Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712581
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712581/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Legesverordening 2024 Hof van Twente
Geldend van 01-01-2024 t/m 31-07-2024
Intitulé
Legesverordening 2024 Hof van TwenteDe raad van de gemeente Hof van Twente;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de navolgende VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES (Legesverordening 2024 Hof van Twente)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n 1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
d. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag van de dienst is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan of langs elektronische weg, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Aanslaggrens
Leges van minder dan € 2,40 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één schriftelijke kennisgeving verenigde verschuldigde bedragen leges aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 13 Overgangsrecht
1. De verordening ‘Legesverordening 2023 Hof van Twente’ d.d. 13 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 14 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024 Hof van Twente.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 19 december 2023.
De raad van Hof van Twente,
de griffier, de voorzitter,
mr. A. Venema drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024 Hof van Twente.
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.9 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten (niet van toepassing)
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid (niet van toepassing)
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten
Paragraaf 3.3 Seksbedrijven
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
||||
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
tarief 2024 |
|||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of de omzetting hiervan in een huwelijk |
||||
Ter zake van de voltrekking van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk gelden de volgende tarieven: |
||||
Locatie: Gemeentehuis, de Höfte 7 te Goor |
||||
a. |
Voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, zonder ceremonieel karakter, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement Burgerlijke Stand Hof van Twente 2016 |
€ |
gratis |
|
b. |
Op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen, genoemd in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet en met uitzondering van de tijdstippen bedoeld onder punt a van dit artikel, waarbij de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk plaatsvindt in het gemeentehuis, de Höfte 7 te Goor |
€ |
501,85 |
|
c. |
In afwijking van punt b van dit artikel bedraagt het tarief voor een eenvoudige ceremonie overeenkomstig artikel 6 van het Reglement Burgerlijke Stand Hof van Twente 2016 |
€ |
171,35 |
|
d. |
Op zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen, bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet, waarbij de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk plaatsvindt in het gemeentehuis, de Höfte 7 te Goor |
€ |
703,90 |
|
Overige locaties |
||||
e. |
Op maandag tot en met vrijdag gedurende het gehele etmaal met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen, bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet, waarbij de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk plaatsvindt in een ruimte of op een locatie welke conform artikel 7 tweede lid van het Reglement Burgerlijke Stand Hof van Twente 2016 door de gemeente hiertoe is aangewezen |
€ |
317,00 |
|
f. |
Op zaterdag en zondag gedurende het gehele etmaal met uitzondering van de algemeen erkende feestdagen, bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet, waarbij de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de ceremoniële omzetting van een partnerschap in een huwelijk plaatsvindt in een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte of op een andere door de gemeente hiertoe aangewezen locatie |
€ |
353,75 |
|
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
318,30 |
||
Artikel 1.3 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij geen gebruik wordt gemaakt van een trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte |
€ |
106,45 |
||
Artikel 1.4 Toepassing hoogste tarief |
||||
Indien op basis van de tarieven genoemd in de artikelen 1.1 t/m 1.3 meerdere tarieven van toepassing kunnen zijn, geldt het hoogste tarief |
||||
Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje, of een duplicaat daarvan |
€ |
31,80 |
||
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||||
Voor het beschikbaar stellen van getuigen van gemeentewege bedraagt het tarief per getuige |
€ |
26,25 |
||
Artikel 1.7 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||||
Indien voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap benoeming plaatsvindt, ingevolge artikel 3 lid 2 onder a van het Reglement Burgerlijke Stand Hof van Twente 2016, tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats, van |
€ |
104,00 |
||
Artikel 1.8 Nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
10,80 |
||
