€ 4.264,00

c.

voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten:

€ 6.396,00

 
 
 

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit, uitgebreid

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.264,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 8.528,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 12.792,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

n.v.t.

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

n.v.t.

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

n.v.t.

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

n.v.t.

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

n.v.t.

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.608,90

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.608,90

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 435,93

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 79,72

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met een aanduiding voor archeologische waarde (1 t/m 6), als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 435,93

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in artikel [] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in artikel [] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 672,10

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

 
 

a.

aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

 
 

b.

Indrijven van voorwerpen,

 
 

c.

ophogen van de grond, of

 
 

d.

verharden van de grond.

 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

2.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

3.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

b.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 789,35

 
 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,70

 
 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 435,93

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 

b.

indien sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

c.

indien sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Variant 1 (regeling in Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel [] van de Algemene Plaatselijke Verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

n.v.t.

 
 

Variant 2 (regeling in nieuwe deel omgevingsplan)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel [] van het omgevingsplan:

n.v.t.

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

n.v.t.

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 119,94

Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.30 betrekking heeft op maximaal 10 ‘bomen’, bedraagt het tarief:

€ 179,92

Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.30 betrekking heeft op meer dan 10 ‘bomen’, bedraagt het tarief:

€ 359,83

 
 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:27 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 75,28

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 75,28

 
 
 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: gebruik van openbare plaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit gebruik van de openbare plaats, anders dan overeenkomstig de publieke functie ervan, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

(samenhang met artikel 3.19, sub 4)

€ 89,96

b.

als verkeersmaatregelen nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit, vermeerderd met:

€ 59,97

 
 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:17 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

(samenhang met artikel 3.10)

€ 239,88

 
 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 
 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 370,06

 

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

c.

betreft een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt, bedraagt het tarief:

€ 11.101,80

 

d.

betreft een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is, bedraagt het tarief:

€ 3.700,60

2.

Voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.608,90

 
 
 
 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 124,08

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 124,08

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

Een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.137,40

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 124,08

 
 
 
 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 124,08

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 124,08

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 1.137,40

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 124,08

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 517,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 2.512,62

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

n.v.t.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

n.v.t.

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 4.772,12

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 370,06

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

met een maximum van:

n.v.t.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.608,90

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor het adviesrecht van de raad geldt:

€ 11.101,80

c.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsactiviteit waarvoor een verplichte participatieprocedure nodig is:

€ 3.700,60

d.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a t/m c:

€ 3.700,60

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 220,86

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 220,86

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 220,86

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 220,86

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 220,86

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 5.170,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 220,86

Artikel 2.50 Advies 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 3.700,60

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie voor de omgevingskwaliteit Bloemendaal dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 81,17

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie voor de omgevingskwaliteit Bloemendaal in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 81,17

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

n.v.t.

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

n.v.t.

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

n.v.t.

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

n.v.t.

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.]

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na het in behandeling nemen van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na het in behandeling nemen van de aanvraag, doch voordat het besluit is genomen:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na het in behandeling nemen van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na publicatie van het ontwerpbesluit of tot achttien weken na het in behandeling nemen van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf achttien weken na het in behandeling nemen van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

1.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal:

€ 719,66

 

2.

indien voor deze inrichting ook een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet benodigd is:

€ 179,92

 

3.

een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning van een openbare inrichting als bedoeld in 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal:

€ 179,92

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal:

€ 59,97

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 719,66

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

n.v.t.

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 301,72

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet voor de eerste leidinggevende:

€ 89,97

 

1.

voor iedere volgende leidinggevende:

€ 29,99

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 119,96

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal:

 
 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 2.041,95

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

n.v.t.

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

n.v.t.

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 
 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met

n.v.t.

 

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

n.v.t.

3.

Als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en betrekking hebben op hetzelfde seksbedrijf en dezelfde exploitant, worden de op grond van dat lid verschuldigde leges voor iedere tweede en volgende van die aanvragen verminderd met:

n.v.t.

[4.

Als een vergunning als bedoeld in de het eerste lid, onderdelen a of b, is verleend onder de voorwaarde dat er ten hoogste één prostituee voor of bij het prostitutiebedrijf mag werken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

n.v.t.

 

van de op grond van die onderdelen voor het betreffende prostitutiebedrijf verschuldigde leges.]

 

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

n.v.t.

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

n.v.t.

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

n.v.t.

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

n.v.t.

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

n.v.t.

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

n.v.t.

[g.

het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken]:

n.v.t.

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 239,89

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

n.v.t.

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

de behandeling van een aanvraag voor een evenement met maatschappelijk belang (zoals een straatfeest, herdenking):

€ 59,97

b.

de behandeling van een aanvraag voor een klein evenement met minimale risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie A):

€ 239,88

c.

de behandeling van een aanvraag voor een nieuw evenement met risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie B), voor het eerste evenement:

€ 1.799,10

d.

de behandeling van een aanvraag voor een bestaand evenement met risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie B), voor het eerste evenement:

€ 599,70

e.

voor zover het betreft de behandeling van een aanvraag voor een repeterend evenement met risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie B) als bedoeld in 3.6c. of 3.6d. waarbij geen inhoudelijke beoordeling nodig is, voor het tweede en volgende evenementen, per evenement:

€ 119,94

f.

voor zover het betreft de behandeling van een aanvraag voor een nieuw evenement met verhoogde risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie C):

€ 4.797,76

g.

voor zover het betreft de behandeling van een aanvraag voor een bestaand evenement met verhoogde risico’s volgens risico categorisering van de VRK (categorie C):

€ 3.598,20

h.

voor zover het betreft de behandeling van een aanvraag voor een gemeentegrensoverschrijdend evenement (doorgangsevenement) waarvoor in naburige gemeenten ook vergunning is aangevraagd met risico’s volgens de risico categorisering van de VRK (categorie A, B of C):

€ 239,88

i.

een klein evenement dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2:25, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening:

n.v.t.

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

n.v.t.

b.

voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel [4] van de [citeertitel marktverordening (vergunning organisatie)]:

n.v.t.

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel [14], van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

 

b.

een dagplaatsvergunning als bedoeld in artikel [19], van de [citeertitel marktverordening], die leidt tot vergunningverlening:

n.v.t.

 

c.

een standwerkvergunning als bedoeld in artikel [20], van de [citeertitel marktverordening], die leidt tot vergunningverlening:

n.v.t.

 

[d.

een bedienvergunning als bedoeld in artikel [21], van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

2.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via het selectiestelsel, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van [… (bijvoorbeeld 50)] % van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

n.v.t.

3.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via loting, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van [… (bijvoorbeeld 75)] % van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

n.v.t.

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel [15] van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

b.

toestemming met vervanging van de vergunninghouder (artikel [17, tweede lid], van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

[c.

toekenning van een andere vaste standplaats als bedoeld in artikel [18, eerste lid], van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

[d].

ontheffing van de verplichting om de standplaats in te nemen tot de sluitingstijd van de markt (artikel [23, tweede lid], van de [citeertitel marktverordening]:

n.v.t.

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal en artikel 5.1, eerste lid aanhef onder a van de Omgevingswet in samenhang met artikel 22:8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

a.

voor een incidentele standplaats:

€ 119,94

 
 
 
 
 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap]

Artikel 3.11 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

n.v.t.

Artikel 3.12 Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

n.v.t.

Artikel 3.13 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

n.v.t.

Artikel 3.14 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

n.v.t.

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning[of -ontheffing]

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 462,61

[Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

n.v.t.

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 33, lid 1,2,3, van de Huisvestingsverordening Zuid Kennemerland/IJmond Bloemendaal 2022 :

€ 304,00

 
 

[Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap:

 

a.

voor een verhuurvergunning woonruimte:

n.v.t.

b.

voor een verhuurvergunning verblijfsruimte:

n.v.t.

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het op of aan de weg optreden als straatartiest:

€ 119,94

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het leggen van kabels en leidingen door nutsbedrijven die niet vallen onder de Telecommunicatiewet:

€ 79,72

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor het maken van (semi-)professionele foto- en filmopnamen in de gemeente Bloemendaal:

€ 181,79

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bloemendaal voor een werkterrein:

€ 89,96

5.

Indien ten aanzien van de artikelen 3.19.3 en 3.19.4 verkeersmaatregelen nodig zijn wordt het bedrag als genoemd bij de artikelen vermeerderd met:

€ 59,97

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot registratie in het landelijk register kinderopvang (of een wijziging) voor een kindercentrum (dagopvang of buitenschoolse opvang) dan wel een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1:45 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 846,54

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot registratie in het landelijk register kinderopvang (of een wijziging) voor een gastouder als bedoeld in artikel 1:45 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 423,27

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

De griffier van de gemeente Bloemendaal,