Speelautomatenhalverordening Dijk en Waard 2023

Geldend van 06-01-2024 t/m heden

Intitulé

Speelautomatenhalverordening Dijk en Waard 2023

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

gelet op:

de Wet algemene regels herindeling

de Gemeentewet, artikel 147

de Wet op de kansspelen

het Speelautomatenbesluit 2000

besluit:

  • 1.

    Technische harmonisatie toe te passen op de Speelautomatenhalverordening en de Beleidsnota Speelautomatenhal.

  • 2.

    De Speelautomatenhalverordening (Heerhugowaard) en de Beleidsnota Speelautomatenhal (Heerhugowaard) in te trekken.

  • 3.

    De Speelautomatenhalverordening Dijk en Waard 2023 en de Beleidsnota Speelautomatenhal Dijk en Waard 2023 vast te stellen.

  • 4.

    Het college op te dragen beleidsevaluatie te agenderen voor 2024/2025.

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2023;

gelet op de Wet algemene regels herindeling, artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 30c van de Wet op de kansspelen, Speelautomatenbesluit 2000;

Overwegende dat:

vanwege de fusie van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard naar gemeente Dijk en Waard, verordeningen en beleid van beide voormalige gemeenten voor 1 januari 2024 opnieuw vastgesteld moeten worden;

de voormalige gemeente Langedijk geen speelautomatenhalverordening en -beleid heeft en de voormalige gemeente Heerhugowaard wel een speelautomatenhalverordening en -beleid heeft;

het college de gemeenteraad heeft voorgesteld om verordening en beleid in eerste instantie alleen technisch te harmoniseren, zodat de Speelautomatenhalverordening en de Beleidsnota Speelautomatenhal van de voormalige gemeente Heerhugowaard gaan gelden voor het gehele grondgebied van de gemeente Dijk en Waard,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Speelautomatenhalverordening Dijk en Waard 2023

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, als omschreven in artikel 30, onder a, van de wet, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder b, van de wet, waarvan

    • a.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • b.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder c, van de wet, die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van kansspelautomaten te beoefenen, indien het houden van een zodanige inrichting krachtens een vergunning van de burgemeester bij gemeentelijke verordening is toegestaan;

  • g.

    exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: de natuurlijke persoon of natuurlijke personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefenen in de speelautomatenhal;

  • i.

    openbare weg: weg conform de Wegenverkeerswet: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden en wat daaronder begrepen wordt.

Hoofdstuk 2 Verbodsbepaling en vergunningplicht

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • a.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • b.

    De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • c.

    De burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal 120 kansspelautomaten, waaronder een minimum aantal meer spelers van 1 per 100 m2 vloeroppervlakte.

  • d.

    Aan de vergunning verbindt de burgemeester in elk geval het voorschrift dat het de vergunninghouderverboden is personen toegang te verlenen tot die speelautomatenhal:

    • a.

      die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt;

    • b.

      waarvan niet op deugdelijke wijze is vastgesteld dat deze de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt.

  • e.

    Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te hebben zonder dat tenminste één van de op de vergunning vermelde beheerders in de speelautomatenhal aanwezig is.

  • f.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

  • 1. De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, de oppervlakte van het bruikbare vloeroppervlak voor speelautomaten, evenals een opstellingsplan(plattegrond) waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welke aantallenkansspelautomaten (singleplayer en meerspeler) en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld, waar de leeftijdscontrole plaatsvindt en de toegangsbewijzen verstrekt worden;

    • b.

      een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is of zal zijn over de ruimte te beschikken;

    • c.

      een plan waarin de aanvrager van de vergunning aangeeft op welke wijze concreet gokverslaving zal worden voorkomen en bestreden;

    • d.

      bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid sub a van de wet gestelde eisen;

    • e.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid sub b van de wet gestelde eis;

    • f.

      een verklaring omtrent het gedrag en een fotokopie van een geldig legitimatiebewijs van de exploitant, dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens bij te voegen statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en de beheerder(s);

    • g.

      een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten branche organisatie of een bewijs dat voldaan wordt aan de lidmaatschapsvoorwaarden die door de VAN Speelautomaten branche organisatie gesteld worden;

    • h.

      een bewijs, waaruit blijkt, dat de exploitant in de eerste periode van twaalf maanden van de exploitatie van de speelautomaten een DEKRA-keurcertificaat verkrijgt;

    • i.

      een bewijs waaruit blijkt, dat Brijder Verslavingszorg voornemens is in de eerste periode van drie maanden na afgifte van de vergunning een convenant met exploitant af te sluiten.

  • 2. De burgemeester stelt ten aanzien van de aanvraag, het indienen daarvan, de gegevens die daarbij overgelegd dienen te worden, de wijze van behandeling van de aanvraag en de toetsing daarvan aan de bepalingen van de verordening nadere regels.

  • 3. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in de voorgaande leden gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dat is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 4. Indien de aanvrager van de vergunning van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvraag buiten behandeling stellen.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na indiening op de aanvraag met bij behorende bescheiden.

  • 2. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. Van zijn daartoe strekkend besluit doet de burgemeester voor het verstrijken van de onder a. genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 5 Vergunning

  • 1. De vergunning is persoonsgebonden.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden die opgenomen zijn in de Beleidsnota Speelautomatenhal. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 4. De vergunning voor de speelautomatenhal is behoudens het bepaalde in art. 7 eerste lid, niet overdraagbaar.

  • 5. De burgemeester verleent een vergunning voor een periode van vijf jaar met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging met een periode van vijf jaar.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor een speelautomatenhal is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de bedrijfsleider(s) en beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek(onderbewindstelling);

    • e.

      de aanvrager(s) van de vergunning of de in de aanvraag vermelde bedrijfsleider(s) of beheerder(s)niet voldoen aan de krachtens artikel 30d vierde lid onder a en b van de wet gestelde eisen;

    • f.

      bij het indienen van de aanvraag één of meer van de in artikel 3 bedoelde gegevens niet voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden krachtens de door de burgemeester ingevolge artikel 3 tweede lid vastgestelde beleidsregels;

    • g.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder d.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1. Indien de overeenkomstig artikel 5 b in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant binnen twee weken nadat de beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren onder overlegging van de in artikel 3, onder d, e en f genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan welindien geen aanvraag is ingediend binnen twaalf weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

  • 1. De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder g;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      indien niet binnen zes maanden na verlening van de vergunning wordt gestart met de exploitatie van een speelautomatenhal, dan wel indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallenvergunning.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Overige bepalingen

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de wet titel VA (speelautomaten) en de afgegeven vergunningen(aanwezigheidsvergunning speelautomaten en vergunning voor het houden van de inrichting) zijn belast de door de burgemeester aangewezen ambtenaren en personen.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • De Speelautomatenverordening vastgesteld op 22 januari 2013, wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

  • Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.

  • Deze verordening wordt aangehaald als: “Speelautomatenhalverordening Dijk en Waard 2023”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2023.

De griffier,

De voorzitter,