Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713827
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713827/1
Groenbeheerplan 2024 – 2028 Gemeente Ridderkerk
Geldend van 17-01-2024 t/m heden
Intitulé
Groenbeheerplan 2024 – 2028 Gemeente RidderkerkVastgesteld door het college op 31 oktober 2023
Groenbeheerplan 2024 – 2028 Gemeente Ridderkerk
DG Groep b.v. is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassing van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van de DG Groep b.v. Opdrachtgever vrijwaart de DG Groep b.v. voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. © DG Groep® b.v.
Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is haar eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en de DG Groep b.v., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
1 Samenvatting
Dit groenbeheerplan biedt inzicht in de (wettelijke) beleidskaders, beheerambities en benodigde middelen voor een efficiënt en effectief groenbeheer binnen de gemeente Ridderkerk. Het plan richt zich op al het gemeentelijk openbaar groen exclusief de beplanting op de begraafplaatsen, het gras op de sportvelden en het openbaar groen van andere beheerders als het waterschap, Zuid-Hollands Landschap en Staatsbosbeheer.
Er is geen overkoepelend wettelijk kader met rechten en plichten voor het beheer van de groene buitenruimte. Uiteraard zijn we als gemeente gebonden aan verschillende wetten en regels maar we hebben veel lokale keuzevrijheid bij het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving.
In de Groenvisie, ‘Groen is onze toekomst’ is het belang van groen in de leefomgeving al nadrukkelijk beschreven. De ambities uit de Groenvisie richten zich op het belang van het groen aan voor de leefbaarheid, de volksgezondheid en de kansen om met gevarieerd en vitaal openbaar groen om bij te dragen aan het beheersen van de klimaatverandering.
In de uitwerking van de Groenvisie, ‘Werken vanuit ecologie’ zijn maatregelen opgenomen voor het verhogen van de biodiversiteit van het openbaar groen en het betrekken van de inwoners die een belangrijke bijdrage hieraan kunnen leveren.
Zowel de Groenvisie als het ‘Werken vanuit ecologie’ resulteren in wijzigingen in samenstelling, het beheer en het onderhoud van het openbaar groen.
In de Groenvisie en de notitie ‘Werken vanuit ecologie’ zijn budgetten beschikbaar voor de korte termijn om het areaal aan te passen en anders te onderhouden.
Voor de lange termijn is inzicht nodig in budgetten om de ingezette ontwikkelingen voor te zetten en het gewijzigde groenareaal te beheren en te onderhouden.
Naast deze budgetten is inzicht nodig in het huidige groenareaal, de staat van onderhoud en vitaliteit.
Algemeen
Het groenareaal in beheer en onderhoud van de gemeente is groot en divers met meer dan 19.000 bomen verdeeld over zo’n 450 verschillende soorten en ruim 62 hectare beplanting en bijna 137 hectare gras. Dit betekent gemiddeld 94 m² groen per huishouden. Dit is meer dan het richtgetal in de Nota Ruimte (75 m2). Het merendeel van het openbaar groen bevindt zich aan de randen van de woonwijken.
Kwaliteit
Het openbaar groen is gemiddeld van B-kwaliteit. Voor beplanting wordt in de inspecties gemiddeld beeldkwaliteit B gerealiseerd maar de grootste beheergroep bodembedekkende heesters haalt dit kwaliteitsniveau niet. In het onderhoud van bomen, bos en bosplantsoen zijn achterstanden vastgesteld. Oorzaak is onvoldoende financiële middelen voor het vervangen van het groen bij einde levensduur.
Vakkundig, efficiënt en duurzaam groenbeheer bestaat uit twee pijlers: dagelijks en planmatig onderhoud. Dagelijks groenonderhoud zijn alle activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit (bijv. inspecteren/snoeien van bomen, onkruid verwijderen uit beplanting, knippen van hagen, maaien van gras etc.).
Planmatig onderhoud zijn alle activiteiten die gericht zijn op het compleet houden (open plekken in plantvakken en bomenrijen opvullen) en renoveren van plantvakken. Ook het inboeten en vervangen van bomen valt hieronder. Maar dit betekent ook groen vervangen als het niet meer goed is te onderhouden.
Budget dagelijks onderhoud
Het budget voor het dagelijks onderhoud van het openbaar groen is toereikend. Het onderhoud wordt zowel door de eigen dienst als een externe dienst uitgevoerd.
Met name door de inzet van de, in 2023 uitgebreide, wijkploegen is het budget voor de externe werkzaamheden voldoende.
Budget voor planmatig onderhoud
Het budget voor planmatig onderhoud (bomen en groen) is niet voldoende voor het duurzaam in stand houden van het groenareaal.
- •
In het benodigd budget is rekening gehouden met inboet dat niet is opgenomen in het beschikbare budget.
- •
In het beschikbare budget is geen rekening gehouden met de hoge kosten voor groeiplaatsverbetering en de aanschaf van andere soorten en de gewenste grootte van bomen. Hiervoor worden de daarvoor in de Groenvisie opgenomen budgetten met ingang van 2020 gebruikt. De looptijd van de Groenvisie is 2020-2024. Met ingang van 2025 zijn deze budgetten (€ 90.000,- per jaar) niet meer beschikbaar. In de benodigde budgetten is hiervoor extra budget opgenomen.
- •
In het beschikbare budget is te weinig ruimte om invulling te geven aan de structurele vervanging van groen die gedaan moet worden aan het einde van de levensduur.
- •
Ook om huidige beheerproblemen (bijv. wortelopdruk) en toekomstige vervangingspieken af te vlakken, is structureel meer budget nodig om bomen te vervangen. Rekening is wel gehouden met het omvormen van grasvelden voor kruidenrijk gras vanuit het rapport ‘Werken vanuit ecologie’. In het benodigd budget zijn de kosten voor de vervanging/renovatie van grasvelden aangepast aan de verlaging van dit areaal.
Veel groen is met de ontwikkeling van de woonwijken in de jaren’70 aangelegd. Dit betekent dat een groot deel van het aantal bomen 50 jaar of ouder is. De theoretische vervangingsopgave voor bomen geeft daardoor een aantal jaren een piek in het vervangen. Dit betekent een benodigd structureel budget van € 811.100,-. In de praktijk zijn er ook juist in deze wijken herinrichtingsplannen. Voor het borgen van de ambities uit de Groenvisie in (herinrichtings-) projecten is afgesproken dat de kosten hiervoor ten laste komen van het project. Dit betekent dat noodzakelijke vervanging van het groen in projecten en bij herinrichtingen van speellocaties niet ten laste komt van het budget planmatig onderhoud. Tevens wordt in de praktijk het openbaar groen niet direct vervangen als de theoretische levensduur is beëindigd. Het structureel benodigd budget voor de vervangingsopgave ten laste van planmatig onderhoud wordt hierdoor lager.
Voor het benodigd budget voor structureel planmatig onderhoud wordt zodoende gerekend met 70% van de theoretische vervangingsopgave ( € 811.100) ofwel € 567.800,--. Met een beschikbaar budget van € 296.800,-- betekent dit een structureel tekort van € 271.000,-- per jaar.
Voor het op het gewenste kwaliteit brengen c.q. wegwerken van inmiddels ontstane achterstanden is gemiddeld een incidenteel budget van € 119.700 per jaar nodig voor de jaren 2024-2027. Hierbij is rekening gehouden dat de komende 4 jaar de eigen dienst de achterstanden in het snoeien van bomen, bosplantsoen en de rand snoei van recreatiebos wegwerkt. Het vervangen van bosplantsoen en heesters en het doorzaaien en egaliseren van gazon wordt uitbesteed.
2 Inleiding
In juli 2020 is de Ridderkerkse Groenvisie “Groen is onze toekomst” door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin zijn de ambities voor het openbaar groen beschreven. In de Groenvisie is een meerjarig uitvoeringsprogramma met budget opgenomen om de stap van plan naar aanpak te maken.
In 2020 heeft het college het ‘Beheerplan openbare ruimte 2020-2024’ vastgesteld. Dit plan bestaat uit een verzameling factsheets per beheerdiscipline met onder andere informatie over het te beheren areaal, beleidskaders, mogelijke ontwikkelingen, de planning en financiën. Een meerjarig groenbeheerplan waarin de beheertaak en beheerkeuzes in meer detail zijn uitgewerkt is nog niet aanwezig.
Het beheer van het openbaar groen is een kerntaak van de gemeente. Dit groenbeheerplan beschrijft op welke wijze het openbaar groen wordt beheerd, de huidige kwaliteit van het openbaar groen, wat financieel nodig is om de kwaliteit van het groen te versterken en te behouden.
Een kwalitatief goede groenstructuur draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van de bevolking. Daarnaast is groen belangrijk voor het tegengaan of opvangen van effecten van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Een meerjarig groenbeheerplan geeft inzicht in deze ambities en geeft sturing aan keuzes in het beheer.
2.1 Aanleiding
De gemeente Ridderkerk heeft groenambities. Het nieuwe Coalitieakkoord ‘Hart voor een toekomstbestendig Ridderkerk’ beschrijft de visie op groen als volgt: Groen is een multifunctionele oplossing – denk aan waterberging, verminderen van hittestress, voorkomen van verloedering van de woonomgeving, stimuleren van beweging en dergelijke – en een investering die zich op vele fronten terugverdient’.
Na het vaststellen van de Groenvisie is het opstellen van een groenbeheerplan een logische volgende stap. Het is noodzakelijk om dieper inzicht te krijgen in het beheer van het groen, de knelpunten, de beheerkeuzes en de financiële consequenties om de ambities voor het groen te borgen. Met het opstellen van een meerjarig groenbeheerplan wordt hier invulling aan gegeven.
2.2 Doel
Het doel van dit beheerplan is meerledig. Het plan geeft inzicht in het areaal- zowel in kwantiteit als kwaliteit- en gaat in op de (beleids)kaders & verplichtingen. Dit resulteert in een overzicht van benodigde middelen van zowel regulier onderhoud als vervanging van groen. Tevens geeft het inzicht in de kosten die gemoeid zijn met ambities op het gebied van kwaliteitsverhoging, nieuwbouw en biodiversiteit. Dit beheerplan biedt daarmee een opzet voor helder, gestructureerd en effectief groenbeheer binnen de gemeente Ridderkerk.
2.3 Afbakening
Het groenbeheerplan gaat over het gemeentelijke openbaar groen, zoals bomen, bosplantsoen, heesters, gazon en bermen. Ook bossen, parken en bosplantsoen rondom sportvelden en speeltuinen in beheer en eigendom van de gemeente vallen eronder. Het boombeheer op de sportvelden is in 2022 overgedragen van Sport Service Ridderkerk naar de gemeente en maakt deel uit van dit plan
De beplanting en het gras op de begraafplaatsen, de grasvelden voor sportdoeleinden op de sportvelden en het groen in beheer van particulieren, bedrijven, terrein beherende organisaties en andere overheden vallen buiten de scope van dit beheerplan.
2.4 Leeswijzer
Dit beheerplan is opgebouwd rondom een aantal kernvragen. Achtereenvolgens krijgt u antwoord op de volgende vragen:
- •
Wat zijn uitgangspunten en kaders? Inzicht in wettelijke kaders en regelgeving & het gemeentelijk beleid (Hoofstuk 3).
- •
Wat zijn de kenmerken van het te beheren gebied? (Hoofdstuk 4).
- •
Wat wordt beheerd? Wat is de omvang? Wat is de samenstelling? Wat is de kwaliteit ervan? Zijn er achterstanden? (Hoofdstuk 5)
- •
Hoe wordt het beheer en onderhoud uitgevoerd? Welke beheerkeuzes zijn er gemaakt? Welke ambities moeten worden nagestreefd? (Hoofdstuk 6)
- •
Hoe is het beheer en onderhoud in de gemeente georganiseerd? (hoofdstuk 7)
- •
Hoe verhouden beschikbare en benodigde budgetten zich tot elkaar? (Hoofdstuk 8)
- •
Welke conclusies kunnen we trekken en welke aanbevelingen worden er gedaan? (Hoofdstuk 9)
3 Kaders en (beleids)uitgangspunten
In dit hoofdstuk benoemen we de wettelijke kaders en het vastgestelde beleid in Ridderkerk voor het openbaar groen. In bijlage 1 wordt op enkele onderdelen een nadere toelichting gegeven.
3.1 Wettelijke kaders
Er is geen overkoepelend wettelijk kader waarin alle rechten en plichten over het beheer van de leefomgeving zijn vastgelegd. Gemeenten hebben veel lokale keuzevrijheid, maar zijn wel gebonden aan verschillende wetten en regels. Hier volgt een korte opsomming van regelgeving die van invloed is op het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving:
- •
Omgevingswet voor integrale ambities (treed naar verwachting in werking op 1 januari 2024).
- •
Gemeentewet; kapitaalgoederen en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
- •
Nieuw Burgerlijk Wetboek; zorgplicht: een veilige openbare ruimte.
- •
Wet Natuurbescherming; bescherming van natuurgebieden, planten- en diersoorten en houtopstanden buiten de bebouwde kom.
- •
Omgevingsvergunning op basis van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht voor kappen van bomen.
- •
De Wet publieke gezondheid; gezondheidsaspecten, bijvoorbeeld overlast door eikenprocessierupsen.
- •
Bestrijden invasieve exoten; maatregelen voor het elimineren en beheersen van invasieve exoten zoals reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop.
Naast de bovengenoemde regelgeving zijn ook de volgende wetten en plannen relevant:
- •
Bouwstoffenbesluit.
- •
Wet geluidhinder.
- •
Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION).
- •
Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT).
- •
Participatiewet
- •
Aanbestedingswet.
- •
ARBO wetgeving (veilige werkomstandigheden)
Diverse normen, richtlijnen en standaarden ( zoals die van NEN of CROW) hebben geen wettelijke status, maar geven wel kaders voor een professionele invulling van beheer en onderhoud.
De provincie Zuid-Holland heeft ook plannen vastgesteld die van belang zijn voor de aanleg en beheer van groen. Dit zijn onder andere de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening (aangenomen augustus 2021), Gebiedsprofielen, Groene Motor en de visie Rijke Groenblauwe Leefomgeving. Meer informatie is te vinden op de website https://www.ruimtelijkeplannenzuidholland.nl/.
Binnen Ridderkerk is het waterschap Zuid-Hollandse Delta ook een beheerder van groen. Zij hebben een Groenbeleidsplan 2022-2027 opgesteld. Met de kernwaarden samenwerken en koppelkansen wil het waterschap samen met andere gebiedsbeheerders werken aan groene waarden.
3.2 Gemeentelijke kaders
Elke gemeente stelt haar eigen beleid vast. Hieronder noemen we de plannen en beleidskaders die toepasselijk zijn voor dit groenbeheerplan.
3.2.1 Omgevingsvisie 2035 (2017)
De kaders in de Omgevingswet zijn mede aanleiding geweest om de omgevingsvisie Ridderkerk 2035 op te stellen. De omgevingsvisie geeft aan welke ambities en doelen de gemeente op lange termijn nastreeft en op welke wijze de gemeente deze doelen en ambities wil bereiken. Thema’s als klimaatadaptatie, biodiversiteit, duurzaamheid en gezondheid komen hier veelvuldig in terug. De identiteit van Ridderkerk is in drie kernwaarden samen te vatten:
- 1.
Sterke wijken, goed verbonden;
- 2.
Groenblauwe oase;
- 3.
Kloppend hart.
Een belangrijke eerste opgave voor het versterken van de kernwaarde Groenblauwe oase ligt in het verbeteren van de verbindingen tussen de grotere groengebieden. Daarnaast zijn ook het beter bereikbaar en herkenbaarder maken van de groengebieden en de rivieren en het beter dooraderen van Ridderkerk met groenblauwe zones belangrijke opgaves.
3.2.2 Groenvisie Ridderkerk (2020-2024)
De Groenvisie Ridderkerk ‘Groen is onze toekomst’ beschrijft hoe Ridderkerk wil omgaan met het groen. Hierin zijn ambities voor de lange termijn opgesteld aan de hand van zes thema’s: Identiteit, gezondheid, biodiversiteit, klimaat, energietransitie en economie. In de visie onderscheiden we verschillende deelgebieden: de grote groengebieden, hoofd groenstructuur, wijken en bedrijventerreinen. In hoofdstuk 3.3 zijn de ambities uit de groenvisie beschreven.
3.2.3 Werken vanuit ecologie (2023)
In de groenvisie is de tweede ambitie ‘biodiversiteit’ nader omschreven: “de grote variatie aan samenhangende natuur in onze gemeente zorgt voor een rijke biodiversiteit”. Om dit te kunnen realiseren is meer verdieping en richting nodig om de juiste keuzes te maken. In het rapport ‘ Werken vanuit Ecologie’ is deze verdieping uitgewerkt. In het plan worden diverse maatregelen voorgesteld om de leefomgeving te verbeteren. Werken vanuit ecologie is op 27 januari 2023 vastgesteld door de gemeenteraad. Relevante aspecten zijn meegenomen in dit beheerplan.
3.2.4 Bomenplan Ridderkerk “Geef bomen de ruimte” (2012)
In het bomenplan Ridderkerk is beschreven hoe de gemeente Ridderkerk zich inzet voor een gezond, veilig en duurzaam bomenbestand, voor nu en voor de toekomst. In dit plan zijn de volgende kaders te vinden:
- •
In het stedelijk gebied is het beter om minder bomen, maar wel op geschikte plaatsen, te planten dan vele exemplaren, die nimmer tot goede volwassen bomen kunnen uitgroeien. Kwaliteit gaat boven kwantiteit;
- •
In gebieden waar stedelijke vernieuwing en infrastructurele veranderingen in het vooruitzicht zijn, wordt het groen integraal beoordeeld op kwaliteitsverbetering. Een bomentoets, Boom Effect Analyse (BEA), wordt uitgevoerd voor het bepalen of het bomenbestand duurzaam behouden kan blijven.
- •
Bij werkzaamheden in de omgeving van duurzame bomen wordt gewerkt met een bomen effect analyse.
