Regels voor evenementen in Goes

Geldend van 21-09-2017 t/m heden

Intitulé

Regels voor evenementen in Goes

Inleiding

Met de nota ‘Regels voor evenementen in Goes’ legt de burgemeester de randvoorwaarden vast, waaronder evenementen in Goes kunnen plaatsvinden. Aantrekkelijke en goed georganiseerde evenementen verwelkomt Goes binnen de gemeentegrenzen. Tegelijkertijd wil de burgemeester voorkomen dat een evenement onevenredige overlast veroorzaakt bij omwonenden of schade toebrengt aan onder andere de openbare ruimte. Hiervoor zijn de regels voor evenementen opgesteld.

Eerst zullen in deze nota de reglementen en voorwaarden voor de vergunningaanvraag worden behandeld als toetsingskader voor de vergunningverlener met de daarbij behorende toelichting. Daarna zal worden ingegaan op nadere eisen en aandachtpunten ten aanzien van openbare orde en veiligheid, milieuzorg en dergelijke. Het hangt van de aard en omvang van het betreffende evenement af in hoeverre deze aspecten van belang kunnen zijn.

Deel I Procedureel

Voordat een vergunning kan worden opgesteld zijn een aantal zaken vooraf van belang. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op wat nu een evenement is, wanneer een aanvraag ingediend moet worden, waar de bevoegdheden en verantwoordelijkheden liggen en hoe gehandhaafd wordt.

De burgemeester van gemeente Goes;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het bepaalde in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Goes (APV);

Overwegende dat het gelet op de belangen van een uniform, efficiënte en duidelijke afdoening van de vergunningaanvragen gewenst is beleidsregels vast te stellen waarmee bij het nemen van beschikkingen die verband houden met evenementen rekening wordt gehouden;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

“Regels voor evenementen in Goes” .

Vastgesteld op 21 september 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder;

  • a.

    Evenement: als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Goes.

  • b.

    Vergunninghouder: de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie door de burgemeester een vergunning voor het houden van een evenement is verleend;

  • c.

    Organisator: degene die binnen de organisatie van een evenement fungeert als aanspreekpunt voor de gemeente.

  • d.

    Evenemententerrein: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is. En eventueel een bij een evenement horend bouwwerk

  • e.

    Regulier evenement (categorie A): Het is onwaarschijnlijk dat het evenement leidt tot verhoogde risico’s en er is geen inzet nodig van overheidsdiensten om risico’s weg te nemen.

  • f.

    Aandachtevenement (categorie B): Het is mogelijk dat het evenement leidt tot verhoogde risico’s.

  • g.

    Risico-evenement (categorie C) Het is waarschijnlijk dat het evenement leidt tot verhoogde risico’s en inzet van overheidsdiensten.

  • h.

    Reguliere aanpak: dit houdt in dat de gemeente de nodige diensten (primair lokaal) vraagt om advies. De gemeente kan op basis hiervan bepalen welke voorschriften ze stelt aan de vergunning.

  • i.

    Risico-aanpak: dit houdt in dat de gemeente de veiligheidsregio vraagt om te zorgen voor een integraal veiligheidsadvies van alle nodige diensten. U vraagt de vergunningaanvrager om een veiligheidsplan. Er volgt een multidisciplinaire voorbereiding. Deze behandelaanpak is intensiever en duurt langer.

Hoofdstuk 2 Soorten evenementen

Artikel 2 Evenementen in categorieën

Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening zijn er twee categorieën evenementen:

  • 1.

    Meldingsplichtige evenementen/ 0-evenementen; dit zijn evenementen die voldoen aan de criteria van artikel 2:25 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • 2.

    Vergunningsplichtige evenementen; dit zijn evenementen die niet voldoen aan de criteria van artikel 2:25 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Vergunningplichtige evenementen worden onder verdeeld in A-, B- en C- evenementen. Deze categorisering is gebaseerd op De Handreiking Evenementenveiligheid.

Hoofdstuk 3 melding en aanvraag

Artikel 3 Meldingsplichtig evenement

  • 1. Een melding wordt schriftelijk ingediend op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig en naar waarheid ingevuld, gedateerd en ondertekend wordt ingediend bij de burgemeester. Het formulier dient minimaal vijftien werkdagen voor de geplande datum van het evenement te worden ingediend;

  • 2. Degene die de melding doet ontvangt hiervan een ontvangstbewijs. Is binnen 10 werkdagen na ontvangst van het meldingsformulier door of namens de burgemeester geen bericht van afwijzing verzonden (artikel 2:25 lid 3 van de APV), dan kan het evenement zoals gemeld plaatsvinden;

  • 3. Als niet met een melding kan worden volstaan en een vergunning is vereist, wordt de melder hiervan in kennis gesteld.

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning wordt aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend wordt ingediend bij de burgemeester.

  • 2. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een plattegrond op schaal waarop de locatie waar de aanvrager het evenement wil houden, duidelijk is aangegeven;

    • b.

      een zo volledig en duidelijk mogelijke omschrijving van de activiteiten die in het kader van het evenement plaatsvinden;

    • c.

      situatietekening evenemententerrein met de indeling en alle objecten;

    • d.

      plattegrond indeling tent (indien van toepassing);

    • e.

      een draaiboek (indien van toepassing);

    • f.

      routebeschrijving parcours (indien van toepassing).

Artikel 5 Aanvraagtermijn

  • 1. Organisatoren moeten hun evenement(en) die zijn in het volgende jaar willen organiseren aanmelden voor 1 oktober voor de evenementenkalender.

  • 2. aanvragen voor evenementen dienen 12 weken voordat het evenement plaatsvindt te worden ingediend.

  • 3. evenementen die in de periode 15 juni tot en met 15 september worden gehouden en waarbij politietoezicht is vereist dienen vóór 1 november van het voorgaande jaar te worden aangevraagd.

  • 4. Aanvragen voor evenementen, die minder dan 12 weken voordat het evenement plaatsvindt worden ingediend, worden niet in behandeling genomen indien;

    • a.

      er onvoldoende gelegenheid is voor advisering door derden (hulpverleningsdiensten);

    • b.

      voor een zorgvuldige afweging van belangen, waaronder die van derden, naar het oordeel van de burgemeester onvoldoende tijd beschikbaar is.

  • 5. De termijn waarop een organisator van een evenement zijn aanvraag maximaal kan indienen bedraagt 1 jaar.

Hoofdstuk 4 Evenementen uitgangspunten

artikel 6 Geluidshinder

De mate van hinder is als volgt gekwalificeerd; Hinderkwalificatietabel:

Overschrijding ref. niveau in de woning 

Overschrijding absolute waarde 

Overlast 

0 – 5 dB(A)

 

Enige

5 – 10 dB(A)

 

Veel

10 – 15 dB(A)

 

Ernstige

15 – 20 dB(A)

 

Zeer ernstige

> 20 dB(A)

55 dB(A)

Onduldbare

grenswaarde

Bij het vaststellen van de grenswaarde wordt uitgegaan van een vaste waarde van 35 dB(A) etmaalwaarde zoals onderstaande tabel aangeeft.

Grenswaardetabel:

Dagperiode

07.00 – 19.00 uur

35 dB(A)

Avondperiode

19.00 – 23.00 uur

30 dB(A)

Nachtperiode

23.00 – 07.00 uur

25 dB(A)

Om de grens van het optreden van ‘onduldbare hinder’ niet te overschrijden, dient als maximaal toelaatbaar geluidsniveau binnen te worden aangehouden de laagste waarde van:

  • a.

    het referentieniveau + 20 dB(A) en;

  • b.

    het absolute geluidsniveau van 50 dB(A)

Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 a 25 dB(A) leidt deze benadering tot de maximaal toelaatbare gevelbelastingen. Deze staan opgenomen in artikel 7.1, 7.2, 7.3 en 7.4.

Artikel 7 Maximumstelsel evenementen

Artikel 7.1 Grote Markt regulier

Periode 

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

80 dB(A)

90 dB(C)

Avond

30 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

80 dB(A)

90 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

80 dB(C)

  • a.

    maximaal 6 maal per jaar zijn evenementen met een hogere geluidsbelasting zoals bedoeld in artikel 7.2 toegestaan met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achttien dagen. (In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan);

  • b.

    van de in lid a bedoelde 6 evenementen mogen er maximaal 4 op de zondag plaatsvinden;

  • c.

    evenementen op zondag zijn maximaal één zondag per maand toegestaan.

Artikel 7.2 Grote Markt evenementen met een hogere geluidsbelasting

Periode 

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

95 dB(A)

105 dB(C)

Avond

30 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

95 dB(A)

105 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

80 dB(C)

artikel 7.3 Overige locaties regulier

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

80 dB(C)

Avond

30 dB(A)

40 dB(A)

20 a 25 dB(A)

65 dB(A)

75 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

35 dB(A)

20 a 25 dB(A)

60 dB(A)

70 dB(C)

  • a.

    Op de locaties Bleekveld, parkeerterrein Zeelandhallen en Molenplein worden per locatie maximaal 8 maal per jaar evenementen met een hogere geluidsbelasting toegestaan zoals bedoeld in artikel 7.4, met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achttien dagen. In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan;

  • b.

    Bij overige locaties zijn per locatie, per jaar maximaal 3 evenementen met een hogere geluidsbelasting toegestaan zoals bedoeld in 7.4 met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achtentwintig dagen. In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan.

Artikel 7.4 Overige locaties evenementen met een hogere geluidsbelasting

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

85 dB(A)

100 dB(C)

Avond

30 dB(A)

40 dB(A)

20 a 25 dB(A)

85 dB(A)

100 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

35 dB(A)

20 a 25 dB(A)

60 dB(A)

75 dB(C)

  • b.

    Indien een evenement wordt gehouden in een omgeving waar geen woningen nabij zijn gelegen wordt binnen de bebouwde kom een norm van 85 dB(A) en 100 dB(C) op een afstand van 100 meter van de bron gehanteerd;

  • b.

    Buiten de bebouwde kom wordt een norm van 85 dB(A) en 100 dB(C) op een afstand van 200 meter van de bron gehanteerd.

Artikel 8 Eindtijden voor evenementen

  • 1. Een evenement op vrijdag of zaterdag (niet in gebouwen) moet uiterlijk om 24:00 uur beëindigd zijn;

  • 2. Een evenement op zondag, maandag, dinsdag, woensdag of donderdag (niet in gebouwen) moet uiterlijk om 23:00 uur beëindigd worden;

  • 3. Bij evenementen met een hoge geluidsbelasting wordt de avondperiode voor het berekenen van de geluidsbelasting verlengd van 23.00 uur tot 24.00 uur.

  • 4. Wanneer de maximale eindtijd van voor een evenement wordt gebruikt dient de muziek als volgt gefaseerd te worden beëindigd;

     

    Tijdstip einde muziek: 

    Tijdstip einde evenement

    Evenementen op zondag t/m donderdag 

    22.45 

    23.00 

    Evenementen op vrijdag t/m zaterdag

    23.45 

    24.00 

Artikel 9 Op- en afbouw

  • 1. Op- en afbouw van het evenement vindt binnen 1 uur na het evenement plaats, nachtperiode is 23:00 uur tot 07:00 uur.

  • 2. om hiervan te kunnen afwijken dient aanvrager gemotiveerd aan te geven waarom afwijken hiervan genoodzaakt is. Afwijking hiervan is alleen mogelijk met toestemming. Bij het afwijken wordt een afweging gemaakt tussen de belangen van de omwonenden en de organisator.

Artikel 10 Bijzondere omstandigheden

In geval van bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van deze beleidsregels (artikel 4:84 van de Awb). Bij een besluit in afwijking van de beleidsregels zal overleg worden gevoerd met de belanghebbenden. Een besluit dat afwijkt van de beleidsregels wordt zorgvuldig afgewogen en deugdelijk gemotiveerd.

Artikel 11 Evaluatie

Het evenementenbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd en zo nodig aangepast.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Vergunningen verleend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels worden geacht daarmee in overeenstemming te zijn.

Artikel 13 Handhaving

Bij niet naleving van de regelgeving zullen de volgende handhavingstappen worden ondernomen:

  • 1.

    de vergunninghouder krijgt een mondelinge waarschuwing / aanzegging en wordt daarbij de gelegenheid geboden om binnen een bepaalde termijn de overtreding, indien mogelijk, ongedaan te maken;

  • 2.

    als de overtreding niet ongedaan gemaakt kan worden dan wel aan de waarschuwing geen gehoor wordt gegeven, wordt proces-verbaal opgemaakt;

  • 3.

    als de overtreding wel ongedaan gemaakt kan worden, aan de waarschuwing geen gehoor is gegeven en de overtreding voortduurt, wordt het evenement stilgelegd;

  • 4.

    als er sprake is geweest van een overtreding, wordt na het evenement bezien welke consequenties dit door vergunningverlening en handhaving voor toekomstige evenementen moet hebben.

Deze stappen zijn uitgewerkt in een sanctieoverzicht (zie toelichting van dit artikel). Hierin worden de operationele taken beschreven voor de uitvoering van de handhavingstaak.

Artikel 14 Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden

artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Regels voor evenementen in Goes”.

Ondertekening

Goes, 21 september 2017.

De burgemeester van Goes,

H.W.M. Klitsie

Toelichting

Artikelen 2 tot en met 5

 

Meldingsplichtig 

A-evenement 

B-evenement 

C-evenement 

Wettelijke basis 

Artikel 2.25, tweede lid

APV

Artikel 2.25, eerste lid

APV

Artikel 2.25, eerste lid APV 

Artikel 2.25, eerste lid

APV 

Aanmelden evenement

n.v.t.

Uiterlijk 1 november voorgaande jaar om op

evenementenkalende

r te komen

Uiterlijk 1 november voorgaande jaar om op evenementenkalender te komen 

Uiterlijk 1 november voorgaande jaar om op evenementenkalender te komen 

Wijze van aanvraag/melding

Formulier melding klein evenement. 

Aanvraagformulier evenementenvergunn ing. 

Aanvraagformulier evenementenvergunning. 

Aanvraagformulier evenementenvergunning

Termijn van aanvraag/melding 

Uiterlijk 15 werkdagen voorafgaand aan het evenement. 

Uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement. 

Uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement.

Evenementen die in de periode 15 juni tot en met 15 september waarvoor een groot inzet wordt gevraagd van de overheidsdiensten dienen vóór 1 november van het voorgaande jaar te worden ingediend. 

Uiterlijk12 weken voorafgaand aan het evenement.

Evenementen die in de periode 15 juni tot en met 15 september waarvoor een groot inzet wordt gevraagd van de overheidsdiensten dienen vóór 1 november van het voorgaande jaar te worden ingediend. 

artikel 6 Geluidshinder

Geluid

Evenals veel gemeenten in Nederland hanteren we de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” (1996) van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg als kader voor het bepalen van de toegestane geluidsnorm en openingstijden bij evenementen. De volgende algemene normen geven aan tot hoe laat een evenement georganiseerd mag worden en wat hierbij als maximaal toelaatbare geluidsbelasting wordt toegekend op de gevel van woningen. Overige gevoelige objecten waarin niet direct is voorzien worden apart beoordeeld.

De mate van hinder

Indien geluiden van een evenement in een woning doordringen heeft dat tot gevolg dat het ‘achtergrondgeluid’ in de woning toeneemt. Het geluidsniveau in veel woningen varieert overdag van 25 tot 35 dB(A). Een toename van 25 dB(A) tot 40 dB(A) binnen is goed hoorbaar en zal leiden tot het ondervinden van hinder c.q. het toenemen van hinder. Indien het geluidsniveau binnen stijgt boven de 40 dB(A) zal dat tot gevolg hebben dat de bewoners van die woning daardoor ‘luider’ moeten gaan spreken om verstaanbaar te zijn.

Hinderkwalificatietabel:

Overschrijding ref. niveau in de woning 

Overschrijding absolute waarde 

Overlast 

0 – 5 dB(A)

 

Enige

5 – 10 dB(A)

 

Veel

10 – 15 dB(A)

 

Ernstige

15 – 20 dB(A)

 

Zeer ernstige

> 20 dB(A)

55 dB(A)

Onduldbare

Basisnorm, maximaal binneniveau

Hoewel de achtergrondniveaus in woningen – afhankelijk van de ligging – nogal variëren, wordt in het algemeen toch steeds uitgegaan van een vaste waarde van 35 dB(A) etmaalwaarde zoals onderstaande tabel aangeeft.

Dagperiode

07.00 – 19.00 uur

35 dB(A)

Avondperiode

19.00 – 23.00 uur

30 dB(A)

Nachtperiode

23.00 – 07.00 uur

25 dB(A)

Om de grens van het optreden van ‘onduldbare hinder’ niet te overschrijden, dient als maximaal toelaatbaar geluidsniveau binnen te worden aangehouden het absolute geluidsniveau van 50 dB(A). b.

Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 a 25 dB(A) leidt deze benadering tot de maximaal toelaatbare gevelbelastingen die in dit beleidsstuk gehanteerd worden. Voor de grote markt in Goes wordt een ander toetsingskader toegepast dan bij overige kernen. Dit omdat de Markt een bruisender karakter heeft dan de andere pleinen en de omliggende dorpskernen. Analoog hieraan wordt een hogere norm gehanteerd.

Artikel 7 Maximumstelsel evenementen

Om te voorkomen dat bewoners in een korte periode met overlast door evenementen worden geconfronteerd,gelden er ter beperking van overlast en hinder voor evenementen maximumstelsels. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de Grote Markt en alle overige locaties. Uiteraard is het nodig om voor evenementen geluidsnormen vast te stellen. Het is wenselijk om naast de geluidsnormen in dB(A), ook geluidsnormen in dB(C) vast te stellen, omdat laatstgenoemde geluidsnormen ook de extreem lage geluidsfrequenties meet, die in de praktijk de meeste hinder geven.

Grote Markt regulier 

Periode 

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

80 dB(A)

95 dB(C)

Avond

30 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

80 dB(A)

95 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

85dB(C)

Grote Markt:

  • ◻︎

    maximaal 6 maal per jaar zijn evenementen met een hogere geluidsbelasting toegestaan met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achttien dagen. (In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan).;

  • ◻︎

    van deze 6 evenementen mogen er maximaal 4 op de zondag plaatsvinden (conform het collegeprogramma 2014-2018);

  • ◻︎

    evenementen op zondag zijn maximaal een zondag er maand toegestaan.

Grote Markt evenementen met een hogere geluidsbelasting :

Periode 

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

95 dB(A)

110 dB(C)

Avond

30 dB(A)

55 dB(A)

20 a 25 dB(A)

95 dB(A)

110 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

85 dB(C)

Evenementen op terrassen

Regelmatig vinden er evenementen plaats op de terrassen op de Grote Markt. Deze evenementen worden georganiseerd door bedrijven die onder de werkingsfeer van de Wet milieubeheer vallen. Deze evenementen vallen niet onder de gebruikelijke exploitatie, daarom moet hiervoor een evenementenvergunning worden aangevraagd. Deze evenementen dienen te voldoen aan het maximumstelsel van reguliere evenementen zoals bedoeld in artikel 8.1. Daarbij geldt ook voor deze evenementen maximaal 1 zondag per maand is toegestaan

Overige locaties regulier

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

70 dB(A)

85 dB(C)

Avond

30 dB(A)

40 dB(A)

20 a 25 dB(A)

65 dB(A)

80 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

35 dB(A)

20 a 25 dB(A)

60 dB(A)

75 dB(C)

Overige pleinen en dorpskernen:

  • ◻︎

    Op de locaties Bleekveld, parkeerterrein Zeelandhallen en Molenplein worden per locatie maximaal 8 maal per jaar evenementen met een hogere geluidsbelasting toegestaan met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achttien dagen. (In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan).

  • ◻︎

    Bij overige locaties zijn per locatie, per jaar zijn maximaal 3 evenementen met een hogere geluidsbelasting toegestaan met dien verstande dat er tussen deze evenementen een rustperiode is ingebouwd van minimaal achtentwintig dagen. (In deze “rustperiode” zijn wel evenementen met bovenstaande geluidsbelasting toegestaan).

Overige locaties: evenementen met een hogere geluidsbelasting

Periode

Basisnorm

Max. niveau binnen 

Gevelisolatie 

Max. gevelbelasting dB(A)

Max.

Gevelbelasting dB(C)

Dag

35 dB(A)

45 dB(A)

20 a 25 dB(A)

85 dB(A)

100 dB(C)

Avond

30 dB(A)

40 dB(A)

20 a 25 dB(A)

85 dB(A)

100 dB(C)

Nacht

25 dB(A)

35 dB(A)

20 a 25 dB(A)

60 dB(A)

75 dB(C)

Indien een evenement wordt gehouden in een omgeving waar geen woningen nabij zijn gelegen wordt binnen de bebouwde kom een norm van 85 dB(A) en 100 dB(C) op een afstand van 100 meter van de bron gehanteerd. Buiten de bebouwde kom wordt een norm van 85 dB(A) en 100 dB(C) op een afstand van 200 meter van de bron gehanteerd.

Geluidscontroles

Wijze van meten 

De geluidmetingen worden verricht conform de “HMRI 1999”.

(Uitgezonderd de meteoraamcondities)

Locatie meting 

De geluidsmetingen worden verricht op 1 meter afstand van gevels. op 1,5 meter hoogte van het maaiveld.

Indien het evenement op de grote markt plaatsvindt kan dit bij de dichtstbijgelegen gevel. Indien het evenement plaatsvindt op overige pleinen en dorpskerken wordt bij gevels van woningen gemeten. 

Soort meting 

Er kan op meerdere momenten tijdens het evenement worden gemeten (minimaal 2 keer per meetsessie), waarbij telkens gedurende minmaal 3 minuten het gemiddelde geluidsniveau LA,eq wordt gemeten. De meting wordt uitgedrukt in de eengetalswaarden voor dB(A) en dB(C). (exclusief stoorgeluidcorrectie)

Artikel 8 Eindtijden voor evenementen

Een evenement op vrijdag of zaterdag (niet in gebouwen) moet uiterlijk om 24:00 uur beëindigd zijn. Een evenement op zondag, maandag, dinsdag, woensdag of donderdag moet uiterlijk om 23:00 uur beëindigd worden zijn. Echter bij evenementen met een hoge geluidsbelasting wordt de zogenoemde avondperiode voor het berekenen van de geluidsbelasting verlengd van 23.00 uur tot 24.00 uur .

Voor zowel organisatoren, bezoekers, omwonenden als de hulpverleningsdiensten is het belangrijk om duidelijk te zijn over het einde van het evenement. Dit kan mede worden bereikt door het gefaseerd stoppen van verschillende activiteiten die onderdeel uitmaken van het evenement: eerst de muziek uit, vervolgens het schenken van dranken stoppen en tot slot het definitief einde van het evenement. In praktijk is het effect van een dergelijke aanpak dat bezoekers geleidelijk en niet massaal het evenement verlaten waardoor de eventuele overlast of hinder van het vertrekkende publiek minder is. Voor evenementen die ruim voor de gestelde eindtijden worden beëindigd is gefaseerd stoppen niet nodig.

 

Tijdstip einde muziek: 

Tijdstip einde evenement

Evenementen op zondag t/m donderdag 

22:45 

23:00 

Evenementen op vrijdag t/m zaterdag

23:45 

24:00 

Artikel 9 Op- en afbouw

Niet alleen het evenement zelf veroorzaakt hinder. Ook het opbouwen en afbreken van podia, geluidinstallatie, horecagelegenheden en andere voorzieningen kunnen overlast veroorzaken. Om overlast te beperken moet dit direct voorafgaand aan het evenement in de dagperiode plaatsvinden. Afbreken van de voorzieningen moet in de dagperiode plaatsvinden. Indien een voorziening dusdanig omvangrijk is dat meer tijd noodzakelijk is moet dit in de aanvraag meegenomen worden. Apparatuur welke gebruikt wordt tijdens het opbouwen en afbreken moet geluidsarm zijn uitgevoerd (bijvoorbeeld aggregaten, hijsinstallaties en ander gemotoriseerde apparatuur). Deze apparatuur moet in de aanvraag worden vermeld. De apparatuur mag alleen zijn ingeschakeld t.b.v. het opbouwen en afbreken van de voorzieningen en het evenement zelf.

Op grond van de Zondagswet worden aan evenementen die op zondagen en feestdagen (Goede Vrijdag, Hemelvaartsdag, 1e en 2e Kerstdag, 2e Pinksterdag, 2e Paasdag, Nieuwjaarsdag) plaatsvinden extra voorwaarden gesteld. Zo kunnen geluidproducerende activiteiten van behorende tot het evenement op zondag in principe pas na 13.00 uur toegestaan worden middels een ontheffing van de Zondagswet.

Hoewel de voorkeur er naar uitgaat om de opbouw gedurende de dagperiode te laten plaatsvinden, is dit in de praktijk niet altijd haalbaar. Dit geldt met name voor de locatie Grote Markt. Vanwege de aanwezigheid van de weekmarkt, wordt dit terrein op zaterdag (en dinsdag) pas na 18.00 uur vrijgegeven. Evenementen welke in het weekend plaatsvinden worden vervolgens geconfronteerd met de bepalingen zoals opgenomen in de Zondagswet, welke het produceren van geluid op zondag verbiedt. (Zoals hiervoor ook aangehaald kan na 13.00 uur ontheffing worden verleend.)

Artikel 14 Handhaving

Degene aan wie vergunning is verleend is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. De nakoming door de vergunninghouder wordt gecontroleerd en bij overtreding dient in beginsel handhaving te volgen. In het kader van tegengaan van overlast zijn aandachtspunten: handhaving van de eindtijden, de geluidsnormen en verstoringen van de openbare orde. Handhaving geschiedt conform het gemeentelijk handhavingsbeleid en hetgeen in dit beleid is opgenomen.

Bestuursrechtelijke handhaving

Bestuursdwang en dwangsom

Bij overtreding van de voorschriften van een evenementenvergunning, kan op grond van artikel 125 van de Gemeentewet bestuursdwang worden toegepast. De burgemeester kan dan een eind aan de overtreding maken, hetgeen meestal neerkomt op een beëindiging van het evenement. In plaats van het opleggen van een last onder bestuursdwang kan aan de overtreder ook een last onder dwangsom worden opgelegd.

Intrekken of wijzigen vergunning / ontheffing

Op grond van artikel 1:6 van de APV kan de verleende vergunning of ontheffing ten behoeve van een evenement onder meer worden ingetrokken of gewijzigd als:

  • -

    dit wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • -

    en aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

Ook kan het college bij toekomstige vergunningverlening rekening houden met overtredingen die zijn begaan tijdens eerder verleende vergunningen, zoals bijvoorbeeld weigeren van de vergunning of extra voorschriften c.q. beperkingen opleggen.

Strafrechtelijke handhaving

Het overschrijden van een voorschrift van een evenementenvergunning is ook strafbaar op basis van de APV. De politie of een BOA (bijzondere opsporingsambtenaar) kan in zo’n geval een bevel geven om bijvoorbeeld de muziek zachter te zetten.

Krachtens artikel 6:1 van de APV wordt overtreding van onder meer artikel 2:25 bestraft met hechtenis of geldboete en eventueel openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Bij constatering van een overtreding wordt in beginsel als volgt gehandeld:

  • 1.

    de vergunninghouder krijgt een mondelinge waarschuwing / aanzegging en wordt daarbij de gelegenheid geboden om binnen een bepaalde termijn de overtreding, indien mogelijk, ongedaan te maken;

  • 2.

    als de overtreding niet ongedaan gemaakt kan worden dan wel aan de waarschuwing geen gehoor wordt gegeven, wordt zo mogelijk een proces-verbaal opgemaakt;

  • 3.

    als de overtreding wel ongedaan gemaakt kan worden, aan de waarschuwing geen gehoor is gegeven en de overtreding voortduurt wordt het evenement stilgelegd.

Sanctieoverzicht

Voor de handhavingstrategie bij evenementen is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen controle vooraf, controle tijdens en controle na evenementen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven welke controleaspecten er in de verschillende stadia aan de orde zijn en welke sanctiestrategie daar bij hoort. Ook het evaluatiemoment is een belangrijk middel om overtreders aan te pakken. Deze tabel dient als richtlijn. In voorkomende gevallen kan hier van worden afgeweken.

Moment van controle 

Soort overtredingen 

Aanpak 

Vooraf het evenement

Opbouwtijden en -regels

Veiligheidsaspecten

Evenementenopstelling

Overig

In deze fase wordt gelegenheid geboden om de zaken in orde te brengen. Wanneer niet wordt voldaan, kan het evenement in beginsel geen doorgang vinden. Een en ander wordt meegenomen in de evaluatiefase.

Tijdens het evenement

Begin- en eindtijd

Geluid

Overig

In deze fase wordt een waarschuwing gegeven met termijn waarbinnen de overtreding moet zijn opgeheven. Wanneer de overtreding onomkeerbaar is of voldoende ernstig kan direct een proces verbaal worden opgelegd. Wordt hieraan niet voldoende gehoor gegeven dan volgt altijd een proces verbaal met tweede waarschuwing. Eveneens kan een proces verbaal worden opgelegd wanneer geen gehoor wordt gegeven aan een ambtelijk bevel. Wordt hieraan wederom niet voldoende gehoor gegeven dan kan in het uiterste geval zo nodig stilleggen van het evenement volgen. Een en ander wordt meegenomen in de evaluatiefase.

Na het evenement

Afbouwtijden en -regels

Er wordt eerst een waarschuwing gegeven met termijn waarbinnen de overtreding moet zijn opgeheven. Wanneer de overtreding onomkeerbaar is of voldoende ernstig kan direct een proces verbaal worden opgelegd.

Een en ander wordt meegenomen in de evaluatiefase.

Evaluatiemoment

 

In deze fase wordt na het evenement bezien of overtredingen consequenties moeten hebben voor vergunningverlening bij toekomstige evenementen. Dit is van belang voor (periodiek) terugkerende evenementen of evenementen die door dezelfde organisator worden georganiseerd. Wanneer de vergunninghouder zich bij het ene evenement niet voldoende aan de regels houdt, kan ervoor worden gekozen om voor het volgende evenement geen vergunning of een beperktere vergunning te verlenen. Ook reeds afgegeven vergunningen voor toekomstige evenementen kunnen om deze reden worden ingetrokken.

In ieder geval wordt van deze mogelijkheden gebruik gemaakt wanneer een overtreding van de geluidsnorm > 10 dB(A) is gemeten, wanneer (herhaaldelijk) aan aanwijzingen van gemeentewege niet of niet voldoende gehoor wordt gegeven, wanneer opbouw- en afbouwtijden buiten het daarvoor bestemde tijdvak worden verricht terwijl het overlastgevende activiteiten betreft en / of wanneer de eindtijd van overlastgevende evenementen met meer dan een 20 minuten wordt overschreden. Een en ander laat onverlet de bevoegdheid om ook in andere gevallen consequenties te verbinden aan overtredingen in de zin zoals hierboven omschreven.

Deel II Eisen en aandachtspunten

Naast de vergunningprocedure is het van belang nadere eisen te stellen aan (de organisatie van) evenementen. Zo dient er rekening gehouden te worden met openbare orde, milieuvoorschriften en veiligheidseisen. In dit hoofdstuk worden alle aanvullende eisen en aandachtspunten besproken.

1. Bevoegdheden verantwoordelijkheden

De burgemeester heeft de bevoegdheid regels te geven en beleid te maken op het gebied van evenementen. De burgemeester is op grond van artikel 174 lid 2 Gemeentewet bevoegd bij de uitoefening van toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen, bevelen te geven die voor de bescherming en veiligheid en gezondheid nodig is.

Bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvoor, is de burgemeester op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet bevoegd bevelen te geven die hij noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde. Om de veiligheid voor de bezoekers en omwonenden te waarborgen, neemt de gemeente voorwaarden in de vergunning op waaraan de organisator zich dient te houden. Deze voorwaarden worden door de gemeente gecontroleerd en gehandhaafd.

De organisator is verantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement. Hij moet instaan voor veiligheid van de bezoekers, regelen van de verkeer toestroom, communicatie naar bezoekers, omwonenden en andere belanghebbenden en de overlast zoveel mogelijk beperken.

Het bewaken van de orde op en rond het evenemententerrein is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de organisator zelf. De politie is in beginsel terughoudend in haar optreden tijdens evenementen. Bij grote evenementen wordt – naast het bevoegde beveiligingspersoneel van de evenementenorganisatie – doorgaans ook (extra) politie ingezet om de orde op en rond het evenemententerrein te bewaken en hulp te bieden aan het evenementenpubliek. De politie is onder gezag van de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde en het verlenen van hulp aan hen die dat nodig hebben (artikel 2 juncto 12 Politiewet 1993).

2. Wat is een evenement?

Het wettelijk kader voor evenementen is in de eerste plaats te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening. De voornaamste basis voor een evenement is vervat in de artikelen 2:24 (begripsomschrijving) en 2:25 (basis artikel). Op grond van artikel 2:25 is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. De Algemene Plaatselijke Verordening beschrijft een evenement als: “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak”. Hierop wordt een aantal uitzonderingen gemaakt, bijvoorbeeld voor de reguliere markt op zaterdag of bioscoopvoorstellingen.

Categorieën Evenementen

Evenementen worden in categorieën ingedeeld, op basis van de risico’s die samenhangen met een evenement. Mede op basis van de categorisering wordt bepaald wat de organisator aan informatie moet aanleveren voor het evenement en wie de gemeente betrekt bij de advisering, bijvoorbeeld politie, brandweer of de afdeling mobiliteit van de gemeente.

De gemeente stelt vast onder welke categorie het evenement valt. Om te bepalen in welke categorie een evenement valt hanteert de gemeente de methodiek van risicoclassificatie van de Veiligheidsregio Zeeland. Hierin wordt bijvoorbeeld gekeken naar aantallen bezoekers, locatie, doelgroepen bereikbaarheid voor hulpdiensten;

Goes kent de volgende categorieën evenementen;

  • -

    Meldingsplichtig evenement/ O-evenmenten

  • -

    Vergunningsplichtige evenementen:

    • Categorie A: regulier evenement

    • Categorie B: aandachtsevenement

    • Categorie C: risico-evenement

Meldingsplichtige evenementen

Een meldingsplichtig evenement is een evenement dat voldoet aan de criteria genoemd in artikel 2:25, tweede lid, van de APV. Meldingsplichtige evenementen zijn kleinschalige eendaagse evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpdiensten is vereist. Voor deze evenementen hoeft geen vergunning aangevraagd te worden, maar volstaat een melding. Straatbarbecues kunnen hier bijvoorbeeld onder vallen

Voor een meldingsplichtig evenement hoeft zoals de naam al zegt geen vergunning te worden aangevraagd, maar kan worden volstaan met een melding (minimaal vijftien werkdagen van tevoren). De burgemeester kan binnen tien werkdagen na ontvangst van de melding besluiten om het te organiseren kleine evenement te verbieden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

Voor meldingsplichtige evenementen geldt geen maximumstelsel, vanwege het kleinschalige karakter en daardoor relatief geringe overlast voor omwonenden.

Vergunningsplichtige evenementen

Voldoet een evenement niet aan de criteria als bedoeld in artikel 2:25, tweede lid, van de APV, dan valt het onder de categorie vergunningsplichtige evenementen.

Categorie A: Regulier evenement

Het gaat hier om kleine evenementen die niet voldoen aan de voorwaarden voor een melding, maar waarbij niet verwacht wordt dat het evenement leidt tot risico’s voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Ook hoeven geen maatregelen genomen te worden door gemeente of hulpdiensten.

Categorie B: Aandachtsevenement

Dit zijn evenementen die risico’s met zich mee kunnen brengen voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Een dergelijk evenement kan maatregelen en voorzieningen vragen van bijvoorbeeld politie of gemeente om die risico’s te beheersen. Het kan zijn dat de organisator een veiligheidsplan, een gezondheidsplan of een mobiliteitsplan op moet stellen.

Categorie C: Risico evenement

Dit zijn evenementen die risico’s met zich meebrengen voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. Gemeente en hulpdiensten treffen maatregelen om risico’s zoveel mogelijk te beperken en/of de schadelijke gevolgen van incidenten te beperken. Voor evenementen die in deze categorie vallen moet de organisator een veiligheidsplan, een gezondheidsplan en een mobiliteitsplan op te stellen. Indien er sprake is van een C-Evenement vraagt de gemeente om een integraal advies aan de Taakgroep Grote Evenementen (TGE) van Veiligheidsregio Zeeland. De TGE is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende hulpdiensten, gemeente, meldkamer, crisiscommunicatie en informatiemanagement. In aanwezigheid van de organisator en de gemeentelijk projectleider wordt door de TGE een risicoanalyse uitgevoerd op basis van het Regionaal Risicoprofiel. Aan de hand van deze risicoanalyse en het integraal advies wordt door de gemeente het risicobeleid voor het evenement vastgesteld waarop de organisator zich moet prepareren door het treffen van tegenmaatregelen.

3. Vergunning aanvragen?

Voor het organiseren van een evenement is het van belang om in een vroeg stadium contact op te nemen met de gemeente. De voorbereidingen voor het evenementenseizoen starten namelijk al in oktober voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt, met het opstellen van een evenementenkalender.

Reservering evenementenkalender

In oktober krijgen de voor de gemeente ‘bekende’ organisatoren een brief met een uitnodiging zich aan te melden voor de evenementenkalender. De aanmeldingen worden bekeken op knelpunten (bijvoorbeeld meerdere risicovolle evenementen op één dag). De kalender wordt in december op gesteld door gemeente. Een plek op de agenda is overigens enkel een reservering voor een evenement en zegt niets over de vraag of een evenement daadwerkelijk een vergunning krijgt.

De aanvraag

Het is de verantwoordelijkheid van de organisator om de aanvraag voor de vergunning compleet te maken. Daarnaast staat op het aanvraagformulier aangegeven welke zaken ingediend moeten worden. Het aanvraagformulier is te vinden op de website van de gemeente www.goes.nl, via het digitaal loket: evenementenvergunning aanvragen.

In sommige gevallen zal een organisator een veiligheids- n/of mobiliteitsplan in moeten dienen. Op het moment dat de vergunningaanvraag wordt ingediend, dienen deze plannen getoetst en goedgekeurd te zijn door de betreffende afdeling van de gemeente of hulpdienst. Als een multidisciplinair veiligheidadvies nodig is, wordt het veiligheidsplan in een integraal overleg met politie, brandweer en GHOR voorbereid en vastgesteld. De vergunningverlener is het aanspreekpunt voor de organisator voor wat betreft de afstemming met de verschillende afdelingen en diensten.

Naast de evenementenvergunning kunnen er andere besluiten of producten aan de orde zijn, bijvoorbeeld een verkeersbesluit, afstemming met de provincie of andere gemeenten. De vergunningverlener zorgt voor afstemming tussen deze verschillende besluiten en producten.

Termijnen en indieningsvereisten

A-evenementen

Bij een A evenement moet de organisator uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag indienen. Op het aanvraagformulier staat aangegeven welke gegevens aangeleverd moeten worden bij de vergunningaanvraag. Zo moet altijd een tekening van het evenemententerrein aangeleverd worden. Deze moet er als volgt uit zien:

Een plattegrond schaal 1:500, waarop staat aangegeven:

  • -

    Grens evenemententerrein

  • -

    Grens aanliggende bebouwing

  • -

    Podium met speelrichting i.v.m. geluid (indien een geluidontheffing noodzakelijk is)

  • -

    Bak- en braadkramen (i.v.m. afstand tot brandgevaarlijke objecten)

  • -

    Objecten (tenten) waar meer dan 50 personen in verblijven; ten aanzien van deze objecten wordt aanvullend de volgende informatie gevraagd:

    • Plattegrond, vooraanzicht en zijaanzicht (1:100)

    • Details van aansluitingen, koppelingen, stabiliteitsverbanden ect. (1:20 of 1:10).

B en C evenementen

Bij een B en C evenementen moet de organisator uiterlijk 12 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag indienen. Evenementen die in de periode 15 juni tot en met 15 september worden gehouden en waarbij politie inzet is vereist dienen vóór 1 november van het voorgaande jaar worden aangevraagd/aangemeld. Tijdens deze maanden wordt er regionaal een groot beroep gedaan op de inzet van politie. Het gaat met name om evenementen waarbij de openbare orde en veiligheid in het gedrang kunnen komen. Op het aanvraagformulier staat aangegeven welke gegevens aangeleverd moeten worden bij de vergunningaanvraag. Zo moet altijd een tekening van het evenemententerrein aangeleverd worden

Een plattegrond schaal 1:500, waarop staat aangegeven:

  • -

    Grens evenemententerrein, begrenzing publieksgedeelte

  • -

    Grens aanliggende bebouwing

  • -

    Podium met speelrichting i.v.m. geluid

  • -

    Bak-en braadkramen (i.v.m. afstand tot brandgevaarlijk objecten)

  • -

    Objecten (tenten) waar meer dan 50 personen in verblijven, ten aanzien van deze objecten wordt aanvullend de volgende informatie gevraagd:

    • Plattegrond, vooraanzicht en zijaanzicht (1:100)

    • Nooduitgangen en vluchtroutes (1:100)

    • Details van aansluitingen, stabiliteitsverbanden etc. (1:10)

  • -

    Overige objecten

  • -

    Calamiteitenroutes, EHBO-posten, in en uitgangen, nooduitgangen

Indien een veiligheidsplan, gezondheidsplan of mobiliteitsplan vereist is kunnen nadere gegevens gevraagd worden. Ook in het kader van crowdmanagement kunnen nadere gegevens gevraagd worden.

Besluit

Een beschikking voor de evenementenvergunning wordt opgesteld. Daarin is opgenomen dat goedgekeurde plannen onderdeel zijn van de vergunning. Dat betekent dat de organisator het evenement moet organiseren conform deze plannen en er ook gecontroleerd kan worden op inzet van de maatregelen die in de plannen opgenomen zijn om de risico’s te beheersen. Daarnaast kan het zijn dat er nog voorschriften in de vergunning opgenomen worden waar de organisator zich aan moet houden.

Leges, precario en huur

Voor de behandeling van een evenementenvergunning brengt de gemeente leges in rekening. De tarieven zijn opgenomen in de legesverordening. In de beschikking wordt aangegeven welk tarief gehanteerd wordt. Naast leges wordt precario of huur in rekening gebracht voor het feit dat er gebruik wordt gemaakt van de openbare ruimte. In de evenementenvergunning is doorgaans opgenomen dat het terrein schoon en opgeruimd wordt achtergelaten. Ook voor gebruik van gemeentelijke materialen kan een waarborg gevraagd worden. De gemeente kan besluiten in deze gevallen vooraf een waarborgsom te vragen.

4. Het toetsingskader: hoe wordt een vergunningaanvraag beoordeeld?

Openbare orde en veiligheid

Een te hoge publieksdichtheid bij een evenement brengt een verhoogde kans op incidenten met zich mee. Daarom moet er in de voorbereiding van het evenement een schatting gemaakt worden van het verwachte aantal bezoekers, aan de hand waarvan de organisator maatregelen kan treffen. De combinatie van een grote groep personen op een beperkte ruimte in een korte tijdsbestek kan leiden tot risico’s voor de openbare orde en veiligheid. Bij incidenten moet het publiek in staat zijn om te vluchten. Incidenten kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door weersomstandigheden, door aanwezigheid van specifieke doelgroepen die de orde verstoren, door brand/explosie of constructieve defecten. Een incident kan aanleiding zijn tot paniek in de menigte, wat tot een verergering van het incident leidt. En gebruik van alcohol en drugs tijdens evenementen kan bijvoorbeeld versterkend werken bij het ontstaan van verstoringen van de openbare orde.

Bewaking/beveiliging

De organisator moet zorgen voor voldoende toezicht. Afhankelijk van de aard van het evenement kunnen vrijwilligers dit toezicht uitoefenen, of huurt de organisator een (door de minister van Justitie erkend) professioneel beveiligingsbedrijf in. De gemeente kan bepalen dat het beveiligingsbedrijf in samenspraak met de handhaver van de gemeente een beveiligingsplan opstelt. Wanneer noodzakelijk kan er advies ingewonnen worden bij de politie. De norm is dat er 1 toezichthouder op 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers moet zijn. Van deze norm kan de gemeente (vergunningverlener) – op advies van de politie en de brandweer – afwijken als de aard van het evenement dit vereist of toelaat.

Tijdens het evenement moet de vergunninghouder of een door hem aangewezen leidinggevende op het evenemententerrein aanwezig zijn. Hij is het aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten. De organisator moet te allen tijde aanwijzingen van de politie, brandweer en gemeente opvolgen. Niet opvolgen van de aanwijzingen kan ertoe leiden dat de burgemeester het evenement stillegt (art. 5.24 lid 5 Awb, art. 175 Gemeentewet (noodbevel)). Deze bevoegdheid zal pas gebruikt worden in noodsituaties.

Toegangscontrole

Voor de veiligheid op het evenemententerrein kan het van belang zijn dat de organisator het aantal bezoekers reguleert met het uitdelen of verkopen van toegangskaarten. Het werken met toegangskaarten vereist dat de toegangscontrole goed is georganiseerd. In de vergunningvoorwaarden is opgenomen hoeveel bezoekers er maximaal zijn toegestaan.

Veiligheidsplan

De organisator is verantwoordelijk voor het veiligheidsmanagement bij het evenement, bij B- en C- evenementen moet de organisator daarom een veiligheidsplan opstellen.

Het veiligheidsplan wordt ter goedkeuring aan de gemeente en hulpdiensten voorgelegd en dient als basis voor de risicoanalyse en het integraal advies van de TGE.

Het veiligheidsplan voorziet in de maatregelen die de organisator neemt bij het voorkomen en afhandelen van kleine incidenten. Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt een van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan de regionale crisisorganisatie worden opgestart, waarbij de burgemeester het opperbevel voert.

In het plan is in elk geval aandacht voor:

  • -

    Identificatie van de risico’s (bijvoorbeeld vechtpartijen, paniek in de menigte, overcrowding van de evenementlocatie, aan- en afvoerproblemen, overmatig alcohol- of drugsgebruik, massale ordeverstoring, onwel worden in de massa, vuurwerk) en de invloed van deze incidenten op de publieksstromen;

  • -

    Maatregelen en acties die deze risico’s beperken of uitsluiten, zoals juiste programmering, voorlichting, mobiliteitsplan, alcohol- of drugsregime, voorzieningen voor geneeskundige hulpverlening (daarbij rekening houdend met de mensenmassa);

  • -

    Crowdmanagement, (het leiden van bezoekers in een bepaalde richting zonder afsluitingen, dwangmiddelen enz.), crowdcontrol (het leiden van bezoekers met afsluitingen, dwangmiddelen en gedeeltelijke ontruiming);

  • -

    Calamiteitenroutes en vluchtwegen;

  • -

    Evacuatieplan, beëindiging van het evenement;

  • -

    Afspraken tussen organisator en hulpdiensten; o.a. over taken en verantwoordelijkheden van partijen bij opschaling.

Bereikbaarheid hulpdiensten en vluchtwegen

In geval van een incident dienen de hulpdiensten snel het evenemententerrein te kunnen bereiken en op het terrein zich ook snel te kunnen verplaatsen. Als het terrein waarop het evenement plaatsvindt in slechte staat is, kan de gemeente verlangen dat er rijplaten worden neergelegd.

  • -

    Hierbij dient de organisator rekening te houden met de volgende factoren:

  • -

    Doorrijdbreedte voor hulpverleningsvoertuigen is minimaal 3,5 meter;

  • -

    Minimale doorrijhoogte 4,20 meter;

  • -

    Toegangen tot belendende percelen mogen niet worden geblokkeerd;

  • -

    Gewone uitgangen en nooduitgangen van gebouwen moeten worden vrijgehouden. Bij de inrichting van het evenemententerrein moet de organisator ook zorgen dat het publiek ingeval van een incident het terrein zo snel en veilig mogelijk kan verlaten. Daarom moeten er voldoende en duidelijk gemarkeerde vluchtwegen zijn. Het aanwezige personeel moet bovendien goede instructies krijgen over de vluchtroutes. De gemeente en hulpdiensten stellen de inrichting van het evenemententerrein, de vluchtwegen en de calamiteitenroutes vast. Bij grote evenementen ook rekening worden gehouden met locaties waar ambulances (kunnen) komen te staan. De hulpdiensten moeten ongehinderd ter plaatse kunnen komen, bij voorkeur over wegen die niet door ander verkeer en voetgangers wordt gebruikt.

Mobiliteit

Evenementen zijn vaak van invloed zijn op de doorstroming van het verkeer. Dit geldt niet alleen voor de grotere evenementen, maar ook - afhankelijk van het tijdstip, locatie en bezoekers - voor kleinere B evenementen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om (delen van) wegen af te sluiten, parkeerverboden in te stellen of verkeer om te leiden. Ook kan door het grote aantal bezoekers de verkeersdoorstroming gestremd raken of leiden tot extra parkeerdruk.

Als er risico’s op het terrein van mobiliteit zijn (dit kan op terrein van openbaar vervoer, auto of fietsverkeer zijn), dan moet de organisator maatregelen nemen om de bereikbaarheid voor bezoekers, omwonenden en hulpdiensten te waarborgen. Bij elk evenement, hoe groot of klein ook, is het aan de organisator om na te denken over mogelijke gevolgen voor mobiliteit. De verantwoordelijkheid voor de bereikbaarheid van een evenement, de verkeersveiligheid en het beperken van de verkeershinder ligt tenslotte bij de organisator.

Gevolgen voor verkeer beperken

In een mobiliteitsplan worden kansen, knelpunten en sturing op mobiliteit, bereikbaarheid en verkeersveiligheid bij een evenement beschreven. Welke onderwerpen terug moeten komen in het mobiliteitsplan en in hoeverre zij uitgewerkt dienen te zijn, wordt bepaald aan de hand van de risico’s die samenhangen met het evenement; op basis van de grootte van het evenement, de locatie, de doelgroep en mogelijk nog andere factoren.

Het volgende kan aan de orde zijn:

In algemene zin een beschrijving van de impact die het evenement heeft voor het verkeer en welke maatregelen nodig zijn voor beheersing van de risico’s, bijvoorbeeld:

  • -

    Maatregelen ten aanzien van verkeerscirculatie; een bebordingsplan, de inzet van verkeersregelaars en eventueel evenementenregelaars en de inrichting en organisatie van een commandopost.

  • -

    Beschrijving maatregelen in verband met parkeren, inclusief het informeren van de bezoekers van het evenement, evenals de omwonenden en andere belanghebbenden over de verkeersmaatregelen

  • -

    Beschrijving van hoe de verkeersoverlast beperkt wordt door voorzieningen voor fietsers, overleg met de hulpdiensten, Connexxion en/of NS, en hoe voldoende informatie hierover verschaft wordt vóór en tijdens het evenement.

  • -

    Beschrijving van hoe de maatregelen worden uitgevoerd; wie verantwoordelijk is voor welke acties, hoe over de maatregelen wordt gecommuniceerd, wat de kosten zijn van de maatregelen en bij terugkerende evenementen; hoe de maatregelen zullen worden geëvalueerd.

Daarnaast behoort tot de verantwoordelijkheid van de organisator:

  • -

    Het in overleg met de gemeentelijk wegbeheerder daadwerkelijk plaatsen van hekken en borden en het tijdig verwijderen daarvan;

  • -

    Afstemmen met hulpdiensten en openbaar vervoerbedrijven;

  • -

    Communiceren over verkeersconsequenties;

  • -

    Vermelden van mogelijkheden van openbaar vervoer aan bezoekers.

RVV-ontheffing

Als een organisator of leverancier voor het evenement het afgesloten voetgangersgebied buiten de venstertijden wenst in te rijden, dan is daarvoor een RVV inrijd ontheffing nodig. Dit is ook vereist voor het daadwerkelijk parkeren buiten de daartoe aangewezen plaatsen in het stadscentrum.

Evenementen verkeersregelaars

Evenementen verkeersregelaars worden ingezet om de verkeersveiligheid te waarborgen. Een evenementenverkeersregelaar is een vrijwilliger die bij evenementen bevoegd is het verkeer te regelen. Hiervoor is een aanwijzing door de gemeente nodig. Voorafgaand aan de aanwijzing moet een e-learningstoets worden gedaan en voltooid. Er bestaat een aanwijzing voor één jaar of voor één evenement. Bij een aanstelling voor één jaar ontvangt u een pas. Bij een aanstelling voor één evenement ontvangt u een brief van de gemeente. De inzet van (evenementen)verkeersregelaars is gekoppeld aan het vergunningsplichtig zijn van het evenement. Voor het organiseren van een evenement moet er dan ook een vergunning aanvragen, waarbij de routes, de locaties van de evenementenverkeersregelaars en het aantal regelaars per locatie zijn vermeld in een verkeersplan.

Is er geen sprake van een evenement, dan moeten er beroepsregelaars inzetten.

De evenementenorganisator is verantwoordelijk voor de inzet van verkeersregelaars en zoekt contact met de vrijwilligers die tijdens het evenement verkeersregelende taken uit gaan voeren. Het aantal benodigde verkeersregelaars verneemt de organisator van de gemeente, op advies van Verkeer en Politie.De organisator vraagt voor het aantal verkeersregelaars een code aan bij de Stichting Verkeersregelaars Nederland (SVNL) waarmee op de website www.verkeersregelaarsexamen.nl een e-learningstoets kan worden gedaan. De organisator heeft voor de registratie van het evenement een verklaring nodig van de gemeente. Deze verklaring kan het bewijs van ontvangst zijn of de verleende evenementenvergunning. De code geldt voor het opgegeven aantal verkeersregelaars en is 4 weken geldig.

Brandveiligheid en constructieve veiligheid van objecten

De veiligheidsregio zeeland (VRZ) adviseert op het gebied van brandveiligheid. Voor een aantal onderwerpen zijn of worden voorschriften opgesteld door de (VRZ). Voor grotere evenementen (B en C evenementen) wordt er door de VRZ conform het uitvoeringskader interdisciplinaire advisering en coördinatie grote evenementen, een maatwerk advies uitgebracht door de Taakgroep Grote Evenementen (TGE).

Besluit brandveilig gebruik van overige plaatsen

Op 1 januari 2018 is het landelijke Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen in werking getreden. Dit besluit geeft regels over de brandveiligheid bij activiteiten waar niet op basis van bijvoorbeeld bouw- of milieuregelgeving brandveiligheidsvoorschriften gelden.

Organisatoren van bijeenkomsten en evenementen in de open lucht of in tijdelijke bouwwerken zijn verantwoordelijk voor de brandveiligheid en basishulpverlening. De organisator moet ervoor zorgen dat aan de eisen uit het Besluit voldaan wordt. In een aantal gevallen moet de activiteit vooraf gemeld worden bij de gemeente. Deze gebruiksmelding is verplicht wanneer een activiteit wordt organiseert waarbij:

  • ◻︎

    In een tijdelijke verblijfsruimte bedrijfsmatig of voor verzorging nachtverblijf wordt geboden aan meer dan 10 personen

  • ◻︎

    In een tijdelijke verblijfsruimte verzorging wordt geboden aan meer dan 10 personen onder 12 jaar of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen; of

  • ◻︎

    Er een tijdelijke verblijfsruimte op het terrein aanwezig is die bestemd is voor meer dan 150 personen

  • ◻︎

    U de brandveiligheid op een andere manier wilt regelen dan door toepassing van de concrete voorschriften van het Besluit door een gelijkwaardige oplossing

Richtlijn constructieve veiligheid

In het kader van een landelijk uniforme en integrale benadering van constructieve veiligheid op evenementen is door het Centraal Overleg Bouwconstructies van de de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland een richtlijn opgesteld. In deze richtlijn is de constructieve veiligheid van objecten die op evenementen worden gebruikt, zoals podia, tribunes, tenten en decorschermen opgenomen Aan deze richtlijn zal getoetst worden bij het afgeven van evenementen vergunningen.

Gezondheid en hygiëne

Bureau GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) van de Veiligheidsregio Zeeland adviseert de gemeente over de geneeskundige risico’s van publieksevenementen (B en C evenementen) en de benodigde maatregelen om publieksevenementen vanuit het gezondheidsperspectief goed te laten verlopen. De GHOR zorgt ervoor dat de verschillende geneeskundigde diensten (ambulance, GGD, Rode Kruis etc.) op het moment van een ongeval of ramp als één organisatie kunnen functioneren. Uitgangspunt is dat onder alle omstandigheden een goede kwaliteit van medische hulpverlening is gewaarborgd.

Hygiëne/gezondheid-algemeen

De hygiënerichtlijnen voor Publieksevenementen van het LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid) kan worden gehanteerd bij evenementen. Het uitgangspunt voor de hygiënerichtlijnen bij een groot evenement is dat er speciale voorzieningen getroffen moeten worden en dat die voorzieningen van tijdelijke aard zijn.

EHBO

Bij grote risicovolle evenementen (B of C) en elk evenement dat door de gemeente als risico evenement is bestempeld kan afhankelijk van de aard en omvang van het evenement EHBO-posten vereist zijn. Ook kan de vergunningverlener als voorwaarde stellen dat hulpverleners met specifieke expertise aanwezig zijn (b.v. bekend met de gevaren van alcohol- en drugsgebruik).

Drinkwatervoorzieningen

Bij evenementen zijn ook drinkwaterputten vereist. Bij sommige evenementen (dance-, pop- en sportevenementen) leveren mensen in relatief korte tijd een grote inspanning in een soms zeer prikkelende omgeving, waardoor een verhoogd gevaar voor uitputting en uitdroging ontstaat. De organisatie van een dergelijk evenement moet zorgen voor voldoende watertappunten waar gratis schoon leidingwater beschikbaar is.

Toiletten/sanitaire voorzieningen

Op het evenemententerrein moeten voldoende toiletten aanwezig zijn. Op 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers is het wenselijk ten minste één toilet te plaatsen.

Chill-out

Bij bepaalde evenementen, zoals dance-, pop- en sportevenementen, is de aanwezigheid van een chill-out ruimte gewenst. De chill-out ruimte moet aan specifieke eisen met betrekking tot omvang, temperatuur, geluid- en lichtniveau voldoen. Meestal wordt de Chill-out naast de EHBO-post gesitueerd.

Weersomstandigheden

Indien tijdens het evenement sprake is van “extreme” weersomstandigheden kan extra aandacht voor gezondheid en hygiëne noodzakelijk zijn. Tijdens een hittegolf zal het bijvoorbeeld lastig zijn om eet- en drinkwaren op de juiste temperatuur te houden. Bij extreme kou kunnen waterleidingen bevriezen en bestaat de kans op onderkoeling voor bezoekers. Het weer is drie dagen voor aanvang van het evenement redelijk goed te voorspellen. In deze periode kan op last van de hulpdiensten aanvullende maatregelen getroffen worden door de organisator.

Overige bepalingen

Wet milieubeheer

Veel evenementen worden (mede) georganiseerd door bedrijven die onder de werkingsfeer vallen van de Wet milieubeheer. Activiteiten die door deze individuele ondernemers binnen de inrichting worden georganiseerd moeten behoren tot de reguliere exploitatie. Past het evenement niet in de gebruikelijke exploitatie, dan moet er een evenementenvergunning en een vergunning / melding voor tijdelijk ander gebruik van het bouwwerk aangevraagd worden.

Inrichting vallend onder het Activiteitenbesluit

Valt een inrichting onder het Activiteitenbesluit dan vallen evenementen behorende bij deze inrichting onder de zogenaamde festiviteitenregeling (artikel 2.21 Activiteitenbesluit). In dat artikel is er voor festiviteiten binnen de inrichting een ontheffingsmogelijkheid op het toetsen aan de geluidsnormen. Het aantal keren dat een inrichting een individuele festiviteit mag organiseren moet in een gemeentelijke verordening (APV) worden vastgelegd, maar mag op basis van artikel 2.21, lid 1 onder b Activiteitenbesluit en op grond van het bepaalde in de APV niet meer dan 12 keer per jaar plaatsvinden. In de APV van Goes is dit opgenomen in artikel 4:3. De melding van een incidentele festiviteit (kennisgeving) moet minimaal drie weken voor aanvang van de festiviteit bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend. Op dagen welke zijn aangemerkt als collectieve festiviteit moet de muziek (hoger dan de geldende geluidsnorm) uiterlijk om 02.00 uur worden beëindigd.

In de festiviteitenregeling (artikel 2.21 Activiteitenbesluit) is ook geregeld dat voor collectieve festiviteiten, zoals carnaval en kermis (mits aangewezen in een gemeentelijke verordening) de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit niet gelden. De bevoegdheid voor het aanwijzen van deze dagen is op grond van de APV neergelegd bij het college van burgemeester en wethouders. Op grond van dit artikel kunnen er collectieve festiviteit worden aangewezen. Deze dagen worden voor aanvang van het kalenderjaar door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Op deze dagen moet de muziek (hoger dan de geldende geluidsnorm) uiterlijk om 01.45 uur worden beëindigd.

Vergunningplichtige inrichtingen

Evenementen van een vergunningplichtige inrichting die in lijn zijn met de normale bedrijfsvoering (bijvoorbeeld een popconcert door een horecagelegenheid) kunnen gereguleerd worden in de vergunning als incidentele activiteiten (gebaseerd op paragraaf 5.3 van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening). Evenementen die niet vallen onder de reguliere bedrijfsvoering van een inrichting (meestal de niet horeca-inrichtingen) zoals een personeelsfeest of een open dag van bijvoorbeeld een metaalbewerkingsbedrijf daarvoor zal een evenementenvergunning en een vergunning / melding voor tijdelijk ander gebruik van het bouwwerk moeten worden aangevraagd.

Zeelandhallen

De Zeelandhallen beschikt over accommodaties die geschikt zijn voor het houden van (inpandige) evenementen. Voor het houden van evenementenactiviteiten is een milieuvergunning en Gebruiksmelding aanwezig. Zo zijn er verschillende opstellingsplannen van evenementen op de inrichting van toepassing. Bij evenementen op het parkeerterrein moet altijd een evenementenvergunning worden aangevraagd. Met de Zeelandhallen is in overleg met de politie en gemeente overeengekomen dat alleen voor de evenementen die niet passen binnen bestaande vergunningen een evenementenvergunning moeten worden aangevraagd. Ook evenementen (lees: dance-evenementen e.d.) waarbij mogelijke verstoring van de openbare orde te zijn verwachten en politie inzet nodig is, is een evenementenvergunning noodzakelijk. Bij evenementen die passen binnen de vigerende vergunningen, moeten n.a.v. de gemaakte afspraken wel voldoende verkeersregelaars en beveiliging aanwezig zijn.

Milieuzorg, geluid en leefbaarheid

Milieuzorg is in toenemende mate van belang bij het organiseren van een evenement. Daarbij kan worden gedacht aan het opruimen/schoonmaken van het evenemententerrein, het zorgdragen voor afvalvoorzieningen, het geluid, de energie- en watervoorziening. Het doel van de (eventueel) te stellen voorwaarden is de beperking van de overlast voor de directe woon- en leefomgeving. Aandachtspunten bij de beoordeling van de aanvraag om een evenementenvergunning zijn afval(preventie),bodem en groen, flora en faunawetgeving, geluid en geluidshinder, energie en water.

Kamperen

Bij sommige meerdaagse (sport)evenementen wordt een kampeerterrein ingericht voor de bezoekers die in tenten of caravans overnachten. Dit is alleen toegestaan wanneer er vooraf door de gemeente toestemming is verleend voor het houden van een tijdelijke camping en voldaan wordt aan de voorwaarden zoals deze in de APV zijn opgenomen, in afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen. De voorwaarden die gesteld worden aan het inrichten van een kampeerterrein en het overnachten in tenten en andere recreatieve voertuigen zoals caravans, zullen door de vergunningverlener in de vergunning worden opgenomen. Zie Handreiking “Evenementen en Brandveiligheid” voor de brandveiligheidsvoorschriften voor overnachting op niet kampeerterreinen

Attractie- en speeltoestellen

Bij het plaatsen van attractie- en speeltoestellen moet worden voldaan aan de gestelde eisen in het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen. De veiligheid van speeltoestellen en attractietoestellen is geregeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). In dit besluit worden onder andere eisen gesteld aan de veiligheid en aan het beheer van speeltoestellen en attractietoestellen in de openbare ruimte al dan niet permanent geïnstalleerd.

Activiteiten in de lucht

Op grond van de Wet luchtvaart is het verboden met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen buiten een luchthaven. Het is wel mogelijk hiervoor een ontheffing aan te vragen op basis van artikel 8a.51 Wet luchtvaart. Deze ontheffing 'tijdelijk en uitzonderlijk gebruik' (TUG) kan aangevraagd worden bij Provincie Zeeland. De ontheffing is bedoeld voor incidentele luchtvaartactiviteiten, zoals het landen/starten van helikopters en het opstijgen van luchtballonnen. Voor bepaalde categorieën luchtvaartuigen geldt het verbod niet. Dit zijn onder meer vaste luchtballonnen, valschermen, landende zweefvliegtuigen en landende vrije luchtballonnen.

Vuurwerk

Bij evenementen wordt regelmatig vuurwerk afgestoken. Het afsteken van vuurwerk op andere dagen van het jaar dan tijdens de jaarwisseling is mogelijk, maar aan strikte voorwaarden verbonden Afhankelijk van de soort, hoeveelheid en kalibers vuurwerk moet het bedrijf dat de ontbranding verzorgt daarvan bij de provincie Zeeland melding doen of vergunning aanvragen. Tevens dient het bedrijf dat het vuurwerk tot ontbranding brengt te beschikken over een toepassingsvergunning verleend door de provincie waar het vuurwerkbedrijf is gevestigd.

Kanspelen

Om een klein kansspel zoals bingo te mogen organiseren moet aan een aantal wettelijke voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden staan genoemd in artikel 7c van de Wet op de kansspelen:

  • ◻︎

    het kansspel mag alleen worden georganiseerd door een Nederlandse vereniging die minimaal driejaar bestaat;

  • ◻︎

    deze vereniging moet krachtens zijn statuten een duidelijk omschreven doel beogen te dienen. Het doel van de vereniging mag niet het organiseren van kansspelen zijn;

  • ◻︎

    de prijzen en premies in geld of goederen die kunnen worden gewonnen mogen niet hoger zijn dan € 400,- per serie of set en de gezamenlijke waarde mag niet meer bedragen dan € 1.500,- per bijeenkomst;

  • ◻︎

    de bijeenkomst moet minimaal 14 dagen van te voren worden gemeld aan de burgemeester en wethouders van de gemeente waar de bijeenkomst plaatsvindt. Hierbij moet de locatie en het tijdstip van de bijeenkomst worden gemeld.

Burgemeester en wethouders kunnen de bijeenkomst verbieden of nadere voorschriften stellen.

Evenementen of activiteiten op het water

In het geval evenementen of activiteiten op het water worden georganiseerd, dient de aanvrager tijdig overleg te voeren (of vergunning aan te vragen) bij de betreffende vaarwegbeheerder. De vaarwegbeheerder beoordeelt of het evenement nautisch verantwoord kan plaatsvinden. De regels over de orde op het water zijn vastgelegd in de Gebruikersvoorschriften van de Stichting de Goese Stadshaven en de Scheepvaartwet.

Horeca

Indien er horecaondernemingen op het evenemententerrein aanwezig zijn, handelen deze onder verantwoordelijkheid van de organisator. De organisator houdt dan ook toezicht op o.a. openingstijden van de aanwezige bars/schenkpunten, verstrekken van alcohol aan personen ouder dan 18 jaar en alcoholmatigingsbeleid. Er wordt geen gebruik gemaakt van glaswerk, alle drank wordt geschonken in plastic bekers. Indien van toepassing kan gebruik worden gemaakt van petflessen.

Ontheffing Drank- en Horecawet

Voor het schenken van alcoholische dranken tijdens een evenement is een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet vereist. Alleen zwakalcoholische dranken, dranken met een alcoholpercentage van minder dan 15 vol% (inclusief port, sherry en vermout), mogen met de ontheffing worden geschonken. Sterke drank mag alleen worden verkocht met een drankvergunning vanuit een café of restaurant.

De gemeente kan de ontheffing verlenen voor bijzondere gelegenheden, zoals evenementen. Zij kan dit doen voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen (artikel 35 eerste lid Drank– en horecawet). De aanvrager van de ontheffing is minimaal 21 jaar oud en van goed levensgedrag zijn.

Hij moet toezien op een goede verstrekking van alcohol (b.v. niet schenken aan jongeren onder de 18 jaar; deze leeftijdsgrens moet aangeduid zijn op de plaats waar de alcohol verstrekt wordt).

Voedselveiligheid

De Keuringsdienst van Waren van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) controleert desgevraagd tijdens evenementen (en daarbuiten) of professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren zich houden aan de regels uit de Warenwet. Bij constatering van een overtreding kunnen zij de ondernemer beboeten. Indien de organisator nalatigheid kan worden verweten met betrekking tot de verkochte waren, kan de VWA ook hem een boete opleggen. Particulieren en bedrijven die eet- en drinkwaren aanbieden tijdens evenementen moeten werken volgens een voedselveiligheidsplan. De ondernemer mag het plan zelf schrijven, maar hij kan ook een goedgekeurd plan (een “hygiënecode”) kopen bij een brancheorganisatie. In een hygiënecode staat beschreven waaraan de aanbieder moet voldoen om producten goed en veilig op de markt te brengen, met de wettelijke regels (bijvoorbeeld op het gebied van de inrichting van bereidplaatsen, hygiëne, temperatuurregistratie e.d.).

Evenementenborden

Om bekendheid te geven aan een evenement kan gebruik worden gemaakt van de evenementenborden. Deze borden zijn in beheer bij Stichting Goes Marketing.

Communicatie

Voordat de vergunning voor grote evenementen, of evenementen met potentiële overlast voor omwonenden en belanghebbenden wordt verleend, is de aanvraag gepubliceerd en 6 weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden hebben daarop hun bezwaar en beroep kenbaar maken.

De organisator van het evenement zal direct omwonenden (bedrijven of bewoners) via een brief informeren over de aard en duur van het evenement, de eventueel te treffen verkeersmaatregelen en het indienen van klachten. De afdeling Vergunningen en Handhaving ontvangt een afschrift van deze brief met de daarbij behorende adressenlijst.

Aansprakelijkheid/verzekering

De organisator is ten opzichte van zowel de bezoekers als de gemeente verantwoordelijk voor een goed en ordelijk verloop van het evenement. Om deze aansprakelijkheid te dekken moet de vergunninghouder een afzonderlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.

5. Evaluatie

De grote evenementen worden achteraf geëvalueerd met de organisator. Bij de evaluatie wordt de effectiviteit van de getroffen maatregelen ten aanzien van de risico’s beoordeeld en worden conclusies getrokken die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een nog betere opzet.

Bij ernstige overtredingen zullen bovendien eventuele consequenties voor volgende jaren of andere evenementen worden aangegeven.

De uitkomst van deze evaluatie kan de volgende gevolgen hebben;

  • -

    er is geen beletsel voor een volgende vergunningverlening;

  • -

    er worden andere of strengere voorschriften verbonden aan een vergunning;

  • -

    de wijze van informatievoorziening aan omwonenden wordt aangepast;

  • -

    er worden in de toekomst geen vergunningen meer verstrekt voor het desbetreffende evenement.

Ook eventuele klachten uit de buurt worden meegenomen in de evaluatie. Van de evaluatie wordt een verslag gemaakt, zodat geborgd is dat de evaluatie beschikbaar is bij een volgende editie van het evenement.