Beleidsregels voor- en vroegschoolse educatie Gemeente Vaals 2024-2026

Geldend van 30-12-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor- en vroegschoolse educatie Gemeente Vaals 2024-2026

Kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Vaals.

De gemeente Vaals is verantwoordelijk voor een kwalitatief volwaardig en toegankelijk aanbod voor voor- en vroegschoolse educatie. De beleidsregels VVE zijn opgesteld met de bedoeling om kinderen beter toe te rusten bij de aanvang van het onderwijs, met name in de instrumentele vakken taal en rekenen.

De beleidsregels VVE zijn onderdeel van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en vormen samen met de Lokale Educatieve Agenda als Onderwijs de vierde pijler in het sociaal domein.

Voorwoord

Wethouder Erika Jaegers

De toekomst van de wereld zit vandaag in de klas. Dat is het motto van onze lokale educatieve agenda. Al voordat kinderen naar de basisschool gaan, zijn er kansen om te investeren in de ontwikkeling van het jonge kind. Daarbij hebben we aandacht voor alle kinderen maar specifiek voor kinderen die een risico lopen op onderwijsachterstanden. Dat doen we samen met onze partners en met de ouders van deze kinderen. Met extra aandacht en hulp in het VVE-programma geven we de ontwikkeling van kinderen een boost, zodat ze achterstanden inlopen en met gelijke kansen starten in groep 3. De resultaten van het programma zijn positief. We letten erop dat die kwaliteit hoog blijft door te monitoren en met elkaar scherp en kritisch te kijken naar wat goed gaat en beter kan.

We staan voor integraal beleid. Het VVE-beleid vormt een nadere uitwerking van de beleidslijnen "investeren in het jonge kind" en "taalachterstanden wegwerken" uit de lokale educatieve agenda. Onderwijs zien we daarbij als vierde pijler in het sociaal domein. Gezond, veilig en kansrijk opvoeden en opgroeien, met oog voor talentontwikkeling en welbevinden. De toekomst van vandaag. Voor de jeugd. Voor de volwassenen van morgen.

Inleiding

Eind 2022 loopt de OAB-beleidsperiode 2019-2022 af. Voor de nieuwe beleidsperiode, die start in 2023 en doorloopt tot en met 2026, is deze nieuwe beleidsregel VVE opgesteld, die per 1-1-2024 ingaat.

De beleidsregels bouwen voort op:

  • De evaluatie van de OAB en VVE plannen uit de vorige beleidsperiode

  • De resultaten vanuit de deelname aan de pilot Herijking toezicht VVE (2018)

  • De interne audits (2018)

  • De ervaringen met de beleidsregels VVE 2019-2022

  • De lokale educatieve agenda van de gemeente Vaals

  • Het inspectiekader voor voor- en vroegschoolse educatie.

De werkgroep VVE met vertegenwoordigers uit het werkveld en de gemeente hebben samengewerkt bij het opstellen van deze nieuwe beleidsregels.

Ketenpartners

De volgende ketenpartners werken samen rondom het jonge kind. Zij zijn tevens deelnemer in de werkgroep VVE.

  • Gemeente Vaals

  • Movare (vroegschool / basisonderwijs)

  • Innovo (vroegschool / basisonderwijs)

  • Spelentère (voorschool / kinderopvang - kinderdagverblijven)

  • Humankind kinderopvang (tot 1-4-2023 kinderopvang Creactive Kids).

  • GGD jeugdgezondheidszorg

Daarnaast hecht de gemeente Vaals aan vroegsignalering van spraak-taalproblemen en zodoende is een consulent taalstimulering/logopedist nauw betrokken in de samenwerking en afstemming met bovenstaande ketenpartners. Deze neemt echter geen zitting in de werkgroep VVE. De samenwerking krijgt praktisch vorm in het koppeloverleg: locatiespecifiek het overleg waar voor- en vroegschool samenwerken aan de opdracht: doorgaande pedagogische-educatieve lijnen, warme overdracht, doorgaande zorg en ouderbetrokkenheid in doorgaande lijn.

Tabel 1. De deelnemende koppels.

Voorschool

Vroegschool

PSZ Ukkepuk (Vaals) Kinderopvang Humankind

OBS Robbedoes

BS De kleine Wereld

PSZ Olleke Bolleke (Vijlen)

BS Op de Top

Alleen de locatie’ Ukkepuk’ is een officiële VVE-locatie. De andere locatie van Stichting Spelentère, Olleke Bolleke in Vijlen, is geen officiële VVE-locatie maar ze realiseert wel een aanbod, volgens de educatieve kaders zoals die ook door ‘Ukkepuk’ gehanteerd worden. Peuters met een VVE-indicatie worden ook op die locatie middels een handelingsplan specifiek begeleid. Dat geldt ook voor de locatie Humankind.

Vanuit haar regierol monitort de gemeente het aantal benodigde en beschikbare VVE-plekken en de kwaliteit van deze plekken. In bijlage 3 is de rol van de inspecties VVE nader geduid. Het betreft hier de GGD en de Inspectie van het onderwijs.

Subsidiering van voor- en vroegschoolse educatie

In deze beleidsregels VVE worden de kaders voor VVE vastgelegd waaraan de partners zich committeren. Daarnaast liggen de afspraken voor de subsidie voor VVE vast in de Beleidsregels Peuteropvang Gemeente Vaals, die jaarlijks bijgesteld kunnen worden.

