Verordening nadeelcompensatie Bernheze 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Bernheze 2024

De raad van de gemeente Bernheze;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2023;

Gelet op de artikelen 108 en 149 van de gemeenteweg, Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

*

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid Awb indient;

b. adviescommissie: commissie als bedoeld in artikel 7 van deze verordening;

c. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

d. gemeente; gemeente Bernheze;

e. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze;

f. belanghebbenden:

Ondertekening

Artikel 2. Toepassingsbereik

a. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

b. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

Artikel 3. Heffen van recht

a. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2 wordt een recht van € 300,- geheven per aanvraag.

b. Een aanvraag wordt buiten behandeling gelaten indien het onder a genoemde bedrag niet binnen de daartoe gestelde termijn is ontvangen.

c. Bij toekenning van een tegemoetkoming in de schade zoals bedoeld in artikel 2, wordt conform artikel 4:129 van de Awb tevens het betaalde recht onder a vergoed.

Artikel 4. In behandeling nemen aanvraag

a. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

b. Op grond van artikel 4:127 van de Awb bevat de aanvraag (aanvraagformulier) in ieder geval:

- een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis of een bundeling van gebeurtenissen;

- een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade, en;- voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan.

c. In aanvulling op artikel 4:127 van de Awb bevat een aanvraag mede:

- als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;-

- als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

- Als het schade betreft in de vorm van een waardedaling van een onroerende zaak een kopie van de eigendomsakte dan wel als het gaat om een bedrijf een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

d. Ter beoordeling van de aanvraag kunnen zo nodig aanvullende stukken en specificaties worden gevraagd.

e. Een aanvraag wordt buiten behandeling gelaten indien de aanvraag, eventueel na het verstrijken van een daartoe gestelde termijn, niet of onvoldoende aan de aanvraagvereisten voldoet.

Artikel 5. Verjaring

a. Het college wijst een aanvraag af indien op het tijdstip van de aanvraag vijf jaren zijn verstreken na aanvang van de dag na die waarop de benadeelde bekend is geworden zowel met de schade als met het voor de schadeveroorzakende gebeurtenis verantwoordelijke bestuursorgaan, en in ieder geval na verloop van twintig jaren nadat de schade is veroorzaakt.

b. Indien een aanvraag betrekking heeft op schade veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, vangt de termijn van vijf jaren niet aan voordat dit besluit onherroepelijk is geworden.

Artikel 6 Procedure behandeling van aanvraag

a. Het college beslist in beginsel binnen 8 weken op de aanvraag in het geval geen adviescommissie wordt ingeschakeld. Voor aanvragen waartoe een adviescommissie wordt ingeschakeld bedraagt de beslistermijn 6 maanden.

b. De behandeltermijnen zoals genoemd onder a beginnen te lopen bij ontvangt van een volledige aanvraag zoals gesteld onder artikel 4.

c. . Het college kan de beslissing eenmaal met 8 weken of – indien een adviescommissie wordt ingeschakeld – met 6 maanden verlengen. Van de verlening wordt schriftelijk mededeling gedaan.

d. Indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, kan het bestuursorgaan de beslissing aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.

e. Tegen het besluit op de aanvraag kan een bezwaarschrift worden ingediend. Vervolgens is beroep mogelijk bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State .

Artikel 7. Adviescommissie

a. Het college wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar haar oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

b. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

- de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

- de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

- de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

- de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 2.500; - naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

c. Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

d. Een adviescommissie kan door of namens het college worden ingeschakeld als tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen.

Artikel 8. Procedure

a. Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

b. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

1. degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

2. als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

- de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

- de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

Artikel 9. Uitbetaling schadevergoeding

a. Bij geheel of gedeeltelijke toekenning van een schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

b. Indien een schadevergoeding wordt toekent, worden tevens vergoedt:

- redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade;

- redelijke kosten ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand of andere deskundige bijstand bij de vaststelling van de schade;

- het betaalde recht onder artikel 3;

- de wettelijke rente vanaf de ontvangst van de aanvraag, of indien de schade op een later tijdstip ontstaat, vanaf dat tijdstip.

Artikel 10. Aanvraag voorschot

a. Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom.

b. Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

c. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 11. Intrekking oude regeling

a. De ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Bernheze 2008’ wordt ingetrokken op het moment van de inwerkingtreding van de Verordening nadeelcompensatie Bernheze 2024.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

a. Deze verordening treedt in werking op met ingang van de dag waarop Titel 4.5 van de Algemene wet en Afdeling 15.1 van de Omgevingswet in werking treden. Mochten deze wettelijke regelingen op verschillende momenten in werking treden, dan geldt voor de inwerkingtreding van deze verordening de datum van de laatste inwerkingtreding van deze wettelijke bepalingen.

b. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Bernheze 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2023

L. Kilian (griffier) A. Walraven (voorzitter)


Noot
*

[Tabel]

[Rij 1]

[Cel 1]

Heesch | 2 november 2023

[Cel 2]

39591/ 39593

[Rij 2]

[Cel 1]

[Rij 3]

[Cel 1]

[Rij 4]

[Cel 1]