Legesverordening Ouder-Amstel 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening Ouder-Amstel 2024

De raad van de gemeente Ouder-Amstel;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 december 2023, met kenmerk: nummer 2023/69

gelet op artikelen 156, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet.

besluit vast te stellen:

de “Legesverordening Ouder-Amstel 2024”

Artikel 1 Definities

  • a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. week: een aaneengesloten periode van 7 dagen;

  • c. maand: een tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d. jaar: een tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f. Algemene plaatselijke verordening: De op het moment van het in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag, geldende Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

  • d.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van heffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    van openbare besturen, openbare instellingen en ambtenaren, waaronder begrepen opsporingsambtenaren in het kader van de opsporing van de strafbare feiten, voor het verrichten van werkzaamheden in het openbare belang of voor studie- en onderzoeksdoeleinden.

  • d.

    voor een vergunning als bedoeld in Hoofdstuk 11 van de bij deze verordening behorende tarieventabel van:

    • I.

      degenen, die ten gevolge van een vordering krachtens de Huisvestingswet, worden verplicht naar een andere woongelegenheid te verhuizen;

    • II.

      degenen, die met het oogmerk om aan woonruimte behoevende derden woongelegenheid te verschaffen, vrijwillig naar een kleinere woongelegenheid verhuizen;

    • III.

      kinderen, die in de ouderlijke macht terugkeren;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges kunnen worden geheven:

    • a.

      bij wege van aanslag;

    • b.

      door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.

  • 2. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in de gevallen genoemd in het vorige lid onder b bepalen, dat een voorlopig bedrag wordt betaald. Het bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag dat vermoedelijk aan leges is verschuldigd.

  • 3. Het voorlopig betaalde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        onderdeel 1.1. (akten burgerlijke stand);

      • 2.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 3.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 4.

        artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 5.

        artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 6.

        artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

      • 7.

        hoofdstuk 6 (verstrekking op grond van de Wet bescherming persoonsgegeven);

  • een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 - Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De “Legesverordening 2023" wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking, maar niet eerder dan 1 januari 2024.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening Ouder-Amstel 2024”.

1.

Ondertekening

Ouder-Amstel, 21 december 2023

De raad voornoemd,

de raadsgriffier,

L.W.F. Örsçek-Moolenaar

de voorzitter,

J. Langenacker

Tarieventabel legesverordening Ouder-Amstel 2024

Titel 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Tarief 2024

1.1

De in dit hoofdstuk genoemde tarieven zijn exclusief huur- en overige kosten van de eigen gekozen trouwlocatie.

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap:

 

1.1.1.1

in het gemeentehuis op maandag tussen 9.00 en 10.00 uur

€ 0,00

1.1.1.2

in het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag met uitzondering van het gestelde onder 1.1.1.1

€ 452,00

1.1.1.3

in het gemeentehuis op zaterdag

€ 738,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor een eenvoudige voltrekkingsceremonie van een huwelijk of het registreren van een partnerschap in het gemeentehuis op dinsdag en donderdag om 10.00 uur

€ 140,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap op een eigen gekozen locatie:

 

1.1.3.1

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 18.00 uur

€ 452,00

1.1.3.2

op maandag tot en met vrijdag tussen 18.00 en 21.00 uur en zaterdag tussen 11.00 en 21.00 uur

€ 738,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van toestemming voor de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap op een eigen gekozen locatie

€ 135,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 229,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 28,00

1.1.7

Voltrekking van een huwelijk door een (buitengewoon) ambtenaar van de Burgerlijke Stand die niet in dienst is van de gemeente Ouder-Amstel

€ 135,00

1.1.8

Per getuige (aangeleverd door de gemeente) bij de voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap (inclusief kosteloze):

 

1.1.8.1

binnen het gemeentehuis

€ 50,00

1.1.8.2

van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 op de vrije keuze locatie zoals bedoeld in artikel 1.1.2