Keuzes voor de beleidsperiode 2024-2026

1.Meerjarig beleid

Dit document vormt de gezamenlijke leidraad voor de VVE-partners. Vanuit dat perspectief worden plannen voorbereid en uitgevoerd die zeker zullen leiden tot nieuwe inzichten. Nieuwe inzichten en nieuwe voorschriften vragen om een dynamische insteek. Maar uitvoerenden willen ook weten waar ze aan toe zijn voordat ze ergens aan beginnen. Het is noodzakelijk om een werkklimaat te scheppen dat tegemoet komt aan de behoefte aan dynamiek, maar ook de zekerheid biedt dat voorgenomen plannen ook gedurende langere tijd gerealiseerd kunnen worden. Het plan heeft dan ook betrekking op de gehele OAB-beleidsperiode vanaf 2024 tot en met 2026.

2.Wettelijke kaders vormen het uitgangspunt

  • a.

    In de vorige beleidsperiode zijn veranderingen doorgevoerd vanuit de Wet harmonisatie kinderopvang en kinderopvangwerk en (een deel van) de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang( wet IKK). Daarnaast zijn veranderingen doorgevoerd in het vereiste urenaanbod voor VVE-kinderen.

  • b.

    Per 1 januari 2023 treden de eisen aan het minimum mondeling taalniveau 3F voor alle beroepskrachten in werking. Voor de pedagogisch medewerkers aan (VVE) kinderopvang ging deze eis al op 1 augustus 2019 in, en wel voor de mondelinge taalvaardigheid en het begrijpend lezen.

  • c.

    De indicatoren om het risico op onderwijsachterstanden te voorspellen zijn voor deze beleidsperiode ongewijzigd. Dit zijn de zogeheten CBS-indicatoren. De indicatoren zijn:

    • Opleidingsniveau moeder

    • Het land van herkomst van de moeder

    • Het aantal jaar dat de moeder in Nederland woont

    • Gemiddeld opleidingsniveau van de moeders van de basisschool

    • Of ouders in schuldsanering zitten

  • De gemeente Vaals en de leden van de VVE-werkgroep onderschrijven de brede doelgroepdefinitie voor VVE-indicaties conform de CBS-indicatoren.

3.Inspectiekaders worden gevolgd

Voor voor- en vroegschoolse educatie is de toetsing van de GGD op basiskwalificaties van toepassing.

De inspectie van het onderwijs kan naar aanleiding van de GGD-inspectie risicogericht nader onderzoek doen. Daarnaast houdt de inspectie toezicht op basis van een jaarlijks in te vullen vragenlijst op basis van het officiële inspectiekader VVE; dit is een onderdeel van het totale inspectiekader: onderzoekskader voorschoolse educatie en het primair onderwijs

(https://open.overheid.nl/documenten/ronl-88d77ba95490a73afb96b52352a0895d28d660dc/pdf).

Meer informatie over de inspecties van GGD en Onderwijsinspectie en het geldende inspectiekader zijn opgenomen in bijlage 3.

4.Lokale uitgangspunten in de gemeente Vaals

  • a.

    Integraal werken

    Het is de ambitie van de gemeente Vaals om de beleidsregels VVE te verbinden met alle terreinen die in dienst staan van een optimale ontwikkeling van jonge kinderen.

    Nieuwe keuzes moeten aansluiten bij de wensen en de mogelijkheden van de VVE-partners.

    • i.

      Onder die noemer valt ook de bepaling en verstrekking van de subsidies/ bijdragen aan de kinderopvanginstellingen ten behoeve van het reguliere voorschoolse en het VVE-aanbod.

    • ii.

      De gemeente Vaals zet in op preventieve logopedische screeningen en staat daarbij voor een integrale aanpak en samenwerking tussen de indicatiesteller voor VVE (Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid-Limburg), de peuteropvang en de partner voor logopedische screeningen. Daarbij is een duidelijke inhoudelijke koppeling en afstemming wenselijk van de logopedische inzet in de peuteropvang, kinderopvang en de vroegschool in het kader van taalverrijking.

  • b.

    Regie op de samenhang tussen voorschoolse en vroegschoolse educatie

    De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het voorschoolse educatieve aanbod (tot vier jaar). Aansluitend daarop heeft het primair onderwijs haar eigen verantwoordelijkheid voor de realisatie van vroegschoolse educatie voor de kinderen in de basisschoolleeftijd. Het primair onderwijs ontvangt daarvoor zelf middelen van het rijk. De gemeente hecht waarde aan vroegschoolse educatie in groep 1 en 2. De gemeente heeft de wettelijke taak hier regie op te voeren.

  • c.

    Bevorderen van integratie en voorkomen van segregatie

    De gemeente vindt dat opvang en begeleiding van VVE-geïndiceerde peuters thuisnabij moet kunnen plaatsvinden. Zo beogen we de deelname aan voorschoolse educatie te bevorderen en het bereik te vergroten. Dit voorkomt daarnaast segregatie, doordat groepen heterogeen kunnen blijven en bevordert het meedoen en de sociale samenhang voor kinderen en hun ouders in de eigen buurt.

  • d.

    Resultaatgerichtheid en monitoring

    De gemeente hecht waarde aan een goede monitoring van resultaten. Met de partners zijn resultaatafspraken gemaakt en afspraken over het aanleveren van gegevens ten behoeve van de monitoring van deze resultaten. Deze afspraken maken onderdeel uit van deze beleidsregels.

Ambities- speerpunten -monitoring 2024-2026

De beleidsperiode 2019-2022 kenmerkte zich door een groot aantal ambities en speerpunten. De monitoring stond in deze periode nog in de kinderschoenen. Voor de beleidsperiode 2023-2026 is behoefte aan meer focus. Daartoe werken we in 2024-2026 met de volgende ambities:

1We werken integraal samen aan gelijke kansen voor kinderen in de gemeente Vaals in de voor- en vroegscholen.

De gemeente Vaals is verantwoordelijk voor een kwalitatief volwaardig en toegankelijk aanbod voor voorschoolse educatie. De specifieke ambitie van de gemeente Vaals is dat VVE een integraal karakter krijgt.

Gemeenten hebben nadrukkelijk de ruimte om hun definitie van ‘doelgroepkind’ inhoudelijk nader in te vullen. De gemeente Vaals en haar partners spreken niet van doelgroepkinderen echter van kinderen met een VVE- geïndiceerde ondersteuningsbehoefte.

Criteria voor de VVE-indicering zijn:

  • 1)

    Een leerlinggewicht (kinderen van ouders met een lage opleiding) en/of

  • 2)

    Thuistaal anders dan Nederlands of dialect en/of

  • 3)

    Taalachterstand van 6 maanden of meer ontstaan door omgevingsfactoren (niet-medisch) (indien de meest gesproken thuistaal anders dan Nederlands is) en/of

  • 4)

    Sociaal-medische factoren die risico op taal-/ontwikkelingsachterstand vergroten, o.a. schuldsanering (Sociaal-medische indicatie VVE)

De gemeente Vaals ziet graag dat kinderen een rijke leer- en leefomgeving opgroeien, een omgeving waarin zij zich veilig en prettig voelen. Waar ruimte is voor spelen en ontdekken. In zo’n omgeving komen kinderen tot ontwikkeling en tot leren. It takes a village to raise a child.

Ouders en verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van hun kind. Integraal werken vraagt dan ook om samenwerking met ouders. Door het versterken van ouderbetrokkenheid ontstaat er samenhang in hoe er thuis, in de daginvulling van het kind in een opvangsituatie en in de vrije tijd, invulling wordt gegeven aan de ontwikkeling van het jonge kind. Daarnaast faciliteert de gemeente laagdrempelige opvoedingsondersteuning voor ouders. De samenwerking in dezen wordt gezocht met de ketenpartners binnen de gemeente en met de voor- en vroegscholen.

Een goede (warme) overdracht bij de overstap van voorschool naar het basisonderwijs is randvoorwaardelijk voor de doorlopende leerlijn. Waar dit voor alle kinderen van belang is, moet dit zeker bij de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte, waar de indicatie en de ondersteuning over de grenzen van de basisschoolleeftijd heen loopt, gegarandeerd zijn.

In knooppunten werken ouders en betrokken professionals samen aan de ontwikkeling van het kind daar waar er signalen zijn dat de ontwikkeling van een kind in het gedrang komt. De knooppunten in de gemeente Vaals strekken zich uit van -9 maanden tot 18 jaar. Voor kinderen in de VVE-leeftijd is het knooppunt 0-4 en het knooppunt per basisschool operationeel. Ieder knooppunt kent, naast de initiatiefnemers en de ouders, vaste deelnemers die met mandaat samen kunnen beslissen.

We bevorderen de samenwerking tussen de VVE partners. Dit is een voorwaarde voor het borgen van de kwaliteit van VVE. Dit gebeurt in de werkgroep VVE en in de koppeloverleggen.

2We realiseren voldoende thuisnabij beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar aanbod van voor -en vroegschoolse educatie voor de kwetsbaarste kinderen en leveren daarmee een bijdrage aan het voorkomen van segregatie en het bevorderen van integratie.

De Gemeente Vaals heeft een gedetailleerd signalerings- en indiceringsbeleid afgesproken met de deelnemende partners, waarbij bovenstaande criteria geldend zijn. Een eerste duiding voor VVE door het consultatiebureau vindt plaats in de zuigelingenperiode bij 14 maanden (consultatiearts). Ouders van kinderen die het consultatiebureau bezoeken worden gewezen op het belang van het bezoeken van een voorschool. Het consultatiebureau stelt bij deze jonge kinderen vast of er sprake is van VVE ondersteuningsbehoefte en leidt deze kinderen dan toe naar een voorschoolse voorziening.

De gemeente wil spreiding van het aantal voorschoolse voorzieningen over de kernen. In principe moeten alle kinderen die tot de doelgroep behoren VVE aangeboden kunnen krijgen in hun eigen omgeving.

Het streven is om een VVE geïndiceerde leerling niet op een wachtlijst te plaatsen maar deze binnen een maand te plaatsen op een VVE voorschool. Indien reeds geplaatste peuters in de kinderopvang opvallen door taalachterstanden en sociale problematiek, bestaat de mogelijkheid dat de JGZ alsnog indiceert.

Het streven bij een peuter met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte (mits het kind 2 jaar is) is dat deze niet langer dan een maand op een wachtlijst voor plaatsing staat.

De kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte kunnen vanaf 2 jaar vier dagdelen per week (16 uur per week) aanbod krijgen.

Het aanbod VVE is zo ingericht dat in de beleidsperiode 2023 -2026 en de daarop volgende jaren 95% van de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte een VVE programma volgt; ten opzichte van de 73% landelijk.

Ouders van kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte krijgen financiële ondersteuning extra om hun kind deel te laten nemen aan het VVE-aanbod. Waar in de tekst wordt gesproken over de voorschoolse voorzieningen zijn dit die voorzieningen, waar VVE aangeboden wordt.

