Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023

Geldend van 04-01-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023

Het college van de gemeente Emmen,

overwegende nadere regels in te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Emmen;

gelet op de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023;

besluit vast te stellen volgende:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023. Daar waar hieronder wordt gesproken van begraafplaats wordt bedoeld een gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopkomst tot zonsondergang.

  • 2. Voor werkzaamheden aan graven zijn de begraafplaatsen geopend op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur. Afwijken van deze tijden kan na toestemming van de beheerder.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1. Tijdens uitvaartplechtigheden mogen op de begraafplaats geen werkzaamheden plaatsvinden, tenzij hiertoe toestemming is verleend door de beheerder. De beheerder kan personen die zich hier niet aan houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 2. Het is niet toegestaan om op de begraafplaats te fietsen, skeeleren, steppen of soortgelijke activiteiten, tenzij anders bepaald.

  • 3. De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van de begraafplaats met een aangepast voertuig.

  • 4. Honden zijn enkel aangelijnd toegestaan op de begraafplaats. Uitwerpselen dienen onmiddellijk door de eigenaar te worden verwijderd.

  • 5. Het verontreinigen van de begraafplaats is niet toegestaan.

  • 6. Lopen op graven is niet toegestaan in verband met respect voor overledenen en nabestaanden en het voorkomen van verontreiniging en schade aan grafbedekking, tenzij de bereikbaarheid voor uitvoering van werkzaamheden belemmerd wordt.

  • 7. Het is aan steenhouwers, hoveniers, vrijwilligersgroepen en daarmee gelijk te stellen personen niet toegestaan, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden aan graven en grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

Artikel 4. Opgraven en ruimen

  • 1. Het samenvoegen van de stoffelijke resten op een onderste laag in een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk:

    • -

      indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste 10 jaar wordt gerespecteerd, en

    • -

      de resterende graftermijn nog minimaal 10 jaar bedraagt, en

    • -

      begraven op meer dan één laag mogelijk is, en

    • -

      het samenvoegen naar oordeel van de beheerder uitvoerbaar is.

  • 2. Het schudden van de stoffelijke resten tot onder de onderste graflaag, om daarmee het graf opnieuw in gebruik te kunnen nemen, is mogelijk:

    • -

      indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste 10 jaar wordt gerespecteerd, en

    • -

      de resterende graftermijn nog minimaal 10 jaar bedraagt, en

    • -

      begraven op meer dan één laag mogelijk is, en

    • -

      het schudden naar oordeel van de beheerder uitvoerbaar is.

  • 3. Het is slechts één maal toegestaan om een graf te schudden of stoffelijke resten samen te voegen op de onderste laag.

Artikel 5. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as op werkdagen is van 9.00 tot 15.00 uur.

  • 2. De tijd van begraven en het bezorgen van as op zaterdag is van 9.00 tot 12.00 uur. Voor het begraven en het bezorgen van as op zaterdag wordt een toeslag in rekening gebracht.

  • 3. De burgemeester kan in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid van dit artikel genoemde tijden afwijken.

Artikel 6. Natuurbegraven

  • 1. De uitvaartkist/plank waar de overledene in wordt begraven moet van afbreekbaar materiaal zijn. Voor de uitvaartkist/plank moet, indien deze van hout is gemaakt, ongelakt hout gebruikt worden van inheemse houtsoorten, wilgentenen, bamboe of andere duurzame alternatieven.

  • 2. De lijkwade en/of kleding van een overledene moet van natuurlijke afbreekbare materialen zijn gemaakt.

  • 3. De asbus moet van natuurlijk afbreekbaar materiaal gemaakt zijn.

  • 4. Prothesen en hulpmiddelen die redelijkerwijs te verwijderen zijn, mogen niet worden meebegraven.

Artikel 7. Aantal overledenen in graven en asbussen in asvoorzieningen

  • 1. In particuliere graven waarin in één laag begraven kan worden mag maximaal één overledene worden begraven en maximaal vijf asbussen worden bijgezet.

  • 2. In particuliere graven waarin in twee lagen begraven kan worden mogen maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal vijf asbussen worden bijgezet.

  • 3. In particuliere dubbele graven waarin in één laag begraven kan worden mogen per grafzijde maximaal één overledene worden begraven en maximaal vijf asbussen worden bijgezet.

  • 4. In particuliere natuurgraven waarin in twee lagen begraven kan worden mogen maximaal twee overledenen worden begraven of maximaal twee asbussen worden bijgezet.

  • 5. In particuliere kindergraven mag maximaal één overledene worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet.