€ 50,00

1.1.8.3

op een andere tijd op de vrije keuze locatie zoals bedoeld in artikel 1.1.2

€ 100,00

1.1.9

Voor een teruggave van leges wegens:

 

1.1.9.1

annulering van een huwelijk binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum, van de leges:

25%

1.1.9.2

annulering van een huwelijk tot 14 dagen voor de huwelijksdatum, van de leges:

75%

1.1.10

Kosten voor het verzetten van een huwelijk:

 

1.1.10.1

verzetten van een huwelijk binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum:

€ 83,00

1.1.10.2

verzetten van een huwelijk tot 14 dagen voor de huwelijksdatum:

€ 31,00

1.1.11

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier of een gedeelte daarvan

€ 26,00

1.1.12

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet, ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag max. tarief de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.2.2

een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet , die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.2.3

een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.2.4

een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat op dat moment is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.2.5

de tarieven genoemd onder 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 worden bij spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in het laatste Besluit Paspoortgelden max. tarief op dat moment dat op het moment van aanvraag van kracht is afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximale tarief zoals dat door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgesteld, afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.3.2

Het tarief als bedoeld in 1.3.1 wordt, indien de dienstverlening verband houdt met de vermissing of diefstal van een reeds eerder verstrekt rijbewijs, verhoogd met

€ 28,55

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het maximale tarief zoals dat is vastgesteld door de rijksoverheid op basis Wegenverkeerswet 1994 op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.3.4

Het tarief als bedoeld in 1.3.2 komt te vervallen indien uit een door een bevoegde politiefunctionaris opgemaakt proces-verbaal blijkt, dat die vermissing het gevolg is van beroving of diefstal.

 

1.3.5

Indien het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs niet plaatsvindt, wordt op verzoek de rijksleges, zoals deze door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn vastgesteld, gerestitueerd.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,05

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,05

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen (maximumtarief wettelijk toegestaan)

€ 7,80

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 26,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

Met ingang van 2014 wordt voor het inzien van bestuursstukken verwezen naar de digitale webpublicaties. Indien u toch een fysiek exemplaar opvraagt, gelden de tarieven in hoofdstuk 20.

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

Het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 11,90

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag het maximum bedrag zoals dat op het moment van de aanvraag is vastgesteld in de "Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden" afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) het tarief zoals vastgelegd in artikel 1, eerste lid, van het legesbesluit akten burgerlijke stand

Wettelijke max. tarief

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of portret

€ 13,00

1.9.4

Naturalisaties

 

1.9.4.1

Voor het aanvragen van de Nederlandse nationaliteit ingevolge de bepalingen opgenomen in de Rijkswet op het Nederlanderschap van 19 december 1984 (Staatsblad 629): gelden de leges zoals vermeld op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): afgerond op € 0,05 naar beneden

Wettelijke max. tarief

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

1.10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de, in het gemeentearchief berustende stukken, voor iedere daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan:

€ 25,00

Hoofdstuk 11 Urgentieverklaring

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

om een urgentieverklaring, als bedoeld in artikel 12 en 13 van de Huisvestingswet 2014

€ 46,90

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 181,00

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 90,55

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

Hoofdstuk 14 (Markt)standplaatsen

 

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in 5.18 van de APV

€ 159,25

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 159,25

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

Wettelijke max. tarief

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

Wettelijke max. tarief

en voor iedere volgende kansspelautomaat

Wettelijke max. tarief

Hoofdstuk 17 Kabels en Leidingen

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

1.17.1.1

indien het betreft tracés tot 250 m¹

€ 381,05

1.17.1.2

indien het betreft tracés van 250 m¹ tot 1.500 m¹

€ 465,05

1.17.1.3

indien het betreft tracés van 1.500 m¹ tot 5.000 m¹

€ 605,40

1.17.1.4

indien het betreft tracés van 5.000 m¹ of meer, per m¹ tracé

€ 0,10

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 10 m¹

€ 105,90

1.17.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 297,90

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 37,70

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 37,70

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 15,35

1.18.4

een eerste medische keuring door een arts van een door de gemeente gecontracteerd onafhankelijk medisch adviesbureau, in verband met de in het vorige onderdeel bedoelde aanvraag, geen dossierkeuring zijnde

