Regeling vervallen per 31-12-2022

Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen

Geldend van 01-01-2004 t/m 30-12-2022

Intitulé

Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    project bureau:

    iedere organisatorische eenheid binnen de organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het bestuur heeft.

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken van gegevens en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie:

    het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het beheer van vermogenswaarden;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie:

    het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    financieel beheer :

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen.

  • f.

    rechtmatigheid

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en bestuursbesluiten.

  • g.

    doelmatigheid

    de mate waarin de Gemeenschappelijke Regeling er in slaagt met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • h.

    h. doeltreffendheid

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • i.

    Programma

    Samenhangende verzameling van beleidsinspanningen gericht op het bereiken van bepaalde maatschappelijke effecten.

  • j.

    Indicatoren

    meetbare grootheden die informatie geven over bepaalde processen en de mate waarin de gestelde doelen worden bereikt.

  • k.

    Kasgeldlimiet

    Een bedrag op basis van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de Gemeenschappelijke Regeling bij aanvang van het jaar;

  • l.

    Rente risiconorm

    Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de Gemeenschappelijke Regeling dat bij de realisatie niet mag worden overschreden;

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. Het algemeen bestuur stelt ieder jaar een beleidsplan vast.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt vast:

    • a.

      de te leveren goederen en diensten;

    • b.

      de baten en lasten.

Artikel 3. Producten

Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten aan de programma’s.

Uitvoering

Artikel 4. Uitvoering begroting

  • 1. Het Algemeen bestuur stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

    • a.

      de toedeling van de budgetten en investeringskredieten aan de productraming op grond van de geautoriseerde programmabegroting en de geautoriseerde uiteenzetting van de financiële positie

    • b.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

    • c.

      dat wijzigingen op de oorspronkelijke geraamde lasten en baten in de productenraming geautoriseerd worden door het bestuur, indien deze wijzigingen leiden tot een verandering van de omvang van het programmabudget.

  • 2. Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s, zoals geautoriseerd, in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

    Beheersing en Interne controle

Artikel 5. Interne controle

  • 1.

    Het algemeen bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het bestuur maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het algemeen bestuur draagt zorg voor de regelmatige toetsing van een aantal bedrijfsprocessen, op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, op de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de regelingen. Ieder bedrijfsproces van de GR wordt periodiek getoetst.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het algemeen bestuur neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 6. Jaarstukken

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het bestuur aan:

  • a.

    welke maatschappelijke resultaten zijn bereikt;

  • b.

    welke prestaties zijn geleverd;

  • c.

    welke lasten aan die prestaties verbonden zijn;

  • d.

    hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen (indicatoren).

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden in 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het "Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten", worden afgeschreven overeenkomstig de door het bestuur vastgestelde afschrijvingstermijnen. Afwijking van deze termijnen is slechts gemotiveerd mogelijk bij afzonderlijk besluit. Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.

  • 4.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden, onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij besluit worden afgeweken.

Artikel 8. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de Gemeenschappelijke Regeling verleende diensten.

  • 2.

    Het rentepercentage voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 9. Financieringsfunctie

Het dagelijks bestuur neemt in het treasurystatuut, door het algemeen bestuur op 1 oktober 2003 vastgesteld, de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie.

Artikel 10. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de Gemeenschappelijke Regeling systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 8 jaar.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 11. Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1.

    Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en zo mogelijk een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het bestuur brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s

  • 2.

    Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit aan en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 12. Onderhoud kapitaalgoederen

Het dagelijks bestuur biedt inzicht in het onderhoud openbare ruimte aan in de programmabegroting. De paragraaf geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, riolering, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

Artikel 13. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het bestuur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisico norm;

  • c.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

  • d.

    de rentevisie en

  • e.

    de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 14. Grondbeleid

Het dagelijks bestuur biedt een paragraaf grondbeleid aan in de programmabegroting. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan:

  • a.

    de relatie met de programma’s van de begroting;

  • b.

    de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de G.R.;

  • c.

    aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

  • d.

    de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

  • e.

    de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen;

  • f.

    de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de Gemeenschappelijke Regeling als geheel en in de diensten;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 16. Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen.

Artikel 17. Aanbesteding en inkoop

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking nadat die is bekendgemaakt. De verordening heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2004.

De verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet (oud) wordt geacht op

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen ”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur 21 juni 2006.
de voorzitter, Gosse Noorderwier
de secretaris, Jac Visser