Subsidieregeling maatschappelijke ontwikkeling gemeente IJsselstein 2024

Geldend van 06-01-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Subsidieregeling maatschappelijke ontwikkeling gemeente IJsselstein 2024

Het college van IJsselstein,

overwegende dat het gemeentebestuur de gezondheid, vitaliteit en zelfredzaamheid van inwoners wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente IJsselstein 2024;

besluit vast te stellen de volgende:

Subsidieregeling maatschappelijke ontwikkeling gemeente IJsselstein 2024.

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV: de Algemene subsidieverordening van de gemeente IJsselstein

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. De ASV is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

  • 2. Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze regeling genoemde activiteiten.

Artikel 3. Doel

Doel van de subsidieregeling is, samen met onze maatschappelijke partners, het bevorderen van de gezondheid, vitaliteit en zelfredzaamheid van inwoners door inzet van activiteiten en algemene voorzieningen met als uitgangspunt: iedereen doet mee.

Artikel 4. Toekenningscriteria

  • 1. De activiteiten richten zich op inwoners van de gemeente.

  • 2. De aanvrager:

    • a.

      is een rechtspersoon; en

    • b.

      is een maatschappelijke organisatie zonder winstoogmerk.

  • 3. De organisatie:

    • a.

      streeft simpele procedures voor gebruikers na;

    • b.

      heeft oog voor duurzaamheid in relatie tot materialen;

    • c.

      genereert indien mogelijk en passend ook ander inkomen;

    • d.

      is een financieel gezonde organisatie;

    • e.

      betrekt zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;

    • f.

      werkt zo veel als mogelijk met vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen;

    • g.

      betrekt zoveel als mogelijk de doelgroep bij de uitvoering;

    • h.

      stimuleert professionals en vrijwilligers om te werken vanuit flexibiliteit en het open staan voor oplossingen.

  • 4. De activiteit:

    • a.

      heeft een meerwaarde voor de IJsselsteinse samenleving;

    • b.

      is toegankelijk voor alle inwoners (ook diegene met een fysieke beperking), tenzij in artikel 6 van deze regeling een leeftijdscategorie of specifieke doelgroep is aangeduid bij het beleidsdoel;

    • c.

      waakt er zoveel als mogelijk voor dat er geen groepen inwoners tussen wal en schip vallen;

    • d.

      sluit aan op één of meerdere pijlers van Positieve Gezondheid:

      • i.

        Lichaamsfuncties – ik voel me gezond en fit.

      • ii.

        Mentaal welbevinden – ik voel me vrolijk.

      • iii.

        Zingeving – ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst.

      • iv.

        Kwaliteit van leven – ik geniet van mijn leven.

      • v.

        Meedoen – ik heb goed contact met andere mensen.

      • vi.

        Dagelijks leven – ik kan goed voor mezelf zorgen.

    • e.

      wordt uitgevoerd door personen (vrijwillig of betaald) met de juiste kwalificaties;

    • f.

      kan alleen uitgevoerd worden als er subsidie wordt toegekend (subsidie is noodzakelijk);

    • g.

      is een aanvulling op het bestaande gesubsidieerde aanbod binnen de gemeente.

  • 5. De aanvraag bevat een inhoudelijke onderbouwing waarin beschreven staat:

    • a.

      dat het initiatief een duurzame, collectieve en preventieve invulling nastreeft;

    • b.

      dat het initiatief, daar waar nodig, kan rekenen op draagvlak in de buurt/wijk en bij de doelgroep;

    • c.

      dat de aanvrager zelf actief bijdraagt aan de uitvoering of realisatie van het initiatief;

    • d.

      dat de aanvrager samenwerking met verschillende organisaties stimuleert;

    • e.

      dat de aanvrager inspeelt op veranderingen in de samenleving en indien nodig oog heeft voor nieuwe methodes;

    • f.

      dat er een realistische verhouding is tussen kosten, baten en opbrengsten;

    • g.

      welk voorstel gedaan wordt voor aan te houden indicatoren (vertel- en teleenheden) van de betreffende activiteit;

    • h.

      de activiteit aansluit op een of meerdere doelen benoemd in artikel 6.

Artikel 5. Combinatiefuncties sport en cultuur:

  • 1. De aanvrager is actief als sportaanbieder, welzijnsinstelling, cultuurinstelling die een relatie heeft met de doelen uit artikel 6.

  • 2. De activiteit / inzet:

    • a.

      sluit aan op de doelen uit artikel 6, thema combinatiefuncties;

    • b.

      waarvoor subsidie gevraagd wordt, moet zonder winstoogmerk zijn;

    • c.

      beslaat de sector sport of kunst & cultuur.

  • 3. De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      de wijze waarop de inzet bijdraagt aan de doelen zoals genoemd in artikel 6;

    • b.

      de resultaten (met impact) die worden beoogd door de inzet van deze functionaris, hierbij beschrijven welk profiel hierbij van toepassing is:

      • i.

        Buurtsportcoach.

      • ii.

        Cultuurcoach.

      • iii.

        Clubkadercoach (incl. verenigingsmanager en sportparkmanager).

      • iv.

        Beweegcoach.

      • v.

        Coördinator Sport en Preventie.

    • c.

      de wijze van cofinanciering vanuit de aanvrager;

    • d.

      de (samenwerkings)partners die bij de inzet zijn betrokken.

Artikel 6. Maatschappelijk effect en beleidsdoelen

Subsidie wordt alleen verstrekt voor activiteiten waarvan het beoogde resultaat bijdraagt aan het realiseren van het maatschappelijk effect en een of meer beleidsdoelstellingen zoals hieronder vermeld.

De subsidie levert een bijdrage aan het doel en levert tel- en vertel eenheden op om de resultaten te monitoren. Deze eenheden worden in de verleningsbeschikking nader omschreven.

Maatschappelijk effect:

Inwoners zijn zo lang en zo veel mogelijk in staat zelfstandig of waar nodig met behulp van anderen hun eigen leven te leiden en hun problemen op te lossen en zijn daardoor in staat om naar vermogen te participeren in de samenleving op sociaal en economisch gebied.

Beleidsdoelen:

Thema 1: Gezonde leefstijl

Sub thema

Beleidsdoel

1.1 Gezond gewicht

1.1.1 Het aantal volwassenen en senioren met overgewicht is gedaald.

 

1.1.2 Blijvend inzetten van programma’s die inwoners stimuleert gezond te eten, te bewegen en op een gezond gewicht te komen en te blijven.

1.2 Bewegen

1.2.1 Het aantal inwoners uit IJsselstein dat aan de beweegnorm voldoet is gelijk aan of hoger dan het landelijk gemiddelde.

 

1.2.2 Het aantal kinderen dat minimaal drie keer per week buiten speelt is gelijk gebleven of gestegen.

1.3 Alcohol en Drugs

1.3.1 Het aantal jongeren dat onder de 18 jaar alcohol en drugs gebruikt is gelijk gebleven of gedaald.

 

1.3.2 Blijvend aanbieden van voorlichting en activiteiten die inwoners informeert en bewust maakt van de gevaren van alcohol- en drugsgebruik.

1.4 Combinatiefuncties

1.4.1 Meer kinderen, jongeren en volwassenen doen mee aan sporten, bewegen en cultuur. Het gaat hierbij ook om kwetsbare groepen en mensen die achterblijven in sport-, beweeg- en cultuurdeelname.

 

1.4.2 Sterke aanbieders in sport, bewegen en cultuur waarbij kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid geregeld is.

 

1.4.3 Het maken van de verbinding tussen sport, cultuur & bewegen, gezondheid & preventie en sociale basis binnen de soms daartoe al bestaande samenwerkingsverbanden (zoals bij de aanpak van de mentale gezondheid, één tegen eenzaamheid, leefomgeving, valpreventie, stoppen met roken, overgewicht en lokale preventie akkoorden) en hierbij aandacht hebben voor de aansluiting van beweegpartijen bij de relevante samenwerkingsverbanden en het wegnemen van eventuele obstakels om meer te gaan bewegen.

 

1.4.4 Een laagdrempelig ondersteuningsaanbod om meer te bewegen in het dagelijks leven en hierbij de functionarissen vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties (zoals de buurtsport- en cultuurcoaches) te benutten die het sport-, beweegaanbod te versterken en mensen naar aanbod toe te leiden. De cultuurcoach richt zich op leerlingen in het basisonderwijs.

 

1.4.5 Specifiek voor de doelgroep ouderen (70-plussers):

  • Specifiek aandacht hebben voor het stimuleren van bewegen bij ouderen en het faciliteren van passend beweegaanbod.

  • Buurtcoaches de ruimte geven om een gespecialiseerd aanbod voor ouderen te creëren. Onderdeel van hun werkzaamheden is om ouderen te begeleiden en les te geven aan kwetsbare ouderen.

Thema 2: Vitale stad

Sub thema

Beleidsdoel(en)

2.1 Toegang tot mobiliteit

2.1.1 Versterken van de vervoersservice voor inwoners die niet over een auto beschikken en niet of minder zelfstandig gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, de auto of de fiets.

 

1.2.2 De tevredenheid over het aanbod en de nabijheid van vervoersvoorzieningen is gelijk aan of hoger dan 85%.

Thema 3: Mentale gezondheid

Sub thema

Beleidsdoel(en)

3.1 Stress

Het aantal jongeren in IJsselstein dat zich (zeer) vaak gestrest voelt is verminderd.

3.2 Eenzaamheid

3.2.1 Het aantal inwoners dat zich eenzaam voelt is verminderd.

 

3.2.2 Blijvend aanbod van activiteiten om de maatschappelijke betrokkenheid van inwoners te vergroten.

 

3.2.3 Levert een incidentele bijdrage aan het doorbreken, terugdringen en voorkomen van eenzaamheid volgens de spelregels van Samen IJsselstein.

3.3 Dementie

3.3.1 IJsselstein blijft zich profileren als een dementievriendelijke gemeente.

 

3.3.2 Blijvende voorlichting en laagdrempelige ondersteuning bieden op het gebied van dementie.

Thema 4: Psychische gezondheid

Beleidsdoel(en)

4.1 Inwoners met een psychische kwetsbaarheid worden geaccepteerd en kunnen naar vermogen participeren in de samenleving.

4.2 IJsselstein organiseert in samenwerking met de zorgverzekeraar zorg en ondersteuning, dichtbij en vindbaar. Speerpunten hierbij zijn activiteiten die zijn gesteld in het plan Opvang, wonen en herstel.

Thema 5: Jong en vitaal

Sub thema

Beleidsdoel(en)

5.1 Jeugd preventie

5.1.1 Inzet van Jongerenwerk / JIP als voorliggende voorziening en preventie om problematieken vroegtijdig te signaleren en hierop preventief te kunnen handelen.

 

5.1.2 Inzet van algemene voorzieningen is erop gericht jeugdigen zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie.

5.2 Opvoeden en opgroeien

5.2.1 Preventieve inzet door Integrale vroeg signalering en een groepsgerichte aanpak. Om te voorkomen dat jeugdigen, ouders en gezinnen zwaardere zorg nodig hebben.

 

5.2.2 Inzet op algemene voorzieningen die jeugdigen en hun ouders ondersteunen om:

  • -

    Met laagdrempelige inzet de verbinding tussen ouders te versterken en te stimuleren dat ouders elkaar helpen.

  • -

    De ondersteuning aan hun kind zelf te kunnen blijven bieden, bijvoorbeeld door ouders te ontlasten.

  • -

    het kind te ondersteunen bij het participeren in de gemeenschap en/of het aanleren van sociale vaardigheden, of ouders en kinderen te ondersteunen die een groter risico lopen.

5.3 Eerste 1000 dagen

Borgen van het landelijke actieprogramma Kansrijke start.

Thema 6: Vitaal volwassen

Sub thema

Beleidsdoel(en)

6.1 Eigen Regie

Het merendeel van de inwoners heeft het gevoel van eigen regie wanneer er hulp of ondersteuning nodig is.

6.2 Vrijwilligerswerk

Het totaal aantal vrijwilligers is gestegen. Hierbij wordt extra focus gelegd om 65-plussers te stimuleren tot vrijwilligerswerk.

6.3 Toegang tot voorzieningen

6.3.1 Samen met de maatschappelijke partners meer bekendheid geven aan voorliggende voorzieningen, zodat meer inwoners, waaronder de 75-plussers, hier gebruik van maken.

 

6.3.2 Hulp en ondersteuning is zo veel mogelijk in de buurt toegankelijk.

6.4 Mantelzorg

6.4.1 Meer dan de huidige 50% van de (jonge) mantelzorgers in IJsselstein is bekend met het Steunpunt Mantelzorg en de mogelijkheden voor ondersteuning.

 

6.4.2 Blijvende ondersteuning, waardering en respijtzorg zorgen voor (tijdelijke) ontlasting van de mantelzorgers.

6.5 (Medische) zorg en welzijn

Een sterkere verbinding tussen gemeente, welzijnsorganisaties, eerste- en tweedelijnszorg bij het organiseren van ondersteuning.

6.6 Zelfstandig wonen

6.6.1 De inzet van algemene voorzieningen (bijv. wijk- en buurtwerk) is erop gericht om in samenwerking met diverse partijen en betrokkenen inwoners zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie. Deze inzet heeft tot doel om de noodzaak aan maatwerkvoorzieningen te verminderen.

 

6.6.2 Samenwerking tussen zorg en ondersteuning (incl. welzijnswerk) stimuleren om verschuiving van geïndiceerde zorg naar preventief aanbod (waar en voor zover mogelijk) te bewerkstelligen.

Thema 7: Basisvaardigheden

Sub thema

Beleidsdoel(en)

7.1 Taal

7.1.1 Het begrijpelijk spreken en schrijven van de Nederlandse taal en het voorkomen van laaggeletterdheid.

 

7.1.2 Afname van laaggeletterdheid.

Aandacht voor:

  • -

    Leren van de Nederlandse taal.

  • -

    Vergroting bereik Nederlandstalige laaggeletterden.

  • -

    Nieuwkomers.

  • -

    Extra aandacht op vroeg signalering.

  • -

    Gezinsgerichte benadering en extra aandacht voor preventie.

  • -

    Extra inzet op digitale vaardigheden.

  • -

    Versteviging bekendheid en samenwerking.

7.2 Inzicht en toegang tot voorzieningen

Zorgdragen dat alle inwoners weten waar zij terecht kunnen en stimuleren van het gebruik van preventieve voorzieningen. Inzichtelijk maken welke voorzieningen en hulp er zijn in de stad en de regio.

Thema 8: Inburgering

Sub thema

Beleidsdoel(en)

8.1 Meedoen

Bevorderen van de participatie van statushouders en allochtone inwoners door het bieden van ondersteuning bij het verwerven van voldoende (basis) vaardigheden om in de samenleving te kunnen meedoen. De wettelijke taken vormen hier het uitgangspunt bij.

Inzet op:

  • Nederlandse taal.

  • Maatschappelijke participatie.

  • Vorming en scholing.

  • Politieke participatie.

  • Arbeidsmarkt.

8.2 Samenleven

Bevorderen van het harmonieus samenleven van alle mensen die samen de IJsselsteinse samenleving vormen, door het vergroten van de verbondenheid tussen groepen met verschillende achtergrond en levensstijlen.

Inzet op:

  • Betrokkenheid.

  • Huisvesting statushouders.

Thema 9: Inclusie

Sub thema

Beleidsdoel(en)

9.1 Samenleven

9.1.1 Organiseren van wijk- en buurtwerk in samenwerking met elkaar, vrijwilligers en de inwoners.

 

9.1.2 Bevorderen van het harmonieus samenleven van alle mensen die samen de IJsselsteinse samenleving vormen, door het vergroten van de verbondenheid tussen groepen met verschillende achtergrond en levensstijlen en het tegen gaan van discriminatie.

Inzet op:

  • Betrokkenheid.

  • Discriminatiebestrijding.

  • Veiligheid.

  • Toegankelijkheid (ook fysiek).

Thema 10: Werken en meedoen

Sub thema

Beleidsdoel(en)

10.1 Werk en inkomen

10.1.1 Meer minima die op of onder de armoedegrens leven betrekken bij de samenleving om daarmee te voorkomen dat ze in een isolement raken.

 

10.1.2 Financiële drempels wegnemen om op korte termijn een positief perspectief te kunnen brengen in de situatie als zijnde een vangnetvoorziening.

 

10.1.3 Financiële drempels wegnemen en te bevorderen dat mensen kunnen deelnemen aan maatschappelijke, culturele en sportieve activiteiten.

 

10.1.4 Preventieve inzet om verergering van financiële problemen tegen te gaan.

10.2 Participatie / meedoen

10.2.1 Hulp is zo veel mogelijk in de buurt toegankelijk.

 

10.2.2 Ondersteunen van (bewoners)initiatieven gericht op het meedoen aan de samenwerking en sociale verbinding.

 

10.2.3 Inzet van algemene voorzieningen om inwoners zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie (naar vermogen en kunnen).

 

10.2.4 Inzetten van wijk- en buurtwerk om in samenwerking met elkaar, vrijwilligers en inwoners elkaar te stimuleren tot verbetering van participatie.

Thema 11: Dierenwelzijn

Beleidsdoel(en)

11.1 Activiteit komt direct ten goede aan het welzijn van de dieren.

11.2 Dieren hebben een goed bestaan.

Thema 12: Advies

 

Beleidsdoel(en)

Het organiseren van (georganiseerde) inwonersparticipatie om gevraagd (en ongevraagd) advies te geven over het beleid van de gemeente.

Artikel 7. Kosten die (niet) voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Alleen die kosten komen voor subsidie in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de te subsidiëren activiteiten.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van:

    • a.

      Exploitatiebijdrage voor huisvestingslasten, kantoorkosten en overige gerelateerde kosten, tenzij onderdeel van een integrale subsidiegrondslag van de activiteit.

    • b.

      Kosten voor directie en management, tenzij onderdeel van een integrale subsidiegrondslag van de activiteit.

    • c.

      Kosten die zijn verbonden aan de voorbereiding van de subsidieaanvraag.

    • d.

      Activiteiten die op een andere wijze kunnen worden gefinancierd, zoals bijvoorbeeld:

      • -

        vanuit de wet of een fonds;

      • -

        vanuit een Europese, rijks, provinciale, (andere) gemeentelijke of gemeenschappelijke regeling;

      • -

        welke via inkoop zijn gecontracteerd;

      • -

        uit eigen beschikbare middelen waar geen specifieke afspraken over zijn gemaakt.

  • 3. Combinatiefuncties sport en cultuur:

    • a.

      De subsidie moet besteed worden aan de inzet van professionals en activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen uit de brede regeling combinatiefuncties.

    • b.

      Alleen (loon)kosten die de gemeente vanuit het rijk ontvangt en een deel cofinanciering vanuit de gemeente komen in aanmerking voor subsidie. Voor de overige (loon)kosten moet zelf via cofinanciering dekking gevonden worden.

    • c.

      Kosten die tot de reguliere werkzaamheden van de aanvrager(s) behoren worden uitgesloten.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1. De volgende subsidieplafonds per programma zijn relevant voor deze regeling:

    • a.

      Programma 4: Onderwijs, Sport en Cultuur.

    • b.

      Programma 5: Inkomen, Jeugd en WMO.

  • 2. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze subsidieregeling, wordt jaarlijks vastgesteld in het subsidieoverzicht voor het desbetreffende jaar.

  • 3. Indien meerdere aanvragen voldoen aan de subsidievereisten waardoor de som van de aangevraagde subsidies het in lid 2 vermelde subsidieplafond te boven gaat, worden de subsidies verleend op basis van de beoordeling in deze subsidieregeling.

Artikel 9. Beoordelingscriteria

De subsidieaanvragen (excl. combinatiefuncties) worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • 1.

    Beleidskader; denk hierbij aan:

    • a.

      Passend bij beleidsdoelen en maatschappelijk effect uit artikel 6.

    • b.

      Heeft het een meerwaarde voor de samenleving.

    • c.

      Is het een aanvulling op het bestaande aanbod.

    • d.

      Sluit aan op Positieve Gezondheid.

  • 2.

    Verbinding; denk hierbij aan:

    • a.

      Draagt bij aan versterking sociaal netwerk en informele steun.

    • b.

      Draagt bij aan samenwerkingen.

    • c.

      Er is afstemming en verbinding met relevantie partijen, met wie en waarom.

    • d.

      Streeft een duurzame, collectieve invulling na (is niet tijdelijk en is voor meerdere mensen toegankelijk).

  • 3.

    Proactieve en preventieve aanpak; denk hierbij aan:

    • a.

      Het aanbod helpt problemen voorkomen, werkt preventief.

    • b.

      Het aanbod kan de afhankelijkheid van professionele hulp verminderen.

    • c.

      Het aanbod wordt zoveel als mogelijk geleverd in de leefomgeving van de gebruiker.

    • d.

      U betrekt zoveel als mogelijk de doelgroep bij de uitvoering.

    • e.

      U stimuleert professionals en vrijwilligers om te werken vanuit flexibiliteit en het zoeken naar oplossingen.

    • f.

      U speelt in op veranderingen in de samenleving en heeft indien nodig oog voor nieuwe methodes.

  • 4.

    Kwaliteit; denk hierbij aan:

    • a.

      Er is een beschrijving van hoe de kwaliteit van dienstverlening en werknemers (betaald en onbetaald) wordt geborgd.

    • b.

      De kwaliteit van de activiteiten wordt gemonitord en bewaakt.

    • c.

      U werkt indien mogelijk met vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen.

    • d.

      Streeft simpele procedures voor gebruikers na.

    • e.

      De activiteit of dienstverlening is (in principe) toegankelijk voor alle inwoners.

    • f.

      De uitvoering vindt plaats door personen (vrijwillig of betaald) met de juiste kwalificaties.

    • g.

      De organisatie draagt zelf actief bij aan de uitvoering of realisatie van het initiatief.

  • 5.

    Impact; denk hierbij aan:

    • a.

      De resultaten zijn helder geformuleerd en reëel.

    • b.

      U waakt ervoor dat er geen groepen tussen wal en schip vallen.

    • c.

      Het aanbod kan, daar waar nodig, rekenen op draagvlak in de buurt/wijk en bij de doelgroep.

    • d.

      Impact indicatoren zijn benoemd (geldend bij aanvragen vanaf € 50.000,-).

  • 6.

    Financiële duurzaamheid; denk hierbij aan:

    • a.

      De (product)begroting ligt in de lijn van de verwachting en is goed onderbouwd.

    • b.

      Bevat een realistische verhouding tussen kosten, baten en opbrengsten.

    • c.

      De subsidie is noodzakelijk om de activiteit uit te kunnen voeren.

    • d.

      De organisatie is financieel gezond.

    • e.

      De organisatie beschikt niet over een algemene reserve of liquiditeiten waarvan zij de activiteit redelijkerwijs (gedeeltelijk) kan uitvoeren.

    • f.

      De organisatie genereert indien mogelijk en passend ook ander inkomen.

Artikel 10. Wijze van verdeling subsidies tot € 7.500,-

  • 1. Bij de beoordeling van de aanvragen werkt het college met een 5-puntenschaal met daaraan gekoppeld aantal punten.

  • 2. Er is een totaal aantal punten van 60 punten te behalen.

  • 3. Bij de beoordeling van aanvragen tot € 7.500,- moet er minimaal 25 punten worden behaald om in aanmerking te komen voor subsidie.

  • 4. Bij de beoordeling wordt ook de verleende subsidie van het voorgaand subsidiejaar meegenomen.

  • 5. U wordt uitgesloten van subsidie wanneer u op een onderdeel 0 punten behaalt.

  • 6. U wordt uitgesloten van subsidie wanneer u op 2 of meer onderdelen afzonderlijk van elkaar 2 punten behaalt.

  • 7. Mocht het subsidieplafond zijn bereikt dan worden de aanvragen met het aantal punten tussen de 25 – 45 evenredig verminderd zodat het binnen het subsidieplafond komt te vallen.

Artikel 11. Wijze van verdeling subsidies vanaf € 7.500,-

  • 1. Bij de beoordeling van de aanvragen werkt het college met een 5-puntenschaal met daaraan gekoppeld aantal punten.

  • 2. Er is een totaal aantal punten van 60 punten te behalen.

  • 3. Bij de beoordeling van aanvragen vanaf € 7.500,- moet er minimaal 35 punten worden behaald om in aanmerking te komen voor subsidie.

  • 4. Bij de beoordeling wordt ook de verleende subsidie van het huidige jaar meegenomen.

  • 5. U wordt uitgesloten van subsidie wanneer u op een onderdeel 0 punten behaalt.

  • 6. U wordt uitgesloten van subsidie wanneer u op 2 of meer onderdelen afzonderlijk van elkaar 2 punten behaalt.

  • 7. Mocht het subsidieplafond zijn bereikt dan worden de aanvragen met het aantal punten tussen de 35 – 45 evenredig verminderd zodat het binnen het subsidieplafond komt te vallen.

Artikel 12. Wijze van verdeling ten behoeve van combinatiefuncties sport en cultuur:

  • 1. De subsidie wordt door de gemeente beoordeeld en toegekend tot het maximaal beschikbare budget op basis van de volgende criteria:

    • a.

      De mate waarin het project bijdraagt aan één of meer van de doelstellingen uit artikel 6;

    • b.

      De mate waarin de inzet nieuwe samenwerkingsverbanden oplevert;

    • c.

      De mate van afstemming en verbinding met partijen.

    • d.

      De mate waarin de inzet bijdraagt aan duurzame resultaten;

    • e.

      De mate waarin de subsidieaanvraag in verhouding staat tot de beoogde resultaten.

  • 2. Mochten de aanvragen het subsidieplafond overschrijden, dan wordt de subsidie eerst toegekend op volgorde van de score op bovenstaande beoordelingscriteria en bij gelijke score telt de volgorde van binnenkomst.

Artikel 13. Aanvullende weigeringsgronden

Naast de in de ASV genoemde weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden wordt de subsidie geweigerd:

  • a.

    indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet primair een gemeentelijke verantwoordelijkheid is; of

  • b.

    als de te subsidiëren activiteit bij het indienen van de aanvraag al een aanvang heeft genomen (met uitzondering van structurele gesubsidieerde activiteiten); of

  • c.

    indien het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen van de aanvrager.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen afwijken van de bepalingen van deze subsidieregeling, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt de dag na de bekendmaking in werking en werkt terug tot 1 januari 2024.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente IJsselstein 2024’.

  • 3. De ‘Subsidieregeling combinatiefuncties gemeente IJsselstein 2021’ wordt ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld op 19 december 2023

Het college van IJsselstein,

drs W.M. van de Werken

secretaris

mr. P.J.M. van Domburg

burgemeester