€ 141,35

1.18.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ten behoeve van het parkeren op een parkeerplaats in het blauwe zonegebied voor de eerste afgifte, voor een wijziging daarvan of nieuwe verstrekking in verband met vermissing

€ 45,65

1.18.6

verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994

€ 122,15

Hoofdstuk 19 Onttrekkingsvergunningen

 

19.1

Het tarief voor het in behandeling van een aanvraag tot het verstrekken van een ontrekkingsvergunning bedraagt:

€ -

Hoofdstuk 20 Diversen

 

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.1.1

inzage in bouwdossier

€ 21,80

1.20.1.2

kopieën A-4 formaat, 1 t/m 5 kopieën

gratis

1.20.1.3

kopieën A-4 formaat, 6 of meer kopieën, per kopie

€ 0,30

1.20.1.4

kopieën A-0 formaat

€ 5,45

1.20.1.5

kopieën ander formaat, 1 t/m 5 kopieën

gratis

1.20.1.6

kopieën ander formaat, 6 of meer kopieën, per kopie

€ 0,55

1.20.1.7

ondersteuning vakexpertises (bijv. archiefonderzoek), per 15 minuten

€ 24,00

 

1) voor de toepassing van het zevende lid wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht

 

 

2) ingeval bij de toepassing van het zevende lid blijkt, dat de werkelijk benodigde tijdsduur korter is dan de aan de hand van de begroting geraamde, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

1.20.2

Het tarief bedraagt voor een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 37,70

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.3.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,05

1.20.3.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,45

1.20.3.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 11,90

1.20.4

Het tarief bedraagt voor digitale verstrekking van stukken

€ 2,75

1.20.5

Het tarief van de verzendkosten is gelijk aan de portokosten die aan de gemeente in rekening gebracht worden

 

Hoofdstuk 21 Landelijke tarieven

 

1.21.1

Indien er zich, na de vaststelling van de onderliggende Legesverordening, dan wel daaropvolgende wijzigingsverordening, wijzigingen voordoen in de door de Rijksoverheid vastgestelde tarieven, middels ministerieel of koninklijk besluit, dan wel op enigerlei andere wijze vastgesteld of bekend gemaakt, dan worden deze gewijzigde tarieven als heffingsmaatstaf aangehouden in afwijking van de in deze tarieventabel vermelde tarieven.

 

Titel 2 DIENSTVERLENING VALELND ONDER DE FYSIEKE LEEFOMGEVING

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

1. binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

2. binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567 - https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-1567.html), voor het uit te voeren werk. Voor zover deze ontbreekt wordt onder de bouwkosten verstaan een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. De bouwkosten zijn niet lager dan het referentiebedrag dat voortvloeit uit een berekening aan de hand van de kengetallen voor soortgelijke bouwwerken in het Bouwkostenkompas, zoals deze ten tijde van het indienen van de aanvraag golden. De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de benchmark ‘laag’. Indien het in de aanvraag opgegeven bedrag lager is dan het referentiebedrag, wordt het bedrag aan bouwkosten vastgesteld op het referentiebedrag, tenzij de afwijking met de benchmark “laag” kleiner is dan 10%. In dat geval worden de door de aanvrager opgegeven bouwkosten vastgesteld. Indien het Bouwkostenkompas niet voorziet in kentallen voor de aangevraagde werkzaamheden, wordt een onderbouwing opgevraagd die beoordeeld wordt op aannemelijkheid.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

2.2

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

i.

omgevingsoverleg;

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2 voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving; of concept verzoek en als de aanvraag betrekking heeft op het globaal beoordelen van een ruimtelijk initiatief op de haalbaarheid, nog geen formele aanvraag omgevingsvergunning volgens de Omgevingswet, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een eerste overleg en eerste beoordeling op haalbaarheid:

€ 400,00

b.

voor elk volgend overleg en iedere volgende beoordeling op haalbaarheid:

€ 200,00

c.

per in te schakelen adviseur verhoogd met:

€ 200,00

Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over de bouwsom tot € 1.000.000

2,75%

 

met een minimumbedrag van

€ 100,00

b

met een bouwsom van € 1.000.000 tot € 2.500.000; een basistarief van € 27.500 en een percentage van de bouwsom boven de € 1.000.000 van:

2,50%

c

met een bouwsom € 2.500.000 tot € 5.000.000; een basistarief van € 62.500 en een percentage van de bouwsom boven de € 2.500.000 van:

2,25%

d

met een bouwsom € 5.000.000 tot € 10.000.000; een basistarief van € 112.500 en een percentage van de bouwsom boven de € 5.000.000 van:

2,00%

e

met een bouwsom € 10.000.000 tot € 20.000.000; een basistarief van € 200.000 en een percentage van de bouwsom boven de € 10.000.000 van:

1,75%

f

met een bouwsom € 20.000.000 tot € 30.000.000; een basistarief van € 350.000 en een percentage van de bouwsom boven de € 20.000.000 van:

1,50%

g

met een bouwsom € 30.000.000 tot € 45.000.000; een basistarief van € 450.000 en een percentage van de bouwsom boven de € 30.000.000 van:

1,25%

h

met een bouwsom meer dan € 45.000.000; een basistarief van € 562.500 en een percentage van de bouwsom boven de € 45.000.000 van:

1,00%

2

Het bedrag dat voor de aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving bedraagt maximaal:

€ 750.000,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,00

 

1. als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.49, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 300,00

 

2. als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 200,00

 

3. als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 200,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 400,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 800,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 400,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.500,00

Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de geldende Erfgoedverordening Ouder-Amstel in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 350,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 350,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 350,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 350,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 350,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 350,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 250,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de geldende Erfgoedverordening Ouder-Amstel is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a.     als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b.     als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.000,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.500,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de geldende Erfgoedverordening Ouder-Amstel in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 350,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 350,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 550,00

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 700,00

Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.324,40

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.324,40

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.905,50

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.324,40

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.486,60

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.905,50

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.324,40

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.486,60

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.905,50

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.324,40

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.486,60

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.905,50

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.324,40

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.486,60

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.486,60

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.905,50

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:, in afwijking van 2.1.3.2:

€ 2.324,40

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.486,60

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 6 lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.486,60

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.486,60

Paragraaf 7 aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,32

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,32

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met normwaarde archeologische verwachtingswaardeofarcheologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,32

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,32

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,32

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 150,00

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld het omgevingsplan:

€ 1.162,22

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.162,22

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.7 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.162,22

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.162,22

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 388,11

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 300,00

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 100,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 100,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 200,00

Paragraaf 8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,00

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening OF in de geldende Bomenverordening Ouder-Amstel in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,00

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 180,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 225,00

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: Opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 125,40

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 125,40

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 284,00

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 200,00

 

2. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 350,00

 

3. voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 200,00

Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1.     het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.     bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3.     het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4.     het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

€ 400,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 600,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a. één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.324,40

 

b. twee of meer maatwerkvoorschriften of twee of meer vergunningvoorschriften, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift:

€ 2.905,50

 

c. vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 2.324,40

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.324,40

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.905,50

Paragraaf 10 gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 116,22

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 116,22

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 116,22

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 116,22

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 200,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 2.324,40

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

 

a.

gehele intrekking;

50%

b.

gedeeltelijke intrekking;

35%

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 8.560,00

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

1.

