Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2024

Geldend van 30-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2024

De RAAD van de gemeente GULPEN-WITTEM

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023,

gelet op het bepaalde in artikel 223 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen:

de ‘verordening op de heffing en invordering van forensenbelastingen 2024’

(verordening forensenbelastingen Gulpen-Wittem 2024)

Artikel 1 Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

Een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per woning, bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belasting, bedoeld in 1, wordt verhoogd met een percentage van de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld, met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals bedoeld in lid 2, is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 4. De vaststelling van de waarde, zoals bedoeld in lid 3, geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet bedoelde belastingen met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e. van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per woning € 280,-;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde belasting wordt verhoogd met 0,89 % van de waarde als bedoeld in artikel 4, lid 2.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Artikel 9 Aanslaggrens

  • 1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 5. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

  • Bij de invordering van de forensenbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • De ‘verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2023’ van 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangeduid als ‘verordening forensenbelastingen Gulpen-Wittem 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.

de raadsgriffier,

mr. R. Reichrath

de voorzitter,

ing. N.H.C. Ramaekers-Rutjens