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||||
a. |
van een nationaal paspoort: |
|||
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
||
2. voor een persoon di op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
||
b. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattend dan een nationaal paspoort als bedoeld in lid 1 (zakenpaspoort): |
|||
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
||
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
||
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|||
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
||
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
||
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
63,40 |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
||||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart: |
||||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
75,80 |
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
40,90 |
|
c. |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ |
36,90 |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
||||
De tarieven genoemd in de artikelen 1.9 en 1.10 worden vermeerderd: |
||||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in die artikelen genoemd document, zijnde een toeslag op de genoemde bedragen |
€ |
57,05 |
|
b. |
voor het laten bezorgen van één reisdocument of Nederlandse identiteitskaart voor een persoon |
€ |
5,30 |
|
c. |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaarten voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip |
€ |
10,65 |
|
d. |
bij een samenloop van de artikelen 1.11 lid 1 onder c en 1.13 lid 1 onder c wordt maximaal één tarief gerekend van |
€ |
10,65 |
|
e. |
voor de bezorging van de reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaarten zoals genoemd onder b en c van dit artikel, dienen bij het uitreiken van de documenten alle betreffende personen aanwezig te zijn. Bovendien dienen in dit geval alle aanvragen op hetzelfde tijdstip aan de balie te worden ingediend |
|||
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
51,10 |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||||
Het tarief genoemd onder artikel 1.12 wordt vermeerderd: |
||||
a. |
voor een spoedlevering met |
€ |
39,65 |
|
b. |
voor het laten bezorgen van één rijbewijs voor een persoon |
€ |
5,30 |
|
c. |
voor het gelijktijdig laten bezorgen van meerdere rijbewijzen voor een gezin of samenlevingsvorm op hetzelfde adres en op hetzelfde tijdstip |
€ |
10,65 |
|
d. |
bij een samenloop van de artikelen 1.11 lid 1 onder c en 1.13 lid 1 onder c wordt maximaal één tarief gerekend van |
€ |
10,65 |
|
e. |
voor de bezorging van rijbewijzen zoals genoemd onder b en c van dit artikel, dienen bij het uitreiken van de documenten alle betreffende personen aanwezig te zijn. Bovendien dienen in dit geval alle aanvragen op hetzelfde tijdstip aan de balie te worden ingediend |
|||
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
||||
Artikel 1.14 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||||
1. |
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan, verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd |
|||
2. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
8,50 |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
26,00 |
|
Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie |
||||
Artikel 1.15 Vastgoedinformatie |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per perceel |
€ |
13,90 |
|
2. |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie over de bodemgesteldheid van een perceel, voor ieder daaraan besteed half uur. |
€ |
27,50 |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van diverse gegevens met betrekking tot ruimtelijke plannen, vergunningen en ontheffingen in de zin van de Wet ruimtelijke ordening, per perceel voor: |
|||
a. |
een korte aanvraag; omvattende een kopie van de bestemmingsplankaart, legenda, kopie voorschriften en kopie kadastrale kaart |
€ |
26,25 |
|
b. |
een uitgebreide aanvraag; omvattende de onder leden 1, 2 en 3a van dit artikel genoemde werkzaamheden uitgebreid met informatie in de zin van de Monumentenwet, voorschriften welstand, aanschrijvingen en dergelijke |
€ |
104,00 |
|
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken |
||||
Artikel 1.16 Overige publiekszaken |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
41,35 |
|
b. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
10,35 |
|
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief |
||||
Artikel 1.17 Gemeentearchief |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
26,00 |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen een digitaal afschrift of digitale kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk: |
|||
a. |
indien het origineel op papier een A3 formaat heeft of kleiner, per pagina |
€ |
0,25 |
|
b. |
indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina |
€ |
5,40 |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk: |
|||
a. |
per pagina op papier van A4-formaat in zwart-wit |
€ |
0,25 |
|
b. |
per pagina op papier van A4-formaat in kleur |
€ |
1,30 |
|
c. |
per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit |
€ |
0,55 |