- •
Ziekten en plagen worden continue gevolgd met als doel tijdig in te spelen op onvoorziene ontwikkelingen en tijdig inzicht te krijgen in de financiële gevolgen;
- •
Bij onverwachte ziekten volgt de gemeente de landelijke richtlijnen en adviezen op;
- •
Het afgeven van een omgevingsvergunning voor belangrijke en (toekomstige) monumentale bomen vindt niet plaats, tenzij er sprake is van grote veiligheidsrisico’s of grote maatschappelijke belangen;
- •
Nieuwe bomen in de stedelijke- en wijkboomstructuur moeten zodanige groeimogelijkheden mee krijgen, zodat ze tenminste 50 jaar optimaal kunnen functioneren;
- •
Het behoud van gezonde en vitale bomen met een lange levensduur in belangrijke groenzones is het uitgangspunt;
Voor het terug planten van bomen geldt dat niet naar het aantal maar naar de beschikbare ruimte wordt gekeken. Het is van belang dat nieuw te planten bomen zowel boven- als ondergronds ongehinderd kunnen uitgroeien. De nieuwe plantlocaties moeten zodanig worden gekozen dat een voldoende groen straatbeeld te behalen is. Ter compensatie van het boomverlies dient in de directe omgeving aanplant van bomen plaats te vinden. Indien dit niet lukt dan moet elders in dezelfde wijk naar compensatieruimte worden gezocht. Kwaliteit gaat boven kwantiteit: het is beter minder bomen te planten op geschikte plaatsen dan vele wegkwijnende exemplaren.
Op locaties waar bomen gekapt moeten worden lukt het niet altijd om één op één bomen terug te planten. Oorzaken zijn het grote aantal wensen dat speelt bij de inrichting van de openbare ruimte. Het gaat daarbij meestal om wensen ten aanzien van parkeren, afvalinzameling, openbare verlichting en leidingen/riolering. In dit soort gevallen dienen passende compromissen te worden bereikt met een goede afweging van alle belangen.
3.2.5 Groene kaart (2023)
Bomen bepalen het groene beeld van Ridderkerk. De Groene kaart van Ridderkerk ( figuur 1) bevat een samenhangend geheel van solitaire monumentale bomen, bomen in groengebieden en lijnvormige boomstructuren langs wegen in de gemeente. Om de groene kwaliteit van Ridderkerk in de toekomst te borgen en te voorkomen dat beeldbepalende en monumentale bomen uit het straatbeeld verdwijnen, is de Groene Kaart een belangrijk instrument bij de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen voor het kappen van bomen.
De regelgeving voor bewoners wordt op deze wijze vereenvoudigd. En de kaart biedt handvatten voor het omgaan met klachten en meldingen van bewoners. Bomen die niet op de Groene Kaart staan, zijn vergunningsvrij. Begin 2023 is de Groene Kaart geactualiseerd.
Figuur 1: Groene kaart Gemeente Ridderkerk 2023.
3.2.6 Handboek Bomen (2022)
Bij plannen voor aanleg of wijziging van de openbare ruimte houdt de gemeente Ridderkerk zich aan de regels uit het Handboek Bomen 2022. Dit handboek bevat onder meer:
- •
relevante en actuele vakinformatie;
- •
kwaliteitsborging beheer;
- •
boomveiligheidscontrole;
- •
onderzoek, taxatie, dataregistratie;
- •
verschillende ontwerp - en technische eisen om nieuwe en bestaande bomen voldoende bescherming te bieden bij aanleg en herinrichting.
3.2.7 Bomen en zonnepanelen (2022)
De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van woningen middels zonnepanelen. Tegelijkertijd vinden we onze groen- en bomenstructuren ook belangrijk. Om duidelijkheid te scheppen in situaties waarin deze belangen tegenstrijdig kunnen zijn, zijn de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd:
- •
Op locaties waar reeds een ingerichte openbare ruimte inclusief een bestaand bomenbestand aanwezig is, krijgen bomen voorrang.
- •
Bij nieuwbouwsituaties wordt bij de inrichting van de openbare ruimte altijd een zorgvuldige afweging gemaakt tussen het aantal, de locaties en de soorten bomen die worden geplant, rekening houdend met de aanwezigheid en/of komst van zonnepanelen ( maatwerk).
- •
In geval van herinrichting van de openbare ruimte waarbij bestaande bomen niet op dezelfde locatie kunnen worden gehandhaafd, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij ‘nieuwbouwsituaties’. Het behoud van de bestaande groen -en bomenstructuren ( Groene Kaart) is een voorwaarde. Indien het bestaande bomenbestand behouden blijft bij herinrichting, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij ‘bestaande situaties’.
(Zie verder https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674333)
3.2.8 Strategie klimaatadaptatie gemeente Ridderkerk (2022)
In de Strategie Klimaatadaptatie Ridderkerk zijn de kerndoelen voor klimaatadaptie als volgt omschreven:
- •
We zijn water robuust en klimaatbestendig
- o
Werken aan een water robuuste omgeving
- o
Natuurlijke waterkringloop
- o
Alle nieuwbouw klimaat adaptief
- o
- •
We hebben een leefbare en gezonde leefomgeving
- o
Klimaat adaptief inrichten stedelijk gebied.
- o
Klimaatbestendig landelijk gebied
- o
Werken aan een gezonde leefomgeving
- o
Binnen de gemeente wordt de komende jaren ingezet op het ontwikkelen van een aanpak van duurzame gebiedsontwikkeling, waarbij de duurzaamheidsdoelen integraal in de opdrachtformulering van ruimtelijke plannen worden geborgd. De regelgeving op dit gebied is tevens in ontwikkeling, zo wordt er op dit moment een nationale meetlat opgezet waarbij de minimale normen voor hitte, droogte, wateroverlast, overstromingen, bodem, biodiversiteit worden vastgesteld. Bovenop deze minimum eisen krijgen de lokale ambities nog vorm. De lokale ambities zijn op dit moment nog niet vastgesteld.
3.2.9 Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR 2023)
Het Handboek Openbare Ruimte (2015) wordt vervangen door de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte. In deze leidraad staan de belangrijkste kaders voor de inrichting van de openbare ruimte.
Bij het schrijven van dit groenbeheerplan was de LIOR nog niet vastgesteld.
3.3 Visies en Ambities
De Groenvisie beschrijft de volgende ambities:
- •
De groenste gemeente van IJsselmonde.
- •
De grote variatie aan samenhangende natuur in onze gemeente zorgt voor een rijke biodiversiteit.
- •
Het groen in onze gemeente beschermt onze gezondheid en stimuleert gezond gedrag.
- •
In 2050 is onze gemeente water robuust en klimaatbestendig.
- •
De energietransitie heeft geleid tot een verbetering van ons openbaar groen.
- •
Wij schatten (potentiële) groene ruimte letterlijk op waarde.
In de groenvisie is in het hoofdstuk Van ambitie naar aanpak geformuleerd hoe de gemeente Ridderkerk haar ambities wil realiseren.
- •
Een aanpak voor onze grote groengebieden
- o
De verbindingen tussen de grote groengebieden verbeteren.
- o
De natuurlijke potentie gebruiken voor meer herkenbaarheid en rijke biodiversiteit.
- o
- •
Een aanpak voor onze groene hoofdstructuur:
- o
Zorgen voor een weerbare hoofdgroenstructuur die de wijken met de grote groengebieden verbindt.
- o
De hoofdgroenstructuur wijkgericht opwaarderen.
- o
- •
Een aanpak van onze wijken
- o
Beter benutten van de potentie van onze groene parels.
- o
Wijkgericht werken aan opwaarderen van groene percelen en bomen.
- o
Wijkgericht werken aan meer groen ten kosten van verharding.
- o
Bij nieuwbouwprojecten gericht rekening houden met klimaatadaptatie en behoud van de natuur.
- o
- •
Een aanpak voor de bedrijventerreinen en winkelcentra
- o
Mogelijkheden benutten voor vergroening en verduurzaming.
- o
Meer groen en water zorgen voor een prettiger winkelklimaat.
- o
In het uitvoeringsprogramma Integrale visie per wijk in de openbare ruimte is voor de periode 2020 – 2024 vastgelegd welke acties vanuit de groenvisie worden uitgevoerd. Aan dit uitvoeringsprogramma is budget gekoppeld voor de aanleg. Bij de volgende actiepunten uit de groenvisie ligt het initiatief bij de groenbeheerder en ecoloog.
- •
Omvormen groenvakken in woongebieden buiten de geplande projecten.
- •
Aanpassen soort en grootte van bomen, grotere groeiplaatsen in woongebieden buiten projecten.
- •
Verbeteren hoofdgroenstructuur.
Naast het verbeteren van het groen in de openbare ruimte is de subsidieregeling Vergroenen Particuliere Tuinen Ridderkerk 2021-2024 open gesteld. Deze regeling is begin 2023 geactualiseerd met een hoger % voor struiken/heesters en bomen die een hoge bijdrage leveren aan de biodiversiteit.
In het Coalitieprogramma 2022-2026 ‘Hart voor een toekomstbestendig Ridderkerk’ zijn de volgende ambities te vinden over groen en buitenruimte.
In het hoofdstuk Buitenruimte worden de volgende specifieke punten genoemd:
- •
Het behouden en beschermen van onze ‘groene kraag’, met gebieden als het Reijerpark, het Oosterpark, de Gorzen, de Donckse velden en de Crezéepolder.
- •
Het bieden van goede faciliteiten voor ruiters en hondenbezitters, denk hierbij aan hondenlosloopgebieden.
- •
Ondanks de investeringen in het onderhoud van de buitenruimte zien we toch ruimte voor verbetering van het onderhoudsniveau. We realiseren dit zoveel mogelijk met eigen medewerkers (uitbreiding wijkteams) in plaats van het in de markt zetten van dit onderhoudswerk.
- •
Een integrale aanpak bij werkzaamheden in de buitenruimte.
- •
De pilot onkruidbestrijding in de zomer willen we omzetten in een structurele aanpak.
- •
Waar mogelijk vervangen we stenen door groen.
- •
We onderzoeken de mogelijkheden voor natuurlijke begrazing van groengebieden in de gemeente. (Dit is verwerkt in het rapport Werken vanuit ecologie, start uitvoering 2024)
- •
De vastgestelde Groenvisie wordt de komende jaren verder uitgewerkt.
-
De uitwerkingen, het rapport ‘Werken vanuit Ecologie’ en het Programma Stedelijk Water (PSW) zijn begin 2023 vastgesteld.
4 Gebiedsbeschrijving
4.1 Ontstaansgeschiedenis
Ridderkerk is ontstaan uit tien ‘kiemen, als dijkdorpen of linten. Deze kiemen hebben zich in de loop van de tijd allemaal anders ontwikkeld. Het resultaat is een divers stedelijk weefsel met een grote variatie aan wijken en buurten. De grote kwaliteit van Ridderkerk is dat de grote landschappelijke structuren van de dijken, de rivieren de Noord, de Nieuwe Maas en de Waal, maar ook de grote parken en landbouwgebieden vanuit elke wijk voelbaar zijn gebleven. En dat dit op een steeds andere manier tot uitdrukking komt in de (acht) wijken (Bron: Groenvisie 2020).
Het groen in Ridderkerk staat onder druk. De invloed van de groei van de metropoolregio Rotterdam is onmiskenbaar. Een snelle blik op het verschil tussen Ridderkerk in 1975 en Ridderkerk anno nu, laat helder zien hoe zowel woningbouw als bedrijventerrein hun stempel hebben gedrukt op het landschap. Voor de bewoners van Ridderkerk is er de afgelopen decennia steeds minder groene ruimte over gebleven. En er is nog geen einde aan de groei. Vanuit demografisch oogpunt is Ridderkerk een middelgrote gemeente met ruim 46.000 inwoners in 2019. Daarmee is Ridderkerk qua inwoneraantal ongeveer vergelijkbaar met Zwijndrecht en Barendrecht (Bron: Groenvisie 2020).
Figuur 2: Ridderkerk in 1975 en 2021
4.2 Bouwopgave
Ridderkerk heeft voor de komende tien jaar een flinke woningbouwopgave van ongeveer 1.150 woningen. De druk op de groene ruimte neemt nog verder toe maar ook de behoefte groeit om voor meer mensen te zorgen voor groen in de buurt. De toenemende vergrijzing van de inwoners van Ridderkerk maakt dat extra belangrijk. Ouderen zijn minder mobiel en hebben daardoor meer voorzieningen dichter bij huis nodig (Bron: Groenvisie 2020). In dit beheerplan rekenen we de formeel naar de gemeente overgedragen delen van geplande uitbreiding van woningbouw op de volgende nieuwe locaties mee:
- •
De PC Hoofstraat en omgeving.
- •
Het Zand
- •
Polder Geerlaan
- •
Rijsoord; Oude Boomgaert
De overige nieuwbouw betreft inbreiding op bestaande locaties, daar zijn al groen¬voorzieningen aanwezig.
4.3 Bodem
De bodem in de gemeente Ridderkerk is de eerste twaalf meter voornamelijk opgebouwd uit klei en veen. De bovengrond is over het algemeen schoon tot licht verontreinigd. Zo ook de bovengrond in de nieuwe(re) woonwijken. Deze zijn later gebouwd op gronden die daarvoor vooral in gebruik waren als landbouwgrond. De lintbebouwing en ook de oude kernen zijn van oudsher concentratiepunten geweest van bedrijvigheid en bebouwing. Kleinschalige, vaak ambachtelijke bedrijfjes hebben hier activiteiten ontplooid die kunnen leiden tot matige en sterke bodemverontreiniging (Bron: Nota Bodembeheer).
De gemeente Ridderkerk heeft te maken met bodemdaling als gevolg van zetting. Door verlagingen van het grondwaterpeil daalt de bovenste veenhoudende bodemlaag. De relatief zeer warme droge zomers van de afgelopen jaren versterken dit effect. Wat er in die gemeentes zakt zijn de straten en de tuinen, maar niet de huizen. Vooral de gemeentes in de regio Drechtsteden en directe omgeving zijn sterk vertegenwoordigd in de ranglijst gemeentes met de meeste verzakkingen. Ridderkerk staat in deze lijst op de 13e plaats (Bron: SkyGeo). De meest kwetsbare plekken zijn opgenomen op de kwetsbaarhedenkaart (zie H3.4). Vanuit oogpunt van groenbeheer speelt verzakking een rol voor bomen, deze kunnen niet tegen een ophoging met aarde. Ook speelt verzakking een rol bij het onderhoud van gazons (Zie H4).
4.4 Kwetsbaarhedenkaart
De gemeente Ridderkerk brengt continu de kwetsbaarheden in kaart. Aparte klimaatstress¬testen worden uitgevoerd en gedocumenteerd in een klimaateffectatlas (www.bar.klimaatatlas.net). Deze atlas toont de gevolgen van het veranderende klimaat en brengt de kwetsbaarheden in kaart op het gebied van overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte in de gemeente.
De gemeente Ridderkerk gaat deze kwetsbaarheden integraal aanpakken. Water, wegen en groen zullen gelijktijdig worden aangepast om de kwetsbaarheden het hoofd te bieden. Een uitvoeringsprogramma hiervoor is in ontwikkeling.
5 Huidige situatie groen
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de omvang, kwaliteit en samenstelling van het groenareaal dat eigendom en/of in beheer is van gemeente Ridderkerk. Het hoofdstuk begint met een algemeen overzicht en geeft vervolgens, gedetailleerde informatie over de verschillende beheergroepen en kwaliteit (zie bijlage 2 voor een overzichtskaart van het groenareaaal dat in beheer is bij de gemeente Ridderkerk).
Voor een planmatig, effectief en structureel beheer en onderhoud van het openbaar groen is inzicht nodig in het te beheren areaal. Wettelijk gezien is de gemeente verplicht om de essentiële areaalgegevens via de BGT (basisregistratie grootschalige topografie) actueel te houden en via een landelijke voorziening te ontsluiten. In het gemeentelijk beheersysteem GeoVisia worden deze beheergegevens opgenomen. Een Actueel, Betrouwbaar en Compleet (ABC) inzicht in het beheerareaal is de basis om het openbaar groen data gedreven te beheren.
5.1 Groenareaal op hoofdlijnen
De gemeente Ridderkerk heeft een totale oppervlakte van 2.526 hectare, waarvan 2.348 hectare land en 179 hectare water (bron: allecijfers.nl- gegevens van juni 2023).
Binnen dit gebied beheert de gemeente meer dan 19.000 bomen, ruim 137 hectare gras- en kruidenvegetatie en 62 hectare beplanting.
Het grootste deel van de beplanting, circa 69%, bestaat uit gras- en kruidachtigen. Daarnaast bestaat ongeveer 13% van de beplanting uit heesters, 8% uit bosplantsoen en 9% uit recreatiebos.
Vaste planten, hagen en klimplanten zijn minder dan 1 % onderdeel van het groenareaal.
Het areaal bomen is inclusief de bomen op de begraafplaatsen terwijl de arealen van beplanting en gras exclusief de beide begraafplaatsen zijn.
Groentype |
Areaal |
|
Bomen |
19.040 |
stuks |
Solitairen |
201 |
stuks |
Bosplantsoen |
161.293 |
m² |
Recreatiebos |
181.522 |
m² |
Heesters |
263.397 |
m² |
Vaste planten |
6.125 |
m² |
Hagen |
6.848 |
m² |
Klimplanten |
1.522 |
m² |
Gras |
1.371.576 |
m² |
Totaal groenareaal |
1.992.283 |
m² |
Tabel 1: Gegevens groenareaal (Geovisia juni 2023)
Figuur 3:.Overzicht areaal openbaar groen
Ridderkerk telt 21.169 huishoudens (Bron: allecijfers.nl, april 2023). Gemiddeld is zo’n 94 m2 gemeentelijk openbaar groen beschikbaar per huishouden. Dit is meer in vergelijking met de nabije gemeente Hendrik-Ido-Ambacht (83 m2 per huishouden) en aanzienlijk minder dan in Barendrecht (134 m2 per huishouden). Het richtgetal in de Nota Ruimte (Ministerie VROM 2006) is 75 m2 groen per woning. Hierbij wordt het openbaar groen binnen de woonwijken dichtbij de woningen bedoeld en niet het groen in de buitengebieden dat vaak wordt beheerd door andere terreinbeheerders.
In Ridderkerk is binnen de bebouwde kom gemiddeld 61 m2 openbaar groen per woning beschikbaar (Bron: Groenvisie 2020).
Een deel van het groenareaal in Ridderkerk ligt in verschillende parken en natuurgebieden (niet allen in beheer en onderhoud van de gemeente) waaronder het Reijerpark, het Donckse Bos en de Donckse velden, de Grienden, de Crezéepolder, het Waalbos en De Gorzen. De Gorzen is een voormalige vuilstort locatie. Dit gebied is ten gevolge van allerlei activiteiten en omstandigheden in een periode van een halve eeuw gegroeid. Het resultaat is een oppervlakte van een slechts 40 hectare met een gevarieerd landschapsbeeld. Voor De Gorzen wordt een apart beheerplan opgesteld.
Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van openbaar groen op bedrijventerreinen. Dit zijn:
- •
bestaande bedrijventerreinen, Donkersloot, Veren Ambacht en de Boelewerf
- •
nieuwe bedrijventerreinen, Cornelisland en Nieuw-Reijerwaard.
5.2 Kwaliteit van het groen
5.2.1 Ambitie
Voor de bezuinigingen in de jaren 2010-2011 was het kwaliteitsniveau voor het groen in de openbare ruimte volgens de CROW beeldmeetlatten vastgesteld op ‘hoog’ (A) voor winkelcentra en ‘standaard’ (B) voor de overige gebieden. In 2013 zijn de kwaliteitsniveaus in het beleidskader Duurzaam Beheer opnieuw vastgesteld voor het groen in de openbare ruimte en teruggebracht naar kwaliteitsniveau B (standaard) voor winkelcentra en woongebieden en onderhoudsniveau C (minimaal) voor bedrijventerreinen. Dit sluit in het algemeen aan op het landelijke gemiddelde en is het onderhoudsbeeld van de openbare ruimte redelijk tot goed.
Het werken met beeldkwaliteit levert veel vragen op omdat binnen de marges van een kwaliteitsniveau ruimte is om ‘niet alles’ te verwijderen zoals bijvoorbeeld bij het verwijderen van onkruid.
In 2019 is gestart met een pilot in een deel van de gemeente om de beeldmeetlatten los te laten en het onderhoud uit te voeren op basis van frequentie, waarbij op vaste momenten onderhoud wordt gepleegd. De ervaringen met deze wijze van onderhoud waren positief. Op basis hiervan is in 2020 het onderhoud op basis van frequentie gemeente breed ingevoerd voor een eenduidig kwaliteitsbeeld. Er is voor een onderhoudsfrequentie gekozen waarbij het groen in de openbare ruimte jaarrond gemiddeld een B-kwaliteit laat zien. Hotspots, zoals het centrum en winkelgebieden worden intensiever onderhouden. Hier moet de kwaliteit op A-niveau zijn. (Zie 5.2.2. figuur 4 voor een voorbeeld beeldmeetlat).
In het coalitieakkoord van 2022 – 2026 staat de volgende ambitie geformuleerd:
“Ondanks de investeringen in het onderhoud van de buitenruimte zien we toch ruimte voor verbetering van het onderhoudsniveau”.
5.2.2 Monitoring van de kwaliteit
Beplanting
In 2022 liet de gemeente elk kwartaal een extern bureau een schouw uitvoeren voor alle beheeronderdelen, ook het groen. Voor inspecties wordt de CROW-systematiek gebruikt. CROW is een Nederlands kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, en werk en veiligheid. Kenmerkend van deze systematiek is het gebruik van beelden/foto’s met normen om de kwaliteit van de openbare ruimte te meten en te beschrijven. Hierbij kan zowel de technische kwaliteit als de verzorgingskwaliteit worden beoordeeld. Er is gecontroleerd aan de hand van een selectie van beeldmeetlatten van het CROW (zie figuur 4).
De landelijke standaard voor beeldkwaliteitsniveaus, zoals in tabel 2, is opgenomen in de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte 2018. Hierin wordt een algemene beschrijving gegeven van de kwaliteitsniveaus (A+ tot en met D) en een voorbeeld van een beeldmeetlat.
Niveau |
Omschrijving |
Toelichting |
A+ |
Zeer goed |
Nagenoeg ongeschonden |
A |
Goed |
Mooi en functioneel |
B |
Voldoende |
Functioneel |
C |
Matig |
Onrustig beeld enige vorm van hinder |
D |
Slecht |
Functieverlies, sociaal onveilig, juridische aansprakelijkheidsstelling |
Tabel 2: Kwaliteitsniveaus volgens kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)
Figuur 4: Voorbeeld beeldmeetlat volgens kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)
Er is geschouwd op de volgende beeldmeetlatten:
- -
Groen beplanting beschadiging
- -
Groen beplanting bodembedekkers kaal oppervlak
- -
Groen beplanting bodembedekkers snoeibeeld
- -
Groen beplanting gaten in haag
- -
Groen beplanting heesters kaal oppervlak
- -
Groen beplanting struikrozen
- -
Groen beplanting struikrozen snoeibeeld
- -
Groen beplanting vaste planten sluiting
Volgens de inspectiegegevens voldoet de gemiddelde beeldkwaliteit van de geïnspecteerde beplanting in Ridderkerk aan de ambitie van B-kwaliteit volgens CROW-normen.
Om deze ambitie te bereiken , moet minimaal 90% van de beplanting op dat niveau zijn. Het is echter belangrijk op te merken dat een gemiddelde beeldkwaliteit een vertekend beeld kan geven. De kwaliteit kan variëren afhankelijk van specifieke locaties of beheergroepen. In sommige gebieden kan de kwaliteit hoog zijn, terwijl deze in andere gebieden juist laag kan zijn. De beheertypen bomen, bosplantsoen, recreatiebos en gazon/gras zijn niet meegenomen in deze inspecties.
In de volgende paragrafen wordt per beheergroep het resultaat van de inspectie toegelicht.
Bomen
Jaarlijks laat de gemeente minimaal een derde van haar bomenbestand controleren op veiligheid en conditie. Deze boomveiligheidscontrole (BVC) is een visuele inspectie gericht op het opsporen en registreren van boomgebreken die binnen een bepaalde tijdsperiode, met het oog op veiligheid, potentiële schade kunnen veroorzaken. Deze inspectie volgt de landelijke richtlijn BoomVeiligheidsRegistratie (BVR), Het uitgangspunt is dat de boomveiligheidscontrole wordt uitgevoerd vanaf de grond, zonder gebruik te maken van aanvullende hulpmiddelen zoals ladders en spades.
5.3 Omvang en kwaliteit per type groen
Voor dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van gegevens uit Geovisia. Het gaat om groen dat in beheer is bij de gemeente Ridderkerk, inclusief de bomen op de begraafplaatsen, maar exclusief het groen op begraafplaatsen. Om de huidige kwaliteit van het groen vast te stellen ten behoeve van dit beheerplan is een quickscan uitgevoerd. Doel van deze inspectie was een globaal beeld te verkrijgen van de technische staat van het groen in Ridderkerk.
In totaal zijn 324 waarnemingen op 8 beeldmeetlatten uitgevoerd. Niet alle beheergroepen (bomen, bosplantsoen, recreatiebos en gazon/gras) waren onderdeel van de inspectie. Voor die groepen is alleen het oordeel van de toezichthouders opgenomen. Voor de rapportage van de inspecties verwijzen we naar Bijlage 3.
Uit een analyse van de inspectiegegevens van de externen en het oordeel van de groenbeheerder/ toezichthouders blijkt dat de gemiddelde kwaliteit van de geïnspecteerde beheergroepen als voldoende wordt beoordeeld met een B- niveau. Dit komt overeen met de gewenste ambitie. Wanneer wordt ingezoomd op de beheergroepen, is te zien dat niet alle beheergroepen op het gewenste niveau zijn.
Figuur 5: Kwaliteit algemeen (Bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quick scan DG groep)
5.3.1 Bomen
Omschrijving
Een boom is een houtig gewas met een wortelgestel en een enkele, stevige houtige stam, die zich boven de grond vertakt. Bomen worden ingedeeld in vrij uitgroeiende en niet vrij uitgroeiende bomen (bomen langs wegen en straten). Hiernaast bestaan er ook speciale boomvormen zoals lei- en vormbomen. Leibomen worden doelbewust gesnoeid of gebonden om unieke vormen zoals schermen te creëren (de bekende lei-lindes). Vormbomen worden gesnoeid om specifieke en vaak opvallende vormen te krijgen (bijvoorbeeld dak-platanen). Ook knotbomen is een aparte beheervorm. Deze bomen worden regelmatig teruggesnoeid om de groei te bevorderen vaak vanuit landschappelijke of cultuurhistorische overwegingen (de overbekende knotwilgen). Kandelaberen is een extreme knottechniek waarbij de takken van de boom sterk worden ingekort Hierdoor krijgt de boom de vorm van een kandelaar. Dit is eigenlijk geen reguliere snoeimethode en wordt soms toegepast wanneer een boom te groot is voor zijn huidige standplaats.
Hoeveelheid
Het bomenbestand van Ridderkerk omvat meer dan 19.000 bomen en bestaat uit ongeveer 450 boomsoorten. De meest voorkomende soort is de esdoorn, deze maakt ruim 14% uit van het bomenbestand, verder komen kers, es en wilg veel voor. In de top 10 komen veel inheemse soorten voor, deze dragen positief bij aan de biodiversiteit. De meeste bomen zijn laan- of straatbomen (84%), daarnaast bevat het bomenareaal 6% knotbomen en 5% vormbomen. Het aantal bomen dat vrij uit kan groeien is 4%. (Parken en recreatiegebieden) De meeste bomen staan in gazon (41%) of beplanting (50%).
Figuur 6: Meest voorkomende boomsoorten in het bomenbestand
Een dendroloog heeft in 2020 een lijst opgesteld met Ridderkerkse bomen die gekozen kunnen worden op basis van lokale oorsprong, klimaatbestendigheid, duurzaamheid (levensduur/niet snelgroeiend) en waarde voor fauna.
Monumentale bomen
In het beheersysteem hebben 145 bomen de waarde ‘monumentaal’ bij “status”. Om te voldoen aan de randvoorwaarden voor een individuele monumentale boom gelden de volgende criteria:
- •
minstens 50 jaar oud;
- •
mag geen gevaar opleveren voor de woon- en leefomgeving;
- •
moet in een conditie verkeren waarbij volledig verval niet binnen 10 jaar te verwachten is;
- •
moet een extra waarde hebben (beeldbepalend, cultuurhistorisch, ecologisch en/of dendrologisch)
In het openbaar gebied staan 49 monumentale bomen. Van deze bomen heeft een deel een plantjaar tussen 1975 en 1982 en zijn jonger dan 50 jaar. Er is voor gekozen deze wel in de aantallen op te nemen, omdat het potentieel monumentale bomen zijn. Deze bomen stonden ook al op de Groene Kaart van 2013 en 2018.
In ons beheersysteem staan 145 monumentale bomen met een monumentale waarde. Hiervan staan er 49 in openbaar gebied en zijn eigendom van de gemeente. Daarnaast staan er 49 in openbaar gebied maar daarvan is de gemeente geen eigenaar. Deze bomen zijn eigendom van bedrijven, kerken, woningcorporaties of nutsbedrijven. De overige 47 monumentale bomen zijn privé-eigendom en waardevolle particuliere bomen.
Wij vinden deze bomen zo belangrijk dat we ze minimaal 1x per 3 jaar laten inspecteren door een extern boomdeskundig adviesbureau. Als uit deze boomveiligheidscontrole blijkt dat er veiligheidsmaatregelen nodig zijn, dan voert de gemeente deze uit. Let wel: dit betreft alleen het verwijderen van dood hout, het innemen/verwijderen van overbelaste takken, het reduceren van de kroon of het aanbrengen/bijstellen van kroonverankering.
Het oplossen van bestratingsopdruk, het uitvoeren van reguliere snoeiwerkzaamheden (bijv. het snoeien van leilindes), het bestrijden van luizen ed. of het verwijderen van wortels, doen wij als gemeente niet. Als de boom dood is of het advies ‘vellen’ krijgt, stellen wij de eigenaar daarvan op de hoogte. Wij rooien deze boom niet, dat is de verantwoordelijkheid van de boomeigenaar.
Belangrijke bomen in beeld
Op de Groene Kaart 2023 staan alle belangrijke boomstructuren en –gebieden in het openbaar gebied. Dit zijn de beeldbepalende bomenrijen en boomgroepen op de dijken, in de parken, langs de doorgaande wegen, in de woonwijken en op de bedrijventerreinen. Ook de monumentale bomen van bewoners staan op de Groene Kaart 2023. Deze bomen zijn door hun leeftijd uniek voor Ridderkerk, bepalen het beeld in de straat en zijn belangrijk voor de cultuurhistorie of natuur.
Kwaliteit
Jaarlijks wordt 1/3 deel van het bomenbestand gecontroleerd op veiligheid en conditie. In de afgelopen jaren zijn alle bomen in Ridderkerk gesnoeid maar niet allemaal binnen de gestelde veiligheidstermijn van 6 maanden. Op dit moment is er een achterstand in onderhoudssnoei van ongeveer 35% van het totaal aantal bomen. Deze achterstand ontstond door krapte op de arbeidsmarkt voor dit specialistische werk en daardoor een langdurig openstaande vacature. Om de snoeiachterstand weg te werken is in 2022 een groenaannemer ingeschakeld. Snoeiachterstand is ongewenst omdat deze de duurzame ontwikkeling van de bomen in gevaar brengt. Te laat snoeien betekent grotere snoeiwonden, een slechtere boomconditie en daarmee een grotere kans op ziekten en plagen. Ook neemt het risico op takbreuk toe.
Tabel 3 en figuur 7 geven een overzicht van de veiligheidscategorieën. Dit is een momentopname en geeft na recente inspecties een ander beeld. Attentiebomen laten we ieder jaar inspecteren. Bij risicobomen moet een veiligheidsmaatregel worden uitgevoerd. Dit is hoofdzakelijk (grof) dood hout verwijderen of takken innemen. Soms adviseert de inspecteur de boom te vellen. Dit advies volgen we altijd op omdat we risico op (letsel)schade te allen tijde willen voorkomen.
In het bomenareaal is 37% van de bomen is een risico- of attentieboom. Bij risicobomen zijn één of meerdere maatregelen nodig, zoals snoeien, vellen, kroonverankering of nader onderzoek. Attentiebomen zijn bomen die vanwege gebreken jaarlijks moeten worden gecontroleerd om weer te voldoen aan de veiligheidseisen. De percentages zijn een momentopnmane. Een boom kan nog als risicoboom in het beheersysteem staan, maar door middel van snoei kan het veiligheidsrisico al zijn weggenomen.
Boomveiligheid |
Aantal |
|
Boom zonder noemenswaardige afwijkingen |
12.039 |
stuks |
Risicoboom |
6.509 |
stuks |
Attentieboom |
492 |
stuks |
Tabel 3:Gegevens boomveiligheidsklassen (Geovisia juni 2023)
Figuur 7: Overzicht boomveiligheidsklassen
Tabel 4 en figuur 8 geven een overzicht van de bomen. 63 % van de bomen heeft een goede of voldoende conditie, terwijl van 37% is de conditie onvoldoende of slecht is beoordeeld. Dit is een normaal beeld omdat bomen van oorsprong niet thuishoren in een stedelijke omgeving en door de vaak beperkte groeiruimte moeite hebben zich goed te ontwikkelen en slechtere conditie deels veroorzaakt wordt door de achterstand in snoeiwerkzaamheden.
Conditie bomen |
Aantal |
|
Goed |
454 |
stuks |
Voldoende |
11.685 |
stuks |
Onvoldoende |
6.045 |
stuks |
Slecht/afgestorven |
856 |
stuks |
Tabel 4: Gegevens boomconditie (Geovisia juni 2023)
Figuur 8: Overzicht boomconditie
5.3.2 Solitairen
Omschrijving
Een solitair is een hoog opgaande struik die alleen of in groepen is aangeplant (in beplanting of gras). De snoei is gericht op het behoud van de (specifieke) vorm van de solitair. Zo worden solitaire hazelaars of vlinderstruiken regelmatig onderaan de stam afgezet waarna ze weer uitlopen tot meerstammige heesters. Solitaire sneeuwbalstruiken (Viburnum) vragen daarentegen meer specifieke snoei door gericht dode takken weg te knippen of oud hout weg te snoeien.
Hoeveelheid
Er zijn ca. 200 solitairen. De meest voorkomende soorten zijn de Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii), Vlinderstruik (Buddleja davidii) en de Sneeuwbal (Viburnum bodnantense ‘Dawn’).
Kwaliteit
De kwaliteit van de solitairen worden niet apart geschouwd. Deze hebben in het algemeen een voldoende tot goede conditie.
5.3.3 Bosplantsoen
Omschrijving
Bosplantsoen is opgaande beplanting van inheemse houtige gewassen, bestaande uit zowel struik- als boomvormers. Deze beplanting beheren we extensief wat betekent dat we een natuurlijke groeiwijze nastreven en deze beplanting daarmee bijdraagt aan het vergroten van de biodiversiteit in de openbare ruimte. Het sortiment bosplantsoen is heel divers en bevat onder andere de bekende soorten als veldesdoorn (Acer campestre), Corylus avellana (hazelaar) en Sambucus nigra (gewone vlier)
Hoeveelheid
Het bosplantsoen betreft circa 8 % van het groenareaal, en een oppervlakte van 161.293 m2. Het bosplantsoen is te vinden in woonwijken (40%), bedrijventerrein( 23%) en langs wegen (12%).
Kwaliteit
Het bosplantsoen maakte geen deel uit van de inspecties. Het bosplantsoen werd de afgelopen jaren onderhouden door de wijkploegen. Er zijn achterstanden in het onderhoud ontstaan en er zijn zaailingen uitgegroeid tot bomen. De achterstand in het bosplantsoen wordt door toezichthouders ingeschat op 30%. Met ingang van 2023 wordt het bosplantsoen onderhouden door een aannemer.
5.3.4 Recreatiebos
Omschrijving
Opgaande beplanting van boomvormers, die extensief wordt beheerd. Recreatiebos is vooral te vinden in de recreatiegebieden en soms langs de wijkontsluitingswegen.
Hoeveelheid
Het betreft 9% van het groenareaal en een oppervlakte van 181.522 m2.
Kwaliteit
Het recreatiebos maakte geen deel uit van de inspecties. Het bos werd de afgelopen jaren onderhouden door de wijkploegen. Door onvoldoende capaciteit zijn achterstanden in het onderhoud ontstaan. Deze wordt door toezichthouders ingeschat op 30%. Met ingang van 2023 wordt het recreatiebos onderhouden door een aannemer.
5.3.5 Heesters
Omschrijving
Heesters zijn houtige gewassen die zich onder of vanaf de grond vertakken, struikvormend zijn en een opgaand karakter hebben. Vanwege hun bloei, bladkleur, vruchten etc. dragen ze bij aan de sierwaarde van en biodiversiteit in de openbare ruimte. Cotoneaster (dwergmispel), Lonicera (struikkamperfoelie), Potentilla (ganzerik) en Spiraea (spierstruik) zijn bekende sierheesters in Ridderkerk. Ook de heesterrozen vallen onder deze beheergroep.
Hoeveelheid
Hoeveel 26,3 ha. Bijna 70% van deze beplanting bevindt zich in de woonwijken. Het betreft circa 14 % van het groenareaal.
Kwaliteit
Uit de inspectie blijkt dat rozen en sierplantsoen voldoen aan de gewenste ambitie. De kwaliteit van de bodembekkende heesters is minder goed. De beeldkwaliteit wordt hier beoordeeld met een C. Een deel van de vakken 21% scoort onder het gewenste ambitieniveau. Bij 6% is een D-kwaliteit waargenomen en is de achterstand van ernstig niveau.
Figuur 9: kwaliteit bodembedekkers (bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quickscan DG groep)
Figuur 10: foto quickscan : D-resultaat op beeldmeetlat bodembedekkers – kaal oppervlak.
De theoretische levensduur van heesters is 25 jaar. Het areaal heesters bevindt zich voor 70% in woonwijken, waarvan een groot deel is aangelegd in de jaren 60-70. Hoewel met inboet en snoeien de kwaliteit lang goed is te houden, is na verloop van tijd toch renovatie nodig. Als geen of onvoldoende renovatie heeft plaatsgevonden, is dit is mogelijk een verklaring voor de slechte kwaliteit van de bodembedekkende heesters. Een deel van deze vakken zal gerenoveerd moeten worden.
5.3.6 Hagen
Omschrijving
Hagen zijn heesterbeplantingen die aan de bovenkant en zijkanten worden geknipt (geschoren) in de vorm van een blok of lijn. Hagen zorgen daarmee voor een strakke lijn en structuur in de openbare ruimte. Meer dan de helft van de hagen bestaat uit bekende ‘haagsoorten’ als Acer campestre (veldesdoorn), Carpinus betulus (haagbeuk) en Ligustrum vulgare (gewone liguster)
Hoeveelheid
Het betreft circa 1 % van het groenareaal. Blokhagen komen vooral voor in woonwijken (70%). Lijnvormige hagen komen vooral voor in woonwijken (48%) en parken/ groengebieden (31%).
Kwaliteit
Volgens de inspectieresultaten is de technische kwaliteit van de hagen voldoende. Op de beeldmeetlat gaten in haag, wordt gemiddeld een B-kwaliteit waargenomen.
5.3.7 Vaste planten
Omschrijving
Dit betreft een kruidachtige (niet houtige) bloeiende beplanting, die langer dan twee jaar leven. De plant groeit uit in het voorjaar, bloeit meestal in de zomer en sterft af in de herfst waarbij de wortels overblijven om in het volgende voorjaar opnieuw uit te lopen. Soorten als ooievaarsbek (Geranium), kattekruid (Nepeta) of vrouwenmantel (Alchemilla) vallen onder deze beheergroep.
Hoeveelheid
Het betreft 1% van het groenareaal. Vaste planten komen vooral voor in groen gebieden/parken (29%), in woonwijken (25%) en langs hoofdwegen (19%).
Kwaliteit
De kwaliteit van de vaste planten is goed. Uit de inspectiegegevens blijkt dat 69% van de vaste planten beeldkwaliteit A heeft en ook de toezichthouders geven aan dat de vaste planten op A-kwaliteit zijn. In de inspectieresultaten lijkt 12% van de vaste planten in slechte conditie te zijn.
5.3.8 Gras
Omschrijving
De beheergroep gras delen we op in drie categorieën, te weten gazon, kruidenrijk gras en ruw gras. Gazon is kort gemaaid gras met beperkte kruidengroei (bijv. madeliefje en paardenbloem) bedoeld voor verfraaiing en recreatief gebruik als spelen en picknicken.
Kruidenrijk gras bestaat uit grassen en kruidachtigen waarbij het beheer gericht is op vergroten van de biodiversiteit (maaien en afvoeren). Ruw gras is gras met een ruig karakter dat na klepelen (fijnhakselen) blijft liggen.
Hoeveelheid
Bijna 70% van ons groenareaal bestaat uit gras.
Het grootste grasareaal bestaat uit gazon en ligt voornamelijk in de woonwijken.
Grastype |
Areaal |
|
Gazon |
751.297 |
m² |
Kruidenrijk gras |
428.709 |
m² |
Bloemenmengsel |
40.988 |
m² |
Ruw gras |
149.119 |
m² |
Totaal gras |
1.370.113 |
m² |
Figuur 11: Arealen grastypen (Geovisia juni 2023)
Figuur 12: Verdeling grasareaal (Geovisia juni 2023)
Kwaliteit
De kwaliteit van het gazon is vanuit beheeroogpunt een aandachtspunt (Bron: Groenvisie 2020-2024). Dit speelt in bijna alle wijken van Ridderkerk en komt mogelijk (mede door) de zetting in het gebied. Ook de aannemer geeft aan dat de ondergrond van slechte kwaliteit is (met veel kuilen en bulten) waardoor het moeilijk is om dit op het gewenste niveau te houden. Er is een start gemaakt (eind 2022) met de renovatie van de gazons.
6 Beheer en onderhoud van het groen
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de gemeente Ridderkerk het onderhoud van het openbaar groen aanpakt. De ambities van de gemeente vertalen we naar fysieke maatregelen. Per beheerelement zijn de maatregelen beschreven die leiden tot het gewenste doel. Daarnaast wordt uitleg gegeven over hoe de inventarisatie en wijzigingen in het areaal worden behandeld, en hoe inspectie en monitoring worden toegepast.
6.1 Uitgangspunten groenbeheer
Bomen, heesters, vaste planten, kruiden en grassen komen gevarieerd voor in alle wijken. Het groen zorgt voor sfeer, kleur en geur gedurende alle seizoenen en draagt bij aan het gevoel van veiligheid en geluk in de woonomgeving. Naast het positieve effect op bewoners, dient het groen ook als een veilige leef- en doortrekplek voor dieren.
In elke wijk moeten dieren voldoende vocht, voedsel, nest- en slaapgelegenheid kunnen vinden en ze moeten zich gemakkelijk kunnen verplaatsen tussen verschillende groenstructuren. Om dit te realiseren is het cruciaal om diversiteit te waarborgen in de omvang van groengebieden, de aanwezigheid van boomkronen, struiklagen, kruiden en gras, evenals de variatie in boom- en plantsoorten.
Met de Groenvisie “Groen is onze toekomst” en “Werken vanuit Ecologie” zijn al stappen gezet door ambities te definiëren en acties om de ambities te kunnen bereiken vast te leggen.
Veelal gaat het hier om meer en kwalitatief beter en gevarieerder groen.
Van belang is om het huidige openbaar groen te versterken, om te vormen en het huidige beheer en onderhoud daarop in te richten.
6.2 Dagelijks onderhoud
Dagelijks onderhoud omvat verschillende activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit in de openbare ruimte. Inspecteren en snoeien van bomen borgen een veilige woon- en leefomgeving en duurzame instandhouding. Schoffelen en snoeien van beplanting zorgen ervoor dat onkruid wordt verwijderd en de beplanting goed kan groeien. Het maaien van het gras draagt bij aan een verzorgde uitstraling van de groene gebieden, maar ook van het in stand houden van biovriendelijke bermen. Daarnaast is het knippen van hagen belangrijk om deze in goede vorm te houden. Het dagelijks onderhoud speelt dus een cruciale rol bij het waarborgen van de groenkwaliteit en het bevorderen van een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte.
6.2.1 Boomonderhoud
De boominspectie laten we uitvoeren door een boomtechnisch adviesbureau. Dit om te voorkomen dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’. Voor dagelijks beheer van bomen maakt de gemeente Ridderkerk gebruik van een raamovereenkomst. Deze overeenkomst biedt een kader voor het uitvoeren van diverse snoeimaatregelen. Door middel van de raamovereenkomst kan de gemeente efficiënt en effectief het boombeheer organiseren en waarborgen dat het voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen en veiligheidseisen. Daarnaast snoeit de gemeentelijke bomenploeg een deel van de bomen.
6.2.2 Integrale onderhoudsbestekken
Het dagelijks groenonderhoud in Ridderkerk is geregeld via integrale onderhoudsbestekken. De gemeente is opgedeeld in twee percelen, elk met een specifiek onderhoudsbestek. De uitvoering van beide bestekken wordt door dezelfde aannemer uitgevoerd. In deze bestekken zijn alle benodigde werkzaamheden opgenomen en maken we gebruik van frequentiemaatregelen. In tegenstelling tot het beoordelen van het onderhoud op basis van beeldkwaliteit –waarbij het zichtbare resultaat centraal staat– richt een frequentiebestek zich op de regelmatige uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Dit betekent dat het onderhoud volgens een vooraf bepaalde frequentie wordt uitgevoerd, die aansluit bij het gewenste resultaat van de beeldsystematiek conform de CROW kwaliteitscatalogus voor de openbare ruimte. Het gebruik van het frequentiebestek streeft naar een consistente en planmatige aanpak van het onderhoud, waarbij de kwaliteit en verzorging van de openbare ruimte op een beheerste en effectieve manier worden gewaarborgd. Voor de burger is het duidelijk en begrijpelijk dat er in onderhoudsrondes gewerkt wordt in tegenstelling tot een beeldbestek.
De wijkploegen van de eigen dienst worden ingezet voor het onderhouden van het openbaar groen specifieke locaties, hotspots (o.a. winkelcentra).
6.2.3 Onderhoudskwaliteit
Het frequentiebestek is zo opgesteld dat gemiddeld in de gemeente een B-kwaliteit wordt gerealiseerd. Op hotspots, zoals centrum en winkelgebieden zorgen de wijkploegen van de buitendienst ervoor dat A-kwaliteit wordt gerealiseerd. Streefbeelden voor de belangrijkste beheergroepen zijn te vinden in bijlage 6. In het streefbeeld wordt beschreven wat het gewenste (eind)beeld is van een beheergroep en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn om dit beeld te realiseren.
In het coalitieakkoord van 2022 – 2026 staat de volgende ambitie geformuleerd:
“Ondanks de investeringen in het onderhoud van de buitenruimte zien we toch ruimte voor verbetering van het onderhoudsniveau.” Er is echter in dit akkoord niets specifiek vastgelegd wat het gewenste onderhoudsniveau (of beeldkwaliteit) voor openbaar groen zou moeten zijn.
6.2.4 Participatie en communicatie
Bewoners dragen beperkt bij in het groenbeheer. Het gaat hier meestal om onderhoud aan kleine groenperken, boomspiegels en incidentele opruimacties. De gemeente is terughoudend in deze vorm van participatie. Wanneer de vraag komt van bewoners naar het onderhouden van een stuk groen faciliteert de gemeente hier wel in.
Met bewoners van Ridderkerk gaan we in gesprek over de kansen die we samen kunnen oppakken. Zoals het realiseren van groene parels: door participatie van de buurt worden dat plekken met oog voor natuur én de wensen van omwonenden. Doorlopend zullen locaties worden gezocht voor het realiseren van een Groene Parel, waarbij wordt samengewerkt met de wijkregisseur. Uitgangspunt is om minstens twee groene parels per jaar te realiseren (Bron: Werken uit ecologie).
6.2.5 Onkruidbeheersing
Onkruidbeheersing is een belangrijk aspect in het onderhoud van de openbare ruimte. Om een verbetering op dit punt te realiseren is het goed om onkruidbeheersing integraal te bekijken. Dus niet alleen naar onkruid in beplanting en verharding, maar ook naar de frequentie van het schoonhouden van wegen en straten.
Onderdeel |
Frequentie in bestek (p.j.) |
Onkruid in beplanting |
Boomspiegel: 8x |
Hagen: 10 x |
|
Sierplantsoen: 10 x |
|
Heesterrozen: 10 x |
|
Vaste planten: 12 x |
|
Onkruidvrij maken verharding |
Elementverharding: 2x branden + 3x borstelen |
Ongebonden verharding 4x hete lucht, 1 keer schoffelen |
|
Ver Verwijderen veegvuil |
Elementverharding: 5x |
Asfalt: 2x |
|
Vuilbeheersing markten en Bolnes |
52 x |
Figuur 13: overzicht frequentie onkruid- en vuilbeheersing
De frequentie voor onkruid verwijderen in beplanting in het onderhoudsbestek is gemiddeld 10 x per jaar. Dat is voldoende om in de openbare ruimte een beeldkwaliteit B te realiseren.
In het onderhoudsbestek is te zien dat de frequentie voor vegen wat lager ligt. Het verhogen van deze frequentie zou tot minder onkruid kunnen leiden. In Ridderkerk is echter gekozen voor een andere aanpak. Er heeft een proef gelopen met het verminderen van onkruid door het verwijderen van de voedingsbodem. Deze is succesvol gebleken en nu uitgerold naar de rest van de wijken. De verwachting is dat hierdoor meldingen over onkruid zullen afnemen.
6.3 Planmatig onderhoud
Planmatig onderhoud richt zich op het compleet houden en renoveren of reconstrueren van plantvakken. Ook het vervangen van bomen valt hieronder. Planmatig onderhoud heeft als doel de functionaliteit, esthetiek en duurzaamheid van de groenvoorzieningen in stand te houden. Zorgvuldige analyse van bodemconditie en rekening houdend met beplantingskeuze en beeldkwaliteit zijn essentieel onderdeel van het planmatig onderhoud.
6.3.1 Inboet
Inboeten is het opnieuw aanplanten van bomen en planten die na aanplant niet zijn aangeslagen of door om wat voor reden zijn doodgegaan. Dit om open plekken in plantvakken en bomenrijen op te vullen.
6.3.2 Vervanging
Groen vervangen we wanneer het niet meer goed is te onderhouden of wanneer het technisch versleten is (einde van de levensduur). De vervangingsbehoefte berekenen we op basis van de gemiddelde theoretische levensduur. In dit beheerplan hanteren we voor de verschillende beheergroepen de theoretische levensduren uit tabel 5.
Vervanging van groen is afhankelijk van meer factoren dan alleen de theoretische levensduur. In een stedelijke omgeving zijn verschillende factoren van invloed op de levensduur van groen. Denk aan de bodemgesteldheid, beperkingen van de groeiplaats, (schade door) strooizout, schades en aanrijdingen, oneigenlijk gebruik, nat/droog, ziekten & plagen en nog vele andere omgevingsfactoren.
De daadwerkelijke levensduur/vervanging van het groen bepalen we op basis van de werkelijke kwaliteit en vitaliteit ervan.
Groentype |
Theoretische levensduur |
% vervanging per jaar |
Bomen |
50 – 75 jaar |
2% bomen in verharding |
1,3% bomen in gras/beplanting |
||
Bosplantsoen |
50 jaar |
2% |
Heesters |
25 jaar |
4% |
Vaste planten |
10 jaar |
10% |
Hagen |
25 jaar |
4% |
Gazon |
25 jaar |
4% |
Kruidenrijk/ruw gras |
50 jaar |
2% |
Tabel 5. Theoretische levensduur Ridderkerkse beheergroepen
6.3.3 Integrale aanpak groenvervanging
Bij integrale herinrichtingsprojecten buitenruimte beoordelen we vooraf of gelijktijdig het openbaar groen (de bomen/ beplanting) gerenoveerd moet worden. Deze afweging maakt de groenbeheerder. De praktijk leert dat bij vervangingsprojecten op het gebied van riolering, verharding en/of speelvoorzieningen het groen ook gelijktijdig vervangen wordt. Hiermee pakken we meerdere onderhoudsaspecten in één keer aan, wat leidt tot een optimale inrichting en kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte.
6.4 Onderhoud per beheertype
De beheerstrategie is voor ieder beheertype vastgelegd. Voor ieder type is beschreven wat de beheeruitgangspunten en de beeldbepalende beheer-maatregelen zijn. De concrete beheermaatregelen kunnen worden vertaald naar een frequentie- of beeldbestek. De streefbeelden zijn uitgewerkt en zijn als bijlage 6 aan dit beheerplan toegevoegd.
6.4.1 Bomen
Doelstelling
Een vitaal en duurzaam bomenbestand te realiseren die de kwaliteit van onze groene leefomgeving versterkt. Dit vereist onderhoud en aandacht, vanaf aanplant tot het moment van vervanging. Niet zozeer de hoeveelheid bomen als wel de kwaliteit en diversiteit van bomen is van belang voor een volwaardige bomenstructuur. We streven naar een bomenbestand van hoge kwaliteit, wat betekent dat de bomen in goede conditie verkeren en er geen snoeiachterstanden zijn. Bomen dragen zo bij aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving voor onze inwoners.
Om dit te bereiken, is ons deskundig onderhoud gericht op het bevorderen van sterke, gezonde bomen en duurzame instandhouding. We zetten in op regelmatige inspecties, gepaste snoei en zorgvuldige verzorging. Door vroegtijdige detectie en aanpak van ziekten, plagen en gebreken borgen we de vitaliteit van onze bomen en minimaliseren daarmee potentiële risico's.
Dagelijks onderhoud
De gemeente inspecteert en onderhoudt haar bomen in een cyclus van 3 jaar. Alle attentiebomen en bomen met een verhoogde gevaarzetting (essen, populieren en wilgen ouder dan 40 jaar) laten we ieder jaar inspecteren. Conform het Handboek Bomen 2022 worden de bomen tijdens de inspectie beoordeeld op veiligheid en snoeibeeld. Met deze driejaarlijkse controle- en snoeicyclus voldoen we aan de landelijke richtlijn. Jonge bomen worden begeleid in hun ontwikkeling en meestal opgekroond (verwijderen onderste takken) om de wettelijke vrije doorgang te bereiken). Onderhoudssnoei vindt plaats bij de oudere bomen waarbij alleen dode, onveilige of verkeerd gegroeide takken worden verwijderd.
De huidige achterstand in het snoeibeeld (ongeveer een derde van het totale aantal) is ongewenst. Als een boom vanuit de inspectie het advies ‘vellen’ krijgt, kappen we deze boom binnen de gestelde termijn en streven we naar herplant op dezelfde locatie (of in de nabije omgeving).
Planmatig onderhoud
Jaarlijks worden om meerdere redenen bomen vervangen. Op basis van de inspectie en meldingen vervangen we dode en ernstig zieke bomen. Bomen kunnen in slechte conditie zijn, onveilig of ziek. Dat kan aanleiding te zijn om te vervangen. Daarnaast worden bomen vervangen als ze aan het einde van hun levensduur zijn.
Ridderkerk wil het huidige bomenbestand behouden en versterken. In de Groenvisie 2020-2024 is de volgende herplantnorm opgenomen:
- •
elke gekapte boom wordt gecompenseerd;
- •
de biomassa (bladoppervlak) op termijn toeneemt (meer grote bomen);
Bij de herplant wordt gekeken naar de meerwaarde die de herplant kan opleveren voor de omgeving en de mensen die er wonen.
De vervanging aan het einde van de levensduur betreft de structurele vervanging die jaarlijks nodig is om het bomenbestand duurzaam in stand te houden. Figuren 13 en 15 laten de leeftijd en leeftijdsopbouw van de bomen zien.
Figuur 14: leeftijd bomen
Figuur 15: leeftijdsopbouw bomenbestand
Het bomenbestand is relatief oud, iets meer dan de helft van de bomen is 40 jaar of ouder. Ruim 9500 bomen komen binnen 25 jaar naar verwachting aan het einde van hun theoretische levensduur. De groeiplaats van oudere bomen is vaak nog niet optimaal. De verwachting is dat deze vervanging een piek gaat opleveren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de bomen in de wijken West en Drievliet. De gemeente gaat uit van resultaatgericht beheer, waarbij alleen vervangen wordt wat daadwerkelijk nodig is. (Bron: Beheerplan Openbare Ruimte 2020 – 2024).
In Ridderkerk worden per jaar circa 125 bomen vervangen. Dit betreft de vervanging die voorkomt uit de BVC en de inboet naar aanleiding van meldingen en eigen waarnemingen circa 20%. De overige vervanging betreft de vervanging in verband met afschrijving (levensduur), dit is circa 80% (Bron: HvW/KL).
De theoretische vervangingsopgave einde levensduur betreft jaarlijks 260 bomen. Waar mogelijk wordt in projecten vervanging van bomen en groen meegenomen, dit is echter niet toereikend om invulling te geven aan de benodigde structurele vervanging. Meer dan de helft van de bomen is 40 jaar of ouder. Op langere termijn moet vanwege de veroudering van het areaal rekening gehouden worden met een sterke stijging in de vervangingskosten. Het is wenselijk om jaarlijks voldoende budget te reserveren voor deze vervanging.
Om de ambities uit de Groenvisie te borgen bij geplande (herinrichtings) projecten wordt hiervoor budget per project toegevoegd. Dit is voor behoud, vervanging en/of uitbreiding van groen. Dit wordt met ingang van 2022 toegepast. Om vervangingspieken in de toekomst af te vlakken, wordt aangeraden om daarnaast jaarlijks structureel een deel van het totale bomenbestand te vervangen.
Het kan voorkomen dat een boom langer leeft dan zijn theoretische levensduur maar vaak wordt deze leeftijd niet bereikt vanwege reconstructies, ophogingen, graafwerkzaamheden kabels & leidingen en andere factoren. Gezonde oude bomen proberen we zo lang mogelijk te behouden.
6.4.2 Solitairen
Doelstelling
Ook het beheer van onze solitairen is gericht op duurzame instandhouding. Anders dan bij bomen worden solitairen niet geïnspecteerd uit oogpunt van veiligheid. Dit omdat ze qua grootte geen gevaar vormen voor de veiligheid van de woon- en leefomgeving.
Dagelijks onderhoud
Het dagelijks onderhoud aan solitairen is minimaal. Dagelijks onderhoud bestaat uit het bijmaaien van gras rondom de solitair en het om de zoveel jaar snoeien.
Planmatig onderhoud
Dode en zieke solitairen vervangen we tijdens het plantseizoen (grofweg november–maart).
6.4.3 Bosplantsoen
Doelstelling
Het bevorderen van natuurlijke (inheemse) en gemengde vegetatie met een zoom–mantel–kern opbouw. Kruidengroei, gefaseerd maaien en het periodiek laten liggen van plantaardig materiaal, stimuleert de biodiversiteit. Bij het beheer van bosplantsoen kunnen verschillende eindbeelden worden gerealiseerd zoals struweel, bossingel, hakhout of bos (zie bijlage 6 voor meer toelichting).
We bepalen de komende jaren per bosplantsoenvak het gewenste eindbeeld. Bij het wegwerken van de achterstanden in het bosplantsoen zetten we een eerste stap naar dat gewenste eindbeeld.
Struweel
Bossingel
Hakhout
Bos
Dagelijks onderhoud
De randen van het bosplantsoen maaien we 2x per jaar uit. Jonge aanplant (<3 jaar) wordt geschoffeld. Daarnaast dunnen we –in een cyclus van 8 jaar– het bosplantsoen om boomvormers te verwijderen en de diversiteit aan soorten te behouden.
Planmatig onderhoud
Bosplantsoen heeft een theoretische levensduur van 50 jaar. Hierna kijken we of de vegetatie nog vitaal en functioneel is of moet worden vervangen. Uitgevallen jong bosplantsoen boeten we meestal in maar kiezen soms ook om niet in te boeten om kruidengroei te bevorderen.
6.4.4 Heesters
Doelstelling
Heesters hebben een decoratieve functie en voegen visuele en ecologische waarde toe aan de omgeving. We streven naar gesloten plantvakken met een verzorgd uiterlijk en een kwaliteitsniveau B. Een beperkte mate van snoeiachterstand beschouwen we als acceptabel. Langs verharding en gras zijn de randen van de beplantingsvakken redelijk zichtbaar en zijn er weinig storende of overhangende takken. Kaal oppervlak is slechts in beperkte mate toegestaan en ook zwerfafval is beperkt aanwezig.
Dagelijks onderhoud
Onkruid houden we onder controle door regelmatig te schoffelen (10x per jaar) en enkele keren de onkruidresten uit te ruimen. Zwerfafval wordt opgeruimd tijdens periodieke rondes waarbij indien nodig ook grofvuil wordt verwijderd. In het najaar ruimen we het gevallen blad op. Daarnaast snoeien we onze heesters om te voorkomen dat het groen te ver buiten de plantvakken groeit. De soort en type heester bepalen de snoeiwijze (specifieke verjongingssnoei of heel het plantvak kortzetten).
Planmatig onderhoud
Bij planmatig onderhoud van heestervakken streven we naar het behoud van een gezonde en verzorgde beplanting. Inboet en vervanging van oude of zieke heesters is gericht op het verbeteren van de beeldkwaliteit van de groene openbare ruimte. Hierbij kijken we zorgvuldig naar de juiste plantkeuze en houden we rekening met factoren als groeiomstandigheden, gewenste beplantingsstructuur en sier- en ecologische waarde.
6.4.5 Vaste planten
Doelstelling
Vaste planten spelen een prominente rol in het creëren van een aantrekkelijke en biodiverse openbare ruimte. We concentreren ons voornamelijk op zichtlocaties en prominente plekken in de openbare ruimte waar vaste planten optimaal kunnen bijdragen aan de esthetische beleving en het creëren van een levendige sfeer. We streven naar een beheerpraktijk die ecologisch verantwoord is en bijdraagt aan het behoud en bevordering van de biodiversiteit. De planten zien er verzorgd uit, zijn compact beplant en onkruiden zijn nauwelijks aanwezig.
Dagelijks onderhoud
Vaste planten houden we onkruid- en zwerfafvalvrij. Eenmaal per jaar worden de vaste planten afgeknipt of gemulchd om hergroei te bevorderen. Mulchen heeft als voordeel dat het natuurlijke materiaal wordt gerecycleerd en dient als een natuurlijke bemesting voor de planten. Dit bevordert de gezonde groei en bloei van de vaste planten en draagt bij aan een duurzaam onderhoudsbeleid.
Planmatig onderhoud
Vaste planten hebben een theoretische levensduur van 10 jaar. Bemesten en regelmatig vervangen zijn de belangrijkste planmatig onderhoudswerkzaamheden. Bij de aanplant van vaste planten streven we naar een evenwichtige en diverse samenstelling en houden we rekening met kleur, bloeiperiode, groeivorm en bijdrage aan biodiversiteit.
6.4.6 Hagen
Doelstelling
Het beheer van hagen is gericht op het in stand houden van een gesloten lijnvormige beplanting, die zorgt voor verkeersbegeleiding of bijdraagt aan de aankleding van de openbare ruimte en biodiversiteit. We streven naar een beeldkwaliteit B voor het onderhoud van de hagen en naar minimale aanwezigheid van gaten in de haag, zodat de strakke lijnen van de haag goed zichtbaar blijven.
Dagelijks onderhoud
Voor een verzorgd uiterlijk, schoffelen we 10x per jaar het onkruid en verwijderen we het zwerfvuil uit de haagvoet. Daarnaast snoeien we de hagen een aantal keer per jaar om uitstekende takken of scheuten weg te nemen en rechte lijnen te creëren. Ook borgen we hierbij het uitzicht bij oversteekplaatsen en kruisingen.
Planmatig onderhoud
Bij het ontstaan van kale plekken en grootschalige uitval kijken we of herplant op duurzame wijze mogelijk is. Indien nodig verbeteren we de kwaliteit van de groeiplaats door de bodemstructuur te verbeteren of voedingsstoffen aan te vullen. Een goede groeiplaats draagt immers bij aan de vitaliteit en het duurzaam in stand houden van de hagen.
6.4.7 Gazon
Doelstelling
Onze gazons zien er verzorgd uit en zijn functioneel, toegankelijk en aantrekkelijk voor recreatie en gebruik. De grasmat is gezond en heeft een nette uitstraling conform B-kwaliteit. Vanaf 2020 wordt een deel van het areaal ecologisch onderhouden ter verhoging van de biodiversiteit. In 2023 is in het kader van ‘biovriendelijk maaien’ het beheer van een aanzienlijk areaal gazon gewijzigd naar kruidenrijk gras. Hierdoor beheren we nu meer kruidenrijk gras en minder gazon. De doelstelling is om 70% van het gazon om te vormen naar kruidenrijk gras. Het areaal kruidenrijk gras en ruw gras ligt voornamelijk langs de hoofdwegen, op de dijken en in de buitengebieden.
Vanuit de visie op ecologie is het de ambitie om vanaf 2024 begrazing in te zetten. Naast de esthetische waarde, vergroot begrazing ook de biodiversiteit. Gevarieerd en extensief zijn hierbij overigens wel belangrijke aandachtspunten.
Dagelijks onderhoud
Onze gazons maaien we minimaal 22x per jaar. De obstakels worden minder frequent bijgemaaid. Daarnaast ontdoen we het gazon regelmatig van zwerfafval en verwijderen we in het najaar het afgevallen blad om verstikking te voorkomen. De randen van de gazons langs verharding en beplanting steken we en maaien we 2x per jaar.
Planmatig onderhoud
Als gazons niet meer voldoen aan de technische kwaliteit vanwege kale plekken of ongelijkheid, frezen we de grasmat. Vervolgens egaliseren en profileren we het terrein en zaaien het in met een geschikt gazonmengsel.
De theoretische vervangingsopgave einde levensduur betreft jaarlijks circa 30.000 m2 gazon. Met het oog op de slechte kwaliteit van de gazons, zal de komende jaren op plaatsen waar dat nodig is, renovatie van de grasmat plaatsvinden.
Gezien de doelstelling om 70% van het gazon om te vormen naar kruidenrijk gras neemt het planmatig onderhoud van gazons in m2 jaarlijks af.
6.4.8 Kruidenrijk (Bloemrijk) en ruw gras
Doelstelling
Het ontwikkelen en behouden van een divers en ecologisch waardevol grasland dat bijdraagt aan de biodiversiteit en natuurlijke processen. We streven naar een gezonde grasvegetatie met een rijke variatie aan grassen, kruiden en bloeiende planten. Door het maaien op specifieke momenten, bevorderen we de ontwikkeling van een robuuste grasvegetatie dat zorgt voor een aantrekkelijke leefomgeving voor planten, insecten en andere dieren.
Kruidenrijk gras is waardevoller maar niet overal mogelijk. Praktische zaken als in te zetten materieel, kleine oppervlakken en uitzichthoeken betekent soms frequent maaien en niet opruimen.
Dagelijks onderhoud
Maaien vindt plaats in periodieke rondes. Frequentie varieert van 1 tot 5x per jaar. Bij kruidenrijk gras voeren we het maaisel af; ruw gras blijft liggen nadat het is geklepeld. Daarnaast ruimen we regelmatig zwerfafval en wordt een meterstrook langs verharding frequenter gemaaid. Dit in het kader van de toegankelijkheid en verkeersveiligheid.
Planmatig onderhoud
Bloemrijk gras wordt frequent doorgezaaid. Gemiddeld eens per 5 jaar.
6.5 Kabels en leidingen
In begroting staat een aparte post voor 'degeneratie groen'. Hierop ontvangen we inkomsten van nutsbedrijven voor graafwerkzaamheden in het gemeentelijk groen. Nutsbedrijven betalen een landelijk vastgestelde prijs per vierkante meter voor de schade die zij veroorzaken. Deze inkomsten zijn echter niet voldoende om alle herstelwerkzaamheden te bekostigen.
Daarom hebben we voor grote projecten van de nutsbedrijven een nieuwe werkwijze met ze afgesproken. De factuur voor de herstelwerkzaamheden –uitgevoerd door de huisaannemer van de gemeente– wordt rechtstreeks naar de nutsbedrijven gestuurd. Op deze manier dragen zij de kosten voor het herstellen van schades, worden de herstelwerkzaamheden goed uitgevoerd en is de gemeente niet langer afhankelijk is van de inkomsten uit de landelijk gehanteerde vierkante meterprijs.
6.6 Ziekte en plagenbestrijding
Veel boomstructuren zijn aangeplant als monocultuur (bestaan uit dezelfde soort) wat kan leiden tot snelle verspreiding van ziekten & plagen en grootschalige uitval. Verschillende boomsoorten worden bedreigd door ongeneeslijke ziekten, wat resulteert in verzwakte bomen die meer zorg en inspectie vereisen. In sommige gevallen is vervanging van de bomen de enige oplossing. Door klimaatverandering zal de komende jaren de aanwezigheid en overlast van boomziekten en exoten naar verwachting nog verder toenemen. Effectieve en adequate bestrijding en monitoring is daarom noodzakelijk.
6.6.1 Boomziekten
Als gemeente lopen wij een risico met bomen die aangetast zijn door ziekten. In sommige gevallen is het noodzakelijk om zo snel mogelijk over te gaan tot het kappen van de bomen en de vervanging ervan (bijvoorbeeld in woonwijken). Op andere locaties waar het risico minder hoog is, kan volstaan worden met monitoring.
Elke boomziekte is anders en heeft zijn eigen kenmerken, gevolgen en dus ook wijze van aanpak.
Essentaksterfte (ETS)
Circa 10% van ons bomenbestand bestaat uit essen, ruim 1900 stuks. Met name de gewone es (Fraxinus excelsior) is heel gevoelig voor de schimmel die essentaksterfte veroorzaakt. Dit betreft 80% van deze essen, ruim 1500 stuks. Eén derde van de essen vertoont symptomen van de ziekte, 180 zijn in slechte conditie.
De gevolgen van deze schimmel zijn ernstig, delen van de es sterven langzaam af. In gebieden waar essen langs de kant van de weg staan, kan dit gevaar opleveren omdat takken kunnen afbreken. We monitoren de ontwikkeling van ETS sinds 2019 op 16 locaties. Hoewel de aangetaste essen zich op deze locaties lijken te herstellen, zien we bij de veiligheidsinspecties een toename in het aantal aangetaste essen. Regelmatig moeten we essen kappen en vervangen om de veiligheid van de woon-en leefomgeving te borgen.
Kastanjebloedingsziekte
Op de bast van een aangetaste paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) ontstaan bruine vochtige plekken die gaan bloeden waarbij een stroperige vloeistof vrijkomt. De bruine vlekken verspreiden zich snel over de stam. Bij ernstige aantasting neemt de conditie van de boom af en neemt het risico van takbreuk toe. Verzwakte exemplaren worden vaak ook aangetast door zogenaamde ‘secundaire’ plagen zoals honingzwam, fluweelpootje of oesterzwam. In ons bomenbestand zijn 154 paardenkastanjes opgenomen waarvan er 62 zijn aangetast en verkeren 13 bomen in slechte conditie.
Iepziekte
Om de verspreiding van de iepziekte tegen te gaan, passen we preventieve maatregelen toe. Bijna al onze Hollandse iepen ( Ulmus x hollandica) laten we ieder jaar injecteren om iepziekte te voorkomen. Zieke iepen verwijderen we zo spoedig mogelijk om verspreiding te voorkomen. Hiermee streven we naar een gezond iepenbestand en minimaliseren de impact van deze besmettelijke ziekte.
Andere boomziekten
Ook andere (dodelijke) ziekten zoals watermerkziekte en roetschorsziekte komen in mindere mate voor. De verwachting is dat als gevolg van de klimaatverandering het aantal boomziekten en plagen toeneemt. Dit resulteert in een hoger sterftecijfer en meer boomvervangingen. Deze ontwikkeling leidt tot een toename van kosten.
6.6.2 Plagen
Invasieve exoten
Exoten zoals Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw komen maar op enkele plaatsen voor in Ridderkerk. Reuzenberenklauw bestrijden we actief door extra maaien of uitsteken. Bij de bestrijding van Japanse duizendknoop zetten we naast maaien/afruimen chemische middelen in.
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups gebruikt voornamelijk bladeren van zomereiken als voedsel. Bij een ernstige plaag wordt zelfs de hele boom kaalgevreten. De brandharen van de rups vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Eikenprocessierups bestrijden wij preventief en curatief. Bekende nestplaatsen worden op voorhand behandeld met nematoden De nesten worden op basis van de inspectie, of op basis van meldingen van bewoners verwijderd via een zuigtechniek. Met het vergroten van de biodiversiteit streven we naar een natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups. In het ultieme geval nemen natuurlijke vijanden als gaasvliegen en koolmezen de bestrijding van eikenprocessierupsen van ons over.
Luizen - Honingdauw
De plaag van luizen is met name actief in de Tilia x europaea. De ‘kwetsbaarheid’ is afhankelijk van de standplaats. Een linde met luis in gazon of bosplantsoen geeft meestal geen overlast. Is de standplaats een parkeerplaats dan is er vaak overlast van honingdauw. Bij een deel van de lindes in verharding en gazon worden de luizen jaarlijks bestreden door het uitzetten van larven van lieveheersbeestjes. Lieve heersbeestjes en bladluizen zijn immers vijanden van elkaar.
6.7 Klimaatadaptatie en ecologie
Er is in de begroting nog geen budget opgenomen voor het invoeren van klimaat adaptieve maatregelen en de daar uit voortvloeiende beheerkosten. Aanpassingen die nodig zijn in de openbare ruimte om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, worden in de gemeente integraal aangepakt vanuit het uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie. Dit is nog in ontwikkeling. De volgende concrete maatregelen zijn al in gang gezet:
Groenvisie
- •
Binnen de Groenvisie is budget beschikbaar voor het vergroenen van tuinen, vergroeningsinitiatieven van bedrijven/ woningcorporatie, VVE’s. Er is een subsidieregeling. Subsidie Vergroenen particuliere tuinen Ridderkerk 2021-2024 is vastgesteld en in uitvoering sinds maart 2021. De regeling is ter bevordering aanplant bomen en struiken begin 2023 gewijzigd en opnieuw vastgesteld.
- •
De motie ‘Overbodige verharding in kaart’ is 27 januari 2023 aangenomen. Er komt een QuickScan van overbodige verharding in de openbare ruimte waarbij wordt aangeven waar en wanneer deze te verwijderen.
Werken vanuit ecologie
- •
Omvorming van intensief beheerd gras naar extensief beheer met als doel tot meer kruidenrijke vegetatie te komen.
- •
Omvorming van cultuurlijke beplanting langs wegen en gebouwen. Deze bestaat nu uit sierplantsoen en bodembedekkers. De veelal monotone vakken worden de komende jaren vervangen worden door inheemse beplanting.
- •
Start met schapenbegrazing in 2024.
- •
Aandachtspunt: Onderzoeken of groenbeheer dat nu uitbesteed is, kan worden uitgevoerd met het label KleurKeur. Een kwaliteitskeurmerk ontwikkeld door De Vlinderstichting dat er op gericht is om de bermen en ander stedelijk groen zoveel mogelijk te laten bloeien door ecologisch (maai) beheer.
6.8 Uitbreiding groenbeheerareaal
Het bouwen van nieuwe woningen vergroot doorgaans ook het door de gemeente te beheren groenareaal. Het eerste jaar na aanleg zijn de kosten voor inboet voor de ontwikkelaar, maar na overdracht ligt het dagelijks onderhoud bij de gemeente. In 4.2 is het overzicht van bouwlocaties al aangegeven:
- •
De PC Hoofstraat en omgeving.
- •
Het Zand
- •
Polder Geerlaan
- •
Rijsoord; Oude Boomgaert
Wanneer wij nieuw gebied in beheer nemen, moet de beheerbegroting voorzien in de benodigde middelen. Om een inschatting te maken van de benodigde middelen voor het groenonderhoud gebruiken we een voordeurnorm. Een vast bedrag voor beheerkosten voor elke gebouwde woning op een nieuwbouwlocatie. In Ridderkerk zijn de groenkosten in 2022 circa € 109 per woning. In het eerste jaar na de oplevering van nieuwbouw zijn de beheerkosten van het groen nog voor rekening van de projectontwikkelaar. De beheerkosten worden voor 50% meegenomen in het jaar opvolgend aan de aanleg. In het jaar daarna voor 100%.
Om de kosten voor de areaaluitbreiding in te schatten gaan we uit van de volgende aantallen:
- •
De PC Hoofstraat en omgeving. Circa 500 woningen van 2023 – 2027
- •
Het Zand – 51 woningen in 2022 en 167 woningen in 2023.
- •
Polder Geerlaan –76 woningen in 2023
Tabel 6: woningen in nieuw gebied. Op basis van prognose 2022 - 06
Bedrijventerreinen:
- •
Cornelisland, vanaf 2024 in beheer van de gemeente
- •
Nieuw Reijerwaard blijft tot december 2027 in beheer bij de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard GRNR)
Uit oogpunt van duurzaam groenbeheer is het van cruciaal belang om de beheergegevens (o.a. areaal, aanlegjaar, boomveiligheidscontroles) goed bij te houden en voldoende financiële middelen op te nemen in de beheerbegroting. Bijlage 8 bevat de routekaart voor het verwerken van areaalwijzigingen in de begroting.
6.9 Monitoring en inspectie
We bewaken de kwaliteit van het groen en de bomen op de volgende manier:
- •
Boomspecialisten van externe boomtechnisch advies- en ingenieursbureaus inspecteren minimaal 1x per 3 jaar onze bomen qua veiligheid en onderhoud (visuele inspectie);
- •
Geadviseerde nader boomveiligheidsonderzoek wordt door een ander boomtechnisch adviesbureau uitgevoerd;
- •
Boomziekten monitoren we in samenwerking met gespecialiseerde bureaus;
- •
De toezichthouder(s) voeren dagelijks controles uit op de uitvoering van het onderhoud. 10 x per jaar wordt getoetst of de werkzaamheden van de aannemer voldoen aan de afgesproken kwaliteit.
- •
De gemeente Ridderkerk laat ieder kwartaal een inspectie van de openbare ruimte uitvoeren door bureau Cyber. Hierbij worden alle assets geschouwd, ook het groen. Er wordt geschouwd op kwaliteit verzorging en technische staat. De uitkomsten van de schouw worden gerapporteerd via het platform Apptimize.
- •
Meldingen van bewoners (meldingssysteem, telefoon, brief etc.) worden gebruikt als input voor eventueel bijsturen op onderhoud en planning vervangingen.
7. Gemeentelijke organisatie
De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen ligt binnen de gemeentelijke organisatie voornamelijk bij Cluster Voorbereiding en Beheer en Cluster Uitvoering. Hieronder een korte beschrijving van de functies en rollen van de medewerkers die werken met dit groenbeheerplan.
Groenbeheerder: overziet de kwaliteit en levensduur van het openbaar groen, toetst nieuwe ontwerpen aan de kaders van het groenbeheerplan, lost ingewikkelde klachten/meldingen van bewoners op en beheert de budgetten planmatig groenonderhoud.
Beleidsadviseur groen: ontwikkelt, implementeert en evalueert duurzaam en effectief groenbeleid inclusief bestuurlijke afstemming en bereidt besluitvorming voor.
Databeheerder groen: optimaliseert & actualiseert het groenbeheersysteem en levert input voor het uitzetten van de boominspecties en opstellen van de onderhoudsbestekken.
Werkvoorbereider civiel: maakt bestekken en verzorgt calculaties.
Toezichthouder groen/bomen: controleert de uitvoerende aannemer, verzorgt de besteksadministratie, beheert de budgetten dagelijks onderhoud, handelt klachten/meldingen van bewoners af en stemt werkzaamheden af met collega’s Eigen Dienst.
Medewerker wijkploeg: onderhoudt de hotspots en inzet bij calamiteiten.
Naast bovengenoemde medewerkers is er ook een belangrijk rol weggelegd voor de communicatiemedewerkers. Tijdig en zo zorgvuldig mogelijk informeren van inwoners is belangrijk om groenwerkzaamheden goed te kunnen uitvoeren en zorgt voor draagvlak en begrip.
Vanaf 1 januari 2024 heeft de gemeente Ridderkerk weer een eigen ambtelijke organisatie voor beleid en uitvoering. Dit om slagvaardiger te kunnen zijn, meer maatwerk te kunnen geven en een betere dienstverlening aan inwoners te kunnen leveren.
De nieuwe organisatie voorziet in één cluster Buitenruimte met daarin 6 teams (naast het management) die betrokken zijn bij het Groenbeheerplan.
Onderdeel |
Teamnaam |
fte |
Team 1 |
Ontwikkeling Beheer Openbare Ruimte |
15,17 |
Team 2 |
Uitvoering Openbare ruimte |
10,35 |
Team 3 |
Buitendienst |
21,6 |
Team 4 |
Begraafplaatsen |
8,56 |
Team 5 |
Borden, spelen, gemalen en riolering |
7,00 |
Team 6 |
Ondersteuning |
13,41 |
Figuur 16:. cluster Buitenruimte gemeente Ridderkerk (bron: Organisatie- & Formatieplan 11 mei 2023)
De gemeente Ridderkerk heeft in het coalitieakkoord de volgende ambitie uitgesproken:
Het is op moment van schrijven nog niet bekend wat de precieze consequenties zijn voor de wijkteams. De wijkteams bestaan uit ca. 11 fte waarvan ca. 70% bijdraagt aan het onderhoud van het openbaar groen.
In het nieuwe onderhoudsbestek worden taken opgenomen, die voorheen door de wijkteams werden gedaan, zoals inboeten en zwerfvuil verwijderen. Hoe het nieuwe takenpakket van de wijkteams eruit gaat zien is nog niet bekend. Daarnaast heeft de gemeente Ridderkerk het voornemen om een eigen bomenploeg aan te stellen, ook van deze ploeg is nog niet precies bekend hoe het takenpakket er uit komt te zien. Het is daarom nog niet mogelijk om de benodigde capaciteit voor de teams vast te stellen.
De ambitie is met de inzet van de eigen dienst en de nieuwe onderhoudsbestekken het dagelijks onderhoud openbaar groen binnen het daarvoor totaal beschikbare budget uit te voeren.
8. Financiën
Dit hoofdstuk gaat in op de financiële aspecten van het Ridderkerkse groenbeheer in de periode 2024-2028. Beschikbare budgetten vergelijken we met de (berekende) benodigde budgetten. Ook brengen we de kosten in beeld voor het wegwerken van achterstanden/het op gewenst kwaliteitsniveau brengen. Tot slot geven we inzicht in de (theoretische) vervangingsopgave met bijbehorende kosten.
Bij het ramen van de kosten voor dagelijks- en planmatig onderhoud van bomen, beplanting en gras, is gebruik gemaakt van het normkostenmodel van de DG Groep (gebaseerd op landelijke benchmark) aangepast naar de Ridderkerkse werkpakketten (zie ook bijlage 6 en 7). Gerekend is met eenheidsprijzen 2023 verhoogd met de indexering van 3,2%.
In dit groenbeheerplan is geen rekening gehouden met toekomstige areaaluitbreidingen en uitvoeringsprogramma’s Groenvisie en Klimaatadaptatie. Langs het ‘proces areaalwijziging en begroting’ (bijlage 8) komen de financiële consequenties van toekomstige areaalmutaties in de begroting. Het niet structureel verwerken van areaalwijzigingen en/of –uitbreidingen in de begroting, leidt tot kwaliteitsverlies omdat de beheerbudgetten niet meer overeen komen met het te beheren areaal.
8.1 Dagelijks onderhoud groen
Beschikbare budgetten
In de Ridderkerkse meerjarenbegroting zijn voor dagelijks groenonderhoud de volgende budgetten beschikbaar.
Dagelijks onderhoud groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal onderhoud openbaar groen |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
Onderhoud bomen |
€ 218.600 |
€ 218.600 |
€ 218.600 |
€ 218.600 |
€ 218.600 |
Onderzoek- en inspectiekosten |
€ 14.300 |
€ 14.300 |
€ 14.300 |
€ 14.300 |
€ 14.300 |
Totaal onderhoud bomen |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
Totaal |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
Tabel 7 . Overzicht begroting dagelijks onderhoud groen gemeente Ridderkerk
Benodigde budgetten
Dagelijks onderhoud groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Onderhoud bomen |
€ 427.200 |
€ 427.200 |
€ 427.200 |
€ 427.200 |
€ 427.200 |
Bestrijden ziekten en plagen |
€ 31.000 |
€ 31.000 |
€ 31.000 |
€ 31.000 |
€ 31.000 |
Totaal onderhoud bomen |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
Onderhoud beplanting |
€ 1.440.700 |
€ 1.440.700 |
€ 1.440.700 |
€ 1.440.700 |
€ 1.440.700 |
Onderhoud gras |
€ 697.600 |
€ 697.600 |
€ 697.600 |
€ 697.600 |
€ 697.600 |
Totaal Onderhoud Openbaar Groen |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
Totaal dagelijks onderhoud |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
Tabel 8. Berekende kosten benodigd budget dagelijks onderhoud groen gemeente Ridderkerk
- -
Voor dagelijks onderhoud bomen is het beschikbare budget niet voldoende voor het gewenste onderhoud. Momenteel wordt de inboet en vervanging van bomen nog vanuit dit budget bekostigd. Mede daardoor zijn er snoeiachterstanden ontstaan. Bij het benodigde budget is deze vervanging ondergebracht bij planmatig onderhoud bomen. Kosten van inboet vallen vrij bij het budget dagelijks onderhoud bomen waardoor er meer budgetruimte vrijkomt voor het noodzakelijk dagelijks onderhoud bomen.
- -
In het benodigd budget is rekening gehouden met een budget voor het verwijderen van zwerfafval. Dit budget is niet opgenomen in het beschikbare budget. In 2024 en volgende jaren ontvangt de gemeente een vergoeding voor de aanpak van zwerfafval.
- -
In het beschikbare budget is de inzet/ capaciteit van de wijkploegen/ bomenploeg van de gemeente die onderhoud uitvoeren aan het openbaar groen inclusief de bomen niet opgenomen.
-
De eigen dienst verricht o.a. de volgende werkzaamheden:
-
In de hotspots: Schoffelen en uitruimen schoffelvuil, hagen knippen, graskanten/boomspiegels steken, knippen overhangend groen langs wandel/fietspaden en snoeien van bomen.
-
Daarnaast wordt o.a. gemeentebreed wortel- en stamopschot bij bomen geknipt/ gesnoeid, boompalen en boombanden verwijderd/ vervangen, bosplantsoen gesnoeid, blad geruimd, snoeien van bomen op basis van de boomveiligheidscontrole uitgevoerd en takken en omgewaaide bomen (stormschade) verwijderd.
In 2023 is de capaciteit van de wijkploegen vergroot. De verwachting is dat door de inzet van de wijkploeg en de boomploeg de beschikbare budgetten voor externe uitvoerende werkzaamheden voldoende is. De verwachting is dat de kosten voor dagelijks groenonderhoud verder oplopen. Daarbij is met name de prijsontwikkeling bij aanbestedingen een belangrijke factor. In tussenrapportages wordt hierover gerapporteerd.
8.2 Planmatig onderhoud groen
Beschikbare budgetten
Voor planmatig onderhoud groen staan de volgende budgetten in de meerjarenbegroting:
Planmatig onderhoud bomen en groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Planmatig onderhoud bomen |
€ 123.900 |
€ 123.900 |
€ 123.900 |
€ 123.900 |
€ 123.900 |
Openbaar groen planmatig |
€ 161.300 |
€ 161.300 |
€ 161.300 |
€ 161.300 |
€ 161.300 |
Faunabeheer |
€ 11.600 |
€ 11.600 |
€ 11.600 |
€ 11.600 |
€ 11.600 |
Budget Groenvisie * |
€ 95.500 |
|
|
|
|
Totaal |
€ 392.300 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
Tabel 10. Overzicht begroting planmatig onderhoud groen gemeente Ridderkerk
(*) Naast deze exploitatiebudgetten bevat het Meerjarenprogramma Ridderkerk vanuit het uitvoeringsprogramma van de Groenvisie een exploitatiebudget waarvoor een bestemmingsreserve is gevormd. Voor de jaren 2021 tot en met 2024 is budget beschikbaar voor:
- -
wijkgericht opwaarderen groenstructuur;
- -
verbeteren groeiplaatsen bomen ;
- -
omvormen groenvakken in woongebieden.
In 2024 is hiervoor € 95.500,-- beschikbaar.
Benodigde budgetten
Gewenste kwaliteit/ onderhoudsachterstand
Uit de quickscan DG, inspectie Cyber en het oordeel van de toezichthouders/groenbeheerder blijkt dat het groen in Ridderkerk niet overal de gewenste kwaliteit heeft. Enerzijds is er achterstand in het snoeien van bomen en bosplantsoen en anderzijds in het renoveren/inboeten van plantvakken en het vervangen van bosplantsoen. Ook is een inhaalslag te maken op de gazons (doorzaaien kale plekken en egaliseren/opnieuw inzaaien ongelijke grasvelden). Op basis van de normkosten DG zijn de financiële consequenties hiervan doorgerekend.
Uit te voeren maatregelen |
Areaal per jaar (st. of m²) |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Snoeien bomen |
3.332 |
€ 76.400 |
€ 76.400 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 0 |
Snoeien bosplantsoen |
10.620 |
€ 28.900 |
€ 28.900 |
€ 28.900 |
€ 28.900 |
€ 0 |
Achterstallige randsnoei recreatiebos |
|
€ 24.800 |
|
|
|
|
Totaal snoeiwerk * |
|
€ 130.100 |
€ 105.300 |
€ 28.900 |
€ 28.900 |
€ 0 |
Vervangen bosplantsoen |
3.540 |
€ 68.100 |
€ 68.100 |
€ 68.100 |
€ 68.100 |
€ 0 |
Vervangen/inboeten heesters |
4.897 |
€ 34.100 |
€ 34.100 |
€ 34.100 |
€ 34.100 |
€ 0 |
Doorzaaien/egaliseren gazon |
17.000 |
€ 17.500 |
€ 17.500 |
€ 17.500 |
€ 17.500 |
€ 0 |
Totaal vervangen/inboeten/ doorzaaien/ egaliseren |
|
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 0 |
Tabel 11. Berekende kosten voor groen op gewenste kwaliteit brengen/wegwerken achterstanden gemeente Ridderkerk
(*) Het achterstallig snoeiwerk, bomen, bosplantsoen en randsnoei recreatiebos wordt door de eigen dienst uitgevoerd. De inhaalslag wordt in de jaren 2024-2027 uitgevoerd.
Inboeten of vervangen van openbaar groen en bomen
Zoals in paragraaf 6.3 beschreven richt het planmatig onderhoud zich op het compleet houden en renoveren van plantvakken. Ook het inboeten en vervangen van bomen valt hieronder.
Inboet en vervanging komt voort uit de boomveiligheidscontrole, ziekten en plagen, meldingen, controle toezichthouders, herinrichting buitenruimte en beheerstrategie groenbeheerder.
Met behulp van een berekende vervangingswaarde gekoppeld aan de theoretische levensduur (6.3.2 uit tabel 5) is de jaarlijkse vervangingsopgave voor Ridderkerk berekend (zie tabel 12).
Groentype |
Areaal (aantal of m²) |
Vervangingswaarde (€) |
Theoretische levensduur (jaar) |
Vervanging per jaar (%) |
Vervanging per jaar (aantal/m²) |
Vervangings-kosten per jaar (€) |
Boom in gras/beplanting |
17.308 |
€ 15.289.700 |
75 |
1,3% |
225 |
€ 198.800 |
Boom in verharding |
1.732 |
€ 6.651.900 |
50 |
2,0% |
35 |
€ 130.800 |
Bosplantsoen |
161.923 |
€ 3.191.700 |
50 |
2,0% |
3.238 |
€ 63.800 |
Recreatiebos |
181.522 |
€ 3.578.000 |
100 |
1,0% |
1.815 |
€ 35.800 |
Heesters |
263.397 |
€ 7.991.700 |
25 |
4,0% |
10.536 |
€ 319.700 |
Vaste planten |
6.125 |
€ 185.800 |
10 |
10,0% |
613 |
€ 18.600 |
Hagen |
6.848 |
€ 202.800 |
25 |
4,0% |
274 |
€ 8.100 |
Gazon |
751.297 |
€ 651.300 |
25 |
4,0% |
30.052 |
€ 26.100 |
Kruidenrijk/ruw gras |
618.816 |
€ 472.600 |
50 |
2,0% |
12.367 |
€ 9.400 |
Totaal |
|
€ 38.105.500 |
|
|
|
€ 811.100 |
Tabel 12. Berekende (theoretische) kosten planmatig onderhoud groen gemeente Ridderkerk
Beschikbaar versus benodigde budgetten
De theoretische vervanging wijkt in de praktijk af van de realistische vervanging. De voorbereidingstijd (inventariseren vervangingsopgave, uitwerken plannen/maken tekeningen, communiceren bewoners etc.) en beschikbare formatie, maakt het praktisch niet mogelijk om ieder jaar 260 bomen te vervangen en bijna 16.500 m² beplanting en ruim 42.000 m² gras te renoveren. Tevens wordt in de praktijk het openbaar groen niet direct vervangen als de theoretische levensduur is beëindigd.
Veel groen is met de ontwikkeling van de woonwijken in de jaren’70 aangelegd. Dit betekent dat een groot deel van het aantal bomen 50 jaar of ouder is. De theoretische vervangingsopgave voor bomen geeft daardoor een aantal jaren een piek in het vervangen. In de praktijk zijn er ook juist in deze wijken herinrichtingsplannen. Voor het borgen van de ambities uit de Groenvisie in (herinrichtings-) projecten is afgesproken dat de kosten hiervoor ten laste komen van het project. Dit betekent dat noodzakelijke vervanging van het groen in projecten niet ten laste komt van het budget planmatig onderhoud.
Tevens is jaarlijks een budget voor het vergroenen beschikbaar bij rehabilitaties ( € 80.000,--) en herinrichten speelplekken ( € 55.000,--). Het structureel benodigd budget voor de vervangingsopgave ten laste van planmatig onderhoud wordt hierdoor lager.
Voor het benodigd budget voor structureel planmatig onderhoud wordt zodoende gerekend met 70% van de theoretische vervangingsopgave ( € 811.100) ofwel € 567.800,--. Met een beschikbaar budget van € 296.800,-- betekent dit een structureel tekort van € 271.000,-- per jaar.
In het benodigd budget is rekening gehouden met de hoge kosten voor groeiplaatsverbetering en aanschaf andere soort en grootte van bomen. Deze kosten worden tot en met 2024 ten laste gebracht van het daarvoor beschikbare budget, in 2024 € 95.500,--.
Hierdoor is het tekort in 2024 € 175.500,-- in plaats van € 271.000,--
8.3 Budgetten Samengevat
Dagelijks onderhoud:
Dagelijks onderhoud groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal onderhoud openbaar groen |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
€ 2.022.200 |
Totaal onderhoud bomen |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
€ 232.900 |
Totaal beschikbaar |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
Tabel 13. Beschikbaar budget dagelijks onderhoud groen
Dagelijks onderhoud groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal Onderhoud Openbaar Groen |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
€ 2.138.300 |
Totaal onderhoud bomen |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
€ 458.200 |
Totaal benodigd |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
Tabel 14. Benodigd budget dagelijks onderhoud groen
Beschikbaar versus benodigd budget |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal beschikbaar |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
€ 2.255.100 |
Totaal benodigd |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
€ 2.596.500 |
Totaal tekort |
€ -341.400 |
€ -341.400 |
€ -341.400 |
€ -341.400 |
€ -341.400 |
Tabel 15. Tekort budget dagelijks onderhoud groen
De inzet van de eigen dienst, de jaarlijkse bijdrage aanpak zwerfafval en het uitvoeren van inboet ten laste van het budget planmatig onderhoud dekken het totale jaarlijkse tekort.
Planmatig onderhoud:
Planmatig onderhoud bomen en groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal beschikbaar |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
Budget Groenvisie |
€ 95.500 |
|
|
|
|
Totaal beschikbaar |
€ 392.300 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
Tabel 16. Beschikbaar budget planmatig onderhoud groen
Benodigde budgetten onderhoud groen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal structureel (70% van theoretische berekening) |
€ 567.800 |
€ 567.800 |
€ 567.800 |
€ 567.800 |
€ 567.800 |
Totaal incidenteel |
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 119.700 |
€ 0 |
Totaal benodigd |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 567.800 |
Tabel 17. Benodigd budget planmatig onderhoud groen
Beschikbaar versus benodigd budget |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal beschikbaar |
€ 392.300 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
€ 296.800 |
Totaal benodigd |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 687.500 |
€ 567.800 |
Totaal aanvullend budget |
€ -295.200 |
€ -390.700 |
€ -390.700 |
€ -390.700 |
€ -271.000 |
Tabel 18. Beschikbaar versus benodigd budget planmatig onderhoud groen
9 Conclusies en aanbevelingen
Algemeen
Groenbeheer is een kerntaak van de gemeente. Om deze taak goed uit te voeren, is het belangrijk dat –naast goed zicht op de kwantiteit en kwaliteit van het beheerareaal– voldoende middelen beschikbaar zijn om onze bomen en ons groenareaal op het vastgestelde kwaliteitsniveau te beheren. Wat betekent dit voor de gemeente Ridderkerk? In het laatste hoofdstuk van dit plan trekken we conclusies en doen we aanbevelingen.
9.1 Conclusies
Het te beheren gemeentelijk groenareaal is groot en divers
De gemeente Ridderkerk beheert meer dan 19.000 bomen verdeeld over zo’n 450 verschillende soorten. De meest voorkomende soort is de esdoorn (Acer). In de top 10 komen veel inheemse soorten voor, deze dragen positief bij aan de biodiversiteit. Daarnaast beheert de gemeente ruim 62 hectare beplanting en bijna 137 hectare gras (is exclusief de beplanting en het gras op de begraafplaatsen en sportvelden). Het grasareaal is onderverdeeld in frequent gemaaid gazon (55%) en extensief gemaaid kruidenrijk gras (34%). De rest is ruw gras dat 1-6x per jaar wordt geklepeld.
Beheerdata is op orde
De afgelopen jaren nam de hoeveelheid data over de bomen en het groen enorm toe. Voor de groenbeheerdata maken we gebruik van het beheersysteem GeoVisia waarin we de bomen/het groen zowel grafisch (op kaart) als administratief (alle kenmerken) bijhouden. De grafische component is gekoppeld met de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT). Het boombeheerbestand is de basis voor de boomveiligheidscontrole. Een extern adviesbureau inspecteert daarbij de bomen op veiligheid en beheer en controleert het bestand op correctheid (zowel administratief als grafisch). Die inspectiedata is vervolgens uitgangspunt voor goed en betrouwbaar boombeheer.
De gegevens uit het beheersysteem zijn ook van groot belang bij het maken van de onderhoudsbestekken/bestekstekeningen en het uitvoeren van de kwaliteitsschouwen in de openbare ruimte.
Afgelopen jaren zijn grote stappen gezet om de groenbeheerdatabase te vullen met actuele en betrouwbare data. Ook de komende jaren hebben we hiervoor blijvende aandacht
Het Ridderkerkse openbaar groen is gemiddeld van B-kwaliteit
Voor beplanting wordt in de inspecties gemiddeld beeldkwaliteit B gerealiseerd maar de grootste beheergroep bodembedekkende heesters haalt dit kwaliteitsniveau niet. In het onderhoud van bomen, bos en bosplantsoen zijn achterstanden vastgesteld. Het advies is om onderhoud op het juiste tijdstip uit te voeren zodat het minste functieverlies optreed en grote en dure ingrepen op lange termijn niet noodzakelijk zijn. Als het groen niet juist wordt beheerd, leidt dat tot duurzame waardevermindering en kapitaalvernietiging.
Op gewenste kwaliteit brengen/wegwerken achterstand kost incidenteel € 119.700
Uit de quickscan DG, inspectie Cyber en het oordeel van de toezichthouders/groenbeheerder blijkt dat het groen in Ridderkerk niet overal de gewenste kwaliteit heeft. Enerzijds is er achterstand in het snoeien van bomen en bosplantsoen en anderzijds in het renoveren/inboeten van plantvakken en het vervangen van bosplantsoen. Ook is een inhaalslag te maken op de gazons (doorzaaien kale plekken en egaliseren/opnieuw inzaaien ongelijke grasvelden). Op basis van de normkosten DG zijn de financiële consequenties hiervan doorgerekend.
Er is voldoende budget voor dagelijks onderhoud
Met de inzet van de wijkploegen in het openbaargroen en specifiek de inzet van de bomenploeg kan het totale dagelijks onderhoud openbaar groen binnen de beschikbare budgetten worden uitgevoerd. In de raming is een tekort te zien voor het totaalbudget dagelijks onderhoud (groen en bomen).
Er is niet voldoende budget voor planmatig onderhoud
Zoals in paragraaf 6.3 beschreven richt het planmatig onderhoud zich op het compleet houden en renoveren van plantvakken. Ook het inboeten en vervangen van bomen valt hieronder.
Het budget voor planmatig onderhoud (bomen en groen) is niet voldoende voor het duurzaam in stand houden van het groenareaal. In het budget is te weinig ruimte om invulling te geven aan de structurele vervanging van groen die gedaan moet worden aan het einde van de levensduur.
Het inventariseren van de nodige groenvervanging, het maken van plannen en het communiceren daarover met bewoners vraagt veel tijd van de groenbeheerder. En dat naast het beantwoorden van bewonersvragen en ‘inbreng groenkennis’ bij bouw- en integrale herinrichtingsplannen. In de praktijk is het uitvoeren van de theoretische vervangingsopgave dan ook onmogelijk. Inschatting is dat qua uitvoering 70% van de theoretische vervangingsopgave (€785.930,-) realistisch en behapbaar is.
De Inschatting is dat de verhouding realistisch versus theoretisch vervangingsbudget ongeveer 70% is (dus € 567.800,- versus € 811.100,-).
Dit betekent een praktisch vervangingsopgave van € 567.800,-, ofwel een tekort van € 271.000,-. Bovendien leidt een lager vervangingsbudget tot het zoeken naar innovatieve en creatieve oplossingen voor planmatig onderhoud groen.
In Ridderkerk hebben verschillende wijken te maken met oude beplanting en bomen die tegen het eind van haar theoretische levensduur zijn. Zodat structureel meer budget nodig is om de bomen en het groen te kunnen vervangen.
Ook om huidige beheerproblemen (bijv. wortelopdruk) en toekomstige vervangingspieken af te vlakken, is structureel meer budget nodig om bomen te vervangen. Wel beheren we resultaatgericht, we vervangen alleen wat daadwerkelijk nodig is!
Samenvattend hebben we voor de vervangingsopgave een structureel tekort van € 271.000,- en voor het op de gewenste kwaliteit brengen een tekort van € 119.700 per jaar (voor de jaren 2024 t/m 2027).
9.2 Aanbevelingen
- •
Houd blijvend aandacht voor het databeheer. Dit vormt namelijk een belangrijke basis voor het gemeentelijk boom- en groenbeheer.
- •
Borg het proces voor overdracht groenbeheerareaal goed in de organisatie. Toename van groenareaal betekent immers meer beheerkosten en benodigd beheerbudget. Als dit niet gebeurt, leidt dit op termijn tot achteruitgang in de kwaliteit van het te beheren openbaar groen.
- •
Inspecteer het openbaar groen op noodzaak van vervanging en stel vervolgens een meerjarig vervangingsplan op. Leg voor ieder bosplantsoenperceel het gewenste eindbeeld (struweel, bossingel of recreatiebos) vast voor een gestructureerd ‘bosbeheer’ dat rekening houdt met ecologische, sociale en economische aspecten.
10 Bijlagen
Bijlage 1: Wettelijk kader
Bijlage 2: Overzichtskaart groen
Bijlage 3: Inspectie huidige kwaliteit groen
Bijlage 4: Toelichting onderhoudsactiviteiten
Bijlage 5: Streefbeelden en eindbeelden
Bijlage 6: Toelichting normkosten
Bijlage 7: Werkpakketten
Bijlage 8: Proces areaalveranderingen
Ondertekening
Bijlage 1: Wettelijk kader (uitgebreid)
Omgevingswet
De Omgevingswet bevat regels voor het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Daaronder vallen onderwerpen als natuur en milieu maar ook water, wonen, infrastructuur en de inrichting van de buitenruimte. Naast de wet zelf zijn ook een viertal Besluiten belangrijk, te weten het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). In de laatste twee besluiten staan regels voor bedrijven & burgers en staat beschreven hoe het zit met bijvoorbeeld vergunningen. Momenteel wordt binnen de gemeente gewerkt aan de Verordening fysieke leefomgeving (Vfl). Details met betrekking tot het groen zijn op het moment van schrijven van dit plan nog niet bekend.
De nieuwe Omgevingswet moet zorgen voor minder en duidelijkere regels en tegelijk voor meer samenhang in de benadering van de fysieke leefomgeving. Doordat er meerdere vergunningstelsels aan de omgevingsvergunning worden toegevoegd, kunnen initiatiefnemers voor alle relevante wetgeving terecht bij één loket. Lokaal gaat de wet voor meer afwegingsruimte en flexibiliteit zorgen. Zo mag een gemeente zelf ruimere of strengere regels stellen en dus individueel maatwerk bieden aan gebruikers van de leefomgeving. Als gemeente pas je deze regels zelf aan zodat ze aansluiten bij de lokale situatie.
De datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet is 1 januari 2024.
Omgevingsvisie
De Structuurvisie van de provincie Zuid-Holland is recent vervangen door de Omgevingsvisie (Omgevingsvisie Zuid-Holland (ruimtelijkeplannen.nl)). Hierin staat de visie op de ruimtelijke ordening met relevante trends & ontwikkelingen en de belangen van de provincie waaronder klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Voor de opzet en inhoud van de begroting en jaarrekening gelden wettelijke eisen die zijn vastgesteld in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Uitgangspunt van het BBV is dat de begroting en jaarstukken allereerst voldoen aan de informatiebehoefte van de gemeenteraad. Dit is ook van toepassing op het groenbeheer. Groen is namelijk een van de genoemde kapitaalgoederen in artikel 12 BBV.
Wet natuurbescherming
Volgens de Wet natuurbescherming mag er geen schade worden toegebracht aan vogels en andere beschermde dieren of planten bij werkzaamheden in de buitenruimte. Het bevoegd gezag voor de Wnb is de provincie waar het project of de handeling plaatsvindt; ontheffingsaanvragen lopen via Omgevingsdienst Haaglanden. Om te voorkomen dat voor alle groenwerkzaamheden apart ontheffingen moeten worden aangevraagd, kan gewerkt worden conform vastgestelde gedragscodes (Gedragscodes natuurbescherming (rvo.nl)).
Burgerlijk wetboek
Naast de algemene zorgplicht vanuit de Wnb geldt ook een zorgplicht voor eigenaren van bomen. De oorsprong van deze zorgplicht ligt in artikel 6.162 Burgerlijk wetboek (onrechtmatige daad). Deze zorgplicht betekent dat de boomeigenaar zijn boom regelmatig moet (laten) inspecteren en onderhouden ten behoeve van de veiligheid.
Europese verordening ‘Invasieve Uitheemse soorten’ en Europese Unielijst invasieve exoten
Een exoot is een plant, dier of ander organisme dat van nature niet in Nederland voorkomt. Als een soort schadelijk is voor de natuur noemen we ze invasieve exoten. Voorbeelden zijn Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw. Per 2 augustus 2022 telt de Unielijst zo’n 90 soorten. De provincies zijn verantwoordelijk voor de aanpak van de invasieve exoten die op de Unielijst staan (bijlage 10 van de Regeling natuurbescherming). Uitgezonderd een aantal soorten waarvoor het ministerie van LNV verantwoordelijk is. Van belang voor gemeenten:
- •
Als een soort op de Unielijst staat, is het verboden deze te verhandelen, kweken, vervoeren of importeren;
- •
Verplicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Als dat niet lukt, moet de populatie zodanig beheerd worden dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Bijlage 2: Overzichtskaart groen in beheer bij de gemeente Ridderkerk
Bijlage 3 Inspectie huidige kwaliteit groen Ridderkerk
Voor het opstellen van het beheerplan is in oktober 2022 een quick-scan gedaan door DG groep op diverse beeldmeetlatten van de CROW. Ook de gemeente zelf doet inspecties van de openbare ruimte via bureau Cyber. Voor de technische staat groen zijn in september 2022 door Cyber enkele beeldmeetlatten meegenomen in hun inspectie. In totaal beschikken we daarmee over 324 waarnemingen op 8 beeldmeetlatten om een beeld te geven van de huidige kwaliteit. De gewenste kwaliteit in Ridderkerk is B-niveau.
Het volgende valt op:
- •
Gemiddeld voldoet de technische staat van de geïnspecteerde beplanting Ridderkerk aan de gewenste ambitie, namelijk beeldkwaliteit B. Echter, de grootste beheergroep, bodembedekkende heesters, is niet op het gewenste niveau. Daar is namelijk C vastgesteld, wat B had moeten zijn.
- •
Er is weinig beschadiging van het geïnspecteerde groen, hiervoor is de beeldkwaliteit een A.
- •
De technische staat van de bodembedekkende heesters is lager dan de ambitie. Circa 20% van de vakken is onder niveau, waarvan circa 6% ernstig.
- •
Hoewel de heesters voldoen aan de gewenste beeldkwaliteit, is 7% niet in voldoende conditie. Ook lijkt er een snoeiachterstand te zijn in een deel van de heestervakken.
- •
De beeldkwaliteit van de vaste planten is lager dan de gewenste kwaliteit. In de data van Cyber is te zien, dat een deel van de beoordeelde vakken geen vaste planten betrof maar andere beplanting (Bron: Apptimize). Dit zal invloed hebben op de score, maar niet duidelijk is hoe groot dat effect is. Volgens toezichthouders zijn de vaste planten vakken wel op de gevraagde kwaliteit, namelijk B.
Mogelijke maatregelen om de betreffende vakken op het gewenste niveau te krijgen zijn: achterstallige snoei, inboeten beplanting, renovatie heestervakken. Deze zijn indicatief opgenomen in de raming. Een volledige inspectie van alle vakken wordt aangeraden om een goed beeld te krijgen van de renovatieopgave. Welke maatregelen per groenvak nodig zijn is aan het oordeel van de toezichthouder /groenbeheerders.
Voorbeeld uit Inspectie Cyber: vaste planten sluiting
In het vak wordt iets anders aangetroffen dan wat in het systeem (op de tablet) staat. Cyber beoordeelt dit met een D – kwaliteit. Hoe een inspecteur met dit soort situaties omgaat is afhankelijk van de gemaakte afspraken met de gemeente.
Meetlocaties DG - groep
Bijlage 4: Toelichting onderhoudsactiviteiten
Beheer betreft alle onderhoudsactiviteiten die ondernomen worden om het bestaande groen in stand te houden, inclusief vervanging aan het einde van de levensduur.
Regulier (dagelijks onderhoud/hoogfrequent)
Onderhoudsmaatregelen die één of meerdere keren per jaar worden uitgevoerd om het groen gedurende de levensduur in goede staat te houden. Dit omvat zowel verzorgend onderhoud als zwerfafval verwijderen onkruid beheersen (schoffelen). Maar ook technisch onderhoud zoals het maaien van gras, scheren van hagen, verwijderen van overhangende takken of stam¬opschot. Ook het serviceonderhoud en afhandelen van klachten en meldingen is een onderdeel van dagelijks onderhoud.
Cyclisch (groot onderhoud/laagfrequent)
Periodiek onderhoud dat met een cyclus van meerdere jaren wordt uitgevoerd om het groen te begeleiden in de ontwikkeling en duurzaam en vitaal in stand te houden. Bijvoorbeeld snoeien van bomen, snoeien/terugzetten van heesters, dunnen van bosplantsoen, herstel gazons e.d.
Vervanging
Vervanging is het één op één vervangen van het groen aan het eind van de technische levensduur. Daarnaast worden bomen vervangen als gevolg van BVC-controles en ziekten.
In de begroting staan de volgende beheer- en onderhoudsbudgetten (fcl):
Openbaar groen dagelijks (regulier en cyclisch) – budget 656005
Dagelijks onderhoud bomen (regulier en cyclisch)- budget 656002
Openbaar groen beplanting (vervanging)- budget 656000
Planmatig onderhoud bomen (vervanging)- budget 656001
Bijlage 5: Streefbeelden
Door gebruik te maken van de streefbeelden, maken we zichtbaar hoe we de inrichting van de groene buitenruimte voor ons zien. Voor verschillende groentypen hebben we streefbeelden ontwikkeld.
Hierop is een beschrijving te vinden van het groentype en de maatregelen die nodig zijn om het gewenste (eind)beeld te realiseren.
Bomen
Een boom is een houtig gewas met enkele, stevige, houtige en zich secundair verdikkende, overblijvende stam die zich op zekere hoogte boven de grond vertakt met een of meerdere stammen. Geplant in een boomspiegel of boomkrans omringd door verharding (asfalt, elementen- of halfverharding), in beplanting, gazon of ruw/kruidenrijk gras.
Boom in verharding
Boom in beplanting
Boom in gazon
Boom in ruw-/kruidenrijk gras
Eindbeeld
Boom met aanvaard boombeeld waarbij de omgeving voorwaarden stelt aan het eindbeeld en waarbij een takvrije zone of een takvrije stam wordt voorgeschreven.
Snoeiwijze
Begeleidingssnoei -> snoei in de tijdelijke kroon totdat beoogde opkroonhoogte is bereikt (tijdig opkronen en voorkomen van te dikke takken)
Onderhoudssnoei -> gericht op het duurzaam behoud van de blijvende kroon zonder probleemtakken
Toepassing
Als laanbeplanting aan een of beide zijden van de weg (herkenbare linten), in groepen of als solitair.
Functie
Dragen (groen)structuur, verbeteren woonkwaliteit, bevorderen biodiversiteit, vergroten sierwaarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Boomspiegel
Bedekking onkruid per boomspiegel: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)
Hoogte gazon rondom boom: <75 mm (A-kwaliteit) en <120 mm (B-kwaliteit)
Bosplantsoen
Bosplantsoen is hoog opgaande beplanting van inheemse houtige gewassen met struik- en boomvormers die extensief wordt beheerd. Soms in smalle stroken maar bij voldoende ruimte opgebouwd uit een kruiden-zoom-mantel-kern. De onderbegroeiing bestaat voornamelijk uit schaduwminnende beplanting.
Afhankelijk van de gekozen beheermethode kan bosplantsoen zicht ontwikkelen tot verschillende eindbeelden waaronder struweel, bomensingel of bos.
Eindbeeld
Inheemse struiken zonder bomen (struweel), bomen met onderbeplanting (bossingel) of hoog opgaande bomen (bos)
Struweel
Bossingel
Bos
Snoeiwijze
Snoei is gericht op begeleiden van bosplantsoen naar volle wasdom in gevarieerde samenstelling (snoeien voor de veiligheid en dunnen/verwijderen boomvormers is afhankelijk van het gewenste eindbeeld).
Toepassing
Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; natuurlijke overgang tussen open landschap en bebouwing; robuuste groenelementen in parken en buitengebieden.
Functie
Dragen (groen)structuur, verbeteren woonkwaliteit, afscherming, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Beplantingen
Afzetbeplanting: voornamelijk monocultuur struikbeplanting en heesters met zowel een halfhoge en/of bodembedekkende groeiwijze (hoogte varieert van 25 – 125 cm.)
Sierplantsoen: sierheesters (monocultuur of gemengd) met zowel een halfhoge als opgaande groeiwijze (hoogte varieert van 50 – 250 cm.)
Heesterrozen: monocultuur van rozenbeplanting met zowel een kruipende als opgaande groeiwijze (hoogte varieert van 25 – 100 cm.)
Vaste planten: planten die langer dan twee jaar leven, in het voorjaar uitlopen, in de zomer bloeien, in de herfst afsterven terwijl wortels overblijven om weer in het voorjaar uit te lopen.
Afzetbeplanting
Sierplantsoen
Heesterrozen
Vaste planten
Snoeiwijze
De snoei is gericht op het verkrijgen van een gesloten en/ of bodembedekkende beplanting (afzetbeplanting), op het verkrijgen van een continu beeld, bloei en/ of vruchtdracht (verjongingssnoei sierplantsoen) of op het bevorderen van de bloei (heesterrozen). Vaste planten worden 1x per jaar afgeknipt of gemulchd om hergroei te bevorderen.
Toepassing
Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; natuurlijke overgang tussen open landschap en bebouwing; robuuste groenelementen in woonwijken, parken, bedrijventerreinen en buitengebieden.
Functie
Zorgen voor afscheiding, aankleden openbare ruimte, verbeteren woonkwaliteit, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Beeldkwaliteit
Kaal oppervlak: <5% per 100 m² (A-kwaliteit) en <10% per 100 m² (B-kwaliteit)
Bedekking onkruid beplantingsvak: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)
Hagen
Lijnvormige beplanting die aan de bovenkant en zijkant(en) wordt geknipt/geschoren in de diverse breedtes (haag tot 1,20 meter – blokhaag van 1,20 tot 2,50 meter) en hoogtes (tot 5,00 meter).
Eindbeeld
Een strakke lijn van beplanting.
Snoeiwijze
De snoei is gericht op het verkrijgen van een strakke en gesloten lijnvormige beplanting (knipfrequentie is afhankelijk van locatie en structuurelement).
Toepassing
Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; harde overgang tussen open landschap en bebouwing; lijnvormige groenelementen in woonwijken en op bedrijventerreinen.
Functie
Zorgen voor afscheiding, bijdragen aan structuur in de openbare ruimte, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Beeldkwaliteit
Gaten in de haag: weinig (A-kwaliteit) en beperkte mate (B-kwaliteit)
Bedekking onkruid haagvoet: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)
Klimplanten
Wintergroene of bladverliezende planten die ondersteuning nodig hebben om omhoog te groeien. Zelfhechtende soorten klimmen door middel van hechtworteltjes aan de nieuwe uitlopers. Rankende klimplanten draaien ergens omheen en hebben ondersteuning nodig van een rek of voorgespannen staaldraden (wanneer ze niet worden ondersteund, nemen ze een kruipende groeivorm aan.
Eindbeeld
Afhankelijk van plantsoort, groeiplaats en ondersteuningsconstructie.
Snoeiwijze
Knippen/scheren/leiden/vlechten (afhankelijk van eindbeeld)
Toepassing
Meestal ingezet om gevels te vergroenen of elementen aan het zicht te onttrekken.
Functie
Zorgen voor afscherming, vergroenen van gevels, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Gras
Een kruidachtige begroeiing op zowel vlak als talud die –afhankelijk van de functie– intensief of extensief wordt gemaaid.
Eindbeeld
Is afhankelijk van functie, maaiwijze en –frequentie. Gazon wordt intensief gemaaid, ruw gras 2 of 6x per jaar geklepeld (maaisel blijft liggen) en kruidenrijk gras maximaal 1, 2 of 3x per jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd.
Gazon
Ruw gras
Kruidenrijk gras
Bloemrijk gras wordt 1x per jaar gemaaid en het maaisel afgevoerd.
Bloemrijk gras
Toepassing
Ruimte en openheid in de woonwijken en het landschap, langs wegen/fietspaden en op bedrijventerreinen.
Functie
Mogelijkheden voor verblijven, recreëren en spelen, creëren van ruimte en openheid, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.
Beeldkwaliteit
Maaifrequentie gazon: 26x per jaar (A-kwaliteit) en 22x per jaar (B-kwaliteit)
Kaal oppervlak gazon: <2% per 100 m² (A-kwaliteit) en <5% per 100 m² (B-kwaliteit)
Bijlage 6 : Toelichting normkosten
Normkosten worden opgesteld om een indicatie te kunnen geven van de beheerkosten van het gemeentelijk groen. Bij het opstellen van normkosten gaat men uit van werkpakketten met de meest voorkomende werkzaamheden. Er worden IMAG-normen (Instituut voor Milieu en AGritechniek) gebruikt om tot een tijdsindicatie van de werkzaamheden te komen. Met marktconforme uurtarieven (GWW /Archidat) worden dan de normprijzen berekend.
Er wordt gewerkt met gemiddelden om een totaalbeeld van een beheergroep te geven. Voorbeeld: de kosten van het snoeien van bomen zijn afhankelijk van de hoogte van de boomhoogte/boomsoort. Dit is terug te zien in de inschrijfstaten van de aannemer die per type boom en snoeiwerk een prijs afgeeft. Zo gedetailleerd zijn normprijzen meestal niet. Wel wordt vaak onderscheid gemaakt in de locatie van een boom. Een boom in verharding heeft een ander werkpakket dan een boom in gras.
Ter illustratie twee werkpakketten.
Bomen in verharding - dagelijks onderhoud |
Bomen in gras - dagelijks onderhoud |
Controles (algemeen, boomveiligheid e.d.) NTO en trekproef NEN Inspectie Waterlot / opschot verwijderen Snoeien (met hoogwerker) Kanten boomspiegel steken Schoffelen boomspiegel Klachtafhandeling Stormschade ruimen |
Controles (algemeen, boomveiligheid e.d.) NTO en trekproef NEN Inspectie Waterlot / opschot verwijderen Snoeien (met hoogwerker) Maaien gras rondom bomen Klachtafhandeling Stormschade ruimen |
Met normprijzen wordt een beeld verkregen van de totale beheerkosten van het groenonderhoud. De normprijzen zijn niet zomaar vergelijkbaar met inschrijfprijzen van een aannemer. De normprijzen zijn de theoretische prijzen gebaseerd op het daadwerkelijke werk. Een vergelijking van prijzen kan alleen plaatsvinden als de onderliggende werkpakketten per beheergroep in detail worden vergeleken. Het kan zijn dat de aannemer zijn tarieven op activiteiten aanpast om met een goede prijs te kunnen komen, dat kan een vertekend beeld geven.
Voor dit beheerplan is het normkostenmodel van DG Groep gebruikt om tot een aangepast ‘eigen’ kostenmodel te komen. De werkpakketten zijn aangepast voor de situatie in Ridderkerk en in meer detail uitgewerkt om ze te laten aansluiten op het onderhoudsbestek.
Bijlage 7: Werkpakketten
Werkpakketten bomen
Boom in gazon – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
Boomveiligheidscontrole |
40 |
1 |
Controle boomvoorzieningen |
5 |
1 |
NEN inspectie |
33 |
1 |
NTO en trekproef |
0,1 |
1 |
Schoffelen boomspiegel |
25 |
5 |
Opschot verwijderen |
30 |
1 |
Kanten steken boomspiegel |
100 |
2 |
Snoeien met hoogwerker |
75 |
0,2 |
Waterlot verwijderen |
50 |
1 |
Boom in ruw gras/kruidenrijk gras – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
Boomveiligheidscontrole |
40 |
1 |
Controle boomvoorzieningen |
5 |
1 |
NEN inspectie |
33 |
1 |
NTO en trekproef |
0,1 |
1 |
Maaien gras rondom boom |
100 |
9 |
Opschot verwijderen |
30 |
1 |
Snoeien met hoogwerker |
75 |
0,2 |
Waterlot verwijderen |
50 |
1 |
Boom in beplanting – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
Boomveiligheidscontrole |
40 |
1 |
Controle boomvoorzieningen |
5 |
1 |
NEN inspectie |
33 |
1 |
NTO en trekproef |
0,1 |
1 |
Opschot verwijderen |
30 |
1 |
Snoeien met hoogwerker |
75 |
0,2 |
Waterlot verwijderen |
50 |
1 |
Boom in verharding – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
Boomveiligheidscontrole |
40 |
1 |
Controle boomvoorzieningen |
5 |
1 |
NEN inspectie |
33 |
1 |
NTO en trekproef |
0,1 |
1 |
Schoffelen boomspiegel |
70 |
10 |
Opschot verwijderen |
30 |
1 |
Snoeien met hoogwerker |
75 |
0,2 |
Waterlot verwijderen |
50 |
1 |
Werkpakketten heesters
Bodembedekkers – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schoffelen beplantingsvak |
60 |
10 |
Uitharken/verzamelen onkruidresten |
60 |
3 |
Inboet opnemen |
100 |
1 |
Inboeten beplanting |
2 |
1 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1 |
Terugzetten beplanting met klepelmaaier |
100 |
1 |
Bijmaaien obstakels |
10 |
1 |
Afzetbeplanting – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schoffelen beplantingsvak |
60 |
10 |
Uitharken/verzamelen onkruidresten |
60 |
3 |
Inboet opnemen |
100 |
1 |
Inboeten beplanting |
2 |
1 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1 |
Terugzetten beplanting |
100 |
1 |
Verzamelen en afvoeren snoeihout |
10 |
1 |
Sierheesters – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schoffelen beplantingsvak |
60 |
10 |
Uitharken/verzamelen onkruidresten |
60 |
3 |
Inboet opnemen |
100 |
1 |
Inboeten beplanting |
2 |
1 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1 |
Terugzetten beplanting handmatig |
75 |
0,33 |
Terugzetten beplanting machinaal |
25 |
0,33 |
Verzamelen en afvoeren snoeihout |
10 |
0,33 |
Heesterrozen – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schoffelen beplantingsvak |
60 |
10 |
Uitharken/verzamelen onkruidresten |
60 |
3 |
Inboet opnemen |
100 |
1 |
Inboeten beplanting |
2 |
1 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1 |
Terugzetten beplanting machinaal |
100 |
0,33 |
Verzamelen en afvoeren snoeihout |
10 |
0,33 |
Werkpakketten gras
Gazon – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Slepen |
60 |
1 |
Maaien met gazonmaaier |
100 |
22 |
Afzoeken |
100 |
1 |
Bijmaaien obstakels |
100 |
8 |
Zwerfvuil ruimen |
5 |
22 |
Ruw gras – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schouw flora en fauna |
50 |
1 |
Maaien met klepelmaaier |
100 |
2-6 |
Bijmaaien obstakels |
5 |
2-6 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
2-6 |
Kruidenrijk gras – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schouw flora en fauna |
50 |
1 |
Maaien met maaibalk |
100 |
1-3 |
Bijmaaien obstakels |
5 |
1-3 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1-3 |
Bloemrijk gras – kwaliteitsniveau B
Maatregel |
Bewerkingspercentage (%) |
Frequentie (per jaar) |
NEN inspectie |
33 |
1 |
Schouw flora en fauna |
50 |
1 |
Maaien met maaibalk |
100 |
1 |
Wiersen |
100 |
1 |
Afruimen |
65 |
1 |
Bijmaaien obstakels |
1 |
1 |
Zwerfvuil ruimen |
15 |
1 |
Bijlage 8: Proces areaalveranderingen en begroting
Het gaat hier om verandering in areaal van de zogenaamde kapitaalgoederen zoals wegen, civiele kunstwerken, groen, speelvoorzieningen, riolering, oppervlaktewater etc. Het beheerareaal wijzigt door onderhoudswerk, herinrichting, nieuwbouw, bestemmingsplanwijzigingen, verkoop ed. Verandering kan zijn in aantal/areaal, toegepaste materialen en/of constructie.
Deze veranderingen zijn direct van invloed op de beheer- en onderhoudsbudgetten van de openbare ruimte. Als deze areaalwijzigingen niet worden verwerkt in de begroting, komen de beheer- en onderhoudsbudgetten niet meer overeen met het te beheren areaal. Dit leidt op termijn tot achteruitgang in kwaliteit en/of kapitaalsvernietiging.
Met behulp van onderstaande routekaart zorgen we ervoor dat de areaalwijzigingen in de begroting en het beheersysteem worden verwerkt.
Stappen |
Activiteit |
Actienemer |
Instructie |
1 |
Vaststellen |
Toezichthouder/ directievoerder/ projectleider |
|
2 |
Verwerken |
Groenbeheerder/ kredietbeheerder |
|
3 |
Doorrekenen |
Groenbeheerder/ kredietbeheerder |
|
4 |
Wijzigen begroting |
Beleidsadviseur |
|
5 |
Areaalwijziging beheer en onderhoud |
Groenbeheerder/ kredietbeheerder |
|
Bron: Wim Kooijman (2022)
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl