Subsidieregeling energiebesparing bestaande woningen Bergen 2024-2026

Geldend van 01-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 17-06-2022

Intitulé

Subsidieregeling energiebesparing bestaande woningen Bergen 2024-2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;

overwegende dat het gemeentebestuur de CO2 reductie wil stimuleren volgens de doelstellingen uit de Klimaatwet en het Klimaatakkoord, zoals ook opgenomen in het programma Klimaat BUCH 2021-2025, door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Bergen 2016;

b e s l u i t:

vast te stellen de Subsidieregeling energiebesparing bestaande woningen Bergen 2024-2026:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

aannemer-installateursverklaring

Een door het college vastgesteld formulier waarin het bouwbedrijf verklaart welke maatregelen zijn getroffen in het kader van deze regeling.

b.

aanvrager

een natuurlijk persoon, woonachtig in de gemeente Bergen, die als eigenaar-bewoner van een woning een aanvraag heeft ingediend.

c.

bestaande koopwoning

woning in de gemeente Bergen die op het moment van de indiening van de aanvraag in het kader van deze regeling is opgeleverd aan de eigenaar-bewoner, niet zijnde een woning met een recreatiefunctie.

d.

bouwbedrijf

bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie.

e.

bouwdeel

De te isoleren delen van een woning, zijnde:

  • -

    vloer/bodem

  • -

    gevel, waaronder de spouwmuur

  • -

    dak/de zolder en de vlieringvloer

  • -

    ramen

f.

college

het college van burgemeester en wethouders van Bergen.

g.

duurzame energielijst

lijst met voor subsidie in aanmerking komende maatregelen en bijbehorende activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

h.

eigenaar-bewoner

een natuurlijk persoon die een bestaande koopwoning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben.

i.

energielabel

energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen.

j.

maatregel

de te treffen voorzieningen en bijbehorende activiteiten die de energievraag reduceren, zoals vermeld in bijlage 1 van deze regeling.

k.

verordening

de Algemene subsidieverordening Bergen 2016.

l.

woning

woongelegenheid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, waaronder tevens wordt begrepen een appartement, met een woonfunctie en die is geregistreerd in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

m.

woninguitbreiding

het realiseren van een vergroting van het woonoppervlakte of wooninhoud van de woning, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

  • 1.

    het realiseren van een nieuwe aanbouw

  • 2.

    het realiseren van een nieuwe dakkapel

  • 3.

    het betrekken van een aan- of inpandige garage bij de woning, of

  • 4.

    het vergroten van het bestaande dak, gevel, vloer of glasoppervlakte.

n.

WOZ-waarde

waarde van de woning op peildatum 1-1-2022 zoals geregistreerd in het WOZ-waardeloket.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde maatregelen en doelgroepen.

Artikel 3. Maatregelen en doelgroepen

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor maatregelen die:

    • a.

      voorkomen op de duurzame energielijst zoals opgenomen in bijlage 1, en

    • b.

      worden toegepast bij een bestaande koopwoning, en

    • c.

      geïnstalleerd zijn door een bouwbedrijf.

  • 2. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor een bestaande koopwoning met een WOZ-waarde lager dan de gemiddelde WOZ-waarde 2022 van koopwoningen in de gemeente Bergen van 561.000 euro zoals opgenomen in bijlage 1 van de “Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000430533 … in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma” waarvoor geldt:

    • a.

      Doelgroep A:

      • de maatregel(en) is/zijn geplaatst c.q. getroffen vanaf 1 januari 2023 tot 1 november 2026 en

      • woning heeft een vastgesteld energielabel D, E, F of G en er wordt voor minimaal één maatregel subsidie aangevraagd, of

      • woning heeft geen vastgesteld energielabel en er wordt voor minimaal twee maatregelen subsidie aangevraagd, of

      • woning heeft geen vastgesteld energielabel en er wordt voor één maatregel subsidie aangevraagd en de woning heeft daarnaast nog minimaal één ander bouwdeel waarvoor isolatie aangebracht of verbeterd moet worden.

    • b.

      Doelgroep B:

      • de maatregel(en) is/zijn geplaatst c.q. getroffen vanaf 17 juni 2022 tot en met 31 december 2022 en er wordt voor minimaal één maatregel subsidie aangevraagd ongeacht het energielabel van de woning (energielabel A t/m G, of geen energielabel), of

      • de maatregel(en) is/zijn geplaatst c.q. getroffen vanaf 1 januari 2023 tot 1 november 2026, en

      • woning heeft een vastgesteld energielabel C, B of A, en er wordt voor minimaal één maatregel subsidie aangevraagd, of

      • woning heeft geen vastgesteld energielabel en er wordt voor één maatregel subsidie aangevraagd en de woning heeft geen ander bouwdeel waarvoor isolatie aangebracht of verbeterd moet worden.

Artikel 4. Hoogte van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor doelgroep A als bedoeld in artikel 2, tweede lid is voor de looptijd van deze regeling vastgesteld op € 525.000,-.

  • 2. Het subsidieplafond voor doelgroep B als bedoeld in artikel 2, tweede lid is voor de looptijd van deze regeling vastgesteld op € 200.000,-.

  • 3. De subsidie bedraagt:

    • a.

      40% van de daadwerkelijk gemaakte kosten (inclusief btw) voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van één maatregel waar subsidie voor is aangevraagd, met een maximum subsidiebedrag van € 1.000,-

    • b.

      40% van de daadwerkelijk gemaakte kosten (inclusief btw) voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van twee of meer maatregelen waar subsidie voor is aangevraagd, met een maximum subsidiebedrag van € 2.000,-

    • c.

      40% van de daadwerkelijk gemaakte kosten (inclusief btw) voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van twee of meer maatregelen indien ook nummer 12 uit de duurzame energielijst in bijlage 1 is uitgevoerd, met een maximum subsidiebedrag van € 2.500,-

  • 4. Per bestaande koopwoning wordt gedurende de looptijd van deze regeling maximaal € 4.000,- aan subsidie verstrekt.

  • 5. Subsidie wordt alleen toegekend indien de verstrekte subsidie hoger of gelijk is aan € 150,-.

Artikel 5. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. Aanvragen dienen schriftelijk of via de website van de uitvoerende organisatie, Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, te worden ingediend via het specifiek daartoe beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2. Indien de maatregelen al zijn getroffen dan kan de aanvrager subsidie aanvragen op basis van factuur, offerte, betaalbewijs en de aannemer-installateursverklaring.

  • 3. Indien de maatregelen nog getroffen moeten worden dan kan de aanvrager subsidie aanvragen op basis van een offerte.

  • 4. Aanvrager dient binnen 52 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot subsidieverlening een aanvraag tot subsidievaststelling in voorzien van factuur, betaalbewijs en de aannemer-installateursverklaring.

  • 5. Het college beslist, conform artikel 8, vierde lid, van de verordening binnen dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 6. Subsidie wordt uitsluitend betaalbaar gesteld indien de aanvrager met facturen en betaalbewijzen heeft aangetoond dat de maatregelen daadwerkelijk zijn toegepast en betaald.

  • 7. De aanvrager dient via een aannemer-installateursverklaring aan te tonen dat aan het in de duurzame energielijst vermelde criterium of criteria, zoals opgenomen in bijlage 1, is voldaan.

  • 8. Geen subsidie wordt verleend voor maatregelen die worden getroffen bij een woninguitbreiding.

Artikel 7. Duurzame Energielijst

Het college kan de duurzame energielijst, zoals opgenomen in bijlage 1, wijzigen, uitbreiden of inkorten.

Artikel 8. Subsidievaststelling

  • 1. Een subsidie wordt, conform artikel 13, tweede lid, van de verordening vastgesteld binnen 13 weken na de ontvangst van een volledige aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 2. In afwijking van artikel 13, derde lid van de verordening wordt er geen voorschot verstrekt.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 17 juni 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2027 met dien verstande dat zij nog 3 maanden blijft gelden voor het afhandelen van aanvragen die gedurende het van kracht zijn van deze regeling zijn ingediend.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling energiebesparing bestaande woningen Bergen 2024-2026”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Bergen in zijn vergadering van 19 december 2023,

de secretaris,

mr. M.N. (Martijn) Schroor

de burgemeester,

L.Hj. (Lars) Voskuil

Bijlage 1 Duurzame energielijst gemeente Bergen

Nummer

Maatregel

Criterium

 

Bouwkundig

Minimaal toe te passen isolatiewaarden

Minimale oppervlakte te isoleren deel

1

Dakisolatie, zolder- of vlieringisolatie

Rd ≥ 3,5 m2 K/W

20 m2

2

Vloerisolatie (HFK-vrij)

Rd ≥ 3,5 m2 K/W

20 m2

3

Bodemisolatie

Rd ≥ 3,5 m2 K/W

20 m2

4

Spouwmuurisolatie (HFK-vrij)

Rd ≥ 1,1 m2 K/W

10 m2

 
 

Alleen in combinatie met een ontheffing Wet natuurbescherming, of een ecologisch onderzoek op het adres (zie Toelichting).

5

Gevelisolatie

Rd ≥ 3,5 m2 K/W

10 m2

 
 

Gevelisolatie aan de buitenkant alleen in combinatie met een ontheffing Wet natuurbescherming, of een ecologisch onderzoek op het adres (zie Toelichting).

6

HR++ glas

U-glas ≤ 1,2

8 m2 (max. 45 m2)

7

HR+++ glas of triple glas

U-glas ≤ 0,7

8 m2 (max. 45 m2)

8

Isolerend paneel in kozijn in combinatie met HR++ glas

U-paneel ≤ 1,2

U-glas ≤ 1,2

8 m2 (max. 45 m2)

9

Isolerend paneel in kozijn in combinatie met HR+++ glas

U-paneel ≤ 0,7

U-glas ≤ 0,7

8 m2 (max. 45 m2)

10

Isolerende deur in combinatie met HR++ glas

U-deur ≤ 1,5

U-glas ≤ 1,2

8 m2 (max. 45 m2)

11

Isolerende deur in combinatie met HR+++ glas

U-deur ≤ 1,0

U-glas ≤ 0,7

8 m2 (max. 45 m2)

 

Installatietechnisch

Criterium

12

Verwijderen aardgasaansluiting

Verwijdering van de aardgasaansluiting is door (of in opdracht van) de netbeheerder uitgevoerd.

13

Energiezuinige ventilatie

Het voor de eerste keer aanleggen van: 1) systeem voor een CO2-gestuurde ventilatie

2) systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%. Voor deze maatregel kan alleen subsidie worden aangevraagd wanneer ook voor minimaal één andere maatregel uit deze lijst subsidie wordt aangevraagd.

Isolatie algemeen

Wanneer u uw woning gaat isoleren of als u energiebesparende maatregelen wilt treffen in uw woning, denk dan goed na of u in een later stadium nog andere maatregelen wilt treffen en of de huidige maatregel geen nadelige gevolgen heeft voor de nog te nemen maatregelen.

Isolatiewaardes

In de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rd-waarden vermeld. Hoe hoger de Rd-waarde hoe beter de isolatie. De Rd-waarde staat voor de warmteweerstand van het isolatiemateriaal.

De Rc-waarde staat voor de isolatiewaarde van de totale constructie, bijvoorbeeld het dak. Het dak bestaat meestal uit meerdere lagen, waaronder het isolatiemateriaal.

Voor glas en kozijnen rekent men met een U-waarde, die staat voor de warmtedoorlaatbaarheid van de constructie. Hier geldt: hoe lager de U-waarde, hoe beter de isolerende werking. De U-waarde wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort gas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas.

Waarop subsidie?

U kunt subsidie aanvragen voor het aanschaffen van de maatregelen en voor de kosten voor het aanbrengen/installeren van de maatregelen (incl. btw). U kunt geen subsidie aanvragen voor doe-het-zelf maatregelen, dus maatregelen die u zelf heeft aangebracht/geïnstalleerd.

Voor verdere uitleg over de maatregelen zie de toelichting hieronder.

Toelichting Duurzame energielijst gemeente Bergen

Nr. 1Dakisolatie, zolder- of vlieringisolatie

Een niet of slecht geïsoleerd huis betekent een grote belasting voor het milieu. Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Het isoleren van schuine daken en platte daken aan de buitenzijde kunt u het beste uitbesteden aan een professioneel bedrijf.

Als u een dak heeft dat in slechte staat is, dan is het verstandig om uw dak aan de buitenkant te isoleren. Een voordeel van het isoleren van een schuin dak aan de buitenzijde is dat het dakbeschot bij deze methode aan de ‘warme kant’ zit. Dit zorgt er voor dat de kans op vocht of condensatie zeer klein wordt.

Bij dakisolatie kiest u het isoleren van het bestaande dak. U moet minimaal 20 m2 van het bestaande dak isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w]

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

U krijgt maar één keer subsidie voor dakisolatie. Als u bijvoorbeeld al eerder subsidie hebt gekregen voor dakisolatie of zolder- vlieringvloerisolatie dan kunt u hiervoor geen tweede keer subsidie krijgen.

Voorwaarden zolder- of vlieringvloerisolatie

De zolder of vliering moet onverwarmd zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit betekent dat er geen maatregelen aanwezig mogen zijn waarmee u de zolder verwarmt, ook al gebruikt u die maatregelen (bijna) niet.

U moet minimaal 20 m2 van de bestaande zolder- vlieringvloer isoleren.

Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

U krijgt maar één keer subsidie voor dakisolatie. Als u bijvoorbeeld al eerder subsidie hebt gekregen voor dakisolatie of zolder- vlieringvloerisolatie dan kunt u hiervoor geen tweede keer subsidie krijgen. Eventuele bijkomende kosten als nieuwe dakpannen/balken/latten komen niet voor subsidie in aanmerking.

Dakkapel

Het (opnieuw) isoleren van een bestaand dakkapel en het vervangen van een oud dakkapel door een nieuw dakkapel valt onder de criteria van deze regeling.

Het voor de eerste keer plaatsen van een dakkapel is meestal geen significante verbetering qua energiebesparing en valt dus buiten deze regeling.

Nr. 2Vloerisolatie

Het isoleren van een vloer verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal laten aanbrengen. Er zijn verschillende mogelijkheden en materialen om uw vloer te isoleren, zoals aanbrengen van een schuimlaag, aanbrengen van flensdekens met steen- of glaswol of het aanbrengen van reflecterende folie. Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

U moet minimaal 20 m2 van de bestaande vloer isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

Nr. 3Bodemisolatie

Bodemisolatie wordt op de bodem van de kruipruimte aangebracht en vormt hierdoor een (thermische) scheiding tussen de kruipruimte en bodem. Bodemisolatie wordt meestal uitgevoerd door het afdekken van de bodem met isolerende parels of ‘chips’. Bodemisolatie wordt niet alleen vanwege thermische isolatie ingezet, maar ook om de kruipruimte droog te houden door het afdekken van de bodem.

Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w]. U moet minimaal 20 m2 van de bestaande bodem isoleren.

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

Nr. 4Spouwmuurisolatie

Bij spouwmuren bestaat er een paar centimeter ruimte tussen 2 muren. De meeste woningen die na 1920 zijn gebouwd, hebben een spouwmuur.

Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van goed isolerende kunststofkorrels (parels) die na verloop van tijd verharden tot compacte, maar dampdoorlatende platen. Ook kunt u kiezen voor vulling met minerale wolvlokken, die voorzien van een bindmiddel ook een compacte plaat zullen vormen. Een gecertificeerd bedrijf zal uw spouw altijd eerst onderzoeken op mogelijke koudebruggen, u goed adviseren en garantie geven op het resultaat.

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

U krijgt maar één keer subsidie voor spouwmuurisolatie. Als u hiervoor al eerder subsidie hebt gekregen dan kunt u hiervoor geen tweede keer subsidie krijgen.

Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

Bij spouwmuurisolatie moet rekening worden gehouden met beschermde vogels en vleermuizen. Om in aanmerking te komen voor subsidie is het volgende vereist:

  • De Omgevingsdienst NHN heeft een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming voor het adres van de aanvrager verleend, of

  • Uit een door een ecologisch deskundige uitgevoerd onderzoek op het adres van de aanvrager is gebleken dat er geen vleermuizen voorkomen.

Nr. 5Gevelisolatie

Aan de buitenkant van de woning wordt isolatie tegen de gevel bevestigd, afgewerkt met gevelsteen, plaatmateriaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook het duurst.

Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning van de gemeente in sommige gevallen vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koudebruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de vochtregulerende functie van de muren behouden wordt.

Aan de binnenkant isoleren met behulp van een voorzetwand. Hierbij kan het warmte-accumulerend en vochtregulerend effect van de muur verloren gaan en wordt de binnenruimte kleiner.

U moet minimaal 10 m2 gevel hebben laten isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

Het isoleren van binnenmuren en scheidingswanden komt niet in aanmerking voor subsidie.

Bij gevelisolatie moet rekening worden gehouden met beschermde vogels en vleermuizen. Om in aanmerking te komen voor subsidie is het volgende vereist:

  • De Omgevingsdienst NHN heeft een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming voor het adres van de aanvrager verleend, of

  • Uit een door een ecologisch deskundige uitgevoerd onderzoek op het adres van de aanvrager is gebleken dat er geen vleermuizen voorkomen.

Nr. 6HR++ glas

Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coating weerkaatst de warmte, maar laat het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer.

U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen, panelen of deuren vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.

De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K.

Nr. 7HR+++ of triple glas

U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen, panelen of deuren vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.

De isolatiewaarde (U-waarde) voor het Triple glas is maximaal 0,7 W/m2K.

Bij de toepassing van Triple glas moet u verplicht ook de kozijnen vervangen door isolerende kozijnen met een Uf-waarde van maximaal 1,5 W/m2K.

Nr. 8 Isolerend paneel in kozijn in combinatie met HR++ glas

Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas in combinatie met isolerende panelen dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K.

De isolatiewaarde van het paneel is maximaal 1,2 W/m2K.

Nr. 9Isolerend paneel in kozijn in combinatie met HR+++ glas

Als u heeft geïnvesteerd in HR+++ glas in combinatie met isolerende panelen dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

De isolatiewaarde van het HR+++ glas (U-waarde) is maximaal 0,7 W/m2K.

De isolatiewaarde van het paneel is maximaal 0,7 W/m2K.

Nr. 10 Isolerende deur in combinatie met HR++ glas

Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas in combinatie met een isolerende deur dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K.

De isolatiewaarde van de deur is maximaal 1,5 W/m2K.

Nr. 11Isolerende deur in combinatie met HR+++ glas

Als u heeft geïnvesteerd in HR+++ glas in combinatie met een isolerende deur dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

De isolatiewaarde van het HR+++ glas (U-waarde) is maximaal 0,7 W/m2K.

De isolatiewaarde van de deur is maximaal 1,0 W/m2K.

Nr. 6, 7, 8, 9, 10, 11

Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het glas telt hierin mee.

Als het geïsoleerde oppervlak, inclusief het glas, meer dan 45 m2 is dan brengen we het subsidiebedrag automatisch terug tot het maximale aantal van 45 m2 waarvoor u subsidie kunt krijgen.

Nr. 12Verwijderen aardgasaansluiting

Verwijdering van de aardgasaansluiting is door (of in opdracht van) de netbeheerder uitgevoerd. Zij voeren de maatregel zelf uit of huren daar een onderaannemer voor in. Vaak is het verwijderen van de aardgasaansluiting kosteloos.

Nr. 13Energiezuinige ventilatie

Het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor een CO2-gestuurde ventilatie, of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%. Voor deze maatregel kan alleen subsidie worden aangevraagd wanneer ook voor minimaal één andere maatregel uit deze lijst subsidie wordt aangevraagd.

Wanneer alleen voor één energiezuinig ventilatiesysteem subsidie wordt aangevraagd zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Het moet altijd in combinatie met een andere maatregel uit de lijst worden aangevraagd. Belangrijk ook is dat het hier niet gaat om de vervanging van een energiezuinig systeem. Het kan wel gaan ter vervanging van een mechanisch ventilatiesysteem zonder CO2-sturing.

Tips:

Op de website van Duurzaam Bouwloket vindt u onafhankelijke informatie over isolatie en andere energiebesparende maatregelen.

Milieu Centraal geeft tips, adviezen en achtergrondinformatie over belangrijke milieuonderwerpen, zoals energiebesparing, duurzame energie, vervoer, voeding en afval. Hiermee krijgen consumenten handvatten om zelf iets aan milieuproblemen te doen.