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 4.500,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 150,00

Paragraaf 12 - Modaliteiten

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

75%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.675,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.675,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 3.486,60

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 3.486,60

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 3.486,60

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 3.486,60

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 3.486,60

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 3.486,60

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 3.486,60

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 3.486,60

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 800,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

 

1. bedraagt het adviestarief met een bouwsom tot € 20.000, per advies:

€ 50,00

 

2. bedraagt het adviestarief met een bouwsom van € 20.000 of meer, per advies; een basistarief van € 50,00 met aanvullend een percentage van de bouwsom boven de € 20,00 vermeerderd met een percentage van de bouwsom boven de € 20.000 van

0,3%

 

3. voor advies waarvan er geen bouwsom is, wordt het tarief o.b.v. nacalculatie, per uur berekend met een uurtarief van:

€ 480,00

 

4. Het bedrag bedraagt voor maximaal:artikel 2.50, lid 1, onderdeel b kent een maximaal tarief van:

€ 2.750,00

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 480,00

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

Het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 13 - Vermindering

 

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt van de voor het omgevingsoverleg geheven leges:

100%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

c.

binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 150,00

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Dit artikel is niet van toepassing binnen de gemeente Ouder-Amstel.

 

Paragraaf 13 - Teruggaaf

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

1.

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

Van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

50%

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

1.

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

Van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

25%

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

1

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat er geen aanspraak op teruggaaf van reeds betaalde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

15%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

1

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 12.

 

 

 

Titel 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 264,15

3.1.2

Indien naar het Landelijk Bureau Bibob wordt gegaan zal daarvoor naast het bedrag in 3.1.1 een extra bedrag in rekening worden gebracht van

€ 583,45

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het indienen van een melding als bedoeld in artikel 30a lid 1 sub a, van de Drank- en Horecawet

€ 170,85

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 134,35

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning van hotels, restaurants, cafe's en daarmee gelijk te stellen inrichtingen op grond van de APV

€ 338,20

Ontheffing sluitingsuur

 

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het sluitingsuur van hotels, cafés, restaurants en daarmee gelijk te stellen inrichtingen op grond van de APV:

 

3.1.6.1

indien de ontheffing geldt tot einde looptijd exploitatievergunning

€ 525,75

3.1.6.2

indien de ontheffing niet tot einde looptijd exploitatievergunning geldt

€ 196,35

3.1.6.3

indien de ontheffing voor één keer geldt

€ 124,50

Horeca terrasvergunning

 

3.1.7.1

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning op grond van de APV

€ 72,25

3.1.7.2

Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning voor 4 jaar op grond van de APV

€ 288,80

3.1.7.3

Het tarief bedragt voor het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning voor 5 jaar op grond van de APV

€ 361,05

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, indien het het aantal te verwachten bezoekers bedraagt:

 

3.2.1.1

minder dan 750

€ 152,10

3.2.1.2

750 of meer, doch minder dan 2.500

€ 532,25

3.2.1.3

2.500 of meer, waarbij de vergunning een geldigheidsduur van niet meer dan twaalf dagen heeft

€ 1.773,95

3.2.1.4

2.500 of meer, waarbij de vergunning een geldigheidsduur van meer dan twaalf dagen heeft

€ 5.118,85

3.2.1.5

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 3.2.1.1 t/m 3.2.1.4 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementvergunning voor een evenement in de ren- of wielersport, waarbij het grondgebied van de gemeente Ouder-Amstel slechts doorkruist wordt, het tarief voor een evenement met het aantal te verwachten bezoekers van minder dan 750.

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunningsaanvraag als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning prostitutiebedrijf, escortbedrijf of sexinrichting)

€ 471,65

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 36,00

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 36,00

3.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing geluidhindernormen op grond van artikel 4.5 en 4.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Ouder-Amstel

€ 50,60

Hoofdstuk 6 Cumulatiebepaling

 

3.6.1

Toepassing van dit onderdeel vindt plaats in de gevallen waarin het geheel van de aangevraagde vergunningen en/of ontheffingen verband houdt met eenzelfde activiteit dan wel activiteiten, en voor de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing, waarvoor het hoogste tarief is verschuldigd, het volledige bedrag van tarief is geheven.

 

Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2023, nr. 2023/69

De raadsgriffier, De voorzitter,

L.W.F. Örsçek-Moolenaar J. Langenacker