Gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer

Geldend van 05-01-2024 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Velsen en Zandvoort, ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd;

overwegende dat

het Rijk de intentie heeft de wettelijke doordecentralisatie Beschermd Wonen door te voeren, door middel van de invoering van de Wet woonplaatsbeginsel beschermd wonen, als gevolg waarvan gemeenten verantwoordelijk worden voor het verstrekken van een voorziening Beschermd Wonen aan hun eigen ingezetenen en, vanwege het daarmee samenhangende verdeelmodel, de financiële middelen voor (de nieuwe instroom) Beschermd Wonen aan individuele gemeenten worden uitgekeerd;

de intentie van het Rijk is deze wettelijke doordecentralisatie per 1 januari 2025 door te voeren, maar op dit moment onzeker is wanneer de Wet woonplaatsbeginsel beschermd wonen en daarmee het nieuwe verdeelmodel in werking treden;

gemeenten verplicht zijn om na de doordecentralisatie Beschermd Wonen regionaal samen te werken, waarmee de noodzaak en behoefte bestaat om als deelnemers gezamenlijk te komen tot praktische en financiële afspraken over de samenwerking op het gebied van Beschermd Wonen;

de colleges belang hechten aan samenwerking en solidariteit bij de uitvoering van taken op het gebied van Beschermd Wonen;

de colleges zich ervan bewust zijn dat de taken op het gebied van Beschermd Wonen worden uitgevoerd in een bredere context, waarbij sprake is van samenhang met de uitvoering van de taken die de gemeenten hebben op het gebied van Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang;

de colleges de ambitie hebben zorg op maat, dichtbij hun ingezetenen te organiseren, waarbij geldt “lokaal wat kan, regionaal wat moet”;

bij de colleges behoefte is aan een vorm van samenwerking waarbij overleg en afstemming op bestuurlijk niveau plaatsvindt met behoud van de formele zeggenschap van elke individuele gemeente;

de colleges voor de uitvoering van een deel van de taken op het gebied van Beschermd Wonen een gemeenschappelijk orgaan wensen op te richten om in gezamenlijkheid afspraken te maken over vast te stellen regionale kaders en over de organisatie, inkoop en financiering van regionale Beschermd Wonen-voorzieningen en de toegang daartoe;

de colleges veel waarde hechten aan verantwoordelijkheid en betrokkenheid van alle gemeenten en streven naar een representatieve vertegenwoordiging van de gemeenten in zowel de ambtelijke afstemmingsstructuren als in het ambtelijk apparaat dat het gemeenschappelijk orgaan ondersteunt.

gelet op

artikel 2.6.1, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015,

de toestemming van de gemeenteraden van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Velsen en Zandvoort, overeenkomstig artikel 1, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

besluiten

de navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen:

Gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Beschermd Wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wmo, waarbij BW-cliënten geen huur betalen en waarbij (woon)begeleiding 24 uur per dag aanwezig is op de woonlocatie;

  • b.

    BW-cliënt: een persoon die op grond van de Wmo hulp krijgt van de gemeente op het gebied van Beschermd Wonen middels algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en/of vervoersvoorzieningen;

  • c.

    colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

  • d.

    deelnemers: de aan deze regeling deelnemende colleges;

  • e.

    gedeputeerde staten: de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland;

  • f.

    gemeenten: de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Velsen en Zandvoort;

  • g.

    GO Beschermd Wonen: het gemeenschappelijk orgaan, bedoeld in artikel 3 van deze regeling;

  • h.

    innovatiefonds: een fonds gericht op ontwikkeling van nieuwe vormen van ondersteuning inclusief (woon)voorzieningen voor Beschermd Wonen;

  • i.

    lokale taken: taken die het GO Beschermd Wonen, na een besluit daartoe, uitvoert voor een gemeente en zijn opgenomen in een dienstverleningsovereenkomst;

  • j.

    Maatschappelijke Opvang (MO): onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, niet zijnde personen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld;

  • k.

    raden: de raden van de gemeenten;

  • l.

    regeling: de Gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer;

  • m.

    regionale taken: de taken die het GO Beschermd Wonen uitvoert voor al haar deelnemers en zijn opgenomen in het dienstverleningshandvest;

  • n.

    regionale woonvoorzieningen: Beschermd Wonen voorzieningen die vallen onder de wettelijke definitie van Beschermd Wonen, en tussenvormen Beschermd Wonen die vanwege economisch-financiële overwegingen of inhoudelijke redenen regionaal worden georganiseerd;

  • o.

    secretaris: de secretaris die het GO Beschermd Wonen bijstaat in de uitvoering van zijn taken;

  • p.

    toegang: het proces van het onderzoeken van de persoonlijke situatie en de ondersteuningsbehoefte van een persoon door de gemeente, na melding van een ondersteuningsbehoefte door deze persoon of diens vertegenwoordiger, en het – indien van toepassing – toekennen van een voorziening aan de cliënt door de gemeente op basis van de Wmo;

  • q.

    tussenvormen Beschermd Wonen: lichtere vormen van Beschermd Wonen die niet binnen de wettelijke definitie vallen, bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wmo, waaronder in ieder geval de vormen zoals opgenomen in de ‘Landelijke richtlijn regionale afspraken Beschermd Wonen’ (VNG, juli 2021);

  • r.

    uitvoeringskosten: de kosten om de taken in deze regeling, bedoeld in artikel 10, uit te voeren met uitzondering van de zorgkosten;

  • s.

    URB: het Uitvoeringsteam Regionale BW-taken, dat ten dienste van het GO Beschermd Wonen verantwoordelijk is voor uitvoering van taken bedoeld in deze regeling;

  • t.

    vereveningsfonds: een fonds ten behoeve van de onderlinge verrekening van overschotten en tekorten op de zorgkosten van gemeenten;

  • u.

    voorzitter: de voorzitter van het GO Beschermd Wonen;

  • v.

    wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • w.

    Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; en

  • x.

    zorgkosten: de directe en indirecte cliëntgebonden kosten om zorg en ondersteuning in het kader van deze regeling te leveren.

Artikel 2: Belang

De regeling beoogt het doeltreffend en doelmatig in samenwerking uitvoeren of doen uitvoeren van (een deel van) de taken en bevoegdheden van de colleges op het gebied van Beschermd Wonen en mogelijk op andere aanverwante beleidsterreinen voor zover deze taken op grond van artikel 10 aan het GO Beschermd Wonen zijn opgedragen.

Hoofdstuk 2: Gemeenschappelijk orgaan

Artikel 3: Gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Er is een gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in de zin van artikel 8, tweede lid, van de wet, genaamd GO Beschermd Wonen.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen is gevestigd te Haarlem.

Artikel 4: Samenstelling en besluitvorming GO Beschermd Wonen

  • 1. Het GO Beschermd Wonen heeft acht leden. De colleges wijzen uit hun midden elk één collegelid aan als lid van het GO Beschermd Wonen.

  • 2. Het lidmaatschap van het GO Beschermd Wonen eindigt van rechtswege, zodra het collegelid ophoudt lid te zijn van het college uit wiens midden hij is aangewezen.

  • 3. Een lid van het GO Beschermd Wonen kan door het college dat hem heeft aangewezen worden ontslagen indien dit lid niet langer het vertrouwen van dat college bezit.

  • 4. De colleges wijzen voor ieder door hen aangewezen lid tevens een plaatsvervangend lid uit hun midden aan, dat het lid bij afwezigheid in het GO Beschermd Wonen kan vervangen.

  • 5. De leden van het GO Beschermd Wonen hebben ieder één stem.

  • 6. Het GO Beschermd Wonen beslist bij meerderheid van stemmen, tenzij in deze regeling anders is bepaald.

  • 7. Wanneer de stemmen staken, wordt een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 8. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het zevende lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 9. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit het GO Beschermd Wonen bestaat, een stem hebben uitgebracht.

  • 10. Voorgenomen besluiten van het GO Beschermd Wonen worden voor zienswijze aan de raden voorgelegd als dit in deze regeling is vastgelegd of uit de wet volgt.

Artikel 5: Reglement van orde

  • 1. Het GO Beschermd Wonen stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en werkzaamheden vast.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen vergadert jaarlijks tenminste vier maal, en verder zo vaak als het daartoe besloten heeft.

Artikel 6: Voorzitter

  • 1. Het GO Beschermd Wonen wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan en benoemt hen steeds voor een periode van twee kalenderjaren, tenzij zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 4, tweede lid of derde lid.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid geldt dat het voorzitterschap rouleert tussen de leden van het GO Beschermd Wonen. Het GO Beschermd Wonen besluit over de wijze van rouleren.

  • 3. De voorzitter ondertekent de stukken die van het GO Beschermd Wonen uitgaan.

  • 4. De voorzitter is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de vergaderingen van het GO Beschermd Wonen en de vergaderorde binnen het GO Beschermd Wonen, waarbij artikel 5 door de voorzitter in acht wordt genomen. De voorzitter kan (een deel van) deze taken toewijzen aan de secretaris, bedoeld in artikel 7.

  • 5. De voorzitter van het GO vertegenwoordigt het GO bij bovenregionale en landelijke bestuurlijke overleggen over BW.

Artikel 7: Secretaris

  • 1. Het GO Beschermd Wonen wijst een secretaris aan. De secretaris is niet lid van het GO Beschermd Wonen.

  • 2. De secretaris is bij de vergaderingen van het GO Beschermd Wonen aanwezig en staat het GO Beschermd Wonen bij in de uitvoering van zijn taken. Het GO Beschermd Wonen legt in een reglement de taken van de secretaris vast.

  • 3. De secretaris medeondertekent de stukken die van het GO Beschermd Wonen uitgaan.

  • 4. Het GO Beschermd Wonen wijst een vervanger van de secretaris aan, die deze bij afwezigheid van de secretaris kan vervangen.

Artikel 8: Uitvoeringsteam Regionale BW-taken

  • 1. Het GO Beschermd Wonen wordt ondersteund door het URB. Het URB bestaat uit medewerkers van één of meer gemeenten.

  • 2. Het URB vertegenwoordigt het GO Beschermd Wonen voor deelname aan het maatschappelijke verkeer en het (privaatrechtelijke) rechtsverkeer.

  • 3. Het URB is gepositioneerd bij de gemeente Haarlem.

  • 4. De positionering van het URB is onderdeel van de evaluatie van deze regeling, bedoeld in artikel 20. Eventuele wijziging van de positionering kan plaatsvinden na de evaluatie.

  • 5. De kosten die het URB maakt voor de ondersteuning, bedoeld in het eerste lid, komen ten laste van de begroting, bedoeld in artikel 17.

Artikel 9: Ambtelijke overleggen

  • 1. Het GO Beschermd wonen stelt één of meer ambtelijke overleggen vast waarin medewerkers van de gemeenten plaatsnemen.

  • 2. Een ambtelijk overleg als bedoeld in het eerste lid kan worden aangewezen om de vergaderingen van de GO Beschermd Wonen voor te bereiden of anderszins worden ingezet voor regionale afstemming en coördinatie over de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 10.

Hoofdstuk 3: Taken en verantwoording

Artikel 10: Taken

  • 1. Het GO Beschermd Wonen voert taken op het gebied van Beschermd Wonen voor haar deelnemers uit, of doet deze uitvoeren.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen stelt, op voorstel van de colleges, bij unaniem besluit, in een dienstverleningshandvest vast welke taken door het GO Beschermd Wonen regionaal worden uitgevoerd en onder welke voorwaarden dit gebeurt.

  • 3. Het GO Beschermd Wonen kan, indien de colleges daartoe besluiten, ook besluiten taken uit te voeren of te laten uitvoeren op aanverwante beleidsterreinen.

  • 4. Het GO Beschermd Wonen kan in aanvulling op de regionale taken, bedoeld in het tweede en derde lid, op verzoek voor deelnemers lokale taken uitvoeren of doen uitvoeren. Het GO Beschermd Wonen besluit naar aanleiding van dit verzoek in hoeverre en onder welke voorwaarden deze lokale taken kunnen worden uitgevoerd. Het GO Beschermd Wonen stelt dit besluit vast bij unanimiteit.

  • 5. In aanvulling op het vierde lid komt het GO Beschermd Wonen met elke gemeente, die een verzoek doet voor het uitvoeren van lokale taken, bedoeld in het vierde lid, een dienstverleningsovereenkomst overeen waarin wordt gespecificeerd welke taken als bedoeld in het vierde lid, het GO Beschermd Wonen voor die gemeente uitvoert of doet uitvoeren en onder welke inhoudelijke en financiële voorwaarden dit plaatsvindt.

Artikel 11: Bevoegdheden

  • 1. De colleges regelen in een mandaatbesluit de noodzakelijke bevoegdheden voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 10 door het GO Beschermd Wonen.

  • 2. De colleges dragen geen bevoegdheden over aan het GO Beschermd Wonen.

Artikel 12: Informatie en verantwoording

  • 1. Het GO Beschermd Wonen verstrekt aan de raden de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen en daarnaast alle inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken. De inlichtingen kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden verstrekt.

  • 2. Een lid van het GO Beschermd Wonen legt aan het college dat hem heeft aangewezen verantwoording af over het door hem in het GO Beschermd Wonen gevoerde beleid. Het lid kan zowel mondeling als schriftelijk verantwoording afleggen.

  • 3. Een lid van het GO Beschermd Wonen verstrekt het college dat hem heeft aangewezen alle door een of meer leden van dat college gevraagde inlichtingen. De inlichtingen worden mondeling of schriftelijk verstrekt.

  • 4. Een lid van het GO Beschermd Wonen legt aan de raad van de gemeente waarvan het college hem heeft aangewezen verantwoording af over het door hem in het GO Beschermd Wonen gevoerde beleid. Het lid kan zowel mondeling als schriftelijk verantwoording afleggen.

  • 5. Een lid van het GO Beschermd Wonen verstrekt aan de raad van de gemeente waarvan het college hem heeft aangewezen alle door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen. De inlichtingen worden mondeling of schriftelijk verstrekt.

Artikel 12a: Inspraak

Inspraak door ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden wordt georganiseerd via de gemeenten. Deze inspraak kan leiden tot een verzoek om inlichtingen aan of besluitvorming door het GO Beschermd Wonen.

Artikel 13: Gemeentewet

(vervallen)

Hoofdstuk 4: Financiën

Artikel 14: Financiële verantwoordelijkheid

  • 1. De gemeenten dragen er gezamenlijk zorg voor dat het GO Beschermd Wonen te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 2. De artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het GO Beschermd Wonen stelt overeenkomstig artikel 35, zesde lid, van de wet, een financiële verordening vast waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 212 van de Gemeentewet, alsmede een treasury statuut en overeenkomstig artikel 35, zesde lid, van de wet, een financiële controle verordening waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 213 van de Gemeentewet.

  • 4. Het GO Beschermd Wonen stelt in een bijdragebesluit vast op welke wijze berekend wordt welke bijdrage de colleges verschuldigd zijn voor de uitvoering van de regionale taken, bedoeld in artikel 10, tweede lid en derde lid, en de instandhouding van het GO Beschermd Wonen. Voordat door het GO Beschermd Wonen het bijdragebesluit bij unaniem besluit wordt vastgesteld, wordt deze voor zienswijze aan de raden voorgelegd.

  • 5. Het bijdragebesluit bedoeld in het vierde lid bevat tevens bepalingen over:

    • a.

      het instellen van een vereveningsfonds, de voorwaarden waaronder dit fonds gevuld wordt en de voorwaarden waaronder verevening plaats vindt;

    • b.

      het instellen van een innovatiefonds, de voorwaarden waaronder dit fonds gevuld wordt en de voorwaarden waaronder van het innovatiefonds gebruik kan worden gemaakt.

    • c.

      de reserve van het GO Beschermd Wonen.

Artikel 15: Vereveningsfonds

(vervallen)

Artikel 16: Innovatiefonds

(vervallen)

Artikel 17: Reserve GO Beschermd Wonen

  • 1. Het GO Beschermd Wonen beschikt over een eigen reserve, de reserve GO Beschermd Wonen. Deze reserve wordt beheerd door het URB.

  • 2. Ten aanzien van de reserve wordt in het bijdragebesluit in ieder geval opgenomen:

    • a.

      welke middelen aan de reserve worden toegevoegd;

    • b.

      voor welke kosten de reserve mag worden aangewend;

    • c.

      wat de minimale en maximale reserve is die het GO Beschermt Wonen aanhoudt;

    • d.

      op welke wijze om wordt gegaan met overschotten op de reserve.

Artikel 18: Kadernota

Het GO Beschermd Wonen zendt het ontwerp van de algemene financiële en beleidsmatige kaders voor 30 april aan de raden, waarbij de raden gedurende twaalf weken in de gelegenheid worden gesteld een zienswijze bij het GO Beschermd Wonen naar voren te brengen. Het GO Beschermd Wonen stelt de algemene financiële en beleidsmatige kaders uiterlijk 31 juli vast.

Artikel 19: Zienswijzeprocedure en vaststelling begroting

  • 1. Het GO Beschermd Wonen zendt de ontwerpbegroting twaalf weken voordat deze wordt vastgesteld toe aan de raden.

  • 2. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 3. De raden kunnen bij het GO Beschermd Wonen hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 4. Het GO Beschermd Wonen stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient. Voor het besluit tot vaststelling van de begroting is een meerderheid van drie vierde van de stemmen vereist.

  • 5. Voorafgaand aan het besluit tot vaststelling van de begroting, bedoeld in het vierde lid, stelt het GO Beschermd Wonen de raden schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, en de eventuele conclusies die het GO Beschermd Wonen daaraan verbindt.

  • 6. Na vaststelling van de begroting zendt het GO Beschermd Wonen de begroting aan de raden, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 7. Het GO Beschermd Wonen zendt de begroting, vergezeld van de zienswijze bedoeld in het derde lid, binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval voor 15 september aan gedeputeerde staten.

  • 8. Het eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, waarbij wijziging wordt gebracht in de bijdragen van de gemeenten. Het zesde lid is ook van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, met dien verstande dat wijzigingen in de begroting ook kunnen worden vastgesteld gedurende het jaar waarvoor de begroting geldt, en in dat geval inzending aan gedeputeerde staten binnen vier weken na vaststelling plaatsvindt.

Artikel 20: Jaarrekening

  • 1. Het GO Beschermd Wonen stelt de jaarrekening uiterlijk op 1 juli van het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft vast. Voor het besluit tot vaststelling van de jaarrekening is een meerderheid van drie vierde van de stemmen vereist.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen zendt voor 15 april een voorlopige jaarrekening aan de raden.

  • 3. De raden kunnen bij het GO Beschermd Wonen hun zienswijze over de voorlopige jaarrekening naar voren brengen.

  • 4. Voorafgaand aan het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in het eerste lid, stelt het GO Beschermd Wonen de raden schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, en de eventuele conclusies die het GO Beschermd Wonen daaraan verbindt.

  • 5. Het GO Beschermd Wonen zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, maar in ieder geval voor 15 juli aan gedeputeerde staten.

Hoofdstuk 5: Bepalingen over de regeling

Artikel 21: Duur

De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 22: Evaluatie

  • 1. Het GO Beschermd Wonen draagt zorg voor een vijfjaarlijkse evaluatie van de regeling. In afwijking daarvan vindt de eerste evaluatie plaats in het derde kalenderjaar na inwerkingtreding van de regeling.

  • 2. Onderdeel van de evaluatie, bedoeld in het eerste lid, is in ieder geval:

    • a.

      de wijze waarop het GO Beschermd Wonen bijdraagt aan het belang waarvoor het is ingesteld en de kwaliteit van zijn taakuitvoering;

    • b.

      de kostenverdeling;

    • c.

      de governance van het GO Beschermd Wonen, waaronder de rollen en portefeuilleverdeling binnen het GO Beschermd Wonen, het voorzitterschap, de sturing en verantwoording;

    • d.

      de samenstelling van het takenpakket van het GO Beschermd Wonen;

    • e.

      de financiële afspraken zoals vastgelegd in het bijdragebesluit bedoeld in artikel 14;

    • f.

      de reserveontwikkeling; en

    • g.

      de positionering van het URB.

Artikel 23: Toetreding

  • 1. Andere colleges dan die bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f, kunnen een verzoek tot toetreding indienen bij het GO Beschermd Wonen.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen zendt het verzoek tot toetreding onverwijld door aan de colleges.

  • 3. Toetreding tot de regeling is slechts mogelijk indien de colleges daartoe unaniem besluiten. Voorafgaand aan dit besluit zenden de colleges het ontwerp van de gewijzigde regeling toe aan de raden van de gemeenten. De raden kunnen bij de colleges van hun gemeente binnen acht weken na ontvangst van het ontwerp van de gewijzigde regeling hun zienswijze over het ontwerp van de regeling naar voren brengen. Indien de raden geen zienswijze naar voren wensen te brengen stellen zij het college van hun gemeente hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte.

  • 4. De toetreding is tot stand gekomen indien de beoogd toetreder en de colleges, met toestemming van hun raden, bedoeld in artikel 1 van de wet, daartoe besluiten.

  • 5. Het GO Beschermd Wonen kan voorwaarden verbinden aan de toetreding, voordat over de toetreding wordt besloten.

Artikel 24: Wijziging

  • 1. Het GO Beschermd Wonen kan een voorstel voor wijziging van de regeling aan de colleges zenden.

  • 2. De colleges zenden het ontwerp van de gewijzigde regeling toe aan de raden van de gemeenten. De raden kunnen bij de colleges van hun gemeente binnen acht weken na ontvangst van het ontwerp van de gewijzigde regeling hun zienswijze over het ontwerp van de regeling naar voren brengen. Indien de raden geen zienswijze naar voren wensen te brengen stellen zij het college van hun gemeente hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte.

  • 3. De regeling is gewijzigd indien de colleges unaniem met de wijziging instemmen. De colleges gaan niet over tot instemming dan na verkregen toestemming van de raden. Deze toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Artikel 25: Uittreding en opheffing

  • 1. Een college richt een verzoek tot uittreding aan het GO Beschermd Wonen. Het GO Beschermd Wonen neemt het verzoek tot uittreding in behandeling en spant zich in binnen zes maanden een voorstel gereed te hebben over de condities en voorwaarden voor uittreding. Indien na uittreding slechts een college deelnemer blijft aan deze regeling, is een verzoek tot uittreding een verzoek tot opheffing.

  • 2. Een college kan niet eerder uittreden dan dat tenminste één volledig kalenderjaar is verstreken na het besluit tot uittreding. Uittreding vindt altijd plaats per 1 januari. Het GO Beschermd Wonen kan bij unaniem besluit een college ontheffing verlenen van de termijnen bedoeld in de eerste twee zinnen.

  • 3. Een besluit tot uittreding kan niet worden genomen gedurende de eerste vijf jaren na de inwerkingtreding van de regeling of toetreding, indien het de toetreder betreft. Van de termijn in de eerste volzin kan worden afgeweken als er sprake is van een gemeentelijke herindeling als bedoeld in artikel 41, derde lid van de Wet algemene regels herindeling en met inachtneming van de in de Wet algemene regels herindeling beschreven procedure.

  • 4. Bij het vaststellen van de condities en voorwaarden voor uittreding baseert het GO Beschermd Wonen zich op de kosten van desintegratie en, voor zover van toepassing, beëindiging van de activiteiten van het GO Beschermd Wonen, de kosten die het GO Beschermd Wonen maakt voor de dienstverlening aan de betreffende gemeente, de door die gemeente verschuldigde betalingen aan het GO Beschermd Wonen en de inbreng van de betreffende gemeenten. Bij het bepalen van de condities en voorwaarden, bedoeld in de eerste volzin, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de kosten die de uitreding met zich meebrengt voor rekening komen van het college dat heeft verzocht om uittreding en de uittreding geen kostenverhogend effect heeft voor de colleges die deelnemer blijven.

  • 5. Een college dat verzocht heeft tot uittreding kan, nadat de hoogte van de kosten van desintegratie en, voor zover van toepassing, beëindiging van de activiteiten van het GO Beschermd Wonen overeenkomstig het vierde lid, ervoor kiezen om, indien van toepassing en voor zover akkoord bevonden door het GO Beschermd Wonen, medewerkers of verplichtingen over te nemen in ruil voor kwijtschelding van dat deel van de verschuldigde kosten van desintegratie of beëindiging van activiteiten.

  • 6. In geval van opheffing van de regeling besluit het GO Beschermd Wonen tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels, waaronder het tijdstip van opheffing.

  • 7. Het GO Beschermd Wonen stelt, na het horen van de colleges en raden van de gemeenten, ten minste zes maanden voor het tijdstip van opheffing, een liquidatieplan vast. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 26: Geschillen

  • 1. Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28, van de wet, de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, spant het GO Beschermd Wonen zich sterk in om een en ander minnelijk met elkaar op te lossen.

  • 2. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn, indien de inspanningen, bedoeld in het eerste lid, niet tot overeenstemming hebben geleid, ook al wordt het geschil als zodanig door slechts een der partijen aangemerkt.

  • 3. Om een minnelijke oplossing als bedoeld in het eerste lid, te bereiken, kan het geschil worden voorgelegd aan een onafhankelijke mediator die een advies uitbrengt.

  • 4. De mediator, bedoeld in het derde lid, wordt door de partijen bij het geschil gezamenlijk benoemd en krijgt een door partijen in gezamenlijkheid geformuleerde opdracht.

  • 5. Elke gemeente draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedures volgend uit dit artikel. Eventuele gezamenlijke kosten worden gelijkelijk verdeeld.

Artikel 27: Archief

  • 1. Het GO Beschermd Wonen is verplicht de onder hem berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.

  • 2. Overeenkomstig een door het GO Beschermd Wonen vast te stellen regeling, draagt het GO Beschermd Wonen zorg voor de archiefbescheiden. Het GO Beschermd Wonen deelt voornoemde regeling mee aan de colleges.

  • 3. De kosten, verbonden aan de uitoefening van de zorg voor de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste en tweede lid, komen ten laste van het GO Beschermd Wonen.

  • 4. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid, en artikel 13, eerste lid, van de Archiefwet 1995, over te brengen archiefbescheiden wijst het GO Beschermd Wonen de archiefbewaarplaats van de gemeente Haarlem aan.

  • 5. Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het GO Beschermd Wonen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het GO Beschermd Wonen, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 belast de archivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het GO Beschermd Wonen een regeling vast. Het GO Beschermd Wonen deelt voornoemde regeling mee aan de colleges.

  • 6. Het GO Beschermd Wonen benoemt de archivaris en kan de archivaris van de gemeente Haarlem, aanwijzen als archivaris van het GO Beschermd Wonen.

Artikel 28: Privacy

  • 1. De deelnemers voldoen bij de verwerking van persoonsgegevens en informatie-uitwisseling aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval ook de Algemene Verordening Gegevensbescherming en hoofdstuk 5 van de Wmo.

  • 2. Alle deelnemers blijven zelf verantwoordelijk voor de eigen gegevensopslag en adequate en complete dossiervorming binnen de eigen gemeentelijke organisatie.

  • 3. De gegevensuitwisseling tussen de deelnemers wordt vastgelegd in aparte verwerkersovereenkomsten.

Artikel 29: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 30: Inzenden regeling en bekendmaking

  • 1. Het college van Haarlem zorgt voor de bekendmaking van deze regeling in het gemeenteblad, overeenkomstig artikel 26, eerste lid van de wet.

  • 2. Het GO Beschermd Wonen voegt overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de wet, de gegevens toe in het daartoe bestemde register.

Artikel 31: Citeerwijze

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer’.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort op

[DATUM]

De secretaris,

De burgemeester