Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713260
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713260/1
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2024
Geldend van 04-01-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2024De Verordening maatschappelijke ondersteuning, het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2024 en deze beleidsregels geven uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Dit document bevat slechts enkele beleidsregels. Er zijn alleen beleidsregels geschreven op de onderdelen waarbij dit op grond van de Verordening is vereist. De Wmo2015 vereist dat er maatwerk wordt geleverd. Bij elke cliënt vindt er een onderzoek plaats naar de persoonskenmerken, behoeften, voorkeuren van de cliënt maar ook naar de mogelijkheden om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of hulp van personen uit het eigen netwerk of algemene voorzieningen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid en participatie te komen. Ieder individu is anders en per cliënt zal gekeken moeten worden naar de best passende oplossing. Het schrijven van veel beleidsregels zou afbreuk doen aan het principe van maatwerk leveren.
De onderstaande beleidsregels zijn algemene richtlijnen waarbij altijd de individuele situatie van de cliënt in ogenschouw moet worden genomen.
Hulp bij het Huishouden (Hulp aan Huis)
Maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden
Deze beleidsregels hebben betrekking op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden.
Modulair systeem
Het college wil cliënten die dat nodig hebben passende ondersteuning bieden bij de huishoudelijke taken die zij niet zelf, of met behulp van hun partner/gezin of sociale netwerk, kunnen uitvoeren. De resultaten van maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden zijn:
- •
Het huis is schoon en leefbaar
- •
De cliënt beschikt over schone en draagbare kleding.
De maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden gaat uit van een modulair systeem met drie onderdelen:
- •
Basisuren voor schoon en leefbaar huis
- •
Aanvullende uren voor wasverzorging
- •
Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Deze modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, zijn gebaseerd op objectieve en onafhankelijke onderzoeken die zijn uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM in 2016 – 2017 in opdracht van diverse gemeenten en die juridisch zijn getoetst door verschillende rechtbanken en de Centrale Raad van Beroep. De uitwerking van de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden zoals verwoord in deze beleidsregels is in samenspraak met bureau HHM opgesteld.
Basisuren voor schoon en leefbaar huis
Als een cliënt recht heeft op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden, krijgt hij 108 basisuren per jaar (gebaseerd op 125 minuten per week) voor licht en zwaar huishoudelijk werk in de woning (zoals opgenomen in bijlage 4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg). Voor het schoonhouden van de ruimten buiten de woning zoals de ramen, het terras, de tuin of het balkon wordt geen ondersteuning geboden.
Als de cliënt en/of zijn netwerk zelf een gedeelte van het huishoudelijk werk kan uitvoeren, wordt er 13 uur per jaar in mindering gebracht. Dit betreft voornamelijk lichte huishoudelijke werkzaamheden zoals afstoffen op heuphoogte, het aanrecht schoonmaken, opruimen en zitmeubels afnemen (gebaseerd op 15 minuten per week).
Als er geen 108 basisuren nodig zijn (eventueel min 13 uur) voor een schoon - en leefbaar huis, kunnen er minder uren worden ingezet.
De cliënt kan de basisuren inzetten bij een gecontracteerde aanbieder, of bij een particuliere dienstverlener via een Persoonsgebonden budget (Pgb). De cliënt stemt met de door hem gekozen hulp/aanbieder af hoe de basisuren worden ingevuld.
De basisuren zijn toereikend voor een huis dat zodanig schoon is dat er sprake is van een algemeen aanvaard basisniveau van schoon. De taken leiden tot een schoon en leefbaar huis dat niet vervuilt.
Aanvullende uren voor wasverzorging
Als een cliënt ondersteuning nodig heeft bij de wasverzorging, krijgt hij 30 uur per jaar (gebaseerd op 35 minuten per week) bij een 1 persoonshuishouden of 37 uur per jaar (gebaseerd op 43 minuten per week) voor een 2 of meerpersoonshuishouden.
Extra tijd voor strijken wordt in principe niet toegekend, maar alleen als het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen nodig is en iemand zelf daar niet voor kan (laten) zorgen. Hiervoor krijgt de cliënt 17 uur per jaar (gebaseerd op 20 minuten per week) toegekend. Het uitgangspunt hierbij is dat de cliënt zorgt voor strijkvrije kleding.
Als er sprake is van huisgenoten is strijken over het algemeen gebruikelijke zorg. Als er geen extra tijd voor strijken wordt toegekend, betekent dat niet dat de hulp ook niet mág strijken. De inwoner kan met de hulp bespreken wat er in de totale toegekende tijd wordt gedaan. In ieder huishouden, in iedere situatie, is sprake van net weer wat andere verdelingen activiteiten en van de tijd die dit kost.
Als de cliënt en/of zijn netwerk zelf een deel van de wasverzorging op zich kan nemen, terwijl dit resultaat wel is toegekend, wordt er 15 uur per jaar in mindering gebracht (gebaseerd op 17 minuten per week). Als er minder uren nodig zijn voor de wasverzorging, kunnen er minder uren worden ingezet.
Indien er sprake is van een noodzaak van meer wasgangen per week als gevolg van een beperking of belemmering van de cliënt (zoals veel knoeien, incontinentie, extra zweten, medische behandelingen, et cetera) kan hier extra tijd voor worden toegekend. Deze extra tijdsinzet is 14 uur per jaar (16 minuten per week) per extra benodigde wasgang.
Wij verwachten dat de cliënt zorgt voor voldoende kleding zodat er geen extra wasgang noodzakelijk is om over voldoende kleding te beschikken.
Bij de beoordeling of er aanvullende uren noodzakelijk zijn voor de wasverzorging wordt ook altijd gekeken naar de situatie van de cliënt en zijn omgeving of netwerk. Dit betekent dat als er sprake is van huisgenoten dat dit vaak onder gebruikelijke zorg valt en er dus geen of minder ondersteuning wordt geboden voor de wasverzorging. Het blijft echter altijd maatwerk.
Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Het kan zijn dat de basisuren onvoldoende zijn om een schoon en leefbaar huis te realiseren dat niet vervuilt. Dat kan komen door:
- •
Beperkingen en belemmeringen van de cliënt
- •
Samenstelling van het huishouden
- •
Extra vervuiling door een huisdier
- •
Kenmerken van de woning.
Het kan voorkomen dat bovenstaande kenmerken leiden tot de noodzaak om van aanvullende uren toe te kennen. Dit wordt bekeken per individueel geval. Let op dat de aanwezigheid van deze kenmerken niet automatisch leidt tot meer inzet. Het is steeds de vraag aan de Toegang of een kenmerk leidt tot extra vervuiling of vraag om een extra niveau van schoon, waardoor meer inzet nodig is.
Beperkingen of belemmeringen van de cliënt
Beperkingen en belemmeringen van de cliënt, kunnen gevolgen hebben voor de benodigde inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is leidend, niet de problematiek zoals zodanig. Voorbeelden zijn Huntington, ALS, Parkinson, dementie, visuele beperking, revalidatie, bedlegerig, psychische aandoeningen, verslaving/alcoholisme e.d. Dit kan op twee manieren uitwerken:
- -
Het kan nodig zijn (tijdelijk) extra vaak schoon te maken of te wassen, doordat meer vervuiling optreedt. Bijvoorbeeld als gevolg van rolstoelgebruik, ernstige incontinentie, overmatig zweten, (ernstige) tremoren, besmet wasgoed (bijvoorbeeld bij chemokuur of Norovirus). Er wordt niet extra schoongemaakt bij een influenza virus.
- -
Het kan nodig zijn de woning extra goed schoon te maken. Ter voorkoming van problemen bij de cliënt voorkomend uit bijvoorbeeld allergie, astma, longemfyseem of COPD.
Als er enige extra inzet nodig is, is deze 26 uur per jaar (30 minuten per week). Als er veel extra inzet nodig is, is deze 52 uur per jaar (60 minuten per week).
Samenstelling huishouden
Als sprake is van een huishouden van twee personen, is niet persé extra inzet nodig. Dit is bijvoorbeeld wel het geval als zij noodgedwongen gescheiden slapen, waardoor een extra slaapkamer in gebruik is. Het kan ook betekenen dat er minder ondersteuning nodig is, omdat de partner een deel van de activiteiten uitvoert. De aanwezigheid van een kind of kinderen kan leiden tot extra noodzaak van inzet van ondersteuning. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en leefstijl van de betreffende kinderen en van de bijdrage die het kind levert in de huishouding (leeftijdsafhankelijk). Als er kinderen zijn, zijn er vaak ook meer ruimtes in gebruik. Bij een kind kan er ook sprake zijn van bijzonderheden (ziekte of beperking) die maken dat extra inzet van ondersteuning nodig is. In die gevallen waarin de samenstelling van het huishouden de noodzaak van extra schoonmaakactiviteiten met zich meebrengt, dan betreft dit 26 uur per jaar (30 minuten per week).
Als er een extra slaapkamer in gebruik is, kan dit leiden tot extra inzet van 16 uur per jaar (18 minuten per week). Dit is een slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is door een huisgenoot. Een logeerkamer is geen extra kamer in gebruik.
Een niet in gebruik zijnde extra (slaap)kamer (hobbykamer, computerkamer, werkkamer, logeerkamer o.i.d.) moet wel periodiek worden schoongemaakt om het huis als geheel schoon en leefbaar te houden c.q. niet te laten vervuilen. Dit betreft 4 uur op jaarbasis (5 minuten per week).
Extra vervuiling huisdier
Bij sommige cliënten is sprake van een hulphond waardoor extra schoonmaak nodig is. Dit vergt dan 13 uur per jaar (15 minuten per week). De verzorging van het dier valt buiten de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden.
Als sprake is van andere (niet zijnde hulphond) dan wel meerdere huisdieren in de woning, waardoor extra inzet nodig zou zijn, dient de cliënt te kijken naar een andere oplossing, zoals het terugbrengen van het aantal huisdieren of zelf aanvullende ondersteuning inkopen.
Overige kenmerken woning
In sommige gevallen, dit komt beperkt voor in de praktijk, is sprake van bouwkundige kenmerken van de woning die enige extra inzet van ondersteuning nodig kunnen maken. Dat betreft een extra bewerkelijke woning, een extra grote woning of de inrichting van de woning. Dit vergt 13 uur per jaar (15 minuten per week).
Ten aanzien van de inrichting (bijvoorbeeld overal beeldjes, propvol) wordt met de cliënt overlegd of een oplossing mogelijk is die maakt dat geen extra inzet nodig is. Een grotere woning kan soms ook makkelijker worden schoongemaakt, waardoor uiteindelijk geen extra tijd nodig is. Ruimtes als een garage en zolder worden niet tot dit resultaat gerekend. Een extra bewerkelijke woning kan te maken hebben met hoekjes en randjes, tocht en stof en dergelijke.
De aanwezigheid van hulpmiddelen (zoals (wand)beugels, trapliften) valt niet onder overige kenmerken van een woning. Deze voorzieningen kunnen binnen de basisuren worden schoongemaakt.
Extra inzet in uitzonderlijke situaties
De Wmo gaat uit van maatwerk. In de praktijk wordt op basis van de hierboven beschreven inzet passende ondersteuning geboden. Wellicht zijn er cliënten waarbij dat niet het geval is en er meer ondersteuning nodig is. Voor deze cliënten bepaalt de gemeente/Toegangsprofessional in redelijkheid wat de extra in te zetten tijd is om te zorgen dat de woning in aanvaardbare mate schoon is en niet vervuilt.
Algemene uitgangspunten voor de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden
Toekenning
Als ondersteuning bij het huishouden noodzakelijk blijkt, wordt een maatwerkvoorziening toegekend (indicatie). De vaststelling van het noodzakelijk aantal minuten vindt plaats in een individuele weging, bijvoorbeeld via een keukentafelgesprek met de Toegang, en wordt op maat afgestemd op de individuele situatie. De maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden bestaat uit basisuren die, als dat noodzakelijk is, aangevuld worden met extra uren.
De cliënt krijgt de indicatie verstrekt in gemiddeld aantal minuten per week. De aanbieder en de cliënt bepalen samen hoe met deze toegekende minuten de concrete ondersteuning vorm krijgt, zodat de beoogde resultaten worden behaald.
Eigen inzet
Taken die de cliënt zelf kan uitvoeren, neemt de gemeente niet over. Dit kan ook betekenen dat de cliënt een deel van het huishouden doet en dat de gemeente voor een deel ondersteuning biedt. We verwachten dat de cliënt een zo efficiënt mogelijke ondersteuning van de gemeente mogelijk maakt.
Gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse zorg die huisgenoten aan elkaar geven omdat zij samen een huishouden voeren. Als huisgenoten huishoudelijke taken kunnen overnemen, verwachten wij dat zij dat doen. De gemeente biedt dan dus minder of geen ondersteuning. Dit principe heeft een verplichtend karakter en betreft alle huisgenoten vanaf 18 jaar. Hierbij wordt ook gekeken naar mogelijke inzet van huisgenoten tussen 12 en 17 jaar, voor bijvoorbeeld de eigen kamer. Studie of (vrijwillige) werkzaamheden (zoals een fulltime baan) vormen in principe geen reden om van de gebruikelijke hulp af te zien. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt op basis van religie of cultuur. Hierbij wordt ook altijd gekeken naar de situatie van de cliënt en zijn omgeving of netwerk en dit betreft dus maatwerk.
Als er sprake is van commerciële kamer(ver)huur, rekenen we de huurder van de betreffende ruimte niet tot de leefeenheid en de betreffende ruimte ook niet tot de schoon te houden ruimtes.
Mantelzorg
Veel mensen zorgen voor hun naasten. Hun zorg gaat voor op ondersteuning van de gemeente. Het kan noodzakelijk zijn om mantelzorgers Hulp bij het Huishouden te bieden als een vorm van mantelzorgondersteuning. Hulp bij het Huishouden dient dan ter ontlasting van de mantelzorger om overbelasting te voorkomen.
Algemene voorzieningen
Als er algemene voorzieningen zijn die een (gedeeltelijke) oplossing kunnen bieden voor een ondersteuningsvraag betreffende Hulp bij het Huishouden, dan gaan deze voor op de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden.
Waar we geen ondersteuning voor bieden in de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden
Thuis zorgen voor kinderen onder de 6 jaar
Als acute ondersteuning nodig is voor kinderen tot en met 5 jaar, heeft het college zorg ingekocht via de Praktische Thuisbegeleiding. In afwachting van een definitieve oplossing biedt deze tijdelijke ondersteuning. De zorg voor de kinderen omvat het wassen, douchen, aankleden, verschonen van luiers en het voeden van baby's. Het passen op kinderen valt hier nadrukkelijk niet onder. In de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden valt daarom niet de ondersteuning voor kinderen.
Het klaarzetten of bereiden van eten en drinken
Voor het bieden van maaltijdondersteuning heeft het college afspraken gemaakt met de organisaties die wijkverpleging aanbieden in de gemeente Tilburg. Zij beoordelen de noodzaak van ondersteuning en waar nodig zorgen zij voor de inzet van passende ondersteuning. In de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden is daarom geen maaltijdbegeleiding opgenomen.
Het organiseren van huishoudelijke taken
Indien een cliënt niet in staat is de huishoudelijke hulp aan te sturen, wordt er gekeken of er een mantelzorger of iemand anders uit zijn netwerk hem daarbij kan ondersteunen. In de meeste gevallen kan een hulp zelf ook bepalen welke taken uitgevoerd moeten worden.
Indien blijkt dat de cliënt in onvoldoende mate regie kan voeren over zijn eigen huishouden, bestaat de mogelijkheid tot het inzetten van individuele begeleiding. Het betreft dan vaak een groter vraagstuk dan uitsluitend het aansturen van de huishoudelijke hulp.
Boodschappen
Indien een cliënt niet in staat is om zelf boodschappen te doen, wordt er gekeken naar inzet van het sociale netwerk of vrijwillige inzet. Hiernaast kan men gebruik maken van de bezorgdiensten van diverse supermarkten.
Primaat regiotaxi
Als het openbaar vervoer niet bereikt of gebruikt kan worden en ook eigen vervoer (auto, (brom)fiets met of zonder trapondersteuning) of hulp uit het sociale netwerk geen oplossing bieden voor de ervaren vervoersproblemen, dan kan men in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening. Er zal in dit geval eerst beoordeeld worden of het door het college geregelde collectieve vervoer (regiotaxi) een adequaat middel is om in de vervoersbehoefte te voorzien voordat er gekeken wordt naar mogelijke andere maatwerkvoorzieningen.
Primaat van verhuizen
Als vaststaat dat een aanpassing aan de woning noodzakelijk is, zal allereerst worden bekeken of compensatie gerealiseerd kan worden door middel van een verhuizing naar een beschikbare geschikte woning of makkelijker geschikt te maken woning. Bij beoordeling van de mogelijkheid tot verhuizen wordt onderzoek gedaan naar de consequenties van de verhuizing, zoals financiële gevolgen, termijn van beschikbaarheid van een geschikte woning, aanwezige mantelzorg, sociale contacten, gevolgen voor kinderen etc. Blijft de noodzakelijke aanpassing beneden de grens van het primaat (zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 7.3), dan zal de voorkeur van belanghebbende leidend zijn. Gaat de voorkeur uit naar aanpassen, dan zal deze aanpassing gerealiseerd worden.
Als besloten wordt om het primaat van verhuizen toe te passen, dan wordt het voor alle inwoners van de gemeente Tilburg op dezelfde manier uitgevoerd. Een cliënt moet, als er sprake is van het primaat van verhuizen, op zoek gaan naar een woning in heel de gemeente en een aangeboden woning accepteren ook al ligt die woning niet in de wijk of de kern waarin hij op dat moment woont.
In plaats van verhuizen kan een cliënt ook de keuze maken voor een persoonsgebonden budget. De hoogte van het persoonsgebonden budget is maximaal de primaatgrens. De overige noodzakelijke aanpassingen zullen door de cliënt zelf moeten worden gerealiseerd. Voorwaarde om voor dit persoonsgebonden budget in aanmerking te komen is dat de op basis van het advies noodzakelijke aanpassingen ook daadwerkelijk binnen een gestelde termijn uitgevoerd worden.
Mantelzorgcompliment
In artikel 3.2 van de Verordening is opgenomen dat het college nadere regels stelt waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente Tilburg bestaat.
Wat zijn mantelzorgers?
Mantelzorgers zijn mensen die langdurig voor iemand zorgen met wie zij een emotionele band hebben. Hun hulpbehoevende kind, ouder of partner bijvoorbeeld. Ze doen dat onbetaald.
Wij vinden de waardering en erkenning van mantelzorgers in onze gemeente belangrijk. We hebben hiervoor een eigen aanpak ontwikkeld. De gemeente Tilburg ondersteunt mantelzorgers op meerdere terreinen door onder andere:
- •
De Toegang die bij de integrale vraaganalyse zowel de zorgvrager als mantelzorger betrekt (één gezin, één plan, één regisseur)
- •
Intensieve ondersteuning (individuele begeleiding, groepsactiviteiten eventueel met vervoer, kortdurend verblijf) voor de zorgvrager
- •
Vervangende zorg (respijtzorg) in huis of buitenshuis, zowel door professionals als zorgvrijwilligers
- •
Het ondersteunen van professionals die met mantelzorgsituaties te maken hebben
- •
Begeleiding van gezinnen in mantelzorgsituaties door mantelzorgconsulenten
- •
Subsidiering van activiteiten gericht op ontmoeting en lotgenotencontact tussen mantelzorgers
- •
Subsidiering van een jaarlijkse activiteit rond de Dag van de Mantelzorg
Naast deze ondersteuning willen we mantelzorgers waarderen en erkennen. Als sinds 2009 geven wij via Loket Z inwoners die mantelzorger zijn een mantelzorgwaardebon. Vanaf 1 januari 2015 is de Toegang de ingang voor burgers die ondersteuning nodig hebben. Vanaf 2015 kunnen alle Toegangsprofessionals inwoners die mantelzorger zijn een mantelzorgwaarde bon geven. Zij zullen daarnaast bij de integrale vraaganalyse zowel de zorgvrager als de mantelzorger betrekken. Zij zijn (mede)zorgverlener, maar hebben soms ook zelf zorg nodig. De Toegangsprofessional kijkt daarom zowel naar de behoeften van de zorgvrager, maar ook naar de behoeften van de mantelzorger.
De Toegangsprofessionals kunnen meerdere mantelzorgwaardebonnen uitreiken, afhankelijk van de mantelzorgsituatie. Een mantelzorger kan éénmaal per jaar een mantelzorgwaardebon krijgen.
Betrekken van ingezetenen bij het beleid
De gemeente Tilburg betrekt ingezetenen bij het beleid op diverse manieren. Cliëntenorganisaties worden in gelegenheid gesteld om voorstellen voor het beleid te doen. Tevens worden ze betrokken bij (ingrijpende) beleidswijzigingen. Er vindt op regelmatige basis overleg plaats met diverse organisaties en bij aanbestedingen (zoals bijvoorbeeld van de regiotaxi) worden de betreffende cliëntenorganisaties betrokken bij de voorbereidingen hiervan.
Aanwezigheid van de cliënt bij het onderzoek
Bij het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 neemt het college als uitgangspunt dat de cliënt en zijn eventuele wettelijke vertegenwoordiger bij het gesprek aanwezig zijn. Alleen een gesprek met de zorgverlener of de beoogd zorgverlener geeft een onvolledig beeld van de situatie van de cliënt. Daarnaast is het van belang dat de cliënt zelf actief betrokken wordt bij de eventuele inzet van zorg en de keuze voor een passende zorgverlener.
Ondertekening Integraal Plan van Aanpak (IPvA) voor akkoord of gezien
Na het onderzoek op grond van artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 ontvangt de cliënt een schriftelijke verslaglegging van het onderzoek (Integraal Plan van Aanpak). De cliënt kan dit Integraal Plan van Aanpak ondertekenen voor akkoord of voor gezien. De Toegangsprofessional informeert de cliënt tijdens het gesprek ten behoeve van het onderzoek over het verschil tussen ondertekenen voor akkoord en ondertekenen voor gezien
Ondertekening voor akkoord
Bij ondertekening voor akkoord is de cliënt het eens met inhoud van het Integraal Plan van Aanpak en dient dit Integraal Plan van Aanpak tevens als aanvraagformulier voor de (eventueel) benodigde maatwerkvoorziening.
Ondertekening voor gezien
Bij ondertekening voor gezien heeft de cliënt kennis genomen van de inhoud van het Integraal Plan van Aanpak maar is hiermee niet akkoord. De cliënt heeft in de daarvoor bestemde ruimte op het Integraal Plan van Aanpak de mogelijkheid om aan te geven wat hiervan de reden is. Indien de cliënt ervoor heeft gekozen uitsluitend voor gezien te ondertekenen dan neemt de Toegangsprofessional contact op. Tijdens dit gesprek zal besproken worden wat de bezwaren zijn van de cliënt en kan het Integraal Plan van Aanpak waar nodig hierop worden aangepast.
Een Integraal Plan van Aanpak dat uitsluitend voor gezien is ondertekend dient niet (direct) als aanvraagformulier. De cliënt is niet akkoord met de inhoud en het Integraal Plan van Aanpak zal eerst aangepast moeten worden. Mocht er geen overeenstemming komen tussen de Toegangsprofessional en de cliënt over de inhoud van het verslag dan kan (na toestemming van de cliënt) het alsnog dienen als aanvraagformulier voor een maatwerkvoorziening. Dit om ook eventueel bezwaar en beroep mogelijk te maken.
Regresrecht
In artikel 2.4.3 van de Wmo2015 is het regresrecht geregeld wat inhoudt dat een gemeente verhaal heeft op degene, die jegens de cliënt naar burgerlijk recht tot schadevergoeding verplicht is in verband met het feit dat aanleiding heeft gegeven tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening of een pgb. Tot en met het jaar 2018 was het niet mogelijk om in individuele gevallen gebruik te maken van de mogelijkheid tot regres omdat de gemeente Tilburg deelnam aan het convenant tussen het Verbond van Verzekeraars en de VNG, waarbij het regresrecht werd afgekocht door verzekeraars. Voor maatwerkvoorzieningen (natura en pgb) die vanaf 1 januari 2019 verstrekt worden én waarvan de schadeveroorzakende gebeurtenis vanaf deze datum heeft plaatsgevonden kan na toekenning van de voorziening onderzocht worden in hoeverre verhaal van kosten mogelijk is. De mogelijkheid van verhaal is geen grond om de benodigde voorziening te weigeren.
Citeertitel en inwerkingtreding
Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2023. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2024. De Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2023 komen hiermee te vervallen.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl