Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Noord-Brabant/Zeeland, Microwoningen

Geldend van 30-07-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Noord-Brabant/Zeeland, Microwoningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend dat het in de vergadering van 23 januari 2024 heeft besloten

  • -

    Gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven.

  • -

    Gelet op titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet.

I. Vast te stellen de Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Noord-Brabant/Zeeland, Microwoningen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Alle begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Regeling specifieke uitkering instandhouding en doorontwikkeling expertisecentra jeugdhulp en ASV.

  • a.

    ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven.

  • b.

    Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Brabant/Zeeland (BEN): de wijze waarop en vorm waarin de jeugdhulpregio’s in Brabant en Zeeland invulling geven aan de landelijke opdracht om het expertisecentrum jeugdhulp binnen Brabant en Zeeland in stand te houden en door te ontwikkelen. Dit houdt in het vanuit een onafhankelijke positie ondersteunen van jeugdhulpregio’s en de regionale expertteams om samen met jeugdigen, ouders, hulpverleners en gemeenten een onvoorwaardelijke oplossing te vinden dan wel organiseren van de best passende hulp voor kinderen en jeugdigen tot 23 jaar met complexe én meervoudige én weinig voorkomende problematiek.

  • c.

    Jeugdhulpregio’s: De zes samenwerkende Jeugdhulpregio’s in de provincies Noord-Brabant en Zeeland zijnde:

    • i.

      Zuidoost Brabant

    • ii.

      Noordoost Brabant

    • iii.

      Midden Brabant

    • iv.

      West Brabant Oost

    • v.

      West Brabant West

    • vi.

      Zeeland

  • d.

    Jeugdwet: Wet van 1 maart 2014 inzake regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.

  • e.

    Jeugdige: jeugdige uit de jeugdhulpregio’s tot 18 jaar en, indien sprake is van verlengde jeugdhulp tot 23 jaar, voor wie een kleinschalige woonvorm door het sociale appel en prikkels niet passend is en voor wie een prikkelarme omgeving nodig is om te stabiliseren en op te kunnen groeien, vanwege (een aantal van) de volgende problematieken:

    • a.

      met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen externaliserend;

    • b.

      met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen internaliserend;

    • c.

      uit een multiprobleemgezin, in de jonge puberteit;

    • d.

      uit een multiprobleemgezin, bijna 18 jaar oud, indien er geen andere oplossingen zijn;

    • e.

      meisjes met laat of niet onderkend autisme.

  • f.

    Jeugdhulplandschap: zorg op grond van de Jeugdwet zoals ingekocht door de jeugdhulpregio’s.

  • g.

    Ondersteunen bij het organiseren van hulp: het ondersteunen bij het organiseren van passende jeugdhulp voor jeugdigen en hun ouders, waar de regionale expertteams niet uitkomen of die de jeugdhulpregio’s niet beschikbaar hebben vanwege de complexiteit. Het heeft tot doel de jeugdhulp, zorg, begeleiding (en eventueel verblijf) te organiseren die nodig is voor jeugdigen met complexe en meervoudige problematiek en hun ouders. Ten behoeve hiervan wordt de kennis en expertise, maar ook de hulp, begeleiding en ondersteuning domein overstijgend gebundeld en in samenhang ingezet om de best passende zorg voor de jeugdige te realiseren.

  • h.

    Ouder: gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder.

  • i.

    Microwoning: huisvesting voor één jeugdige, bestaande uit een zit/slaapkamer, keuken en een badkamer met toilet van in totaal 30 m2 met een zelfstandige toegang, voor tenminste 10 jaar te plaatsen op het terrein van een jeugdhulpaanbieder die een prikkelarme omgeving biedt aan de jeugdige om te kunnen stabiliseren en op te groeien. In het geval van 4 aaneen te schakelen microwoningen in de vorm van een ‘H’ (inclusief een begeleidersruimte, met eventueel een toilet, van 18 m2) kunnen 2 entrees van ieder 13 m2 worden toegevoegd.

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Het doel is de inzet van een microwoning om hiermee een passende oplossing te bieden aan individuelejeugdigen en hun gezinnen waarvoor het jeugdhulplandschap geen oplossing biedt doordat hun hulpvraag complex en weinig voorkomend is. De jeugdige kan zo lang als de behandeling/begeleiding op grond van de Jeugdwet het vraagt/als nodig verblijven in de microwoning, waarbij het mogelijk is om de jeugdige dag en nacht nabijheid te bieden.

Artikel 3 Doelgroep

Voor subsidie komen alleen in aanmerking rechtspersonen met volledig rechtsbevoegdheid, die gedurende het tijdvak van deze subsidieregeling een overeenkomst hebben met en/of gesubsidieerd worden door één of meerdere gemeenten uit de jeugdhulpregio’s voor het leveren van een individuele voorziening op grondvan de Jeugdwet.

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

Er wordt een eenmalige subsidie verleend voor het realiseren van microwoningen (aanschaf, bouw en ontwikkelkosten) bedoeld voor jeugdigen, daarmee bijdragend aan de doelstellingen van het Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Brabant/Zeeland.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4, wordt in aanvulling op het bepaalde in de ASV voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten hebben een bovenregionaal karakter; en

  • b.

    de activiteiten dragen bij aan de verbinding met de vertrouwde (leef)omgeving en/of zo thuis mogelijk en zijn ondersteunend bij het bieden van perspectief aan (ouders met) jeugdige(n); en

  • c.

    de activiteiten zijn vernieuwend in het jeugdhulplandschap; en

  • d.

    de activiteiten voldoen aan de relevante Nederlandse wet- en regelgeving;

    e. er is een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de te realiseren microwoning(en).

Artikel 6 Bij aanvraag in te dienen gegevens

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 Awb en de ASV, dient de aanvrager in:

  • a.

    een beschrijving van hoe de activiteiten aansluiten bij de doelstelling zoals vermeld in artikel 2; en

  • b.

    de aanneemovereenkomst en de daaronder liggende begroting van de kosten van de activiteiten, (eventuele) offertes, een dekkingsplan en een technische omschrijving(en) voor de te realiseren microwoning(en); en

  • c.

    onherroepelijke omgevingsvergunning voor de te realiseren microwoning(en); en

  • d.

    planning voor de te realiseren microwoning(en) en wanneer deze daadwerkelijk in gebruik genomen kunnen worden; en

  • e.

    een beschrijving van welke jeugdigen in aanmerking komen; ebn

    f. de inhoud van de afspraken met betrekking tot oplevering, het onderhoud van de microwoning(en), het verkrijgen van een energielabel en keuringsrapporten van in de microwoning(en) aangebrachte

    voorzieningen.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie zoals bepaald in artikel 2, komen alleen kosten die onlosmakelijk verbonden zijn met het uitvoeren van de activiteit in aanmerking voor subsidie, zijnde de volgende kosten:

    • a.

      aanschafkosten van de microwoning

    • b.

      de transport-, plaatsings- en afmontagekosten

    • c.

      de kosten van fundering en grondwerk, die noodzakelijk zijn voor plaatsing van de microwoning(en)

    • d.

      de kosten van aansluiting op het waterleidingnetwerk, riolering en elektriciteitsnetwerk

    • e.

      de kraankosten voor het plaatsen van de microwoning(en)

    • f.

      omgevingsvergunning

    • g.

      kosten accountantsverklaring in verband met de subsidievaststelling

  • 2. Andere kostenposten dan genoemd in lid 1 zijn niet subsidiabel.

Artikel 8 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag kan digitaal worden ingediend middels een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier op www.eindhoven.nl/subsidie.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in de ASV wordt de aanvraag ingediend tenminste 8 weken vóór aanvang van de activiteiten en uiterlijk vóór 1 april 2025.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

Volledige aanvragen zoals bedoeld in de ASV worden beoordeeld door een interne) commissie bestaande uit ten minste experts op het gebied van de Jeugdwet, ruimtelijk domein/bouwkundige expertise, financieel adviseur, netwerkcoördinator BEN.

Artikel 10 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het subsidiëren van de bouw van ten minste 8 microwoningen zoals bedoeld in deze subsidieregeling, is vastgesteld op € 2.000.000 voor de duur van de subsidieregeling. Budget is beschikbaar tot het plafond is bereikt.

Artikel 11 Verdeelcriteria

  • 1. Indien het bedrag waarvoor op grond van de subsidieregeling subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een volledige aanvraag hebben ingediend groter is dan het op grond van het door het college vastgestelde subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist in de volgorde waarin de aanvragen zijn binnengekomen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

Artikel 12 Uitvoering activiteiten

De activiteiten waarvoor een subsidie wordt verstrekt op grond van deze subsidieregeling, dienen in 2024 en/of 2025 te worden uitgevoerd.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en geldt tot en met 31 december 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling BEN Jeugd Brabant/Zeeland 2024, microwoningen.

Ondertekening

Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven