Verordening rekenkamer waterschap Brabantse Delta

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rekenkamer waterschap Brabantse Delta

Besluit van het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta tot vaststelling van de Verordening rekenkamer waterschap Brabantse Delta

Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 10 oktober 2023, kenmerk 689265;

gelet op artikel 51ak en 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rekenkamer waterschap Brabantse Delta

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • rekenkamer: rekenkamer als bedoeld in artikel 51aa van de Waterschapswet;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • commissie: de commissie Bestuur, Strategie en Internationaal;

  • klankbordgroep: een afvaardiging van de commissie Bestuur, Strategie en Internationaal.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3. Klankbordgroep

  • 1. De klankbordgroep fungeert als aanspreekpunt voor de rekenkamer.

  • 2. De klankbordgroep bestaat uit maximaal vijf leden, waaronder minimaal drie leden van het algemeen bestuur. De leden, niet zijnde leden van het dagelijks bestuur, vervullen deze rol voor een periode gelijk aan de lopende zittingsduur van het algemeen bestuur.

  • 3. De rekenkamer voert tenminste 1 keer per jaar overleg met de klankbordgroep.

  • 4. Bij dit overleg worden in ieder geval de groslijst met potentiële onderzoeksonderwerpen, het jaarverslag en het jaarplan besproken.

  • 5. De klankbordgroep doet, via de commissie, verslag over de overleggen met de rekenkamer aan het algemeen bestuur.

  • 6. De rekenkamer meldt het aan de commissie als er zich zaken voordoen waarvan het algemeen bestuur kennis zou moeten nemen.

  • 7. De commissie evalueert jaarlijks met de rekenkamer het proces en de werkwijze van de rekenkamer van het voorgaande jaar.

  • 8. De klankbordgroep wordt betrokken bij de selectieprocedure van de leden van de rekenkamer.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt de ambtelijk secretaris aan, op voordracht van de voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen het budget van de rekenkamer uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering.

  • 2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 338,68 per vergadering en voor de overige leden € 271,19 per vergadering (prijspeil 2023).

  • 3. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor leden van het algemeen bestuur.

  • 4. De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 7a. Vergoeding eigen onderzoek door leden rekenkamer

  • 1. Indien leden van de rekenkamer zelf onderzoek doen, ontvangen zij hiervoor een vergoeding die per uur 25% bedraagt van het presentiegeld per vergadering.

  • 2. De kosten van deze onderzoeksuren worden vergoed op basis van de opgave van de leden gerelateerd aan het aantal uren dat door de rekenkamer tevoren in het onderzoeksvoorstel van het betreffende onderzoek is vastgesteld.

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

De secretaris-directeur verstrekt het algemeen bestuur jaarlijks als bijlage bij de jaarrekening een overzicht van de aan het algemeen bestuur gedane voorstellen van de rekenkamer welke door het algemeen bestuur zijn overgenomen en door het algemeen bestuur zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. De Verordening rekenkamercommissie Waterschap Brabantse Delta wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rekenkamer waterschap Brabantse Delta.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn openbare vergadering van 15 november 2023,

De dijkgraaf,

drs. C.J.G.M de Vet

De secretaris,

dr. A.F.M. Meuleman

ALGEMEEN

Met ingang van 1 januari 2024 is het algemeen bestuur verplicht een onafhankelijke rekenkamer in te stellen. Zie artikel 51aa van de Waterschapswet.

Daarnaast moet het algemeen bestuur op grond van artikel 51ak van de Waterschapswet een verordening opstellen voor de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Het algemeen bestuur mag op grond van artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet aanvullende regels stellen in het belang van het waterschap met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 51ai van de Waterschapswet.

Met deze verordening stelt het algemeen bestuur het kader vast voor de rekenkamer. Uitwerking van bevoegdheden van de rekenkamer zélf, worden niet in de verordening uitgewerkt. Dat doet de rekenkamer zelf.

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt het algemeen bestuur de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 51aa van de Waterschapswet).

Artikel 3. Klankbordgroep

In dit artikel staat dat een afvaardiging van de commissie Bestuur, Strategie en Internationaal het aanspreekpunt is voor de rekenkamer. De reden hiervoor is dat de rekenkamer geen interne leden meer heeft. Dit in tegenstelling tot de voormalige rekenkamercommissie van waterschap Brabantse Delta, waarbij twee leden van het algemeen bestuur intern lid van de rekenkamercommissie waren. Met dit artikel is een vast aanspreekpunt voor de rekenkamer geborgd.

De rekenkamer bespreekt met de klankbordgroep in ieder geval de groslijst met potentiële onderzoeksonderwerpen, het jaarplan en het jaarverslag. De rekenkamer is een onafhankelijk orgaan en besluit zelf welke onderzoeken zij uitvoert.

De voorzitter van de rekenkamer zal bij tussentijdse werving van leden van de rekenkamer, betrokken worden bij de selectieprocedure.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door het algemeen bestuur benoemd en kunnen door het algemeen bestuur ook worden herbenoemd (artikel 51ac, eerste en vierde lid, van de Waterschapswet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Dit geldt ook voor de herbenoemingstermijn. In dit artikel is vastgelegd dat herbenoeming één maal mogelijk is.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris voor de rekenkamer.

Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer is de secretaris voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 51aj, vierde lid).

Artikel 6. Budget

Het algemeen bestuur moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 51aj van de Waterschapswet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van het algemeen bestuur vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 51ak van de Waterschapswet).

Artikel 7a. Vergoeding eigen onderzoek door leden rekenkamer

Naast de vergoeding per vergadering ontvangen de leden van de rekenkamer een vergoeding in het geval zij zelf onderzoek doen. De in dit artikel genoemde vergoeding geldt ook voor het houden van interviews.

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 97e van de Waterschapswet moet het dagelijks bestuur jaarlijks aan het algemeen bestuur een overzicht sturen van de aan het dagelijks bestuur gedane aanbevelingen van de rekenkamer. In dit overzicht geeft het dagelijks bestuur zijn standpunt over deze aanbevelingen aan en wat er met de aanbevelingen is gedaan. Niet alle aanbevelingen, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur. Er zijn ook aanbevelingen die het algemeen bestuur zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan het algemeen bestuur ervoor kiezen om in de verordening een aanvullend artikel op te nemen. Dit is artikel 8. In dit artikel staat dat de secretaris-directeur jaarlijks een overzicht opstelt met de status van de aanbevelingen die door het algemeen bestuur zijn overgenomen en door het algemeen bestuur zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan het algemeen bestuur helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.