Subsidieregeling impulsaanpak verbetering binnenstad, wijkcentrumgebieden en radialen 2024 - 2026

1. Voor een eenmalige subsidie komt in aanmerking een kleine ondernemer als bedoeld in artikel 1.

2. Niet voor subsidie in aanmerking komen ketenorganisaties die twee of meer vestigingspunten opereren onder dezelfde naam of dezelfde formule, of een kleine ondernemer die een hechte samenwerkingsvorm heeft met een ketenorganisatie / franchisenemer.

1. Een eenmalige subsidie op basis van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt voor het vestigen van een nieuwe onderneming in detailhandel, horeca, commerciële dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening, de cultuursector of creatieve sector in de plint van de begrensde gebieden die zijn opgenomen in de bijlage:

• a.

  binnenstad;

• b.

  Ardèchelaan, Boulevard Zuid, Eckart, Geldropseweg, Haagdijk, Kastelenplein, Kruisstraat en Woenselse Markt, Meerrijk, Nederlandplein, Sint Trudoplein, Vaartbroek en WoensXL.

1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie wordt voldaan aan de volgende criteria:

• a.

  de huurovereenkomst heeft betrekking op een locatie op de begane grond, de zogenaamde plint, die ligt binnen de in artikel 4 lid 1 sub a en b genoemde gebieden en is voor minimaal 3 jaar aangegaan na inwerkingtreding van deze regeling; en

• b.

  uit het ondernemingsplan blijkt dat de kleine ondernemer voornemens is de voorgenomen onderneming minimaal 3 jaar zelf te exploiteren;

• c.

  het jaarlijkse verschuldigde huurbedrag moet duidelijk blijken uit de huurovereenkomst;

• d.

  de kleine ondernemer levert naar het oordeel van de Concepten Adviescommissie, bedoeld in artikel 8, een bijdrage aan de aantrekkelijkheid van het gebied met een ondernemingsconcept dat voldoende onderscheidend is van de overige ondernemingen in het gebied en dat een toegevoegde waarde/impuls geeft aan de aantrekkelijkheid van het gebied.

• e.

  voor zover van toepassing zijn voor de vestiging van de onderneming de vereiste vergunningen/of ontheffing(en) of toestemming(en) verleend en maakt een kopie daarvan deel uit van de aanvraag;

• f.

  de vestiging van de onderneming is in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan;

• g.

  de onderneming wordt gevestigd en gestart binnen zes maanden na verlening van de subsidie;

• h.

  het ondernemingsconcept valt binnen en draagt bij aan de kaders van de vastgestelde vigerende detailhandelsnota van de gemeente Eindhoven ‘Wie kiest wordt gekozen’, het vastgestelde horecabeleidsplan van de gemeente Eindhoven ‘Kennismaken met een gastvrije stad’ en draagt bij aan de doelstellingen geformuleerd in de door de gemeenteraad vastgestelde gebiedsvisies en ontwikkelkaders welke betrekking hebben op het gebied waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

1. De onderneming wordt minimaal 3 jaar geëxploiteerd door de ondernemer die de subsidie ontvangt;

2. Het ondernemingsconcept wordt niet binnen drie jaar gewijzigd ten opzichte van het door de Concepten Adviescommissie, bedoeld in artikel 8, beoordeelde concept.

1. De hoogte van het subsidiebedrag dat op een aanvraag kan worden verleend bedraagt maximaal 50% van de jaarlijkse huur in het eerste jaar van exploitatie en maximaal 25% in het tweede jaar van exploitatie, met dien verstande dat er een maximum geldt van € 35.000 per aanvraag.

2. De ingangsdatum van de huurovereenkomst geldt als startdatum van het eerste exploitatiejaar. De subsidie wordt berekend over de huur van de eerste twee exploitatiejaren en wordt berekend op basis van het huurbedrag in de huurovereenkomst bij aanvang van de onderneming.

3. De betaling van de subsidie geschiedt in twee tranches.

4. Indien een aanvraag niet voor de volle omvang kan worden gehonoreerd als gevolg van uitputting van het beschikbare budget dan wordt de subsidieaanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd.

1. Het subsidieplafond, onder voorbehoud van de vaststelling van de Begroting 2024 door de raad en dat de raad akkoord gaat met de onttrekking van € 1,0 miljoen incidentele middelen uit de reserve ‘Samen Morgen Mooier Maken’, ten behoeve van de investering in wijkeconomie en wijkwinkelcentra en de daarbij behorende uitvoeringskosten, bedraagt in de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 jaarlijks.

• a.

  € 111.000,- voor de binnenstad, bedoeld in artikel 4, onder a;

• b.

  € 411.000,- voor de wijkcentrumgebieden, bedoeld in artikel 4, onder b.

• c.

  voor de wijkcentrumgebieden, bedoeld in artikel 4, onder b, is in 2024 een extra bedrag beschikbaar van €97.000,-.

2. Indien subsidieplafonds in 2024 en/of 2025 niet bereikt zijn dan worden deze bedragen toegevoegd aan de subsidieplafonds van 2025 en/of 2026.

3. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen, totdat de subsidieplafonds zijn bereikt of dat de datum van 31 december 2026 verstreken is.

4. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad een onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde en daarmee complete aanvraag is ontvangen.

5. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal complete aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de complete aanvragen die op die dag ontvangen zijn op volgorde van binnenkomst behandeld.

1. De Concepten Adviescommissie adviseert het college over het al dan niet toekennen van subsidie op basis een toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van de regeling en de in artikel 5 benoemde vereisten. De Concepten Adviescommissie:

• a.

  bestaat uit minimaal drie leden met aantoonbare ervaring en expertise op de gebieden consumentgericht ondernemerschap, commercieel vastgoed en financiën;

• b.

  benoemt zelf haar voorzitter welke fungeert als eerste aanspreekpunt voor belanghebbenden;

• c.

  wordt door het college ingesteld en haar leden worden door het college persoonlijk benoemd en ontslagen. Het college kan de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van de leden van de Concepten Adviescommissie mandateren;

• d.

  commissieleden worden benoemd voor maximaal de duur van de regeling;

• e.

  adviseert alleen positief wanneer zij met een meerderheidsadvies van oordeel is, dat de voorgenomen onderneming voldoet aan de doelstellingen van deze regeling en de vereisten van artikel 5;

• f.

  krijgt tijdens een presentatie een inhoudelijke en financiële toelichting wat de activiteiten van de aanvrager en zijn ondernemingsconcept inhouden. Dit in afwijking/aanvulling van het bepaalde in de ASV Eindhoven met betrekking tot de te overleggen gegevens;

• g.

  beoordeelt een aanvraag eenmalig, dit advies is onherroepelijk. Het college kan gemotiveerd van het advies afwijken in zijn afweging bij het besluit op de aanvraag;

• h.

  de vergaderingen van de Conceptenadviescommissie zijn niet openbaar.

1. In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV Eindhoven kan een aanvraag uiterlijk worden ingediend voor 1 november 2026.

2. Een aanvraag wordt ingediend via het subsidiesysteem Easyfunders.

3. Bij de aanvraag dienen in aanvulling op artikel 6 van de ASV Eindhoven de volgende bescheiden te worden ingediend:

• a.

  een kopie van het inschrijfbewijs van de Kamer van Koophandel;

• b.

  een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de kleine ondernemer, of van de bestuurders indien de kleine ondernemer een rechtspersoon betreft;

• c.

  een kopie van een ondertekende huurovereenkomst van de nieuwe vestigingslocatie waaruit blijkt dat die voor minimaal drie jaar wordt aangegaan;

• d.

  een ondernemingsplan met een sluitende meerjarige exploitatiebegroting en financieel dekkingsplan/exploitatieplan, waaruit blijkt dat het aangevraagde subsidie niet hoger is dan 50% van de verschuldigde huur in het eerste exploitatiejaar en 25% in het tweede exploitatiejaar;

• e.

  de-minimisverklaring;

• f.

  een kopie van eventueel benodigde vergunningen, toestemmingen of ontheffingen.

1. Het college besluit op de subsidieaanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de complete subsidieaanvraag.

2. Het college kan de besluitvorming eenmaal met ten hoogste 4 weken verdagen.

1. In afwijking van artikel 16 van de ASV Eindhoven vindt verantwoording en vaststelling van de subsidie plaats 1 maand na afloop van het eerste exploitatiejaar en na controle dat het ondernemingsconcept niet is gewijzigd ten opzichte van het door de Concepten Adviescommissie, bedoeld in artikel 8, beoordeelde concept. De ingangsdatum van de huurovereenkomst geldt daarbij als de ingangsdatum van het exploitatiejaar.

2. Voor wat betreft de verantwoording en vaststelling van de subsidie zijn de bepalingen van hoofdstuk 6 van de ASV van toepassing.