Subsidieregeling Duurzaamheid gemeente Utrechtse Heuvelrug 2024

Geldend van 15-01-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Duurzaamheid gemeente Utrechtse Heuvelrug 2024
  • Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

  • gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 (ASV) en het programmaplan duurzaamheid “Samen Duurzaam Doen” (2023);

  • besluit vast te stellen de Subsidieregeling Duurzaamheid gemeente Utrechtse Heuvelrug 2024.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (Awb 4:21).

  • b.

    Gemeente: gemeente Utrechtse Heuvelrug

  • c.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

  • d.

    CO2-emissiereductie: het verminderen van de uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2).

  • e.

    Energietransitie: de overgang van het gebruik van fossiele energie naar energie uit hernieuwbare bronnen.

  • f.

    Hernieuwbare energie: hernieuwbare energie komt uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld, zoals de wind, de zon, de aarde, warmte uit buitenlucht of water, waterkracht en biomassa.

  • g.

    Circulaire economie: gebruik van hernieuwbare grondstoffen en maximaal benutten en hergebruiken van grondstoffen.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. De subsidie is een bijdrage voor één activiteit gericht op duurzaamheid. De activiteit is passend bij (één van) de beleidsdoelen uit het programma duurzaamheid “Samen Duurzaam Doen”. De duur van de activiteit is maximaal 3 jaar.

  • 2. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

    • a.

      CO2-emissiereductie en/of;

    • b.

      Energietransitie en/of;

    • c.

      Circulaire economie en/of;

    • d.

      Het vergroten van kennis over één of meerdere van bovenstaande thema’s.

    Hieronder volgt een toelichting op de gebruikte termen.

    • a.

      CO2-emissiereductie: het verminderen van de uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2). Bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardolie, steenkool, aardgas en benzine, komt CO2 vrij. De CO2 emissie kan verminderd worden door energiebesparing of door over te stappen op het gebruik van duurzame energie. Het compenseren van CO2 uitstoot, bijvoorbeeld door bomen te planten, valt niet onder emissiereductie.

    • b.

      Energietransitie: De energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele energie naar energie uit hernieuwbare bronnen. Hieronder vallen bijvoorbeeld energiebesparing, isoleren van gebouwen, opwek van duurzame energie, opslag van energie, duurzame mobiliteit.

    • c.

      Circulaire economie: In een circulaire economie bestaat geen afval en worden producten en grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Het afval is de nieuwe grondstof. Hieronder valt bijvoorbeeld hergebruik van materialen (hergebruik, repareren en recyclen), gebruik van biobased materialen en afvalvermindering.

    • d.

      Het vergroten van kennis: Bij het vergroten van kennis kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het organiseren van lezingen of filmavonden, het organiseren van cursussen, of het organiseren van debatavonden, energiecafés, klimaatgesprekken etc.

  • 3. De activiteit is expliciet gericht op inwoners van de gemeente. Daarbij mag het initiatief niet uitsluitend gericht zijn op het eigen belang1.

  • 4. Voor de activiteit is sprake van eigen inzet, in de vorm van geld, natura of eigen capaciteit. De eigen inzet moet zich in redelijke mate verhouden tot het gevraagde subsidiebedrag.

  • 5. Na toekenning dient de activiteit binnen zes maanden te worden gestart.

Artikel 4. Aanvrager

Een subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door bewonersgroepen, VvE’s, coöperaties, verenigingen en stichtingen.

Artikel 5. Aanvraagtermijn

Op grond van artikel 7, derde lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie op grond van deze regeling minimaal 8 weken en niet eerder dan 6 maanden voordat de aanvrager start met de activiteiten ingediend.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die naar oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal €5.000,- per aanvraag.

Artikel 8. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt jaarlijks €100.000,-.

Artikel 9. Wijze van verdeling voor subsidies

Indien het subsidieplafond als bedoeld in artikel 8 niet hoog genoeg is om alle aanvragen te honoreren, wordt op die aanvragen in de volgende volgorde beslist:

  • 1.

    De datum van ontvangst van de aanvraag door het college;

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 januari 2024.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Duurzaamheid gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Ondertekening


Noot
1

Een voorbeeld van eigen belang is: het verduurzamen van de eigen woning.