Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024 gemeente Harlingen

Geldend van 10-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024 gemeente Harlingen

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet

Besluit:

Vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024 gemeente Harlingen.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als ’n dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs de elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs de elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg.

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.22, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.25 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De “Legesverordening 2023" van 23 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2024”

Ondertekening

Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 20 december 2023.

, de voorzitter

, de raadsgriffier

TARIEVENTABEL, behorende bij de “verordening op de heffing en invordering van leges 2024”

Datum van inwerkingtreding en heffing is 1 januari 2024.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

maandag om 09.00 en 09.15 uur

Nihil

b.

maandag tot en met vrijdag

€ 235,25

c.

zaterdag

€ 673,95

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag

€ 235,25

b.

zaterdag

€ 673,95

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

maandag tot en met vrijdag

€ 169,00

b.

zaterdag

€ 236,70

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een eenmalig aangewezen locatie, exclusief de kosten van deze locatie:

 

a.

maandag tot en met vrijdag

€ 254,29

b.

zaterdag

€ 321,95

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

a.

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor één dag

€ 85,35

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

a.

Het tarief bedraagt voor het inschakelen van een ambtenaar van de gemeente Harlingen om als getuige te fungeren bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap per ambtenaar

€ 36,60

Artikel 1.7 Annulering, omzetten of wijzigen datum

a.

De kosten bedragen bij annulering van een huwelijk, partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap zoals bedoeld in artikel 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 vanaf 2 weken tot en met de huwelijksdatum of registratie

100%

b.

Indien het huwelijk na wijziging van de huwelijks -of registratiedatum wordt geannuleerd, geldt de oorspronkelijke huwelijks -of registratiedatum bij vaststelling van de annuleringskosten

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor:

 

a.

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 28,00

Artikel 1.9 Naturalisatie

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie of voor het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het actuele Besluit optie- en naturalisatiegelden (BON).

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

van een nationaal paspoort tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op

€ 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

 

a.

Een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

b.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort)

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

c.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

b.

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

Artikel 1.12 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van de in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

b.

Voor het laten bezorgen van de in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in artikel 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen (per document)

€ 4,95

c.

Voor het laten bezorgen van gelijktijdig aangevraagde documenten, genoemd in de artikelen 1.9 en 1.10 (meer dan één document) op één adres, zijnde een toeslag op de in artikel 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen

€ 9,90

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.13 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximale tarief zoals dat door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is bepaald, afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

Artikel 1.14 Modaliteiten

 

Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het maximale tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriele regeling spoedprocedure afgifte rijbewijs afgerond op € 0,05 naar beneden

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.15 Definities

 

a.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 1.16 sub b wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 4,95

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een selectie van niet met name genoemde personen, waarbij de basisregistratie personen geheel of gedeeltelijk elektronisch moet worden gelezen

€ 4,95

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.18 Afschriften van bestuursstukken

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

a.

een exemplaar van de programmabegroting

€ 70,45

 

b.

een exemplaar van de beheersbegroting

€ 52,80

 

c.

een exemplaar van de bijlagen gemeentebegroting

€ 21,10

 

d.

een exemplaar van de jaarstukken

€ 70,45

2.

tot het verstrekken van:

 
 

a.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,70

Artikel 1.19 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 32,80

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.20 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

a.

De gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 9,00

b.

Het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 9,00

Artikel 1.21 Informatie uit adressenbestanden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres of object

€ 0,40

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,40

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,40

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.22 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 3,60

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 4,95

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.23 Naspeuringen in gemeentearchief

a.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 5,05

b.

bovenstaande is niet van toepassing voor zover het naspeuringen zijn ingevolge de Who (Wet hergebruik van overheidsinformatie) en de Woo (Wet openbaarheid overheid)

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.24 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 90,30

 

b.

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 48,45

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend)

 

Artikel 1.25 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

c.

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

2.

indien de vergunning geldt voor een periode korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, worden de in de artikel 1.25 lid 1 sub a en b genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd;

 
 

a.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

 

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

c.

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)

€ 9,45

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 56,50

Artikel 1.26 Telecommunicatie

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 300,00

2.

het in artikel 1.26 lid 1 genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 
 

a.

indien het werkzaamheden betreft in een bestaande situatie, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 1,00

 

b.

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein of bermen buiten de bebouwde kom, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 0,50

3.

Het in artikel 1.26 lid 1 genoemde tarief wordt verhoogd met:

 
 

a.

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk

€ 300,00

4.

In afwijking van artikel 1.26 lid 2 sub a en b wordt, indien sprake is van een leidinglengte van 10.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.26 lid 1, een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld.

 
 

a.

indien een projectbegroting is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Overige kabels en leidingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4 van de verordening kabels en leidingen gemeente Harlingen

€ 309,30

2.

het in artikel 1.27 lid 1 genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 
 

a.

indien het werkzaamheden betreft in een bestaande situatie, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 1,05

 

b.

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein of bermen buiten de bebouwde kom, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 0,55

3.

Het in artikel 1.27 lid 1 genoemde tarief wordt verhoogd met:

 
 

a.

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk

€ 309,30

4

In afwijking van artikel 1.27 lid 2 sub a en b wordt, indien sprake is van een leidinglengte van 10.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.27 lid 1, een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld.

 
 

a.

indien een projectbegroting is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.28 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 25,75

b.

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een Gehandicaptenparkeerkaart:

 
 

1.

bij een aanvraag of een vervolgaanvraag waarbij keuring is vereist

€ 73,15

 

2.

bij een duplicaat of vervolgaanvraag zonder vereiste keuring

€ 30,80

 

3.

tot het verkrijgen van een tweede of volgend vergunningsbewijs dat behoort bij een parkeervergunning als bedoeld in de “verordening parkeerbelasting” indien het vergunningsbewijs dat voor het lopende kalenderjaar aan de vergunninghouder voor hetzelfde voertuig is afgegeven in het ongerede is geraakt

€ 33,40

c.

tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 206,20

d.

ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor bewoners per kalenderjaar

€ 28,35

e.

ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor

werknemers per kalenderjaar

€ 34,00

f.

voor het laten bezorgen van een aangevraagde gehandicaptenparkeerkaart

€ 4,95

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.29 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,50

 

b.

een afschrift, fotokopie of digitale scan, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op papier van A4 of A3 formaat

€ 0,70

 

c.

fotokopieën van een microfiche, per pagina op papier van A4 of A3 formaat

€ 1,85

 

d.

een afschrift, fotokopie of digitale scan van kaarten en tekeningen, al dan niet behorende bij de in artikel 1.29 lid 1 sub a en b genoemde stukken, voor zo ver daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, of microfiche

€ 4,05

 

vermeerderd met voor elke 1000 cm2 waarmee de oppervlakte van de kaart en tekening de 1000 cm2 te boven gaat;

€ 0,70

 

e.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt. voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,70

 

f.

Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen

€ 45,50

 

g.

In afwijking van het gestelde in onderdeel b. en c. bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

 

2.

Voor de toepassing van dit onderdeel wordt onder één verstrekking verstaan het verstrekken van gegevens omtrent één leerling, betreffende diens naam, adres, leeftijd en de school welke hij bezoekt.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent leerlingen van de in de gemeente gevestigde onderwijsinstellingen, anders dan aan die instellingen zelf:

 
 

a.

voor minder dan 200 verstrekkingen

€ 73,20

 

b.

voor 200 verstrekkingen tot 400 verstrekkingen

€ 116,95

 

c.

voor 400 verstrekkingen tot 800 verstrekkingen

€ 152,15

 

d.

voor 800 verstrekkingen tot 1.200 verstrekkingen

€ 181,75

 

e.

voor 1.200 verstrekkingen tot 2.000 verstrekkingen

€ 271,90

 

f.

voor 2.000 verstrekkingen

€ 311,35

 

g.

voor elke 500 verstrekkingen méér

€ 42,55

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van taxaties/verkoop/aankoop van onroerende zaken, per onroerende zaak

€ 63,30

Artikel 1.30 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 9,50

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

d.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

e.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

f.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met e.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.7.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.8.

 

5.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een eerste omgevingsoverleg

€ 103,10

b.

voor ieder (vervolg) intaketafel

€ 515,50

c.

voor iedere (vervolg) omgevingstafel, per keer

€ 515,50

d.

verhoogd met het bedrag dat voor de activiteit door de Welstandscommissie Hûs & Hiem bij de gemeente in rekening wordt gebracht. De tarieven van Hûs & Hiem zijn opgenomen als Bijlage bij deze tarieventabel.

Zie tarieventabel in bijlage

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

Een minimum tarief van € 250,00 dat wordt vermeerderd met:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

0,09 %

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

0,08 %

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

0,39 %

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000:

0,55 %

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 

1.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de Welstandscommissie bedoeld in artikel 2.24, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is:,:

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

Een minimum tarief van € 250,00 dat wordt vermeerderd met:

 

I.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

0,16%

II.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

0,15%

III.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

0,72%

IV.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000:

1,02%

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

Een minimum tarief van € 767,20 dat wordt vermeerderd met:

 

I.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

0,16%

II.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

0,15%

III.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

0,72%

IV.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000:

1,02%

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 144,65

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 144,65

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 144,65

Paragraaf 2.4 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 42,60

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 42,60

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 42,60

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 42,60

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 86,45

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 86,45

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 86,45

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.962,50

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

 

a.

per milieubelastende activiteit:

€ 1.962,50

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

C indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 7.357,50

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

C indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 7.357,50

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,-

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

B bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Overige activiteiten

Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 42,60

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 42,60

Artikel 2.23 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 92,40

b

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 141,80

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 141,80

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 141,80

Paragraaf 2.7 Overige tarieven

Artikel 2.24 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 42,60

Artikel 2.25 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een geringe wijziging van een omgevingsvergunning:

€ 42,60

Artikel 2.26 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 42,60

Artikel 2.27 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.29 van toepassing is:

€ 42,60

Artikel 2.28 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.23 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.29 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 767,20

Artikel 2.30 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 78,60

Paragraaf 2.8 Modaliteiten

Artikel 2.31 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

Artikel 2.32 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 103,10

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 103,10

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 103,10

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 103,10

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 103,10

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 103,10

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 103,10

Artikel 2.33 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 257,75

 

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.34 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.9 Vermindering

Artikel 2.35 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.5, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd de voor de aanvraag verschuldigde leges als bedoeld in artikel 2.4 van deze legesverordening.

 

Paragraaf 2.10 Teruggaaf

Artikel 2.36 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.37 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.38 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

0%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

0%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

Onder een weigering bedoeld in artikel 2.39 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.40 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.8.

 

Artikel 2.41 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 181,55

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 181,55

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 181,55

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 21,05

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet;

€ 9,50

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 21,05

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 21,05

f.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een terrasvergunning op grond van artikel 7 van de Alcoholwet als bedoeld in artikel 2:28d van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 9,50

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 
 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 367,90

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 367,90

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 367,90

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 
 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:

€ 367,90

 

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

€ 367,90

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 275,90

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 275,90

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 275,90

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 21,60

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 21,60

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 21,60

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 21,60

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 21,60

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel:

€ 21,60

b.

een herdenkingsplechtigheid:

€ 9,50

c.

een braderie:

€ 9,50

d.

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg:

€ 9,50

e.

een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg:

€ 9,50

f.

een klein evenement dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2:25, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 9,50

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 9,50

Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 9,50

Bijlage 1 REGELING VAN DE TARIEVEN

Het Algemeen Bestuur van het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam hûs en hiem welstandsadvisering en monumentenzorg, gevestigd te Leeuwarden;

gelet op artikel 34, lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling besluit:

ingaande 1 januari 2024 vast te stellen onderstaande regeling van de tarieven.

Artikel 1

  • 1.

    Voor welstandsadviezen, verstrekt aan de deelnemende gemeenten zullen de door het lichaam in rekening te brengen vergoedingen, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwsom, bedragen:

    Bouwsom

    Van € 0 t/m € 5.000

    van € 5.001 t/m € 25.000

    van € 25.001 t/m € 100.000

    van € 100.001 t/m € 250.000

    van € 250.001 t/m € 750.000

    vanaf € 750.000

    met een maximum van

    Tarief

    €58

    € 58 + 3,02% van de bouwsom boven € 5.000

    € 118 + 2,77% van de bouwsom boven € 25.000

    € 326 + 2,67% van de bouwsom boven €100.000

    € 727 + 1,44% van de bouwsom boven € 50.000

    € 1.447 + 0,96% van de bouwsom boven € 750.000

    € 2.880

  • (Van de berekende waarde wordt het gehele getal gebruikt, de integere waarde. € 116,95 wordt dus € 116,00)

  • 2.

    Voor adviezen voor vooroverlegplannen niet zijnde monumentenplannen, verstrekt aan de deelnemende gemeente, betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, worden tarieven gerekend die afhankelijk zijn van de bestede tijd in de lokale commissie:

    Tot 15 min. € 89

    Van 15 — 30 min. € 122

    Van 30 — 45 min. € 155

    Van 45 — 60 min. € 190

     

    Bij behandeling van een vooroverlegplan in de bureaucommissie:

    €155

    Bij behandeling van een vooroverlegplan in de centrale commissie:

    €190

Artikel 2

  • 1.

    In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief advies is uitgebracht, dan wordt het laagste basistarief ad € 58 in rekening gebracht.

  • 2.

    Wanneer het gaat om een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van een plan waarvoor eerder een positief advies is uitgebracht, dan wordt de leges over de meerkosten/minderkosten in rekening gebracht.

  • 3.

    Wanneer het gaat om een wezenlijk ander ontwerp/andere ontwerper van een plan waarvoor eerder een positief advies is uitgebracht, dan wordt de legeskosten over de bouwsom in rekening gebracht.

  • 4.

    Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief advies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.

Artikel 3

De verschuldigde bedragen aan advieskosten worden aan de gemeenten door middel van een voorschotnota maandelijks in rekening gebracht. Halfjaarlijks (per 1 januari en 1 juli) worden de werkelijke kosten over de zes maanden daarvóór berekend en de meer- of minderkosten gefactureerd.

De rekeningen dienen binnen 30 dagen na factuurdatum betaald te zijn door overschrijving op de bankrekening van het lichaam.

Artikel 4

Voor het uitoefenen van adviestaken bijvoorbeeld op het terrein van erfgoed, monumenten en van de ontwikkeling van gemeentelijk beleid, kan hûs en hiem op verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken, waarvoor een uurtarief van € 132 per adviseur wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams.

Artikel 5

Alle in deze Regeling genoemde tarieven zijn exclusief BTW.

Behoort bij het raadsbesluit van 20 december 2023.

De griffier van de gemeente Harlingen,

K.J. de Regt