  • 6. In particuliere kindernatuurgraven mag maximaal één overledene worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet.

  • 7. In particuliere urnengraven mogen maximaal vier asbussen worden bijgezet (indien de grootte van de asbussen en/of urnen dit toelaat).

  • 8. In particuliere urnennissen mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet (indien de grootte van de asbussen en/of urnen dit toelaat).

  • 9. In algemene graven waarin in één laag begraven kan worden mag maximaal één overledene worden begraven.

  • 10. In algemene graven waarin in twee lagen begraven kan worden mogen maximaal twee overledenen worden begraven.

Artikel 8. Volgorde van uitgifte

  • 1. Het reserveren van een particuliere grafruimte (met uitzondering van particuliere natuurgraven) kan voor een periode van 20 jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 2. Het reserveren van een particulier natuurgraf kan voor een periode van onbepaalde tijd, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3. Het reserveren van een particulier dubbel graf is alleen mogelijk bij gelijktijdige uitgifte van beide grafrechten.

  • 4. De beheerder beoordeelt en bepaalt welke graven voor reservering in aanmerking komen.

Artikel 9. Afmetingen van graven en asvoorzieningen

  • 1. De maximale afmetingen voor graven zijn:

    • -

      particuliere graven (een laag, twee lagen, dubbele graven per graf): 2,40 m. bij 1,30 m.;

    • -

      particuliere natuurgraven: 2,40 m. bij 1,50 m.;

    • -

      particulier kinder(natuur)graf voor kinderen van 0 tot 1 jaar: 1,00 m. bij 0,65 m.;

    • -

      particulier kinder(natuur)graf voor kinderen van 1 tot 6 jaar: 1,50 m. bij 0,85 m.;

    • -

      algemeen graf (een laag, twee lagen): 2,40 m. bij 1,30 m.

  • 2. De maximale afmetingen voor asvoorzieningen zijn:

    • -

      particulier urnengraf: 1,00 m. bij 1,00 m.;

    • -

      particulier urnennis: de afmeting van een particuliere urnennis varieert en is afhankelijk van het type nis.

Artikel 10 Termijnen van graven en asvoorzieningen

  • 1. Particuliere graven (met uitzondering van natuurgraven) worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaar.

  • 2. Particuliere natuurgraven worden uitgegeven voor onbepaalde tijd.

  • 3. Particuliere urnengraven en -nissen worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaar.

  • 4. Het in lid 1 en 3 van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van 5 of 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5. Tussentijdse verlenging van de grafrechten per jaar is mogelijk indien bij een bijzetting de resterende termijn korter is dan de vereiste grafrusttermijn van 10 jaar.

  • 6. Particuliere graven en asvoorzieningen kunnen nooit langer verlengd worden dan tot het tijdstip van geslotenverklaring door het college van de desbetreffende begraafplaats.

  • 7. De rechten van graven die uitgegeven zijn voor onbepaalde tijd kunnen eindigen onder een aantal voorwaarden, namelijk:

    • -

      als het college de betreffende begraafplaats gesloten verklaart of als zij deze opheft;

    • -

      als na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de termijn van zes maanden.

  • 8. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 11. Grafkelders

  • 1. Grafkelders kunnen enkel worden geplaatst op verzoek en kosten van de rechthebbende.

  • 2. De voorwaarden waaraan nieuwe grafkelders moeten voldoen zijn:

    • -

      de gebruikte materialen zijn duurzaam;

    • -

      de fundering en constructie is stabiel en veilig;

    • -

      de binnen-afmetingen van een grafkelder in een particulier graf bieden voldoende ruimte voor de uitvaartkist;

    • -

      de grafkelder is waterdicht.

  • 3. De voorwaarden waaraan begraven in een grafkelder moet voldoen zijn:

    • -

      het samenvoegen of ruimen van een graf is naar het oordeel van de beheerder mogelijk;

    • -

      de werkzaamheden zijn veilig uit te voeren.

  • 4. De vergunning voor een reeds bestaande grafkelder kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • -

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • -

      de fundering en constructie onvoldoende stabiel en veilig zijn;

    • -

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • -

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • -

      van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen de daarin gestelde termijn;

    • -

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • -

      het college om redenen van beheertechnische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

  • 5. Aan de afhandeling van de aanvraag van een vergunning zijn kosten verbonden.

  • 6. Voor de plaatsing van een standaard-urnenkelder volstaat een meldingsplicht bij de beheerder van de begraafplaats mits de maximale afmetingen niet groter zijn dan de maximale afmetingen van de toegestane grafbedekking conform artikel 15.

  • 7. Bij uitgifte van een urnengraf stelt de gemeente een kunststof urnenkelder ter beschikking.

Artikel 12. Overschrijving van verleende rechten

Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, een stichting voor grafzorg of een kerkgenootschap. Het college kan hier in bijzondere gevallen van afwijken.

Artikel 13. Gedenktekens

  • 1. Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas met een minimale dikte van 3,00 cm.

  • 2. Gedenktekens moeten worden geplaatst op een fundament die verzakkingen van het monument voorkomen.

  • 3. Bij een enkel monument dienen er minimaal 4 -vanaf het vaste zand aan te brengen- stiepen van steen, staal of beton te worden geplaatst.

  • 4. Bij een dubbel monument dienen er minimaal 6 -vanaf het vaste zand aan te brengen- stiepen van steen, staal of beton te worden geplaatst.

  • 5. Bij een kopsteen, veldkei of soortgelijk gedenkteken dienen er minimaal 2 -vanaf het vaste zand aan te brengen- stiepen van steen, staal of beton te worden geplaatst.

  • 6. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden, met uitzondering van de natuurgraven waar een houten schijf los op het graf gelegd kan worden.

  • 7. Sierurnen die op een particulier graf worden geplaatst moeten stevig verankerd worden, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 8. Bij plaatsing van een gedenkteken dienen de aanwijzingen van de beheerder te worden opgevolgd.

  • 9. Na plaatsing van een gedenkteken moeten eventuele bouw- en hulpmaterialen direct van de begraafplaats worden verwijderd.

Artikel 14. Grafbedekking natuurgraven

  • 1. Op een natuurgraf is geen andere grafbedekking toegestaan anders dan een onbehandelde houten boomschijf. Deze wordt verstrekt door de gemeente of in overleg met de beheerder door de rechthebbende zelf aangeleverd.

  • 2. De boomschijf kan voorzien worden van een zelfgekozen tekst.

  • 3. Op een natuurgraf is geen losse versiering (zoals plantenpotten, kaarsenhouders en dergelijke) toegestaan, anders dan de rouwuitingen van de uitvaart.

  • 4. Op een natuurgraf mag geen (vaste) beplanting worden aangebracht anders dan een door de beheerder verstrekt bloemenmengsel.

  • 5. De rouwuitingen van de uitvaart worden drie weken na de begrafenis door de beheerder verwijderd.

Artikel 15. Afmetingen grafbedekking

  • Grafbedekking particuliere graven:

  • 1.

    De afmetingen van het gedenkteken voor een particulier graf voor volwassenen bedragen 2,00 m. bij 1,00 m. Op de begraafplaatsen te Veenoord en Weiteveen zijn andere afmetingen van toepassing op oudere grafvelden, te weten 2,00 m. bij 0,90 m.

  • 2.

    De afmetingen van het gedenkteken voor een particulier dubbel graf voor volwassenen bedragen 2,00 m. bij 2,00 m. Op de begraafplaatsen te Veenoord en Weiteveen zijn andere afmetingen van toepassing op oudere grafvelden, te weten 2,00 m. bij 1,80 m.

  • 3.

    De afmetingen van het gedenkteken voor een particulier graf voor kinderen van 0 tot 1 jaar zijn 1,00 m.

    bij 0,65 m.

  • 4.

    De afmetingen van het gedenkteken voor een particulier graf kinderen van 1 tot 6 jaar zijn 1,50 m

    bij 0,85 m.

  • 5.

    Voor particuliere graven bestaat ook de mogelijkheid om een letterplaat of een houten kruis te plaatsen met de maximale breedte van 1,00 m. voor volwassenen, van 0,65 m. voor kinderen beneden 1 jaar, en van 0,85 m. voor kinderen van 1 tot 6 jaar.

  • 6.

    De maximale hoogte van een gedenkteken op een particulier graf, gerekend vanaf het maaiveld, is 1,20 m.

    Grafbedekking algemene graven:

  • 7.

    Het gedenkteken voor een algemeen graf waarin in twee lagen begraven kan worden bestaat uit een letterplaat die liggend wordt geplaatst met de afmetingen 0,50 m. bij 0,50 m. De belanghebbende heeft de bevoegdheid tot het plaatsen van een extra grondplaat met een maximale grootte van 1,00 m. bij 1,00 m., afhankelijk van de situatie ter plaatse. De hoogte van het gedenkteken mag, gerekend vanaf het maaiveld, de hoogte van 0,25 m. niet overschrijden.