|
d. |
per pagina op papier van A3-formaat in kleur |
€ |
2,60 |
|
e. |
per pagina op papier van een formaat groter dan A3-formaat |
€ |
10,90 |
|
f. |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ |
5,70 |
|
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten |
||||
Artikel 1.18 Leegstandwet |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
78,30 |
|
b. |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ |
39,15 |
|
Artikel 1.19 Wet op de kansspelen |
||||
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b, eerste lid van de Wet op de kansspelen: |
|||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ |
56,50 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten |
€ |
90,50 |
|
c. |
voor een periode van achtenveertig maanden of voor onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat |
€ |
226,50 |
|
d. |
voor een periode van achtenveertig maanden of voor onbepaalde tijd voor twee of meer kansspelautomaten |
€ |
362,50 |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
55,65 |
|
Artikel 1.20 Ondergrondse infrastructuren |
||||
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden, waarvoor een instemmingsbesluit is vereist, als bedoeld in hoofdstuk 2, artikel 1 lid 1 van de 'Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Hof van Twente' (AVOI) |
€ |
420,35 |
|
2. |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het tarief genoemd in lid 1 van dit artikel, verhoogd met |
€ |
180,95 |
|
3. |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
4. |
Indien een begroting als bedoeld in lid 3 van dit artikel is uitgebracht, wordt een melding geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
5. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden, waarvoor geen instemmingsbesluit is vereist, als bedoeld in hoofdstuk 2, artikel 1 lid 2 AVOI |
€ |
120,35 |
|
Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ |
45,85 |
|
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, anders dan bedoeld onder a van dit artikel |
€ |
28,70 |
|
c. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement |
€ |
45,85 |
|
Artikel 1.22 Gehandicaptenparkeerkaart |
||||
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
|||
a. |
Indien de gehandicaptenparkeerkaart wordt verleend of verlengd voor een periode van 5 jaren of indien de aanvraag niet kan worden gehonoreerd |
€ |
116,25 |
|
b. |
indien de gehandicaptenparkeerkaart wordt verleend of verlengd voor een periode van korter dan 5 jaren, per jaar waarvoor de gehandicaptenparkeerkaart wordt verleend of verlengd |
€ |
23,20 |
|
c. |
Indien een verleende gehandicaptenparkeerkaart niet wordt opgehaald vanwege het overlijden van de aanvrager, zijn geen leges verschuldigd. |
|||
2. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vervangen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 BABW ingeval van verlies, diefstal, beschadiging of slijtage |
€ |
38,50 |
|
3. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsen of vervangen van een "kentekenbord" bij een invalidenparkeerplaats |
€ |
121,15 |
|
Artikel 1.23 Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
||||
1. |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen bedraagt: |
|||
a. |
voor een aanvraag van een eenmalige ontheffing |
€ |
152,95 |
|
b. |
voor een aanvraag van een ontheffing geldig voor de duur van drie jaar |
€ |
201,95 |
|
2. |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van een verleende ontheffing als bedoeld in lid 1 onder a van dit artikel, voor de duur van nog eens drie jaar, bedraagt |
€ |
140,70 |
|
Artikel 1.24 Permanent wonen recreatiewoning |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbesluit voor het permanent wonen in een recreatiewoning voor onbepaalde tijd |
€ |
520,25 |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbesluit voor het permanent wonen in een recreatiewoning voor bepaalde tijd |
€ |
260,10 |
|
Artikel 1.25 Vuurwerkvergunning |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor de verkoop van vuurwerk, alsmede de opslag daarvan als bedoeld in Hoofdstuk 2 afdeling 13 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
146,65 |
||
Paragraaf 1.9 Diversen |
||||
Artikel 1.26 Diversen |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
een beschikking op aanvraag (vergunning), voor zover daarvoor niet elders in hoofdstuk 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
30,55 |
|
b. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
0,90 |
|
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
8,50 |
|
d. |
Indien het uittreksel bedoeld in lid 1 onder c van dit artikel digitaal is aangevraagd (door middel van DigiD) |
€ |
5,10 |
|
e. |
digitale afschriften of digitale kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||
1. indien het origineel op papier een A3 formaat heeft of kleiner, per pagina |
€ |
0,25 |
||
2. indien het origineel op papier een groter formaat heeft dan A3, per pagina |
€ |
5,40 |
||
f. |
fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||
1. per pagina op papier van A4-formaat in zwart-wit |
€ |
0,25 |
||
2. per pagina op papier van A4-formaat in kleur |
€ |
1,30 |
||
3. per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit |
€ |
0,55 |
||
4. per pagina op papier van A3-formaat in kleur |
€ |
2,60 |
||
5. per pagina op papier van een formaat groter dan A3-formaat |
€ |
10,90 |
||
2. |
Het tarief voor het verstrekken van kopieën van documenten en de eventuele noodzakelijke kosten van derden als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur of de Wet hergebruik overheidsinformatie wordt – voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag – via een aan de aanvrager mee te delen door of namens het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting gebaseerd. |
|||
3. |
Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de veertiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze veertiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
||||
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
||||
Artikel 2.1 Definities |
||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|||
4. |
In afwijking van bijlage I bij de omgevingsregeling wordt onder bouwkosten het volgende verstaan: |
|||
a. |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012, zoals bekendgemaakt in Staatscourant 2012, 1567, voor het uit te voeren werk. |
|||
b. |
Indien er geen aannemingssom beschikbaar is of het niet aannemelijk is dat het bouwwerk fysiek kan worden gerealiseerd voor de genoemde aannemingssom: een raming van de bouwkosten exclusief omzetbelasting, zoals bedoeld in het normblad NEN 2699:2017 (publicatiedatum 1 maart 2017). Hierbij wordt de inhoud van het bouwwerk berekend volgens NEN 2580:2007+C1:2008 (publicatiedatum 1 mei 2007 en C1 op 1 december 2008) en voor zover het bouwwerk voorkomt op de lijst, worden de bouwkosten berekend volgens de eenheidsprijs die door het college van burgemeester en wethouders is genormeerd en gepubliceerd. |
|||
De normbladen NEN 2699:2017 en 2580:2007+C1:2008 zijn kosteloos in te zien in het gemeentehuis. |
||||
c. |
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid plaatsvindt: de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||||
a. |
omgevingsoverleg; |
|||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
||||
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||
a. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een omgevingsoverleg ter beoordeling van een principeverzoek zonder tekening en zonder omgevingstafel: |
€ |
108,95 |
|
b. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
% |
25,00 |
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten zouden worden vastgesteld. |
||||
Met een maximum van: |
€ |
2.229,80 |
||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 200.000: |
% |
2,22 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
177,55 |
||
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000: |
% |
2,02 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
4.440,00 |
||
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
% |
1,87 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
10.100,00 |
||
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000: |
% |
1,71 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
18.700,00 |
||
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000 tot € 5.000.000: |
% |
1,61 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
34.200,00 |
||
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000: |
% |
1,48 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
80.500,00 |
||
en een maximum van: |
€ |
161.000,00 |
||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 200.000: |
% |
1,84 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
177,55 |
||
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000: |
% |
1,68 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
3.680,00 |
||
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
% |
1,55 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
8.400,00 |
||
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000: |
% |
1,42 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
15.500,00 |
||
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000 tot € 5.000.000: |
% |
1,34 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
28.400,00 |
||
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000: |
% |
1,23 |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
67.000,00 |
||
en een maximum van: |
€ |
134.000,00 |
||
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel en de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1. als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is: |
€ |
169,65 |
||
2. als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld: |
€ |
169,65 |
||
3. als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht: |
€ |
169,65 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ |
169,65 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
438,20 |
|
Artikel 2.6a Aanvraag omgevingsvergunning volledig vergunningsvrij |
||||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief: |
€ |
105,90 |
||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
195,75 |
||
Artikel 2.7a Buiten behandeling laten van een aanvraag |
||||
1. |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de paragrafen 2.2 t/m 2.12 op grond van artikel 4:5 van de algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling wordt gelaten, worden geen leges geheven |
|||
2. |
In afwijking van lid 1 van dit artikel wordt voor het buiten behandeling laten van de aanvraag op grond van artikel 4:5 lid 1 onder c van de Awb een bedrag geheven van: |
€ |
177,55 |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
214,15 |
|
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ |
111,45 |
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ |
214,15 |
|
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
214,15 |
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
195,75 |
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
||||
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.019,80 |
||
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
||||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in de ‘Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Hof van Twente' (AVOI), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
222,95 |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
222,95 |
|
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
222,95 |
|
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
222,95 |
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
173,20 |
||
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
||||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand zoals beschreven in artikel 2 van de Bomenverordening Hof van Twente 2015 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
121,10 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats zoals beschreven in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
115,80 |
||
Vermeerderd met een bedrag per strekkende meter per dag waarvoor de vergunning is verleend. |
€ |
0,50 |
||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtig activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
50,15 |
||
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
||||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|||
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||||
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||||
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
||||
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
||||
per maatwerkvoorschrift: |
€ |
891,90 |
||
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ |
111,45 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ |
1.009,90 |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief: |
€ |
1.009,90 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ |
79,40 |
||
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
||||
Artikel 2.39 Bouwactiviteit van tijdelijke aard |
||||
1. |
Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit van tijdelijke aard als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, bedraagt het tarief: |
|||
a. |
als het oppervlak kleiner of gelijk is aan 30 m²: |
€ |
110,15 |
|
b. |
als het oppervlak groter is dan 30 m² en kleiner dan of gelijk aan 100 m²: |
€ |
220,30 |
|
c. |
als het oppervlak groter is dan 100 m²: |
€ |
367,15 |
|
2. |
Indien de instandhoudingtermijn van het tijdelijke bouwwerk langer dan 1 jaar is, worden de bedragen genoemd in lid 1 van dit artikel als volgt verhoogd: |
|||
a. |
instandhoudingstermijn van maximaal 4 jaar: |
% |
25,00 |
|
b. |
instandhoudingstermijn meer dan 4 jaar en maximaal 6 jaar: |
% |
50,00 |
|
c. |
instandhoudingstermijn meer dan 6 en maximaal 8 jaar: |
% |
75,00 |
|
d. |
instandhoudingstermijn meer dan 8 jaar en maximaal 10 jaar: |
% |
100,00 |
|
3. |
Indien de aanvrager schriftelijk melding maakt van het verwijderen van het tijdelijke bouwwerk binnen de vergunde periode, wordt een teruggave van de leges verstrekt die gelijk is aan de verhoging genoemd in lid 2 van dit artikel. |
|||
4. |
Bij verlenging van de instandhoudingstermijn (tot maximaal 10 jaar) wordt het verschil in het verhogingspercentage in rekening gebracht als bedoeld in lid 2 van dit artikel. |
|||
Artikel 2.39a Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ |
111,45 |
||
Artikel 2.40 Wijziging omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een omgevingsvergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in dit hoofdstuk, met dien verstande dat zij niet minder dan € 177,55 zullen bedragen. Het vorenstaande is niet van toepassing indien de afwijking zodanig is dat er, naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouwplan. |
||||
Artikel 2.40a Wijzigen omgevingsvergunning overige activiteiten |
||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning, anders dan het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan zoals vermeld in artikel 2.40, is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||||
Artikel 2.40b Wijzigen omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten |
||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning voor één of meer milieubelastende activiteiten is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ |
111,45 |
||
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
||||
a. |
voor bouwactiviteiten: |
€ |
111,45 |
|
b. |
voor milieubelastende activiteiten: |
€ |
1.009,90 |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ |
40,30 |
||
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
||||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
% |
25,00 |
||
met een maximum van: |
€ |
1.114,90 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||||
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
1.713,85 |
|
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in onderdeel a: |
€ |
1.713,85 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
||||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ |
226,40 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ |
336,55 |
|
Artikel 2.50 Advies |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ |
1.713,85 |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de verordening op de gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit Hof van Twente 2022 waarbij geen sprake is van redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ |
195,75 |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de kosten die voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager zijn meegedeeld, zoals blijkt uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de veertiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag vóór deze veertiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Artikel 2.51 Instemming |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
||||
Paragraaf 2.13 Vermindering |
||||
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
% |
100,00 |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|||
c. |
binnen 24 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, binnen 24 maanden na de dagtekening van de kennisgeving. |
|||
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag (niet van toepassing) |
||||
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
||||
Artikel 2.54 (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.55 (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag en de aanvraag niet inhoudelijk is beoordeeld, anders dan het registreren van de ontvangst en het versturen van een ontvangstbevestiging, zijn er voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken geen leges verschuldigd; |
|||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag en de aanvraag is in behandeling genomen: |
% |
85,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
% |
50,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
d. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
% |
40,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag en de aanvraag niet inhoudelijk is beoordeeld, anders dan het registreren van de ontvangst en het versturen van een ontvangstbevestiging, zijn er voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken geen leges verschuldigd; |
|||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag en de aanvraag is in behandeling genomen: |
% |
85,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
% |
50,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
d. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
% |
40,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
||||
1. |
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
% |
25,00 |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||||
2. |
Teruggaaf op grond van lid 1 van dit artikel is niet van toepassing indien het intrekken van een omgevingsvergunning onder artikel 2.59a lid 1 onder b valt. |
|||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
||||
1. |
Als het college van burgemeester en wethouders geen omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit kan verlenen en de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit tot weigering van de vergunning is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
% |
75,00 |
|
van de, voor de activiteit waarvoor geen omgevingsvergunning kan worden verleend, verschuldigde leges. |
||||
2. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
% |
25,00 |
|
van de, voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd, verschuldigde leges. |
||||
3. |
Onder een weigering zoals bedoeld in lid 2 wordt tevens verstaan een vernietiging van de beschikking van een verleende vergunning, doormiddel van een rechterlijke uitspraak. |
|||
4. |
Teruggaaf op grond van lid 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing indien het intrekken of weigeren van een omgevingsvergunning onder artikel 2.59a, lid 2 en 3 valt. |
|||
Artikel 2.59a Teruggaaf leges omgevingsvergunning voor grootschalige productie van duurzame energie |
||||
1. |
Indien een omgevingsvergunning is verleend voor de productie van duurzame energie met een vermogen van meer dan 1 megawatt waarvoor een rijkssubsidie is aangevraagd voor Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+), bestaat recht op teruggaaf indien: |
|||
a. |
1. de aanvraag voor de SDE+ subsidie niet is toegekend, en |
|||
2. binnen 24 maanden na verlening van de vergunning een verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning wordt ingediend door de vergunninghouder en er geen gebruik is gemaakt van de vergunning. |
||||
b. |
Indien aan de punten 1 en 2 van lid 1 onder a wordt voldaan wordt teruggaaf verleend voor het deel dat uitkomt boven: |
€ |
3.091,10 |
|
c. |
Teruggaaf op grond van lid 1 onder b van dit artikel is niet van toepassing indien het intrekken van een omgevingsvergunning onder artikel 2.58, lid 1 valt. |
|||
2. |
In afwijking van artikel 2.59, lid 1, bestaat, indien het college van burgemeester en wethouders geen omgevingsvergunning kan verlenen voor de productie van duurzame energie met een vermogen van meer dan 1 megawatt en de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit tot weigering van de vergunning is genomen, aanspraak op teruggaaf van 75% van de verschuldigde leges, waarbij het resterend verschuldigde bedrag aan leges niet meer bedraagt dan: |
€ |
15.042,70 |
|
3. |
In afwijking van artikel 2.59, lid 2, bestaat, indien het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor de productie van duurzame energie met een vermogen van meer dan 1 megawatt weigert, aanspraak op teruggaaf van 50% van de verschuldigde leges, waarbij het resterend verschuldigde bedrag aan leges niet meer bedraagt dan: |
€ |
60.171,00 |
|
4. |
Onder een weigering zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel wordt tevens verstaan een vernietiging van de beschikking van een verleende vergunning, doormiddel van een rechterlijke uitspraak. |
|||
5. |
Teruggaaf op grond van lid 2 en 3 van dit artikel is niet van toepassing indien het intrekken of weigeren van een omgevingsvergunning onder artikel 2.59 lid 1 en 2 valt. |
|||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
||||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
||||
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf (niet van toepassing) |
||||
Artikel 2.62 Teruggaaf als gevolg van een compleet ingediende aanvraag omgevingsvergunning |
||||
Indien voor het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit geen aanvullende gegevens hoeven te worden opgevraagd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
% |
5,00 |
||
met een maximum van: |
€ |
600,00 |
||
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 |
||||
Paragraaf 3.1 Horeca |
||||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ |
315,00 |
|
2. |
In afwijking van lid 1 van dit artikel worden er geen leges geheven indien de exploitatie van een horecabedrijf, zoals bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, al bestond vóór de inwerkingtreding van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening en er reeds een vergunning is afgegeven op basis van artikel 3 van de Alcoholwet. |
|||
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ |
599,80 |
|
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ |
121,15 |
|
c. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ |
83,20 |
|
Artikel 3.3 Ontheffing openingstijden |
||||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van: |
||||
a. |
een ontheffing tot het verruimen van de openingstijden als bedoeld in artikel 2:29 zevende lid van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt: |
€ |
29,35 |
|
vermeerderd met: |
€ |
3,60 |
||
per elk uur, waarvoor ontheffing is verleend |
||||
b. |
een doorlopende ontheffing tot het verruimen van de openingstijden als bedoeld in artikel 2:29 vijfde en zesde lid van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt: |
|||
1. voor een horecabedrijf waar op grond van de vigerende gebruiksvergunning niet meer dan 1.500 personen mogen worden toegelaten (categorie I): |
€ |
58,70 |
||
vermeerderd met: |
€ |
3,60 |
||
per elk uur, waarvoor ontheffing is verleend |
||||
2. voor een horecabedrijf waar op grond van de vigerende gebruiksvergunning meer dan 1.500 personen mogen worden toegelaten (categorie II): |
€ |
58,70 |
||
vermeerderd met: |
€ |
7,30 |
||
per elk uur, waarvoor ontheffing is verleend |
||||
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markten |
||||
Artikel 3.4 Vergunning voor evenementen of markten |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in Hoofdstuk 2, afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
||||
a. |
voor zover het een standaardaanvraag betreft zonder advisering: |
€ |
67,30 |
|
b. |
voor zover het een standaardaanvraag betreft met advisering en publicatie: |
€ |
116,25 |
|
c. |
voor zover het de behandeling van een samengestelde aanvraag betreft met advisering door diverse disciplines en publicatie: |
€ |
155,40 |
|
d. |
voor zover het een uitgebreide, complexe aanvraag betreft waarvoor vooroverleg, uitgebreide advisering en controle(s) vereist zijn: |
€ |
440,70 |
|
Paragraaf 3.3 Seksbedrijven |
||||
Artikel 3.5 Vergunning seksbedrijf |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf krachtens artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ |
439,35 |
||
Paragraaf 3.4 Standplaatsen |
||||
Artikel 3.6 Marktstandplaatsen |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in hoofdstuk 2 van de geldende Marktverordening gemeente Hof van Twente, voor het innemen van een standplaats op de markt: |
€ |
35,45 |
||
Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
||||
Artikel 3.7 Niet benoemd besluit op aanvraag |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ |
26,00 |
||
Behoort tot het raadsbesluit van 19 december 2023 |
||||
de griffier (wnd), H.M. Meerman |
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl