Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712595
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712595/1
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Texel
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;
gehoord de raadscommissie van 7 december 2023;
Gelet op artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Overwegende:
- •
dat de Gemeentewet en enkele andere wetten aangeven welke belastingen gemeenten mogen heffen;
- •
dat daarmee nog geen belastingplicht ontstaat voor individuele personen en rechtspersonen;
- •
dat een gemeente pas daadwerkelijk aanslagen kan gaan opleggen als de gemeenteraad een belastingverordening heeft vastgesteld.
Besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024;
in te trekken de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- •
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- •
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- •
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- •
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- •
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
- a.
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;
- d.
het in behandeling nemen van aanvragen voor verklaringen over inkomen en vermogen;
Artikel 5 Tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is hierbij niet van toepassing.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Legesverordening 2023 eerste wijziging van 19 april 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Texel 2024.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2023.
Griffier, Voorzitter,
M. de Porto R. van der Zwaag
Tarieventabel 2024
Hoofdstuk 1Algemene Dienstverlening
Paragraaf 1 Burgerlijke stand |
||||||||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||||||||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
||||||||
a. |
maandag tot en met vrijdag, inclusief geprint trouwboekje. Met dien verstande dat deze op dinsdag om 9.00 uur en 9.15 uur kosteloos is, conform art. 4 Wet rechten burgerlijke stand, zonder ceremonie, toespraak of trouwboekje en in aanwezigheid van maximaal 4 personen in het gemeentehuis, niet zijnde de Raadszaal. |
€ 367,35 |
||||||
b. |
zaterdag, inclusief geprint trouwboekje |
€ 758,75 |
||||||
c. |
zondag en een algemeen erkende feestdag, inclusief geprint trouwboekje |
€ 1.049,45 |
||||||
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
||||||||
a. |
Als dit plaatsvindt binnen het gemeentehuis met ceremonie, conform punt 1.1 a, 1.1.b en 1.1.c |
€ 37,55 |
||||||
b. |
Als dit plaatsvindt binnen het gemeentehuis, niet zijnde de Raadszaal, en zonder enige ceremonie |
|||||||
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap anders dan in het gemeentehuis |
||||||||
Voor de voltrekking van een huwelijk of het aangaan van een partnerschapsregistratie, dan wel het omzetten van een partnerschapsregistratie in een huwelijk in een andere door de gemeente daartoe aangewezen locatie worden de tarieven als vermeld in punt 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 verhoogd met dien verstande dat huur- of bijkomende kosten door de beheerder/eigenaar van de locatie direct met het bruidspaar worden verrekend. |
€ 75,25 |
|||||||
Artikel 1.4 Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam |
||||||||
a. |
Voor de naamskeuze van kinderen die zijn erkend voor 1 januari 2024, maar worden geboren na 1 januari 2024 op grond van artikel IIIA van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam bedraagt het recht |
Nihil |
||||||
b. |
Voor de (hernieuwde) naamskeuze van kinderen die zijn geboren voor 1 januari 2024 op grond van artikel IIIB van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam bedraagt het recht: |
|||||||
a. |
Voor het oudste kind van twee ouders |
€ 75,00 |
||||||
2. |
Voor elk volgende kind van diezelfde ouders |
€ 50,00 |
||||||
Artikel 1.5 Aanwijzen voor het eenmalig benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
€ 75,25 |
|||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
||||||||
a. |
Het tarief bedraagt voor het eenmalig benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (Babs) van elders tot Babs van de gemeente Texel |
€ 75,25 |
||||||
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door de gemeente |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 28,55 |
|||||||
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||||||||
Als na reservering van het (kosteloze) huwelijk of de (kosteloze) partnerschapsregistratie wordt geannuleerd of gewijzigd |
€ 75,25 |
|||||||
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||||||||
a. |
Een trouwboekje bij kosteloze huwelijken/partnerschapsregistraties of duplicaat trouwboekje |
€ 32,25 |
||||||
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||||||||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||||||||
a. |
Een nationaal paspoort: |
|||||||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
||||||
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
||||||
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 2.1 (zakenpaspoort): |
|||||||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
||||||
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
||||||
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|||||||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
||||||
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
||||||
d. |
Een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor een vreemdeling |
€ 63,40 |
||||||
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart: |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||||||||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|||||||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
||||||
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 40,90 |
||||||
b. |
voor de B23-vervangende Nederlandse identiteitskaart |
€ 36,90 |
||||||
Artikel 1.11 Modaliteiten |
Ar |
|||||||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||||||||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
||||||
b. |
Het tarief genoemd in 1.11. a wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.9 tot en met 1.10 slechts 1 keer per reisdocument berekend. |
|||||||
Paragraaf1.3 Rijbewijzen |
||||||||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 51,10 |
|||||||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||||||||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|||||||
a. |
Bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
||||||
b. |
Als de aanvraag verband houdt met de vermissing van een rijbewijs, wordt het in 1.12 genoemde bedrag vermeerderd met (Als er sprake is van vermissing buiten de schuld van de gedupeerde, dan is dit bedrag niet verschuldigd). |
€ 22,75 |
||||||
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
||||||||
Artikel 1.14 Definities |
||||||||
1 |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personenmoet worden geraadpleegd. |
|||||||
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|||||||
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 6,35 |
||||||
b. |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van 1 jaar: |
|||||||
1. |
voor 100 verstrekkingen |
€ 279,40 |
||||||
2. |
voor 500 verstrekkingen |
€ 1.198,25 |
||||||
3. |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ 1.794,60 |
||||||
4. |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ 5.996,45 |
||||||
5. |
voor 10.000 verstrekkingen |
€ 7.982,80 |
||||||
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||||||||
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
||||||||
a. |
per verstrekking |
€ 6,55 |
||||||
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||||||||
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van |
||||||||
a. |
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van gegevens uit de BRP |
€ 6,55 |
||||||
b. |
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van gegevens uit de BRP, gesteld in meerdere talen |
€ 18,85 |
||||||
c. |
het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier |
€ 23,05 |
||||||
d. |
Het tarief bedraagt voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand |
€ 16,60 |
||||||
e. |
Het tarief bedraagt voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden |
€ 16,60 |
||||||
f. |
Het tarief bedraagt voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 29,00 |
||||||
g. |
Het tarief bedraagt voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand |
€ 16,60 |
||||||
h. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 19k van Boek I van het Burgerlijk Wetboek |
€ 16,60 |
||||||
i. |
Voor een meertalig modelformulier van een onder 1.17.d, 1.17.e, 1.17.g. of 1.17.h. genoemd stuk |
€ 16,60 |
||||||
j. |
Voor een meertalig modelformulier van een onder 1.6.f. genoemd stuk |
€ 22,30 |
||||||
Artikel 1.18 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegeven, indien het afschrift bestaat uit: |
||||||||
a. |
ten hoogste 100 pagina’s op papier, per pagina met een maximum per bericht van € 5,00 |
€ 0,25 |
||||||
b. |
meer dan 100 pagina’s op papier |
€ 26,25 |
||||||
c. |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ 5,75 |
||||||
d. |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 26,25 |
||||||
e. |
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van gegevens uit de BRP |
€ 6,55 |
||||||
f. |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.17.c meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
|||||||
g. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
€ 5,25 |
||||||
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
||||||||
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
a. |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 83,70 |
||||||
b. |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 83,70 |
||||||
c. |
een afschrift van de kadernota: |
€ 83,70 |
||||||
d. |
een gemeentelijke verordening of andere nota dan de kadernota |
€ 60,40 |
||||||
Artikel 1.20 Gereserveerd |
||||||||
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
||||||||
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
||||||||
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde, bij directe betaling |
€ 0,30 |
||||||
b. |
in formaat A3, per bladzijde, bij directe betaling |
€ 0,50 |
||||||
c. |
op rekening, wordt er per nota administratiekosten in rekening gebracht |
€ 4,80 |
||||||
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
||||||||
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 14,65 |
||||||
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 14,65 |
||||||
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 14,65 |
||||||
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed: |
€ 14,65 |
||||||
e. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een afschrift WKPB |
€ 165,45 |
||||||
f. |
om meer informatie voortvloeiend uit een raadpleging en/of afgegeven afschrift WKPB, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 23,05 |
||||||
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
||||||||
a. |
tot het verstrekken van een analoge kopie van een tekening behorende bij een zich in het gemeentelijk archief bevindende bouwvergunning, milieuvergunning, gebruiksvergunning of omgevingsvergunning |
€ 14,95 |
||||||
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
||||||||
Artikel 1.24 Gereserveerd |
||||||||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35; |
||||||
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 6,35; |
||||||
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 6,55 |
||||||
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring van Nederlanderschap |
€ 6,35 |
||||||
e. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van originele documenten per document |
€ 6,35 |
||||||
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
||||||||
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
||||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,05 |
||||||
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||||||||
1. |
Het verstrekken van een digitale kopie van een tekening behorende bij een zich in het gemeentelijk archief bevindende bouwvergunning, milieuvergunning, gebruikersvergunning of omgevingsvergunning, besteld via de webwinkel bij betaling op rekening |
€ 10,75 |
||||||
2. |
tot het verstrekken van een digitale kopie van een tekening behorende bij een zich in het gemeentelijk archief bevindende bouwvergunning, milieuvergunning, gebruikersvergunning of omgevingsvergunning, besteld via de webwinkel |
€.5,75 |
||||||
3. |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.27 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, per m1 lichtdruk |
|||||||
Artikel 1.28 Gereserveerd |
||||||||
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
||||||||
Artikel 1.29 Huisvestingswet |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
1. |
Een huisvestingsvergunning |
€ 131,65 |
||||||
2. |
Geen leges worden geheven indien de aanvraag wordt behandeld door de Stichting Woontij op grond van het aan haar verleende externe mandaat. |
|||||||
Artikel 1.30 Leegstandwet |
||||||||
1. |
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||||||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 173,70 |
||||||
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|||||||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
||||||
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
||||||
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
|||||||
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|||||||
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
||||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|||||||
a. |
indien het betreft tracés vanaf 25 tot 250 m1 |
€ 166,90 |
||||||
b. |
indien het betreft tracés vanaf 250 tot 1000 m1 |
€ 277,30 |
||||||
c. |
indien het betreft tracés vanaf 1000 tot 2500 m1 |
€ 401,40 |
||||||
d. |
indien het betreft tracés vanaf 2500 m1 wordt een separate begroting opgesteld. |
|||||||
e. |
Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd. |
|||||||
2. |
Indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25m1 |
€ 49,95 |
||||||
3. |
Indien het betreft dat er met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.32.1. genoemde bedrag per overleg verhoogd met: |
€ 289,70 |
||||||
4. |
Als met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.32.1 genoemde bedrag verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester is wethouders is opgesteld. |
|||||||
5. |
Daarnaast zullen de beheerskosten, degeneratievergoedingen en onderhoudskosten volgens de vigerende VNG-regeling worden doorbelast aan de aanbieders. |
|||||||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||||||||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
|||||||
Voor bewoners voor een periode van 5 jaren |
€ 46,75 |
|||||||
Voor bedrijven voor een periode van 1 jaar |
€ 46,75 |
|||||||
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 46,75 |
||||||
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een combikaart inrij- en parkeerontheffing, per maand |
€ 37,80 |
||||||
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), inclusief medische keuring |
€ 103,00 |
||||||
d.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.33 d. |
€ 51,50 |
||||||
d.2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.33 d, inclusief medische keuring |
€ 103,00 |
||||||
d.3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.33 d. |
€ 30,90 |
||||||
e. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van ontheffing voor het rijden op het strand in combinatie met een ontheffing van het inrijdverbod voor strandslagen |
€ 94,50 |
||||||
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van ontheffing van het verbod tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare weg als bedoeld in artikel 2.10 van de APV |
€ 94,50 |
||||||
g. |
Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een kenteken |
€ 13,40 |
||||||
h. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bewonersontheffing voor het voor onbepaalde tijd parkeren zonder gebruikmaking van de parkeerschijf in aangewezen gebieden binnen de parkeerschijfzone(s) |
€ 12,50 |
||||||
Paragraaf 1.10 Diversen |
||||||||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 1,85 |
||||||
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 94,50 |
||||||
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,: |
€ 94,50 |
||||||
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||||||
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,30 |
||||||
2. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,50 |
||||||
3. |
op rekening, wordt per nota administratiekosten in rekening gebracht |
€ 4,80 |
||||||
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in de geldende marktverordening |
€ 94,50 |
||||||
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een incidentele aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 94,50 |
||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een besluit voor het stellen van een andere termijn voor begraving of crematie overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging |
€ 6,55 |
|||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een besluit voor het verlenen van een vergunning voor het opgraven overeenkomstig artikel 29 van de Wet op de lijkbezorging |
€ 6,55 |
|||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van laissez-passer voor lijken, als bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst van Straatsburg |
€ 6,55 |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van elke andere niet in deze verordening genoemde verklaring, welke in het bijzonder belang van de betrokken persoon wordt opgemaakt |
€ 14,75 |
|||||||
Als de heffing van leges geschiedt bij wijze van abonnement, wordt bij tussentijdse beëindiging daarvan voordat een half jaar van de geldigheidsduur is verstreken en ten hoogste de helft van het aantal inlichtingen c.q. bescheiden, waarop recht bestaat is verstrekt, op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. |
||||||||
Tot het verkrijgen van een ontheffing van het kampeerverbod als bedoeld in art. 4:18 van de APV bedraagt het tarief Tot het verkrijgen van een ontheffing van het kampeerverbod als bedoeld in art. 4:18 van de APV bedraagt het tarief |
€ 94,50 |
|||||||
Als de dienstverlening plaatsvindt buiten de reguliere openingstijden worden de leges van de betreffende dienst verhoogd met een tarief van |
€ 154,65 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|||||||||
Artikel 2.1 Definities |
|||||||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||||||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||||||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||||||||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||||||||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||||||||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
||||||||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||||||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||||||||
a. |
Omgevingsoverleg |
||||||||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||||||||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||||||||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||||||||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||||||||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||||||||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||||||||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||||||||
Artikel 2.2 Bepalen tarief |
|||||||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||||||||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||||||||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||||||||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||||||||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||||||||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||||||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|||||||||
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|||||||||
Variant 1 |
|||||||||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer voorgenomen activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving waarbij een bestuurlijk oordeel van het college wordt gevraagd (principeverzoek), bedraagt het tarief: |
€ 620,80 |
|||||||
2. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over het verkrijgen van een indicatie of een activiteit voldoet aan redelijke eisen van welstand: |
€ 177,35 |
|||||||
3. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit (conceptaanvraag), bedraagt het tarief: 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteiten zouden worden vastgesteld |
||||||||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||||||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
1,93% van de bouwkosten |
||||||||
met een minimum van: |
€ 437,05 |
||||||||
b. |
In afwijking van onderdeel a wordt het tarief vastgesteld op 50% van de minimumleges als de vastgestelde bouwkosten minder bedragen dan € 3.000 |
||||||||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
€ 43,50 |
|||||||
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 235,90 |
|||||||
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 235,90 |
|||||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 434,55 |
|||||||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
Artikel 2.7 Gereserveerd |
|||||||||
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||||||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|||||||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Texel 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
||||||||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
|||||||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
|||||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
||||||||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€0,00 |
|||||||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
|||||||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||||||||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
|||||||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
|||||||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
||||||||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Texel 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
||||||||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteiten |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
|||||||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
|||||||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|||||||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Texel 2023in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 235,90 |
|||||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 434,55 |
|||||||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 3.147,35 |
|||||||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
||||||||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 434,55 |
||||||||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|||||||||
Artikel 2.12 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.13 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.14 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.15 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.16 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.17 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.18 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.19 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.20 Gereserveerd |
|||||||||
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|||||||||
Artikel 2.21 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.22 Gereserveerd |
|||||||||
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|||||||||
Artikel 2.23 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.24 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 3.147,35 |
|||||||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 235,90 |
||||||||
Artikel 2.27 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 235,90 |
||||||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 434,55 |
|||||||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|||||||||
Artikel 2.29 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Texel 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 235,90 |
||||||||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: aanbrengen opschrift, aankondiging of afbeelding |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 235,90 |
||||||||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||||||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 235,90 |
|||||||
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 235,90 |
|||||||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|||||||||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 235,90 |
|||||||
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 235,90 |
|||||||
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 456,45 |
|||||||
3 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 235,90 |
|||||||
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|||||||||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|||||||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|||||||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
||||||||
per maatwerkvoorschrift: |
€ 235,90 |
||||||||
b. |
In andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift |
€ 235,90 |
|||||||
Artikel 2.36 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.37 Gereserveerd |
|||||||||
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|||||||||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||||||||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||||||||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 173,85 |
|||||||
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 173,85 |
|||||||
c. |
Gereserveerd |
||||||||
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b bedraagt het tarief: |
€ 173,85 |
|||||||
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|||||||||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 235,90 |
||||||||
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|||||||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|||||||||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 235,90 |
||||||||
Artikel 2.42 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.43 Gereserveerd |
|||||||||
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||||||||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|||||||||
Artikel 2.45 Wijzigen van een omgevingsplan |
|||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 3.147,35 |
||||||||
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 235,90 |
||||||||
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|||||||||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50% |
||||||||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||||||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||||||||
a. |
gereserveerd |
||||||||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.573,70 |
|||||||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1.573,70 |
|||||||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|||||||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||||||||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 94,45 |
|||||||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 94,45 |
|||||||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 94,45 |
|||||||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 94,45 |
|||||||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 94,45 |
|||||||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 94,45 |
|||||||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 94,45 |
|||||||
Artikel 2.50 Advies |
|||||||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||||||||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 216,50 |
|||||||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Texel dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 43,50 |
|||||||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Texel in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 43,50 |
|||||||
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||||||||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||||||
Artikel 2.51 Instemming |
|||||||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||||||||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|||||||||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||||||
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|||||||||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|||||||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in artikel 2.4, eerste lid, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
|||||||
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|||||||||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
||||||||
Artikel 2.53 Gereserveerd |
|||||||||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||||||
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|||||||||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|||||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||||||||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|||||||||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85% |
||||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||||||||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|||||||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||||||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||||||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||||||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||||||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||||||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||||||||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||||||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||||||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|||||||||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|||||||
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|||||||||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan de herroeping van een besluit waarbij een omgevingsvergunning is verleend en de vergunning alsnog wordt geweigerd, al dan niet naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak. |
||||||||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|||||||||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|||||||||
Artikel 2.61 Minimum bedrag voor teruggaaf |
|||||||||
Een bedrag minder dan € 216,50 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca |
||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 243,50 |
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging terras op de exploitatievergunning openbare inrichting op grond van artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 94,45 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 671,10 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 94,45 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 130,50 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 94,45 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 334,75 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
||
Artikel 3.3 Vergunning Seksbedrijven |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 270,45 |
Artikel 3.4 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
||
Artikel 3.5 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
||
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
||
a. |
voor het organiseren van een regulier evenement met een meldingsplicht als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning) |
0,00 |
b. |
voor het organiseren van een regulier evenement met een doorlopende vergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning) |
€ 93,60 |
c. |
voor het organiseren van een regulier evenement met een vergunningsplicht als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning) |
€ 93,60 |
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een aandachtsevenement met een vergunningplicht als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning) |
€ 963,50 |
e. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een risico-evenement met een vergunningplicht als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning) |
€ 963,50 |
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van afgegeven vergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening artikel 2.25 (evenementenvergunning); bedraagt 50% van de kosten zoals genoemd in artikel 3.6 a. tot en met e. per aanvraag/wijziging |
|
Artikel 3.7 Organiseren markt |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
||
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:2] van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 93,60 |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
||
Artikel 3.8 Gereserveerd |
||
Artikel 3.9 Gereserveerd |
||
Artikel 3.10 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] |
||
Artikel 3.11 Gereserveerd |
||
Artikel 3.12 Gereserveerd |
||
Artikel 3.13 Gereserveerd |
||
Artikel 3.14 Gereserveerd |
||
Artikel 3.15 Gereserveerd |
||
Artikel 3.16 Gereserveerd |
||
Artikel 3.17 Gereserveerd |
||
Artikel 3.18 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
||
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 94,45 |
b. |
Het betreft het behandelen van een aanvraag om een vergunning voor het houden van een inzameling van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:13 van de APV (collectevergunning). |
Nihil |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl