Instelling bestuurscommissie advies buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)

Een bestuurscommissie in te stellen zoals bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet met als primaire taak en bevoegdheid het voorbereiden en uitbrengen van het advies van de gemeenteraad over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op een door hem aangewezen geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is.

De commissie de volgende taken en bevoegdheden te geven:

• -

  Het vormen van een beeld en oordeel over de aan de commissie voorgelegde aanvragen

• -

  het besluiten over het advies van de raad over de aan de commissie voorgelegde aanvragen

• -

  Het toezien op de uitvoering van de afspraken en besluiten omtrent de aanvragen voor een vergunning bij een de buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

• -

  Het voeren van het overleg met het college over onderwerpen op het terrein van de bestuurscommissie

• -

  Het evalueren en doen van voorstellen aan de raad op het terrein van de bestuurscommissie

Voor de samenstelling gelden de volgende regels

• 1.

  De bestuurscommissie bestaat uit veertien leden.

• 2.

  De agendacommissie wijst per vergadering een raadslid aan dat als voorzitter optreedt. De voorzitter kan een lid van de commissie zijn, die dan niet optreedt als woordvoerder bij de te behandelen onderwerpen.

• 3.

  Per vergadering kunnen door de in de raad vertegenwoordigde partijen leden van de commissie worden aangewezen die lid zijn van de raad of commissielid zijn in de zin van artikel 4 van de Verordening op de avonden van de raad 2020 (de Verordening).

• 4.

  De commissie bestaat uit

  3 leden aangewezen door de fractie BVHlokaal

  2 leden door de fractie VVD

  2 leden door de fractie OPEN

  2 leden door de fractie CDA

  2 leden door de fractie D66

  1 lid door de fractie PvdD

  1 lid door de fractie SGP

  1 lid door de fractie ChristenUnie

Ten aanzien van de werkwijze van de bestuurscommissie gelden de volgende regels

• 1.

  Algemeen

  Voor de werkzaamheden van de commissie zijn van overeenkomstige toepassing de artikelen 3 a, b en c, artikel 5 lid 3, de artikelen 6 tot en met 15, de artikelen 29 en 30 van de Verordening met dien verstande dat:

  • -

    In afwijking van artikel 9 de agenda wordt gepubliceerd uiterlijk veertien dagen voor de avond van de raad waarop zij worden besproken en

  • -

    In afwijking van artikel 9 lid 2 de stukken worden gepubliceerd uiterlijk vijf dagen voor de avond van de raad waarop zij worden besproken,

  • -

    Voor fracties moet worden gelezen “leden van de commissie”

• 2.

  Beeldvorming

  Voor de beeldvormende bespreking geldt dat

  • a.

    In afwijking van artikel 16 van de Verordening de leden van de commissie gelegenheid hebben tot het stellen van technische vragen bij de beeldvormende bespreking als de stukken minder dan zeven dagen voor de vergadering zijn gepubliceerd;

  • b.

    In afwijking van artikel 17 lid 2 van de Verordening alleen aan de beeldvormende bespreking van de commissie kan worden deelgenomen door

    • -

      het college;

    • -

      medewerkers van de gemeente;

    • -

      door de commissie daartoe uitgenodigde andere deskundigen,

    • -

      door de commissie daartoe uitgenodigde andere betrokkenen.

  • c.

    In afwijking van artikel 19 van de Verordening de volgende werkwijze over de conclusie

    • 1)

      Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

    • 2)

      Aan het eind van een beeldvormende bespreking concludeert de vergadering, op voorstel van de voorzitter, of de beeldvorming over het onderwerp kan worden afgerond en wat de volgende stap is bij de behandeling van dit onderwerp.

• 3.

  Oordeelvorming

  Voor de oordeelvormende bespreking geldt

  • a.

    in afwijking van artikel 20 van de Verordening dat het doel van de oordeelvorming is de voorbereiding van een door de commissie te nemen besluit.

  • b.

    voor de vergaderorde is artikel 21 van de Verordening niet van toepassing.

  • c.

    voor de conclusie over een oordeelvormende bespreking - in afwijking van artikel 22 van de Verordening - de volgende werkwijze

    • 1)

      Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de vergadering anders beslist.

    • 2)

      Aan het eind van een oordeelvormende bespreking concludeert de vergadering, op voorstel van de voorzitter, of de oordeelvorming over het onderwerp kan worden afgerond en wat de volgende stap is bij de behandeling van dit onderwerp.

• 4.

  Besluitvorming

  Ten aanzien van de besluitvorming van de commissie zijn de artikelen 26 tot en met 29 en de artikelen 33, 34 en 35 van het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Utrechtse Heuvelrug 2020 (Reglement van Orde) van overeenkomstige toepassing.

• 5.

  Besloten vergaderingen en geheimhouding

  Ten aanzien van besloten vergaderingen van de commissie zijn de artikelen 45 tot en met 47 van het Reglement van Orde van overeenkomstige toepassing. Artikel 26 van de Verordening is niet van toepassing.