Verordening Delftse Rekenkamer 2023

Geldend van 04-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening Delftse Rekenkamer 2023

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het Fractievoorzittersoverleg van 4 december 2023;

gelet op hoofdstuk IVa en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de Verordening Delftse Rekenkamer 2023

Verordening Delftse Rekenkamer 2023

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet

  • -

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit ten hoogste zes leden, waaronder een voorzitter.

  • 3. Wijzigingen in deze verordening geschieden louter na overleg met de rekenkamer.

Artikel 3. Rekening- en Auditcommissie bestuurlijk aanspreekpunt

  • 1. De Rekening- en Auditcommissie is namens de gemeenteraad bestuurlijk aanspreekpunt van de Rekenkamer.

  • 2. De Rekenkamer legt de Rekening- en Auditcommissie periodiek een groslijst voor met onderwerpen die zij overweegt te onderzoeken en licht deze desgevraagd toe ter vergadering van deze commissie.

Artikel 4. Benoeming en herbenoeming

  • 1. Het Fractievoorzittersoverleg doet, op voordracht van de Rekenkamer en met betrokkenheid van de leden van de commissie Rekening & Audit, een voorstel tot benoeming van een voorzitter of lid. In bijzondere gevallen kan het Fractievoorzittersoverleg eigenstandig een voorstel doen tot benoeming van een voorzitter of lid.

  • 2. De rekenkamer wijst uit haar midden één of meer plaatsvervangende voorzitters en een penningmeester aan.

  • 3. De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris. Deze wordt voorgedragen door de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

  • 1. De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

  • 2. Eventuele onderuitputting van het jaarbudget kan jaarlijks via de algemene reserve worden meegenomen naar het volgende begrotingsjaar, tot een maximumbedrag ter hoogte van de helft van het jaarbudget.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding van € 539,98 bruto voor een lid, en € 666,59 voor de voorzitter (prijspeil 2023). De vergoedingsbedragen worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

  • 2. De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

Het college informeert de raad over de wijze waarop opvolging is gegeven aan de aanbevelingen van de rekenkamer aan het college, uiterlijk 1 jaar nadat de raad heeft besloten deze aanbevelingen van de rekenkamer over te nemen, tenzij in het raadsbesluit over de aanbevelingen anders wordt bepaald.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. De Verordening Delftse Rekenkamer 2018 wordt ingetrokken per 1 januari 2024.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Delftse Rekenkamer 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 21 december 2023.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart ,voorzitter.

J. Mimpen ,griffier.