3Goede kwaliteit van het VVE-aanbod leidt tot meetbare en merkbare resultaten.

Op basis van het gevolgde VVE- aanbod kunnen de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte naar verwachting gewoon instromen in groep 3.

Met haar ketenpartners realiseert de gemeente een kwalitatief goed aanbod voor de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte. Een erkend VVE-programma (verplicht voor de voorschool) vormt de basis. Het is aan de betrokkenen om een voor hen werkbare methodiek te kiezen waarbij een doorlopende leerlijn tussen het aanbod van kinderopvang en basisschool randvoorwaardelijk is.

Professionalisering van pedagogisch medewerkers en leerkrachten: het personeel moet deskundig zijn/blijven op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie. De daarvoor beschikbare middelen worden aantoonbaar ingezet.

Naast een goede methodiek wordt de kwaliteit van VVE vooral bepaald door de kwaliteit van de pedagogisch medewerksterr. De gemeente Vaals ondersteunt de wettelijke eisen; meer Hbo'ers op de groep (nieuwe wet IKK; innovatie en kwaliteit kinderopvang), toevoegen pedagogisch beleidsmedewerker aan het team van pedagogisch medewerkers.

De tendens is aanwezig dat men VVE geïndiceerde kinderen beschouwt als leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. In toenemende mate worden HBO opgeleide pedagogisch medewerkers in de voorschool ingezet als zorgcoördinator. Deze bewaakt de doorgaande lijn. Deze wordt vorm gegeven door minstens een keer per kwartaal warme overdracht te organiseren tussen de leiding van de kinderopvang en de leerkrachten van de onderbouw van de betrokken basisscholen.

De gemeente is wettelijk gehouden aan het maken van resultaatafspraken voor VVE.

In 2019 heeft de werkgroep VVE de resultaatafspraken herzien en vervolgens zijn de afspraken geaccordeerd door de voorzitters van het College van Bestuur van INNOVO en MOVARE. De afspraken zijn vastgelegd in het memo Resultaatafspraken VVE Gemeente Vaals (zie bijlage 1). De Inspectie van het Onderwijs heeft in april 2019 in een schriftelijke reactie laten weten akkoord te zijn met de gemaakte resultaatafspraken.

De planperiode 2019-2022 is gebruikt om de afspraken en de werkwijze van de resultaatafspraken stevig te verankeren binnen de organisaties. In de huidige beleidsperiode worden de resultaatafspraken gehandhaafd.

We werken integraal samen aan gelijke kansen voor kinderen in de gemeente Vaals in de voor- en vroegscholen.

Speerpunten

Monitoring

a

De doelgroepdefinitie voor vve sluit aan bij de kenmerken van de populatie in de gemeente Vaals

b

Ouderbetrokkenheid

c

de partners geven gezamenlijk vorm aan een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool, langs de lijnen van warme overdracht en de inzet van knooppunten waar nodig

d

partners werken samen in de werkgroep vve

a

doelgroepdefinitie en indicatierichtlijn zijn vastgesteld en geïmplementeerd, er is zicht op de redenen van indicatie en het gebruik

b

op alle locaties is een aanpak voor ouderbetrokkenheid aanwezig en geïmplementeerd

c

afspraken over doorgaande lijn en warme overdracht zijn vastgesteld en geïmplementeerd

de koppeloverleggen werken met een vastgesteld locatieplan, dit wordt in het najaar afgesproken en in het voorjaar geëvalueerd.

d

in de werkgroep vve worden de beleidsregels opgesteld, gemonitord en worden gezamenlijk de tips en tops besproken

We realiseren voldoende thuisnabij beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar aanbod van voor -en vroegschoolse educatie voor de kwetsbaarste kinderen en leveren daarmee een bijdrage aan het voorkomen van segregatie en het bevorderen van integratie.

Speerpunten

Monitoring

a

Beschikbaar:

er zijn voldoende plekken voor vve-geïndiceerde peuters op de voorschool. Vve-plekken zijn primair beschikbaar voor vve-kinderen. Kinderen wachten niet langer dan 1 maand op een vve-plek

b

Bereikbaar:

95 % van de vve-geïndiceerde kinderen maakt gebruik van vve-aanbod

Bij non-gebruik zijn de redenen voor dit non-gebruik bekend.

c

Betaalbaar:

De gemeente ondersteunt de vve-deelname van vve-geïndiceerde kinderen met subsidie via de beleidsregel peuteropvang.

d

Vve-geïndiceerde kinderen kunnen thuisnabij het vve-programma volgen

De redenen van non-bereik kunnen zowel vanwege beschikbaarheid, bereikbaarheid (reguliere opvang bijv. dichterbij), of betaalbaarheid (financiële redenen).) zijn.

a

in de peutermonitor (VVE-monitor met de Peutermonitor module (kwantitatieve deel) en module VVE-resultaten (kwalitatieve data) is het aantal geïndiceerde kinderen (bereik/non-bereik) opgevoerd.

Er is plek voor tenminste 90% van de vve-geïndiceerde kinderen.

Bij meer kinderen dan plek is een voorrangsbeleid voor vve-kinderen vastgesteld en geïmplementeerd en kinderen kunnen ook bij een niet vve-plek gebruik maken van vve-faciliteiten.

b

in de peutermonitor is het aantal deelnemende kinderen aan vve en niet vve-plekken opgevoerd.

Partners rapporteren de redenen van non-gebruik.

c

subsidie via beleidsregel peuteropvang wordt verstrekt.

d

inzet vve-gericht handelingsprogramma peuteropvang Vijlen

Goede kwaliteit van het VVE-aanbod leidt tot meetbare en merkbare resultaten

Speerpunten

Monitoring

a

Vve-geïndiceerde kinderen stromen bij de overgang naar groep 3 in zonder merkbare achterstand waardoor zijn aan het reguliere lesprogramma kunnen deelnemen

b

Vve-partners borgen de kwaliteit van de voorziening door te voldoen aan professionele standaard uit de van toepassing zijnde inspectiekaders

c

Resultaten worden gemonitord via de peutermonitor. Partners delen hiertoe de relevante gegevens.

a

partners rapporteren eindresultaten op de vier SLO-doelen (taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motoriek) t/m groep 2 via de VVE-monitor

b

de inspectie door de GGD is geen aanleiding voor nadere inspectie door de onderwijsinspectie, waarmee aan alle professionele standaarden en wettelijke vereisten op het gebied van vve-programma’s kwaliteitseisen en deskundigheid is voldaan.

De ingevulde vragenlijst van de onderwijsinspectie door het college is geen aanleiding voor nader onderzoek door de onderwijsinspectie

Ondertekening

Bijlage 1. Resultaatafspraken VVE gemeente Vaals

De gemeente Vaals heeft samen met de navolgende organisaties afspraken gemaakt met betrekking tot de resultaten VVE:

  • Peuteropvang Spelentère (Ukkepuk Vaals)

  • OBS Robbedoes Vaals (Movare)

  • BS De kleine Wereld (INNOVO)

  • Peuteropvang Stichting Spelentére Olleke Bolleke Vijlen

  • BS Op de Top Vijlen (INNOVO) Vaals (is géén VVE-locatie en hoeft derhalve niet te voldoen aan de resultaatafspraken; men wenst echter deel te nemen aan de werkgroep VVE en, voor zover als mogelijk, de resultaten aan te leveren)

  • Humankind Vaals (is géén VVE-locatie en hoeft derhalve niet te voldoen aan de resultaatafspraken. Humankind neemt wel deel aan de werkgroep VVE. Jaarlijks vindt een monitorings- en signaleringsgesprek plaats.

De resultaatafspraken gelden voor alle kinderen. We maken een onderverdeling in 4 categorieën, om zodoende te weten te komen of we alle kinderen bereiken die we willen bereiken. En ook of we daadwerkelijk en tijdig indiceren:

  • De kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte die in de voorschoolse periode deel hebben genomen aan een VVE-programma;

  • De kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte die niet in de voorschoolse periode deel hebben genomen aan een VVE-programma;

  • De niet-geïndiceerde leerlingen die in de voorschoolse periode deel hebben genomen aan een VVE- programma;

  • De niet-geïndiceerde leerlingen die niet deel hebben genomen aan een VVE-programma.

Meetmomenten

POV Spelèntere meet op 4 leeftijdsgebonden momenten, te weten:

  • 2 jaar en 5 maanden

  • 2 jaar en 11 maanden

  • 3 jaar en 5 maanden

  • 3 jaar en 11 maanden

De vroegscholen meten tweejaarlijks in de maanden januari en juni.

Observatie- en ontwikkelingslijnen

De voorscholen meten op de volgende domeinen:

  • Sociaal-emotioneel (vanuit de SLO-doelen)

  • Taal en ontluikende geletterdheid (idem)

  • Rekenen en Wiskunde (idem)

  • Spel (vanuit sec Speelplezier, zonder SLO-doelen)

De vroegscholen meten de volgende vakgebieden:

  • Sociaal-emotioneel (Viseon)

  • Taal / geletterdheid

  • Rekenen/begripsvorming

Resultaatdoelen

De voorscholen:

  • 70% van de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte maakt vanaf het eerste observatiemoment tot het laatste observatiemoment (mits ze minimaal 15 maanden aanbod hebben gehad) in de voorschoolse periode minimaal een extra leeftijdsadequate groei door van 2 maanden op de ontwikkelingsgebieden: sociaal emotioneel, taal, rekenen en spel.

    Een leeftijdsadequate groei wil zeggen dat de groei in ontwikkelingsleeftijd in deze periode minimaal even groot is als de groei in ‘chronologische leeftijd’ van de peuters.

  • 90% van de niet-geïndiceerde VVE kinderen loopt geen achterstand op vanaf het eerste observatiemoment tot het laatste observatiemoment in de voorschoolse periode op de ontwikkelingsgebieden: sociaal emotioneel, taal, rekenen en spel.

De vroegscholen:

  • Bij 80% van de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte bij overgang naar groep 3 is er sprake van dat zij:

    • -

      Minimaal gemiddeld zijn gegroeid als er sprake is van geen achterstand bij aanvang groep 1 (1e meetmoment).

    • -

      Meer dan gemiddeld zijn gegroeid als er op het eerste meetmoment een achterstand van meer dan 6 maanden (Speelplezier) is geconstateerd.

  • Bij 90% van de niet-geïndiceerde VVE kinderen bij overgang naar groep 3 wordt geen achterstand gemeten.

Documentatie van de aantallen en percentages:

Afgesproken is dat er gebruik wordt gemaakt van een tabel pér observatie- dan wel ontwikkelingslijn. De voor- en vroegscholen vullen de gegevens in en dragen er zorg voor dit tijdig aan te leveren bij de gemeente. Per de start van het schooljaar 2023-2024 worden de gegevens aangeleverd in de VVE-monitor. Indien het niet lukt om gegevens aan te leveren middels de monitor wordt onderstaande tabel ingevuld aangeleverd door de partijen.

Tabel resultaatafspraken taal/spraak voorschool:

 

Aantal peuters met VVE

%

Aantal peuters zonder VVE

%

Geen achterstand opgelopen

 
 
 
 

Achterstand verkleind

 
 
 
 

Achterstand gelijk gebleven

 
 
 
 

Achterstand vergroot

 
 
 
 

Totaal

 
 
 
 

Tabel resultaatafspraken taal/spraak vroegschool:

 

Aantal kleuters met VVE

%

Aantal kleuters zonder VVE

%

Geen achterstand opgelopen

 
 
 
 

Achterstand verkleind

 
 
 
 

Achterstand gelijk gebleven

 
 
 
 

Achterstand vergroot

 
 
 
 

Totaal

 
 
 
 

Eenzelfde tabel wordt per observatie- dan wel ontwikkelingslijn ingevuld door de voor- en vroegscholen.

Periode aanleveren resultaten:

De voor- en vroegscholen hebben met de gemeente Vaals afgesproken dat zij uiterlijk eind februari de gegevens conform bovenstaande tabel aanleveren.

Gesprekken gemeente met voor- en vroegscholen individueel

  • Zes weken ná de uiterste inleverdatum (rond midden maart) vindt er een gesprek plaats tussen de gemeente en elke voor- en vroegschool. Doel van dit gesprek is om de bereikte resultaten met elkaar te bespreken (eind februari-midden maart);

  • Daarnaast vindt rond september een tussentijds gesprek plaats tussen de gemeente en elke voor- en vroegschool. Doel van dit gesprek is tussentijdse evaluatie t.a.v. VVE en OAB.

Aanbieder

Voorziening

Handelen

Volgen

Gemeente Vaals

  • Ondersteunt en geeft leidingaan de adviesgroep VVE.

  • De gemeente is officieel regievoerder.

  • Opdracht tot verwijzen en toeleiden en monitoren/ aanleveren monitoringsinformatie.

  • Bekostigen van VVE-activiteit.

  • Doel: verbeterde onderwijskansen (vermindering aantal zorgleerlingen).

  • VVE-leerlingen doorgeven aan de basisschool als voorwaarde voor volgen.

  • De gemeente draagt zorg voor resultaatafspraken.

  • De gemeente draagt zorg voor monitoring op basis van de inspectiekaders.

JGZ

  • Consultatie.

  • Levert een bijdrage aan de adviesgroep VVE.

  • VVE verwijzen en toeleiden.

  • Doelgroep bepalen.

POV Spelèntere KOV Humankind

  • Voorschool levert een bijdrage aan de adviesgroep VVE.

  • Volgen

  • Overdracht naarde scholen en warme overdracht bij alle kinderen.

  • Structureel overleg tussen zorgcoördinator /pedagogisch coach voorschool en IB-er basisschool.

  • Her-indiceren via consultatiebureau.

  • Kansrijk gedifferentieerd taalaanbod.

  • Extra aanbodvoor VVE-/zorgkinderen.

  • Logopedische (VVE) screening.

  • Thuisnabij: maatwerk indien een vve-geïndiceerd kind niet op de vve-locatie deelneemt aan het vve-programma.

  • Screening logopedie.

  • Gebruik Speelplezier.

  • Volgen Speelplezier Volgsysteem.

  • Observatie instrument KIJK

  • Kwaliteitskaart evaluatie VVE.

  • Monitoring zorgleerlingen.

Bao kleutergroepen

Vroegschool levert een bijdrage aan de adviesgroep VVE.

  • Volgen.

  • Kansrijk gedifferentieerd verder uitdagend taalaanbod.

    • Herhaalde logopedische VVE- screening (bij uitval peuter- en kinderopvang).​

    • Extra aanbod voor VVE-/zorgkinderen.

  • Erkende vve methodiek.

  • Ondersteuningsniveau.

  • Screening logopedie.

  • leerlingvolgsysteem.

  • Kwaliteitskaart evaluatie VVE.

  • Monitoring of VVE-leerlingen ook zorgleerlingen zijn.

  • Terugkoppeling peuter- en kinderopvang na één jaar.

Bao overig

Basisschool

  • Volgen.

  • Niveau gericht verder uitdagend taalaanbod.

  • leerlingvolgsysteem

  • Ondersteuningsniveau.

  • Formulier Duiden & Doen (vaste onderdelen leerlingdossier in niveau 3-4-5 t.b.v. OPP/HP/OKR.

  • Resultaat.

  • Terugkoppeling  op de SLO-doelen bij de overgang nar groep 3 naar gemeente.

  • Monitoring of VVE- leerlingen ook zorgleerlingen zijn.

VO

Verder voerend

  • Niveau gericht aanbod.

 

Bijlage 2. Gegevens die verzameld worden met de VVE-monitor Vaals

De gemeente heeft de peutermonitor van innovatie 013, samen met de overige gemeenten in Maastricht-Heuvelland, ingekocht voor de monitoring van de VVE-resultaten. In de beschrijving van deze bijlage willen we een richtlijn geven betreffende de inhoud.

Context VVE-monitor

De wet schrijft voor dat er afspraken gemaakt worden over de te bereiken resultaten voor vroegschoolse educatie en ook is bepaald dat er jaarlijks overleg moet plaatsvinden met de schoolbesturen en aanbieders van voorschoolse educatie. Voor de gemeente is het maken van resultaatafspraken in het bijzonder van belang omdat zij verantwoordelijk is voor de doorgaande lijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie c.q. van kinderopvang naar basisschool. Gelet op de beleidsvrijheid van het onderwijs kan via de kwaliteitsdialoog VVE met schoolbesturen van gedachten worden gewisseld of de doorgaande lijn sterk genoeg is en/of deze te verbeteren valt.

De VVE-monitor wordt zodanig ingericht dat de resultaatafspraken in een dialoog met de VVE partners geëvalueerd kunnen worden. Daarbij wordt de deelname aan het VVE-aanbod in de voorschoolse periode als belangrijke procesfactor gezien die verschillen in de onderwijsresultaten van groepen kinderen kan verklaren.

Met een monitor toets je als het ware in hoeverre je de ambities die je met elkaar hebt afgesproken, ook hebt gehaald (a.d.h.v. prestatie-indicatoren). Je kunt eigenlijk spreken van 3 gebieden die gemonitord worden (deze zijn ook terug te vinden in de jaarlijkse vragenlijst die de gemeente van de inspectie ontvangt:

  • A.

    Toeleiding en bereik.

  • B.

    Resultaatafspraken (opbrengsten incl. ouderbetrokkenheid).

  • C.

    Kwaliteit en doorgaande lijn.

  • D.

    Aanvullende onderwerpen, zoals bijv. schakelklassen, AZC-klassen kunnen door de gemeente en VVE- organisaties worden toegevoegd aan de monitor.

Het kader van de VVE-monitor Vaals

De nog nieuw te kiezen VVE-monitor zal in elk geval informatie opleveren op de volgende gebieden:

  • Toeleiding en bereik.

  • Resultaatafspraken (opbrengsten incl. ouderbetrokkenheid).

  • Kwaliteit en doorgaande lijn.

Ten aanzien van de resultaatafspraken VVE verwijzen we naar bijlage 1. Hier zijn inmiddels met alle betrokken organisaties afspraken over gemaakt. De resultaatafspraken zijn geaccordeerd door het College van Bestuur van INNOVO en het College van Bestuur van MOVARE. Daarnaast heeft ook het management van de kinderopvang (peuteropvang) de resultaatafspraken geaccordeerd.

Bijlage 3 inspecties

De beleidsregels VVE zijn opgesteld met Toetsingskader GGD op basiskwalificaties

De GGD toetst de VVE-locaties op de basiskwaliteitseisen uit de wet kinderopvang, de eisen uit de voorschoolse educatie en besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Elke organisatie in de kinderopvang dient bijvoorbeeld te beschikken over een pedagogisch beleidsplan en een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Een ander belangrijk criterium in het kader van VVE is de leidster-kindratio. Voor de VVE kinderen geldt dat de leidster-kindratio 1 leidster op maximaal 8 kinderen is. Vanaf 9 kinderen dienen twee groepskrachten aanwezig te zijn. Ook de VVE scholing van pedagogisch medewerksters wordt scherp in de gaten gehouden. De groepsgrootte is maximaal 16 kinderen per groep. Dit is een basisvoorwaarde voor VVE. Met de nieuwe wettelijke kwaliteitseisen in zicht, zal het toezichtskader aangepast worden.

De peuteropvang is in Vaals onder de Wet Kinderopvang gebracht en dus als zodanig te vinden onder kinderdagverblijf. www.landelijkregisterkinderopvang.nl

Alle kinderopvang locaties ontvangen periodiek een inspectiebezoek. In dit onderzoek is geconstateerd dat alle locaties voldoen aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang.

GGD Zuid Limburg (Toezichthouder)

Postbus 2022

6160 HA GELEEN Tel: 046-8506666

Inspectie van het onderwijs

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van voorschoolse en vroegschoolse educatie per gemeente en alle basisscholen, kinderopvang en kinderdagverblijven in die gemeente.

Het inspectieonderzoek is risicogericht. Op basis van signalen van bijvoorbeeld GGD bestaat wel de mogelijkheid dat de VVE-locaties in de gemeente bezocht (gaan) worden. Indien de inspectie aanleiding ziet om locaties in de gemeente Vaals te bezoeken, worden zowel de gemeente als de houders van de voorschoolse locaties hierover geïnformeerd.

In het najaar van 2018 heeft de gemeente Vaals deelgenomen aan de pilot Herijken Toezicht VVE en Kinderopvang. Hiertoe heeft de Inspectie de locatie van de Brede School De Tamboerijn bezocht en daarnaast zijn er audits uitgevoerd, waarbij gekeken is naar de kwaliteit van de samenwerking tussen de kinderopvang en de scholen. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de gemeente, leidinggevenden, medewerkers van de kinderopvang, scholen, GGD, Team Jeugd en Envida. De locaties die niet door de Inspectie zijn bezocht, zijn ge-audit door BCO Onderwijsadvies. De rapportages van de Inspectie zijn ook terug te vinden op de website van de inspectie.

In het kader van het houden van toezicht door de Inspectie van het Onderwijs vult de gemeente Vaals jaarlijks een vragenlijst in. De inspectie is nagegaan of de gemeente conform de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) afspraken heeft gemaakt met de houders van kinderopvang, kinderdagverblijven en met de schoolbesturen. Op grond van de beoordeling van de ingevulde vragenlijst en de analyse van de overige bij hun bekende gegevens van de gemeente gaat de Inspectie ervan uit dat de gemeente voldoende uitvoering geeft aan de wettelijk verplichte VVE- afspraken en dat het bereik van de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte voldoende is.

Bijlage 4 achtergrondinformatie

Doorgaande lijn

Door met locatieplannen te werken per koppel van voor- en vroegschool, krijgt de samenwerking een structureler karakter. In de locatieplannen spreken de koppels hun ambitie uit, worden doelen beschreven en afspraken vastgelegd.

In de komende beleidsperiode wordt de koppels nadrukkelijk gevraagd om een doorgaande lijn te maken op:

  • De coördinatie van VVE.

  • Pedagogisch en didactisch gebied.

  • Het gebied van kinderen die een ondersteuningsvraag hebben.

  • Is de (warme) overdracht goed geregeld.

  • De afstemming van het aanbod op elkaar en de resultaten.

  • De ouderbetrokkenheid.

  • De kwaliteitszorg per locatie.

  • De samenwerking in de keten.

Twee keer per jaar vindt er een formeel gesprek plaats tussen de gemeente en de organisaties. Het gesprek in het najaar heeft als doel om de resultaatafspraken te monitoren en te evalueren en daarnaast om een eerste inkijk te krijgen in het locatieplan. Het gesprek in het voorjaar wordt gebruikt om de voortgang te monitoren.

De gemeente hecht belang aan een goed onderbouwde doorgaande lijn en stelt daar waar mogelijk vanuit de OAB-middelen budget ter beschikking.

Versterking van de werkgroep VVE

De gemeente Vaals stelt de kaders en de begroting vast. Ook op bestuurlijk niveau wordt de uitvoering van VVE en de beleidsregels met de ketenpartners besproken.

De werkgroep functioneert als ´linking pin´ tussen de ketenpartners en de gemeente Vaals. Hier worden de speerpunten voor VVE uitgezet en besproken en wordt het operationeel beleid geconcretiseerd. Aandachtspunten:

  • Visieontwikkeling gericht op VVE in samenspraak tussen voor- en vroegschool. De rol van preventie benadrukken.

  • Onderzoek doen naar een doorlopend pedagogisch / didactisch curriculum en het gesprek met elkaar voeren over de pedagogische beleidsplannen.

  • Invoering van een uniforme overdrachtsprocedure in alle koppels.

  • Het vergroten van de ouderbetrokkenheid.

  • De vormgeving van de locatieplannen per koppel.

  • Differentiatie van het aanbod.

  • Resultaten en aanbevelingen uit de pilot van de Inspectie en de audits oppakken.

  • Het evalueren van de resultaatafspraken.

  • De afname van de VVE-monitor.

  • Indicering, toeleiding en bereik: in de specifieke context van de gemeente Vaals, nagaan waarom bepaalde kinderen het VVE aanbod niet volgen. Een voorbeeld zijn de kinderen die in Nederland wonen, naar Duitse kinderopvang gaan en op latere leeftijd weer in het Nederlandse onderwijs instromen.

Kwaliteitsimpulsen

  • Aandacht voor de inrichting van de rijke speelleeromgeving van het jonge kind. Uitdagend, stimulerend en verruimend.

  • Spel als uitgangspunt, en taalontwikkeling als rode draad blijven gebruiken.

  • Ondersteuningsbehoefte van (VVE) kinderen in de groepsplannen opnemen in een doorgaande lijn van voorschool naar groep 1-2, zodat in gezamenlijkheid aan differentiatie wordt gewerkt.

  • Logopedie / taalstimulering specifiek richten op VVE-kinderen. Daarnaast professionalisering van pedagogisch medewerkers en leerkrachten (coaching on the job) bij het signaleren van deze spraak-taalontwikkelingsproblematiek. En het ondersteunen van pedagogisch medewerkers en leerkrachten bij het aanpakken van kinderen met een taal-spraakproblematiek.

Bereik

Een lijst met kinderen (cijfermatig) die door Envida geïndiceerd zijn, wordt per half jaar vanuit de VVE-portal aangeleverd bij de gemeente. Stichting ‘Spelentère’ benadert ouders die in de portal zijn opgenomen.

Er is regelmatig overleg tussen consultatiebureau en kinderopvang over de ontwikkeling die de kinderen met een VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoefte doormaken. Daarnaast sluit ook de consulent taalstimulering/logopedist regelmatig aan om de kinderen door te spreken.

Regelmatig wordt de lijst met kinderen die VVE-geïndiceerd zijn tegen het licht gehouden met de aanmeldingen binnen de kinderopvang. Daar waar blijkt dat ouders hun kind niet dan wel onregelmatig naar de opvang brengen, wordt een gesprek met deze ouders geïnitieerd.

De gemeente maakt afspraken met de VVE-organisaties c.q. partners over de wijze waarop ze hun eigen kwaliteit evalueren, verbeteren en borgen. Hiervoor worden twee routes bewandeld.

De eerste route is het verbeterplan van de voorschoolse voorzieningen en de basisscholen, hetgeen de organisaties zelf opstellen en wat een gespreksonderwerp is bij de jaarlijkse gesprekken die de gemeente heeft met elke organisatie.

Het verbeterplan wordt nu in de locatieplannen geregeld. Een locatieplan met actiepunten per schooljaar. Per schooljaar wordt het locatieplan geëvalueerd en worden nieuwe acties/doelen afgesproken.