  • 8.

    De afmetingen van een gedenkteken voor een algemeen graf waarin in één laag begraven kan worden, bedragen 2,00 m. bij 1,00 m. De maximale hoogte van dit gedenkteken, gerekend vanaf het maaiveld, is 1,20 m. Tevens bestaat ook de mogelijkheid om een letterplaat of een houten kruis te plaatsen met de maximale breedte van 1,00 m.

  • 9.

    Op een algemeen graf waarbij de burgemeester in de begrafenis heeft voorzien, wordt een door de gemeente beschikbaar gesteld gedenkteken geplaatst.

    Grafbedekking urnengraven

  • 10.

    De afmetingen van een gedenkteken voor een particulier urnengraf zijn maximaal 1,00 m. bij 1,00 m. met een hoogte van 1,20 m.

    Voorzetplaten en sluitplaten urnennissen

  • 11.

    De afmetingen van voorzetplaten en sluitplaten van urnennissen zijn afhankelijk van het type nis.

    De beheerder bepaalt de afmetingen, kleur en beletteringsmogelijkheden per type nis.

    Gedenkplaatjes

  • 12.

    De afmetingen van een gedenkplaatje voor op gedenkzuil bedraagt 0,19 m. bij 0,05 m.

Artikel 16. Vergunning grafbedekking

  • 1. De vergunningaanvraag voor het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van grafbedekking op een graf, urnengraf of urnennis moet schriftelijk worden gedaan bij het college. De aanvraag dient te bevatten:

    • -

      naam, adres en woonplaats van de rechthebbende of belanghebbende van het graf, urnengraf of urnennis;

    • -

      de naam van de begraafplaats en de locatie van het graf of de nis (blok, rij, nummer);

    • -

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • -

      een werktekening op schaal waarin aangegeven:

      • -

        een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • -

        de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

      • -

        de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • -

        de vermelding hoe het opschrift wordt aangebracht;

      • -

        de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • -

        eventuele aan te brengen beplanting.

  • 2. De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 17. Grafbeplanting en bodembedekking

  • 1. Beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 1,20 m.

  • 2. Verboden zijn niet kruidachtige en sterk woekerende planten, zoals klimop, bamboe, invasieve exoten en planten met stekels en doornen.

  • 3. Bodembedekking of strooibedekking, zoals schors, grind en schelpen, zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 0,10 m. hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat.

Artikel 18. Voorwerpen op en rond graven

  • 1. Het plaatsen van losse bloemen in vazen en planten in potten of bakken op graven is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmeting van de grafbedekking.

  • 2. De rechthebbende van een graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud, het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren en het terugsnoeien van beplanting binnen de maximale afmeting van de grafbedekking.

  • 3. De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, planten die buiten de toegestane afmeting groeien, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen indien de rechthebbende dit niet zelf doet, zonder dat daartoe enige vergoeding verplicht is.

  • 4. Het is niet toegestaan om, zonder toestemming van de beheerder, losse voorwerpen te plaatsen achter en in de nabijheid van graven.

  • 5. Zo lang het graf niet geruimd mag worden, blijven de op de graven bevestigde voorwerpen ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 6. Na afloop van de termijn van uitgifte of het gebruik, vervalt het recht op de in het vijfde lid genoemde voorwerpen aan de gemeente, zonder dat daartoe enige vergoeding verplicht is.

  • 7. Op natuurgraven en algemene graven waarvan de burgemeester in de begrafenis heeft voorzien zijn geen losse voorwerpen (zoals plantenpotten, kaarsenhouders en dergelijke) toegestaan, anders dan de rouwuitingen van de uitvaart.

Artikel 19. Onderhoud door de rechthebbende of belanghebbende

  • 1. Onder onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van het gedenkteken na verzakking en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

  • 2. Voor het schoonmaken van gedenktekens zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3. Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalcontainers te worden gedeponeerd.

Artikel 20. Uitvaartplechtigheden en ceremonies

Op de begraafplaats is het uitvoeren van een ceremonie mogelijk in overleg en rekening houdende met de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 21. Intrekken oude regeling

De Nadere regels grafbedekking gemeente Emmen 2019 en de Nadere regels voor graven, gedenkplaatsen en ceremonies gemeente Emmen 2019 worden ingetrokken.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2024

Artikel 23. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Emmen 2023.

Ondertekening

Vastgesteld in de collegevergadering van 26 september 2023,

de gemeentesecretaris

M. Plantinga-Leenders

de burgemeester

H.F. van Oosterhout