Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713201
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR713201/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 30-12-2023 t/m 01-07-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 2023;
gelet op artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Artikel 1. Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4. Vrijstelling
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
het afgeven van bewijzen van onvermogen;
- 2.
verleende diensten, in het persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken;
- 3.
als bedoeld in artikel 1.35.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien de aanvraag is ingediend door een instelling, voorkomend op het collecteplan van de Centraal Bureau Fondsenwerving;
- 5.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet of krachtens de voormalige afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- 6.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. De tarieven als opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel worden verhoogd met de redelijkerwijs gemaakte kosten waarin niet reeds is voorzien in het in de tarieventabel opgenomen tarief.
-
4. Tot de kosten als bedoeld in het derde lid worden in ieder geval gerekend portokosten, de kosten van het inwinnen van extern advies en de kosten van publicatie.
Artikel 6. Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. Belastingbedragen van minder dan € 3,00 worden niet geheven.
Artikel 7. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 rijbewijzen;
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25 onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Overgangsbepaling
-
1. De `Legesverordening 2023’, vastgesteld door de raad op 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:
-
2. indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12. Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023
Jan Karens
griffier
Marijke van Beukering-Huijbregts
voorzitter
Bijlage TARIEVENTABEL 2024 behorende bij de “Legesverordening 2024”
Alle bedragen in de tabel worden uitsluitend weergegeven in Euro’s.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in het Stadshuis, Stadsplein 1 |
|
|
|
a |
Op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
543,90 |
|
|
met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk plaats vindt op maandag om 9.00 of 9.30 uur |
|
|
b |
Op zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur |
703,90 |
|
c |
Een verkorte ceremonie (<15 minuten) |
192,10 |
2 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het Stadshuis |
|
|
|
a |
Op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
671,60 |
|
b |
Op zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
831,70 |
|
c |
Op zon- en feestdagen |
895,50 |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het Stadshuis, Stadsplein 1 |
|
|
|
a |
Op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
543,90 |
|
|
met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk plaats vindt op maandag om 9.00 uur of 9.30 uur |
|
|
b |
Op zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
703,90 |
|
c |
Een verkorte ceremonie (< 15 minuten) |
192,10 |
2 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het Stadshuis |
|
|
|
a |
op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
671,60 |
|
b |
op zaterdag |
831,70 |
|
c |
op zon- en feestdagen |
895,50 |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere locatie op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
|
|
|
a |
Op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
543,90 |
|
b |
Op enig moment anders dan genoemd in 1.3.a |
703,90 |
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
|
|
|
a |
Op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur |
543,90 |
|
b |
Op enig moment anders dan genoemd in 1.4.a |
703,90 |
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
|
|
a |
Als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
153,60 |
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
|
||
1 |
Aan het annuleren van de voltrekking van een voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn kosten verbonden: |
|
|
|
a |
Annuleringskosten langer dan 5 weken voorafgaand aan de gereserveerde datum: u ontvangt 75% van de kosten van de voltrekking retour. |
|
|
b |
Annuleringskosten binnen periode van 4 weken tot 1 week voorafgaand aan de gereserveerde datum: u ontvangt 50% van de kosten van de voltrekking retour. |
|
|
c |
Annuleringskosten binnen 1 week voorafgaand aan de gereserveerde datum: u ontvangt 50% van de kosten van de voltrekking retour. |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
|
a |
Een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
32,10 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
|
|
a |
Een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
* |
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
* |
|
b |
Een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
* |
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
* |
|
c |
Een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
* |
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
* |
|
d |
Een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
* |
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
|
|
a |
Een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
* |
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
* |
|
b |
Een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
* |
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
|
|
a |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen |
* |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
* |
|
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
||
1 |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt |
|
|
|
a |
bij een spoedlevering vermeerderd met |
* |
*Maximale vastgestelde wettelijke tarieven |
|||
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
|
a |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
12,70 |
|
b |
tot het verstrekken van een persoonslijst |
12,70 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
|
||
In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
12,70 |
||
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
25,40 |
||
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
|||
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
|
||
Afschriften van bestuursstukken worden alleen nog digitaal verstrekt. |
N.v.t. |
||
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
|||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
15,50 |
|
|
a |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
15,50 |
|
b |
tot het legaliseren van een handtekening |
15,50 |
|
c |
verklaring van in leven zijn |
15,50 |
|
d |
een bewijs van Nederlanderschap |
15,50 |
|
e |
een bewijs van opneming in de Basis Registratie Personen (uittreksel BRP) |
15,50 |
|
f |
een bewijs van opneming van een gezin (gezinsuittreksel BRP) |
15,50 |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
|||
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
|
|
|
a |
urgentieverlening als bedoeld in artikel 12 van de Huisvestingswet 2014 |
108,80 |
Artikel 1.30 Leegstandwet |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
|
|
|
a |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
163,70 |
|
b |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
163,70 |
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen of verlengen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen |
|
|
|
a |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
56,50 |
|
b |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
56,50 |
|
c |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
34,00 |
|
|
Het totaal berekende bedrag aan leges per jaar zal vermeerderd worden met het aantal jaren waarvoor de vergunning is verleend |
|
2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
100,70 |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een instemmingsbesluit |
|
|
|
a |
als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid sub b van de Telecommunicatiewet en artikel 2 en 4 van de Telecommunicatieverordening gemeente Nieuwegein of voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in art 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Nieuwegein |
654,40 |
|
b |
vermeerderd met voor elke m¹ per m1 |
1,40 |
|
c |
indien overleg met andere partijen is benodigd, wordt daarnaast het bedrag genoemd in a vermeerderd met |
185,70 |
|
d |
voor de plaatsing van een handhole als bedoeld in art 4, eerste lid, sub d onder 4e van de Telecommunicatieverordening gemeente Nieuwegein, vermeerderd met |
43,80 |
2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van vergunning omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden m.b.t. andere kabels en leidingen voor nuts en andere voorzieningen |
644,50 |
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 123 van het Wegenverkeersreglement inzake gedragsregels verband houdende met inrichting en belading van voertuigen |
19,70 |
|
2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een ontheffing van het verbod |
|
|
|
a |
aan de Utrechtsestraatweg, voor alle verkeer met uitzondering van voetgangers, ter hoogte van de Remiseweg zoals is vastgesteld bij besluit van 27 maart 1990, krachtens artikelen 87 en 90 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) en het bepaalde in artikel 62 van de RVV 1990 voor zover het betreft verkeersteken C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 |
40,40 |
|
b |
voor het berijden van de voetgangerszone Stadsplein met motorvoertuigen buiten de ingestelde venstertijden zoals vastgesteld bij besluit van juni 2012, krachtens artikelen 10, 87 en 90 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) en het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. |
40,40 |
3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
|
a |
ontheffing route gevaarlijke stoffen, als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
273,20 |
|
b |
verlengen van een ontheffing, bedoeld in artikel 1.33.3.a |
151,80 |
4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
|
a |
het wijzigen van een parkeervergunning (kenteken) |
5,40 |
|
b |
het verstrekken van een duplicaat-parkeervergunning |
58,60 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
|||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
|
||
1 |
afschriften, doorslagen, fotokopieën van stukken, alsmede nota’s voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
a |
per pagina op papier van A4-formaat |
0,40 |
|
b |
per pagina op papier van A3-formaat |
0,40 |
|
c |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
14,00 |
|
d |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
40,40 |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
||
1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in |
|
|
|
a |
artikel 2 van de Verordening aansluitvoorwaarden drainage |
108,50 |
|
b |
artikel 2 van de Verordening aansluitvoorwaarden riolering |
108,50 |
2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing van een verbod of een verplichting of het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke verordening per ononderbroken periode dat de ontheffing of de vergunning geldt, met uitzondering van het elders in deze tabel bepaalde |
117,10 |
|
|
ingevolge art. 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
|
|
|
a |
tot het verkrijgen van een horecaexploitatievergunning inclusief terras, met uitzondering van de bedrijven die vóór 1 januari 2011 over een geldige terrasvergunning ingevolge de APV 2009 of eerder beschikten |
793,10 |
|
b |
tot het wijzigen van een horecaexploitatievergunning inclusief terras |
396,60 |
|
c |
tot het verkrijgen van een horecaexploitatievergunning exclusief terras |
396,60 |
|
d |
tot het wijzigen van een horecaexploitatievergunning exclusief terras |
266,00 |
|
e |
tot het verkrijgen van een vergunning exploitatie van een openbare inrichting |
782,90 |
|
f |
tot het wijzigen van een vergunning exploitatie van een openbare inrichting |
391,60 |
3 |
ingevolge artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening (aanleggen van een weg) |
|
|
|
a |
ten behoeve van het aanleggen van leidingen |
360,80 |
|
b |
in alle andere gevallen |
120,10 |
4 |
ingevolge art. 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening (opslag van roerende zaken in de openbare ruimte) |
240,70 |
|
5 |
Indien voor een aanvraag op grond van 1.35.1 t/m 1.35.4 verschillende vergoedingen kunnen worden gevraagd, dan wordt niet meer dan het bedrag van de hoogste vergoeding gevraagd, vermeerderd met maximaal |
117,10 |
|
6 |
ingevolge de Regeling Burgerluchthavens tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar ingevolge artikel 18 lid 2 (het doen opstijgen van een vrije ballon) |
|
|
|
a |
per keer |
117,10 |
|
b |
per jaar maximaal vijf keer, vanaf park Oudegein |
294,80 |
|
c |
tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor het doen opstijgen van een kabelballon voor een periode van maximaal één week op dezelfde plaats |
117,10 |
|
d |
Het tarief bedraagt voor het verzegelen of opnieuw laten verzegelen na verbreken van het zegel van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarop de Wet Milieubeheer van toepassing is |
320,30 |
Artikel 1.35.5 Kinderopvang |
|
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
|
a |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1:45, eerste lid van de Wet Kinderopvang |
1.469,70 |
|
b |
het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1:45, eerste lid van de Wet Kinderopvang |
706,50 |
|
c |
het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1:45, tweede lid van de Wet Kinderopvang |
706,50 |
2 |
Indien een in 1.35.5.1 a t/m c bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan én er nog geen inspectie heeft plaatsgevonden, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, op aanvraag |
75% |
|
3 |
Indien een in 1.35.5.1 a t/m c bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen op grond van de inspectie voor aanvang exploitatie bedraagt de teruggaaf |
50% |
|
4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit het register bedoeld in art. 46 van de Wet Kinderopvang, per uittreksel |
33,00 |
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is om deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is om deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
- |
omgevingsoverleg: een aanvraagfase die voorafgaat aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning. In deze fase wordt de haalbaarheid van de vergunningsaanvraag in beeld gebracht. Deze fase werd/wordt ook wel ‘conceptverzoek’, ‘conceptaanvraag’, ‘principeverzoek’, ‘principeaanvraag’ of ‘vooroverleg’ genoemd. |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
5. |
De bouwkosten waarover de leges worden geheven moeten liggen binnen de marges van de actuele kengetallen ten tijde van de indiening van de aanvraag. De gemeente controleert dit op basis van bouwkostengegevens van een onafhankelijk adviesbureau. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
7. |
Als een aanvraag betrekking heeft op één of meerdere activiteiten als bedoeld in de paragrafen 2.3 t/m 2.7, dan wordt het tarief per aanvraag verhoogd met: |
159,00 |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
53,00 |
2. |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
50% |
|
van de leges zoals opgenomen in artikel 2.6: Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel). |
|
3. |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
50% |
|
van de leges zoals opgenomen in artikel 2.45: Wijzigen van het omgevingsplan. |
|
4. |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
100% |
|
van de leges zoals opgenomen in paragaaf 2.12 Modaliteiten. |
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen: |
225,00 |
|
b. |
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 225.000 bedragen: |
225,00 |
|
|
vermeerderd met: |
3,50% |
|
|
van de bouwkosten die uitgaan boven € 10.000 |
|
|
c. |
indien de bouwkosten € 225.000 tot € 2.250.000 bedragen: |
7.750,00 |
|
|
vermeerderd met: |
2,70% |
|
|
van de bouwkosten die uitgaan boven € 225.000 |
|
|
d. |
indien de bouwkosten € 2.250.000 tot € 10.000000 bedragen: |
62.425,00 |
|
|
vermeerderd met: |
2,00% |
|
|
van de bouwkosten die uitgaan boven € 2.250.000 |
|
|
e. |
indien de bouwkosten € 10.000.000 tot € 25.000.000 bedragen: |
217.425,00 |
|
|
vermeerderd met: |
1,00% |
|
|
van de bouwkosten die uitgaan boven € 10.000.000 |
|
|
f. |
indien de bouwkosten € 25.000.000 of meer bedragen: |
367.425,00 |
|
|
vermeerderd met: |
0,50% |
|
|
van de bouwkosten die uitgaan boven € 25.000.000 |
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is: |
0,00 |
|
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld: |
0,00 |
|
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat specifiek voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht: |
0,00 |
|
4. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan, betreffende een activiteit m.b.t. ten hoogste 50 m2 (vloer)oppervlak: |
0,00 |
|
5. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan, betreffende een activiteit m.b.t. meer dan 50 m2 (vloer)oppervlak: |
318,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 583 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
1. |
voor een kruimelgeval activiteit m.b.t. ten hoogste 150 m2 (vloer)oppervlak: |
424,00 |
|
2. |
voor een kruimelgeval activiteit m.b.t. meer dan 150 m2 (vloer)oppervlak met een tijdelijke instandhoudingstermijn van maximaal 10 jaar: |
1.272,00 |
|
3. |
voor een kruimelgeval activiteit m.b.t. meer dan 150 m2 (vloer)oppervlak waarbij GEEN sprake is van verplicht kostenverhaal: |
8.745,00 |
|
4. |
voor een kruimelgeval activiteit m.b.t. meer dan 150 m2 (vloer)oppervlak waarbij WEL sprake is van verplicht kostenverhaal: |
20.405,00 |
|
5. |
voor een overige activiteit waarbij GEEN sprake is van verplicht kostenverhaal: |
29.415,00 |
|
6. |
voor een overige activiteit waarbij WEL sprake is van verplicht kostenverhaal: |
33.867,00 |
d. |
Er is sprake van een kruimelgeval als bedoeld in onderdeel c van dit artikel wanneer de activiteit valt binnen het toepassingsbereik van de categorieën zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht, bijlage II, artikel 4, zoals geldende op 31 december 2023. |
|
|
e. |
Er is sprake van verplicht kostenverhaal als bedoeld in onderdeel c van dit artikel wanneer de activiteit valt binnen het overzicht van kostenverhaalplichtige activiteiten zoals opgenomen in artikel 8.13 van het Omgevingsbesluit. |
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
795,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
795,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
1.431,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 15 van de Erfgoedverordening gemeente Nieuwegein 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
0,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
0,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
0,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
0,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
0,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
0,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
0,00 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Nieuwegein 2020 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
0,00 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
0,00 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 22 van de Erfgoedverordening gemeente Nieuwegein 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
0,00 |
|
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
0,00 |
|
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
0,00 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
0,00 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, of hoofdstuk 3 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
3.127 |
b. |
voor iedere aanvullende milieubelastende activiteit bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in lid a: |
2.491 |
Artikel 2.13 t/m 2.20 |
|
|
Vervallen |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
1.060,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
1.060,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
212,00 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
318,00 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met normwaarde archeologische verwachtingswaarde of archeologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
265,00 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
265,00 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
371,00 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
371,00 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b. indrijven van voorwerpen, c. ophogen van de grond, of d. verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan: |
106,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
265,00 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
1.219,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
2,279,00 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
212,00 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
in het geval van het aanleggen van een nieuwe uitweg/uitrit t.b.v. een individueel woonperceel: |
318,00 |
b. |
in het geval van het aanleggen van een nieuwe uitweg/uitrit t.b.v. overige percelen: |
636,00 |
c, |
in het geval van het veranderen (verbreden of versmallen) van een bestaande uitweg/uitrit: |
212,00 |
d.. |
in het geval van het aanleggen van een tuinuitgang: |
212,00 |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
212,00 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
0,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
212,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
212,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel 2:56 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
344,50 |
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Nieuwegein in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
0,00 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel […] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
291,50 |
||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
0,00 |
||
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
geldig voor een dag: |
103,40 |
|
b. |
geldig voor een maand: |
154,80 |
|
c. |
geldig voor een jaar of langer, met een maximum van vijf jaar: |
443,90 |
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
159,00 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
159,00 |
|
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
159,00 |
|
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
159,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouw- of sloopactiviteiten |
|
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
|
||
1. |
met betrekking tot geluidshinder als bedoeld in artikelen 7.17 en 7.23 van het Besluit bouwwerken leefomgeving: |
|
|
|
a. |
voor een dag: |
265,00 |
|
b. |
voor meerdere dagen tot een maximum van 30 dagen |
318,00 |
|
c. |
voor meer dan 30 dagen |
424,00 |
2. |
met betrekking tot trillingshinder als bedoeld in artikelen 7.18 en 7.23 van het Besluit bouwwerken leefomgeving: |
|
|
|
a. |
voor een dag: |
265,00 |
|
b. |
voor meerdere dagen tot een maximum van 30 dagen |
318,00 |
|
c. |
voor meer dan 30 dagen |
424,00 |
3. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdelen 1 en 2: |
318,00 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
954,00 |
|
b. |
voor iedere aanvullende milieubelastende activiteit bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in lid a: |
424,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
636,00 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
530,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
106,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
106,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
106,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
106,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
159,00 |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
1. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning, bedraagt het tarief per uur: |
106,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
318,00 |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
106,00 |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
0,00 |
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
|
a. |
voor het wijzigen van het gebruik van een perceel van ten hoogste 100 m2, anders dan ten behoeve van een bouwexploitatie |
2.332,00 |
b. |
voor het wijzigen van het gebruik van een perceel van meer dan 100 m2, anders dan ten behoeve van een bouwexploitatie |
6.572,00 |
c. |
Ten behoeve van een bouwexploitatie |
38.6796,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
159,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteit
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met: |
106,00 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
848,00 |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
0,00 |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
848,00 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een verkennend milieukundig bodemrapport, een aanvullend of nader onderzoeksrapport en/of een saneringsplan, per rapport of plan |
424,00 |
|
b. |
voor de beoordeling van een vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek, een verkennend booronderzoek, een karterend booronderzoek, een proefsleuvenonderzoek en/of een evaluatie- of eindrapport, per rapport |
424,00 |
|
c. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande luchtkwaliteit en/of een aanvullend of nader onderzoeksrapport, per rapport: |
424,00 |
|
d. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande de geluidbelasting, een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering en/of nagalm van een bouwwerk, per rapport: |
424,00 |
|
e. |
voor een besluit hogere waarden (Wet geluidhinder) wanneer dit voortvloeit uit de onderzoeksrapporten als genoemd in 2.3.16.4.1 |
636,00 |
|
f. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande bouwhistorisch en/of cultuurhistorisch onderzoek, per rapport |
424,00 |
|
g. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande een balansberekening, parkeerdrukonderzoek en /of draagvlakonderzoek m.b.t. parkeren, per rapport |
424,00 |
|
h. |
voor de beoordeling van een vormvrije milieueffect beoordeling |
212,00 |
|
i. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER) |
848,00 |
|
j. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande windklimaat, radarverstoring, straling door hoogspanning en/of lichthinder, per rapport |
212,00 |
|
k. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande ecologisch onderzoek, een quickscan, nader of aanvullend onderzoek en/of een mitigatieplan, per rapport of plan: |
424,00 |
|
l. |
voor de beoordeling van een rapport en/of berekening aangaande stikstofdepositie, per rapport of berekening: |
424,00 |
|
m. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande een watertoets: |
212,00 |
|
n. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande duurzaamheid (BENG, MPG, GPR, BREEAM of daarmee gelijk te stellen methodiek), natuurinclusief en/of klimaatadaptief bouwen, per rapport |
424,00 |
|
o. |
voor de beoordeling van een rapport en/of plan aangaande communicatie en/of participatie, per rapport of plan: |
212,00 |
|
p. |
voor de beoordeling van een rapport aangaande distributie planologisch onderzoek (of daarmee gelijk te stellen onderzoek), per rapport |
530,00 |
|
q. |
voor de boordeling van een plan of rapport m.b.t. de groeninrichting zoals een boom effect analyse of een groeninrichtingsplan |
318,00 |
|
r. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
424,00 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
0,00 |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Nieuwegein dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, of voor een vergelijkbaar advies van een daartoe bevoegde ambtenaar van de gemeente: |
|
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen: |
25,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen: |
50,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 50.000 tot € 225.000 bedragen: |
250,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 225.000 tot € 450.000 bedragen: |
600,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 450.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
900,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.250.000 bedragen: |
1.200,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 2.250.000 tot € 10.000.000 bedragen: |
1.600,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 10.000.000 tot € 25.000.000 bedragen: |
2.500,00 |
|
|
indien de (geraamde) bouwkosten € 25.000.000 of meer bedragen: |
3.600,00 |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Nieuwegein in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
50,00 |
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
3. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) advies uitbrengt over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies met betrekking tot geluidsaspecten: |
1.696,00 |
|
b. |
voor een advies met betrekking tot de milieukundige bodemgesteldheid: |
1.696,00 |
|
d. |
Voor een advies met betrekking tot een milieubelastende activiteit: |
2.650,00 |
|
|
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het derde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
van de leges zoals opgenomen in artikel 2.6: Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) wanneer reeds 50% van de betreffende leges in rekening zijn gebracht als onderdeel van de aanvraag om omgevingsoverleg. |
|
|
2. |
Als een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het derde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
|
van de leges zoals opgenomen in artikel 2.45: Wijzigen van het omgevingsplan, wanneer reeds 50% van de betreffende leges in rekening zijn gebracht als onderdeel van de aanvraag om omgevingsoverleg. |
|
3. |
Voor de toepassing van het eerste of tweede lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan gedaan:
|
|
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is voorafgegaan door een vooroverleg/principeaanvraag gebaseerd op een legestarief dat gold voor 1 januari 2024, dan wordt, onder de in het derde lid genoemde voorwaarden, het verschuldigde bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
[Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
Vervallen |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag voordat de aanvraag als volledige aanvraag is beoordeeld en in behandeling is genomen: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges met uitzondering van de leges als bedoeld in artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel). |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges met uitzondering van de leges als bedoeld in artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel). |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
N.v.t. |
|
HOOFDSTUK 3
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca |
|
||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
||
a |
tot het verkrijgen van een vergunning exploitatie van een openbare inrichting |
782,90 |
|
b |
tot het wijzigingen van een vergunning exploitatie van een openbare inrichting |
391,60 |
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
||
a |
het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet (het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf) |
886,40 |
|
b |
het aanpassen van een ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet verkregen vergunning |
|
|
|
1 |
met betrekking tot melding van een bijschrijving of doorhaling van een leidinggevende ingevolge artikel 30 A van de Alcoholwet. |
221,40 |
|
2 |
met betrekking tot wijziging, toevoeging of vermindering van lokaliteiten of terrassen ingevolge artikel 30 van de Alcoholwet |
221,40 |
c |
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
110,80 |
|
d |
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
110,80 |
|
Paragraaf 3.2 Prostitutiebedrijven |
|
Artikel 3.3 Vergunning prostitutiebedrijf |
|
||
a |
een expoitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening, anders dan een wijziging als bedoeld in 3.3.2 |
|
|
|
1 |
voor een seksinrichting |
1.790,00 |
|
2 |
voor een escortbedrijf |
991,70 |
b |
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid van de APV |
|
|
|
1 |
voor een seksinrichting |
221,40 |
|
2 |
voor een escortbedrijf |
221,40 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
|
||
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet: |
110,80 |
||
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel [2.25, eerste lid,] van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
||
a |
|
in artikel 2:25 (vergunning houdende evenementen) |
|
|
1 |
Eéndaagse evenementenvergunning zonder publicatie: |
386,60 |
|
2 |
Eéndaagse evenementenvergunning met publicatie: |
425,40 |
|
4 |
Meerdaagse evenementenvergunning zonder publicatie |
773,90 |
|
5 |
Meerdaagse evenementenvergunning met publicatie |
812,00 |
b |
|
in artikel 4:3 (ontheffing incidentele festiviteiten) en/of 4:5 (ontheffing onversterkte muziek) |
|
|
1 |
Ontheffing voor één dag |
144,00 |
|
2 |
Ontheffing voor maximaal zes dagen |
201,70 |
|
3 |
Ontheffing voor zeven of meer dagen |
259,20 |
c |
|
in artikel 4:6 (overig geluidshinder): |
|
|
1 |
Ontheffing voor één dag |
259,20 |
|
2 |
Ontheffing voor meerdere dagen tot een maximum van 30 dagen |
316,80 |
|
3 |
Ontheffing voor meer dan 30 dagen |
374,50 |
d |
ingevolge artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke verordening (rommelmarkten e.d.) |
117,10 |
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats op weg tot verkoop, bedoeld in artikel [5:18] van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
1 |
geldig voor een dag |
103,40 |
2 |
geldig voor een maand |
154,80 |
3 |
geldig voor een jaar of langer, met een maximum van vijf jaar |
443,90 |
Indien voor een aanvraag als bedoeld in 3.10.1 t/m 3.10.3 verschillende vergoedingen kunnen worden gevraagd, dan wordt niet meer dan het bedrag van de hoogste vergoeding gevraagd, vermeerderd met maximaal |
117,10 |
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 |
|
|
Artikel 3.13 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [ of ontheffing van het verbod] om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
2.376,00 |
|
Artikel 3.14 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [ of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
2.160,00 |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [of -ontheffing] |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [ of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
2.160,00 |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
215,50 |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
|
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
nihil |
Behorend bij raadsbesluit van 14 december 2023
De raadsgriffier van de gemeente Nieuwegein
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl