Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713646
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713646/2
Mandaatbesluit RUD Zeeland 2024 gemeente Vlissingen
Geldend van 16-01-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Mandaatbesluit RUD Zeeland 2024 gemeente VlissingenBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland (Mandaatbesluit RUD Zeeland 2024 gemeente Vlissingen)
Het college van burgemeester en wethouders;
Gelet op:
- •
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
de Omgevingswet, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, de Wet milieubeheer, de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet luchtvaart, de Wet explosieven civiel gebruik, de Omgevingsverordening Zeeland, de Luchtvaartverordening en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen, en
- •
artikel 10 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland;
besluit vast te stellen het navolgende
Mandaatbesluit RUD Zeeland 2024 gemeente Vlissingen.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Vlissingen;
- b.
dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in artikel 34 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland;
- c.
directeur: de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland, bedoeld in
- d.
artikel 1, onder f, van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland;
- e.
gemeente: de gemeente Vlissingen;
- f.
mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders besluiten, in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht, te nemen;
- g.
machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
- h.
schriftelijk: ten behoeve van dit besluit wordt daaronder mede verstaan per e-mail en per fax, en
- i.
volmacht: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.
Artikel 2 Mandaat en ondermandaat
- 1.
Aan de directeur wordt mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst.
- 2.
De directeur kan de bevoegdheden genoemd in lid 1, in ondermandaat opdragen aan personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst uitdrukkelijk is uitgesloten.
- 3.
In geval van afwezigheid of ontstentenis van de directeur worden zijn bevoegdheden door zijn plaatsvervanger uitgeoefend.
- 4.
De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
- 5.
De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te besluiten tot de intrekking van een vergunning overeenkomstig artikel 18.10 van de Omgevingswet.
- 6.
De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheden die bij de bij dit besluit behorende mandaatlijst uitdrukkelijk zijn uitgezonderd.
Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden
- 1.
Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend houdt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden rekening met de relevante door de gemeenteraad van Vlissingen vastgestelde kaders alsmede het door het college vastgestelde beleid.
- 2.
Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend past de algemene dan wel specifieke instructies als bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht van het college betreffende de gemandateerde bevoegdheden toe.
- 3.
Het college zorgt ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. De directeur zorgt ervoor dat de door hem/haar gemandateerden tevens kunnen beschikken over deze informatie.
- 4.
Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland uitvoert.
- 5.
De directeur treedt in overleg met het college indien hij/zij het noodzakelijk acht af te wijken van de in het eerste lid bedoelde kaders of beleid.
Artikel 4 Informatieplicht
- 1.
De directeur informeert het college over alle ingekomen aanvragen en verzoekschriften en alle door de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland geconstateerde overtredingen die betrekking hebben op de overeenkomstig artikel 2 gemandateerde bevoegdheden.
- 2.
Onverminderd het eerste lid informeert eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend het college schriftelijk bij de toepassing van de procedures bedoeld in afdeling 3.4, artikel 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
Onverminderd het eerste en derde lid heeft eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend een voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de gemeenteraad of indien de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins in rechte zal worden aangesproken. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden als bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.
- 4.
De directeur en het college overleggen regelmatig over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de bij of krachtens dit besluit in mandaat te nemen en reeds genomen besluiten.
Artikel 5 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:
- a.
de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en
- b.
de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 6 Ondertekening
- 1.
Een besluit in mandaat dan wel ondermandaat overeenkomstig artikel 2, wordt als volgt ondertekend.
-
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Vlissingen,
-
namens dezen,
-
gevolgd door:
- de handtekening;
- de naam van de (onder)gemandateerde, en
- de functieaanduiding.
- 2.
Indien er gebruik wordt gemaakt van volmacht en machtiging overeenkomstig artikel 5, luidt de ondertekening:
-
De gemeente Vlissingen,
-
namens dezen,
-
gevolgd door:
- de handtekening;
- de naam van de ge(vol)machtigde, en
- de functieaanduiding.
Artikel 7 Slotbepalingen
- 1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
- 2.
Met ingang van de in lid 1 bedoelde datum van inwerkingtreding wordt het Mandaatbesluit RUD Zeeland 2019 gemeente Vlissingen ingetrokken.
- 3.
Het Mandaatbesluit RUD Zeeland 2019 gemeente Vlissingen blijft van toepassing voor zover het mandaat c.q. machtiging verleent tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen, voor zover daartoe krachtens enig overgangsrecht een verplichting of bevoegdheid bestaat op grond van een wettelijke bepaling, die als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de daarmee verband houdende wet- en regelgeving is ingetrokken.
- 4.
Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit RUD Zeeland 2024 gemeente Vlissingen.
Ondertekening
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen op 9 januari 2024.
De burgemeester
De secretaris
Bijlage MANDAATLIJST Gemeente Vlissingen voor RUD Zeeland 2024
|
Mandaten voor zowel provincie als gemeente |
|
Mandaten voor uitsluitend gemeente |
|
Mandaten voor uitsluitend provincie |
MANDAATLIJST Gemeente Vlissingen voor RUD Zeeland 2024 |
Algemeen
|
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN |
VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) |
OPMERKING |
A01 |
Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures. |
Omvat: Advisering / Proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het opstellen van verweerschriften en het voeren van verweer in opdracht van het college. |
|
A02 |
Besluiten op grond van:
|
|
|
A03 |
De voorbereiding van besluiten met gebruikmaking van Afdeling 3.4 Awb, Afdeling 3.6 Awb en Titel 4.1 Awb. |
|
|
A04 |
Behandelen van correspondentie van uitsluitend uitvoerende en/of informatieve aard betrekking hebbende op de gemandateerde bevoegdheden. |
|
|
A05 |
Machtiging om burgemeester en wethouders door medewerkers of externe adviseurs te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures in bezwaar, (hoger) beroep en wanneer er een verzoek om voorlopige voorziening(en) wordt behandeld. |
|
|
A06 |
Het vragen van advies op basis van de Wet Bibob. |
|
|
A07 |
Besluiten op een verzoek om (milieu)informatie op grond van de Woo. |
|
De directeur kan hiermee dus ook WOO besluiten gericht aan het college afhandelen. |
A08 |
Aanbesteden werken, leveringen en diensten. |
|
|
Vergunningverlening
|
Omgevingswet |
|
|
V01 |
Besluiten en/of handelingen inzake vergunningverlening bij of krachtens de Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
Geldt niet voor besluiten op grond van:
|
De mandaatverlening betreft de taken en bevoegdheden die binnen het belang van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland vallen overeenkomstig artikel 2 (Belang) van de gemeenschappelijke regeling; een en ander als bedoeld in artikel 31 (Mandaatverlening) van de Gemeenschappelijke regeling. Een besluit inzake vergunningverlening kan ook het weigeren van een aanvraag om een vergunning, het buiten behandeling laten van een aanvraag, het (ambtshalve) actualiseren van vergunningvoorschriften, het (ambtshalve) intrekken van een vergunning, etc. omvatten. Dit is geen limitatieve opsomming. |
V02 |
Besluiten en/of handelingen op grond van de Omgevingswet tot of in verband met het afgeven of weigeren van een wettelijk advies en/of instemming op grond van afdeling 4.2 Omgevingsbesluit aan het bevoegd gezag voor een onderdeel van de omgevingsvergunning. |
Betreft onder meer:
Daaronder vallen zowel de instemming voor één onderdeel van de omgevingsvergunning als de instemming voor het totaal van de onderdelen van de omgevingsvergunning. |
|
V03 |
Het nemen van besluiten over vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, rapportages e.d. |
|
|
V04 |
Besluiten en/of handelingen in het kader van de Milieu-effectrapportage (bij of krachtens de Omgevingswet). |
Betreft onder meer:
|
|
V05 |
Besluiten en/of handelingen inzake het stellen van maatwerkvoorschriften bij of krachtens de Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
V06 |
Besluiten en/of handelingen inzake het toestaan of weigeren van een gelijkwaardige maatregel bij of krachtens de Omgevingswet. |
Betref onder meer:
|
|
V07 |
Besluiten en/of handelingen inzake meldingen, gegevens en bescheiden en informatieplichten bij of krachtens de Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
V08 |
Besluiten en/of handelingen op grond van het Besluit stortplaatsen en stortverboden Afvalstoffen. |
Betreft het verlenen van ontheffing voor bepaalde afvalstoffen |
|
V09 |
Besluiten en/of handelingen inzake gedoogplichten bij of krachtens de Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
|
Omgevingsplan |
|
|
V10 |
Besluiten en/of handelingen bij of krachtens het Omgevingsplan. |
Betreft onder meer:
Deze categorie ziet in ieder geval op:
|
|
|
Omgevingsverordening |
|
|
V11 |
Besluiten en/of handelingen op grond van paragraaf 2.3.1, 2.3.2, 2.4, 2.5, 2.6, en 2.7 3 van de Omgevingsverordening Zeeland. |
Betreft:
|
|
|
Bodem |
|
|
V12 |
Besluiten en/of handelingen in het kader van (de afhandeling van) bodemzaken. |
Betreft onder meer:
|
|
V13 |
Initiëren van bodemonderzoeken. |
Betreft het vragen om offertes en het sluiten van opdrachtovereenkomsten. |
|
|
Wet milieubeheer |
|
|
V14 |
Besluiten en/of handelingen bij of krachtens Hoofdstuk 8, 10, 16, 19 en 21 Wet milieubeheer. |
Betreft onder meer:
|
|
|
Wet luchtvaart |
|
|
V15 |
Besluiten en/of handelingen bij of krachtens de Wet luchtvaart en de Luchtvaart Verordening Zeeland inzake:
|
Betreft:
Omvat mede:
regelingen;
luchtruim (art. 8.49 Wet luchtvaart). |
|
V16 |
Besluiten en/of handelingen ten behoeve van het luchthavenbesluit:
|
|
|
V17 |
Geven van advies over vaststelling luchtverkeersroutes en procedures aan ministerie ingevolge art. 8.50, eerste lid van de Wet luchtvaart. |
|
|
V18 |
Jaarlijks verslag uitbrengen aan provinciale staten over milieu-aspecten en externe veiligheidsaspecten vanwege het luchthavenluchtverkeer voor zowel luchthavenbesluiten en luchthavenregelingen (art. 8.55, eerste lid onder a. en art. 8.65 van de Wet luchtvaart). |
|
|
V19 |
Voeren overleg met ministerie bij luchthavenbesluit militair vliegveld ingevolge art. 10.18 van de Wet luchtvaart. |
|
|
|
Vuurwerk |
|
|
V20 |
Besluiten en/of handelingen op grond van het Vuurwerkbesluit. |
Procedurestappen professionele vuurwerkontbrandingen:
|
|
|
Asbesttaken |
|
|
V21 |
Besluiten en/of handelingen inzake de uitvoering van asbesttaken bij of krachtens het Asbestverwijderingsbesluit 2005, de Wet milieubeheer en de Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
|
Overgangsrecht |
|
|
V22 |
Besluiten en/of handelingen op grond van het overgangsrecht bij of krachtens de Invoeringswet Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
Handhaving
|
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN |
VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) |
OPMERKING |
H01 |
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht. |
Betreft toezicht op naleving bij of krachtens de:
|
De mandaatverlening betreft de taken en bevoegdheden die binnen het belang van de Gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland vallen overeenkomstig artikel 2 (Belang) van de gemeenschappelijke regeling; een en ander als bedoeld in artikel 31 (Mandaatverlening) van de Gemeenschappelijke regeling. |
H02 |
Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:
|
Betreft de onder H01 genoemde wet- en regelgeving. |
|
H03 |
Besluiten tot het vaststellen van gedoogbeschikkingen. |
Betreft de onder H01 genoemde wet- en regelgeving. Betreft:
|
|
H04 |
Het naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze(n) afzien van bestuurlijk optreden. |
Betreft de onder H01 genoemde wet- en regelgeving. |
|
H05 |
Besluiten en/of handelingen op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4 Awb (herstelsancties en bestuurlijke boete, ) met uitzondering van: de financiële handelingen bij het invorderen van dwangsommen en bij het verhaal van de kosten bestuursdwang; |
Betreft de onder H01 genoemde wet- en regelgeving. Omvat tevens besluiten en (feitelijke) handelingen ter voorbereiding en uitvoering van deze besluiten inclusief het terstond toepassen van bestuursdwang conform artikel 5:31, tweede lid Awb door de toezichthouder, evenals het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang ex artikel 5:25 lid 6 Awb, alsmede het voornemen van de invorderingsbeschikking en de invorderingsbeschikking dwangsom ex 5:37 Awb; *De uitzonderingsgrond (invorderen van dwangsommen en verhaal van kosten bestuursdwang) heeft enkel betrekking op de financiële handelingen bij het invorderen van dwangsommen en verhaal kosten bestuursdwang, te weten.;
Het voornemen van de invorderingsbeschikking en de invorderingsbeschikking dwangsom en vaststellen hoogte kosten bestuursdwang behoren niet tot de financiële handelingen en vallen dus wel onder het mandaat; Bij controle vuurwerkevenementen geldt dat als een toezichthouder gebruik maakt van het ‘mandaat spoedeisend optreden bij vuurwerkevenementen’ de toezichthouder dit doet conform de bij dit mandaat horende ‘instructies voor toezichthouders toepassing bestuursdwang bij vuurwerkevenementen’ |
|
H06 |
Besluit inzake het geven van een negatief zwemadvies of het instellen van een zwemverbod met het oog op het waarborgen van de veiligheid of het beschermen van de gezondheid voor zwemwateren of zwemlocaties (artikel 2.38 Omgevingswet). |
Betreft:
|
|
H07 |
Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden. |
Betreft de onder H01 genoemde wet- en regelgeving. |
|
H08 |
Het beoordelen van milieuverslagen, overeenkomstig de bij of krachtens paragraaf 10.2.5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving gestelde regels. |
|
|
H09 |
Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 19 Omgevingswet inzake maatregelen bij een ongewoon voorval. |
Betreft:
|
|
H10 |
Het indienen van een aanvraag op grond van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. |
|
|
H11 |
Besluiten bij of krachtens de Wet luchtvaart:
|
Betreft:
|
|
H12 |
Besluiten en/of handelingen inzake de uitvoering van asbesttaken bij of krachtens het Asbestverwijderingsbesluit 2005, de Wet milieubeheer en de Omgevingswet. |
Betreft: - procedurestappen - ontwerpbesluit of conceptbesluit - besluit - uitbrengen van advies - verstrekken van gegevens - melden misstanden aan CKI en het bevoegd gezag informeren Omvat tevens het uitvoeren van spoedeisend optreden door toezichthouders. |
|
|
Overgangsrecht |
|
|
H13 |
Besluiten en/of handelingen op grond van het overgangsrecht bij of krachtens de Invoeringswet Omgevingswet. |
Betreft onder meer:
|
|
Lijst van afkortingen
- 1.
AmvB: Algemene Maatregel van Bestuur
- 2.
Art.: Artikel
- 3.
Awb: Algemene wet bestuursrecht
- 4.
BenW: Burgemeester en Wethouders
- 5.
Bssa: Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen
- 6.
BW: Burgerlijk Wetboek
- 7.
GS: Gedeputeerde Staten
- 8.
IPPC-richtlijn: Europese Richtlijn (2008/1/EG).
- 9.
MER: Milieu Effect Rapportage
- 10.
Min. IenW: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- 11
RIE: Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU)
- 12
TUG: Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik
- 13
Vvgb: Verklaring van geen bedenkingen
- 14
Wm: Wet milieubeheer
- 15
Woo: Wet open overheid
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl