Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712493
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712493/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2024
Geldend van 30-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2024De raad van de Gemeente Midden-Groningen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
gelet op artikel 14 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
gelet op artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2024
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de (n)e dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van het aanvragen van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
stukken of verrichtingen, in hun persoonlijk belang benodigd door personen die door een verklaring afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken;
- d.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- e.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoekunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;
- f.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, indien deze aanvraag betrekking heeft op het realiseren van een herdenkingsmonument en voor zover de grondslag van de heffing gedefinieerd is onder Paragraaf 2.3, artikel 2.5 van de Tarieventabel behorend bij deze verordening;
- g.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, indien deze aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op aanpassing van een (archeologisch) monument of een pand in een beschermd stads- of dorpsgezicht, zoals opgenomen in de Omgevingswet, en deze zonder deze aanduiding vergunningsvrij is (op grond van de Omgevingswet en/of het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
- 3.
Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel niet anders is bepaald, wordt in geval van toezending van stukken per post het tarief verhoogd met de door de gemeente te betalen portokosten.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
- 2.
De leges, zoals bedoeld in Paragraaf 2.3, artikel 2.5 van de Tarieventabel behorende bij deze verordening, kunnen overeenkomstig artikel 14 van de AWR bij wijze van voorlopige aanslag worden opgelegd indien op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag de hoogte van het legesbedrag nog niet vastgesteld kon worden.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende Tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de Tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
paragraaf 1.4, artikel 1.18 (verstrekking als bedoeld in artikel 17 Besluit basisregistratie personen);
- 4.
paragraaf 1.6, artikel 1.24a (verklaring omtrent gedrag);
- 5.
paragraaf 1.8, artikel 1.30 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
- 1.
De Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Midden-Groningen 2023, vastgesteld op 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13 lid 2 opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening gemeente Midden-Groningen 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023,
Burgemeester, A. Hoogendoorn
Griffier, F.M. Bouwman
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening gemeente Midden-Groningen 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.9 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Kinderopvang
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk 1Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op de daarvoor door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgestelde dagen en uren: |
a. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, met een uitgebreide ceremonie: |
€ 364,10 |
b. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, voltrokken door een familielid of bekende: |
€ 250,00 |
c. |
op dinsdag, woensdag en donderdag tussen 9.00 en 12.00 uur in het Huis van Cultuur en Bestuur, voor een huwelijk zonder ceremonie (‘flitshuwelijk’): |
€ 98,50 |
d. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in een zelf gekozen locatie (exclusief de kosten die de locatie berekent): |
€ 345,15 |
e. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur en in het weekend tussen 9.00 en 22.00 uur in een zelf gekozen locatie (exclusief de kosten die de locatie berekent) |
€ 384,00 |
f. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur in een zelf gekozen locatie, voltrokken door een gelegenheidsambtenaar (familielid of bekende); exclusief de kosten die de locatie berekent |
€ 194,50 |
g. |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur en in het weekend tussen 9.00 en 22.00 uur in een zelf gekozen locatie, voltrokken door een gelegenheidsambtenaar (familielid of bekende); exclusief de kosten die de locatie berekent |
€ 230,45 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk is, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van dezelfde faciliteiten als bij een huwelijk, gelijk aan de tarieven onder 1.1.a tot en met 1.1.g. Indien het alleen het opmaken van de akte betreft zijn geen leges verschuldigd. |
||
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een ‘bijzonder huis’ op grond van artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 147,35 |
|
Artikel 1.3 Beschikbaar stellen van getuigen door gemeente |
||
Het tarief voor het ambtshalve laten fungeren van gemeenteambtenaren als getuigen bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap bedraagt, per getuige: |
€ 28,60 |
|
Artikel 1.4 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een origineel of duplicaat van een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 20,30 |
|
Artikel 1.5 Inlichtingen burgerlijke stand |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen op opgaven uit de registers van de burgerlijke stand, per persoon, per akte: |
||
a. |
voor elke inlichting die door de aanvrager wordt afgehaald: |
€ 10,75 |
b. |
bij toezending, ongeacht de wijze waarop |
€ 12,90 |
Artikel 1.6 Naspeuring in register burgerlijke stand |
||
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, per half uur: |
€ 28,60 |
|
Artikel 1.7 Verstrekking op basis van artikel 2 Wet rechten burgerlijke stand |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand, conform het tarief zoals opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand, voor: |
||
a. |
elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 1:23b, tweede lid, BW en elk (meertalig) uittreksel als bedoeld in artikel 1:23b, eerste lid, BW: |
€ 16,60 |
b. |
elke verklaring van huwelijksbevoegdheid |
€ 29,00 |
c. |
een meertalig modelformulier van een onder 1.7a en 1.7b genoemd stuk |
€ 16,60 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.8 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment van aanvragen 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
c. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.8a (zakenpaspoort), voor een persoon die op het moment van aanvragen 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
d. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.8a (zakenpaspoort), voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
e. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort), voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
f. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort), voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
g. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 63,40 |
Artikel 1.9 Nederlandse identiteitskaart |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart, voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
b. |
een Nederlandse identiteitskaart, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
c. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,90 |
Artikel 1.10 Modaliteiten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
a. |
voor een spoedlevering van de in de artikelen 1.8 en 1.9, onder a en b, genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 57,00 |
b. |
bij bezorging van documenten genoemd onder de artikelen 1.8 en 1.9 geldt per bezorging eenmaal een toeslag, ook indien meer dan één van deze documenten of die genoemd onder 1.11 (rijbewijs) op hetzelfde adres en tijdstip bezorgd worden, van: |
€ 5,45 |
c. |
indien de documenten genoemd onder 1.8 tot en met 1.9 verstrekt worden in of met een beschermhoesje, geldt per document een toeslag van |
€ 1,90 |
d. |
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een volledige aanvraag, zoals genoemd onder 1.8 tot en met 1.9, wordt verlaagd met: indien de aanvraag gedaan wordt in de periode van 1 januari tot en met 29 februari 2024 |
€ 10,00 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.11 Rijbewijzen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,10 |
|
Artikel 1.12 Modaliteiten |
||
Het tarief genoemd in artikel 1.11 wordt vermeerderd met: |
||
a. |
bij een spoedlevering: |
€ 39,65 |
b. |
bij bezorging geldt eenmaal een toeslag, ook indien meer dan één van deze documenten of die genoemd onder 1.8 en 1.9 (paspoort of Nederlandse identiteitskaart) op hetzelfde adres en tijdstip bezorgd worden, van: |
€ 5,45 |
c. |
indien de documenten genoemd onder 1.8 tot en met 1.9 verstrekt worden in of met een beschermhoesje, geldt per document een toeslag van: |
€ 1,90 |
Artikel 1.13 Gegevens Centraal Register Rijbewijzen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen: |
€ 3,00 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
||
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd, en/of de voor de basisregistratie geldende bevolkingsadministratie moet worden geraadpleegd |
||
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verstrekken van gegevens: |
||
a. |
per verstrekking, aangevraagd aan de publieksbalie: |
€ 10,70 |
b. |
per verstrekking, aangevraagd via de internetkassa op de website: |
€ 8,75 |
c. |
per verstrekking, verstuurd per post: |
€ 12,85 |
d. |
per verstrekking, van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 10,70 |
Indien de verstrekkingen, genoemd onder 1.15d gevraagd worden door een instelling met een ideële doelstelling of een genootschap op geestelijke grondslag, worden de tarieven met 50% verminderd. |
||
Artikel 1.16 Verstrekking van een selectie van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het -onder voorbehoud van goedkeuring door het college van B&W- maken van een éénmalige selectie van verstrekkingen: verhoogd per verstrekking met: |
€ 433,20 € 0,40 |
|
Artikel 1.17 Gewaarmerkt afschrift |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van een persoonslijst: |
€ 10,70 |
|
Artikel 1.18 Verstrekking als bedoeld in artikel 17 Besluit basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt, in afwijking van de tarieven in artikel 1.15a tot en met d, voor het in behandeling nemen van het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 2,65 |
|
Artikel 1.19 Onderzoek archiefregisters |
||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de archiefregisters ten behoeve van genealogisch onderzoek, voor ieder daaraan besteed halfuur: |
€ 28,60 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.20 Afschriften van bestuursstukken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 33,30 |
b. |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 33,30 |
c. |
een afschrift of uitdraai van het verslag van een raads- of raadscommissievergadering, indien daarvan een afschrift wordt gemaakt, per pagina: |
€ 0,35 |
d. |
een afschrift of uitdraai van een verordening of besluit, per pagina: |
€ 0,35 |
Artikel 1.21 Digitale informatie |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie in digitale vorm, voor zover handelingen moeten worden verricht (scannen of bewerken), per pagina: |
€ 0,15 |
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken
Artikel 1.22 Legaliseren en waarmerken |
|||
Het tarief bedraagt voor: |
|||
a. |
het legaliseren van een handtekening: |
€ 8,40 |
|
b. |
Het waarmerken van enig stuk: |
€ 8,40 |
|
Artikel 1.23 Aanvragen makelaars |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent publiekrechtelijke beperkingen, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening- en/of bodeminformatie: |
€ 172,00 |
||
Artikel 1.24 Rijkstarieven |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag (hiervoor geldt het maximumtarief zoals dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet justitiële gegevens): |
€ 41,35 |
|
b. |
tot het verkrijgen van het Nederlanderschap door naturalisatie of via optie als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat per 1 januari 2020 is opgenomen in het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden 2002: |
||
1. |
optie, enkelvoudig (tariefcode A) |
€ 217,00 |
|
2. |
optie, gemeenschappelijk (tariefcode B) |
€ 370,00 |
|
3. |
optie, per mede opterende minderjarige (tariefcode C) |
€ 24,00 |
|
4. |
naturalisatie, enkelvoudig; standaard (tariefcode D) |
€ 1.023,00 |
|
5. |
naturalisatie, gemeenschappelijk; standaard (tariefcode E) |
€ 1.305,00 |
|
6. |
naturalisatie, enkelvoudig; verlaagd (tariefcode F) |
€ 760,00 |
|
7. |
naturalisatie, gemeenschappelijk; verlaagd (tariefcode G) |
€ 1.044,00 |
|
8. |
naturalisatie, meenaturaliserende minderjarige (tariefcode H) |
€ 151,00 |
|
Indien de tarieven genoemd onder 1.9.3 en 1.9.4 door Rijksregelgeving dwingend worden aangepast, vervallen deze tarieven en gelden de door het Rijk voorgeschreven tarieven. |
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief
Artikel 1.25 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 17,75 |
|
Artikel 1.26 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
||
a. |
een gewaarmerkt afschrift van een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,80 |
b. |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,80 |
c. |
een kopie of uitdraai van een archiefstuk op A4 formaat, per kopie |
€ 0,40 |
d. |
een kopie of uitdraai van een archiefstuk op A3 formaat, per kopie |
€ 0,80 |
e. |
een reader-printerafdruk van een microfiche |
€ 0,40 |
De tarieven onder 1.26a tot en met 1.26e worden verhoogd met: voor kosten kopieën of uitdraaien. |
€ 0,40 |
|
Artikel 1.27 Uitlenen archiefbescheiden |
||
Het tarief bedraagt voor het uitlenen van archiefbestanden, per uitlening: |
€ 40,05 |
|
Het tarief onder artikel 1.27 wordt per toezending verhoogd met: |
€ 11,95 |
|
Artikel 1.28 Verstrekkingen |
||
Het tarief bedraagt voor de verstrekking van openbare akten uit de burgerlijke stand, openbare inschrijvingen in het bevolkingsregister, scans van archiefstukken, alsmede afbeeldingen uit de beeldcollectie: |
||
a. |
per verstrekking aangevraagd via de internetkassa op de website van het gemeentelijke archief |
€ 8,55 |
b. |
per verstrekking aangevraagd op het gemeentehuis, indien het gevraagde ook beschikbaar is via de internetkassa op de website, via eigen informatiedrager of per email |
€ 10,80 |
c. |
per verstrekking aangevraagd op het gemeentehuis, indien het gevraagde niet beschikbaar is via de internetkassa op de website, via eigen informatiedrager of per email |
€ 8,55 |
De tarieven onder 1.28a tot en met 1.28c worden verhoogd met administratiekosten van: indien het bestelde per post wordt toegezonden. |
€ 7,55 |
|
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Gereserveerd (Huisvestingswet 2014) |
||||||
Artikel 1.30 Leegstandswet |
||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 111,75 |
||||
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 28,00 |
||||
Indien de aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. |
||||||
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|||||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ 56,50 |
||||
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee speelautomaten, voor de eerste speelautomaat: |
€ 56,50 |
||||
en voor iedere volgende speelautomaat: |
€ 34,00 |
|||||
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 226,50 |
||||
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
||||
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
|||||
2. |
Artikel 1.31a en 1.31b zijn van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|||||
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 27,10 |
||||
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2 lid 1 Verordening Speelautomatenhallen: |
€ 254,80 |
||||
5. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2 lid 1 Verordening Speelautomatenhallen: |
€ 254,80 |
||||
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en uitvoering van werkzaamheden in verband met het verkrijgen van instemming als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 70,75 |
||||
2. |
Het tarief genoemd in artikel 1.32.1 wordt per strekkende meter sleuflengte verhoogd met: |
|||||
a. |
indien het betreft werkzaamheden in tegelverhardingen, klinker- en sierbestrating alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond: |
€ 1,70 |
||||
b. |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond: |
€ 1,70 |
||||
c. |
indien met betrekking tot de melding bedoeld in artikel 1.32.1 overleg moet plaatsvinden tussen de beheerder van de openbare ruimte, andere beheerders en de aanbieder van het netwerk: |
€ 332,25 |
||||
d. |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief genoemd in artikel 1.32.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||||
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019 |
€ 332,25 |
||||
4. |
Het tarief genoemd in artikel 1.32.3 wordt per strekkende meter sleuflengte verhoogd met: |
|||||
a. |
indien het betreft werkzaamheden in tegelverhardingen, klinker- en sierbestrating alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond: |
€ 1,70 |
||||
b. |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond: |
€ 1,70 |
||||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||||
a. |
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 84,55 |
||||
b. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 57,50 |
||||
c. |
het reserveren van een gehandicaptenparkeerplaats: |
€ 123,10 |
||||
d. |
voor het wijzigen van een kentekenbord voor een gehandicaptenparkeerplaats: |
€ 78,10 |
||||
e. |
tot het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart na vermissing: |
€ 17,35 |
||||
f. |
tot het verkrijgen van een Aanstellingsbesluit evenementenverkeersregelaar en verkeersbrigadier op grond van artikel 1.1 lid 3 Regeling Verkeersregelaars 2009: |
€ 11,95 |
||||
1. |
ingeval de aanvraag wordt ingediend voor twee of meer personen tegelijk: |
€ 23,55 |
||||
g. |
voor het verplaatsen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats binnen de gemeentegrens: |
€ 23,85 |
||||
2. |
Het in artikel 1.33.1b genoemde bedrag wordt verhoogd met de kosten voor het geneeskundig onderzoek, zoals vermeld op de gemeentelijke website en op de toelichting bij het aanvraagformulier gehandicaptenparkeerkaart. |
Paragraaf 1.9 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 8,60 |
|||
b. |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
||||
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,35 |
|||
2. |
kleurenafdruk in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,75 |
|||
3. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,75 |
|||
4. |
kleurenafdruk in formaat A3, per bladzijde |
€ 1,55 |
|||
5. |
In formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 1,55 |
|||
6. |
kleurenafdruk in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 3,15 |
|||
7. |
per bladzijde op papier van een ander formaat |
€ 0,35 |
|||
8. |
kleurenafdruk per bladzijde van een ander formaat |
€ 0,75 |
|||
c. |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34a en 1.34b genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk voor het formaat: |
||||
1. |
A3 (29,7 x 42,0 cm) |
€ 5,75 |
|||
2. |
A2 (42,0 x 59,4 cm) |
€ 8,60 |
|||
3. |
A1 (59,4 x 84,1 cm) |
€ 11,45 |
|||
4. |
A0 (84,1 x 118,9 cm) |
€ 14,35 |
|||
d. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 24,05 |
|||
e. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 0,35 |
|||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vertrekken van inlichtingen omtrent de topografische situatie: |
||||
a. |
levering digitaal (100*100m) per ha: |
€ 107,65 |
|||
b. |
levering papieren afdruk (500*250m) per 12,5 ha: |
€ 53,85 |
|||
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vertrekken van inlichtingen omtrent de fotografische situatie: |
||||
a. |
analoog (100*100m) op A3 per ha: |
€ 17,75 |
|||
b. |
digitaal (100*100m) per ha: |
€ 17,75 |
|||
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 2.72 van de APV, voor de verkoop van vuurwerk, inclusief de kosten voor afkondiging |
€ 296,65 |
|||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een gedoogverklaring coffeeshop |
€ 1.528,00 |
Hoofdstuk 2
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 286,80 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
een startbedrag van: |
€ 286,80 |
||
b. |
in geval van nieuwbouw van een woning of uitbreiding van een woning, per m³: |
|||
1. |
woning, vrijstaand: |
€ 10,55 |
||
2. |
woning, twee aaneen gebouwd: |
€ 9,30 |
||
3. |
woning, meer dan twee aaneen gebouwd: |
€ 7,90 |
||
c. |
in geval van een bouwwerk, niet vallend onder art 2.5b: |
|||
1. |
indien de bouwkosten € 1.000,00 of minder bedragen, wordt overeenkomstig artikel 2.5a het minimumbedrag aan leges geheven van: |
€ 286,80 |
||
2. |
indien de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000,00 wordt overeenkomstig artikel 2.5a het minimumbedrag aan leges geheven en vermeerderd met voor elke € 1.000,00 of een gedeelte ervan boven de € 1.000,00: |
€ 40,30 |
||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruik (ruimtelijke deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, al dan niet in combinatie met een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 286,80 |
||
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
€ 286,80 |
||
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 286,80 |
||
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 286,80 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 807,70 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure) die is aangewezen als kleine afwijking van het omgevingsplan zoals opgenomen in de Beleidsnotitie kruimelgevallen Midden-Groningen zoals geldend op het moment van aanvragen: |
€ 573,55 |
||
d. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure): |
€ 9.596,00 |
||
e. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarop de uitgebreide voorbereidings- procedure van toepassing is, worden de leges in rekening gebracht zoals genoemd in artikel 2.48 van deze legesverordening; |
|||
f. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij advies van de gemeenteraad benodigd is worden de leges verhoogd met het bedrag zoals genoemd in artikel 2.50 van deze legesverordening (adviesrecht). |
|||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 573,55 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 573,55 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 573,55 |
||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 573,55 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 807,70 |
||
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 807,70 |
||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 286,80 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop, voordat het is aangewezen, de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 807,70 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 807,70 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 573,55 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 807,70 |
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Gereserveerd (Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed) |
||||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.332,00 |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.301,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 6.832,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 10.245,00 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit, in totaal: |
€ 2.301,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 6.832,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 10.245,00 |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit, in totaal: |
€ 2.301,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 6.832,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in totaal: |
€ 10.245,00 |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.301,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in totaal |
€ 6.832,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in totaal |
€ 10.245,00 |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.157,00 |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.301,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in totaal |
€ 6.832,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in totaal |
€ 10.245,00 |
Artikel 2.19 Gereserveerd (Sport en recreatie -afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
||
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,90 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 688,65 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,90 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,90 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingswaardeals bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,80 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,90 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,80 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 521,10 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, indrijven van voorwerpen, ophogen van de grond, afgraven van grond, of verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel het omgevingsplan: |
€ 286,80 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 573,55 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 330,40 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 646,95 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,80 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,80 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 286,80 |
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 286,80 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 807,70 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure) die is aangewezen als kleine afwijking van het omgevingsplan zoals opgenomen in de Beleidsnotitie kruimelgevallen Midden-Groningen, zoals geldend op het moment van aanvragen: |
€ 573,55 |
d. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure): |
€ 9.596,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, zoals bedoeld in Hoofdstuk 4, afdeling 1 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 89,90 |
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het zonder noodzaak kappen of vellen van een houtopstand, zoals bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 119,35 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 89,90 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 89,90 |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken en tijdelijke verkeersmaatregel |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, zoals bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
€ 89,90 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 89,90 |
|
c. |
ten behoeve van het beoordelen van en/of besluit voor tijdelijke verkeersmaatregelen als bedoeld in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, ongeacht onder welke omstandigheid of omschrijving ze zijn ingediend: |
€ 134,85 |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, zoals bedoeld in Hoofdstuk 5, afdeling 4 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een vergunning met een geldigheidsduur van maximaal één week: |
€ 44,00 |
|
b. |
voor een vergunning met een geldigheidsduur van maximaal één maand: |
€ 89,90 |
|
c. |
voor een vergunning met een geldigheidsduur van meer dan één maand: |
€ 154,00 |
|
d. |
voor een vergunning met een geldigheidsduur van meer dan een half jaar: |
€ 251,55 |
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,80 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 286,80 |
|
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure) die is aangewezen als kleine afwijking van het omgevingsplan zoals opgenomen in de Beleidsnotitie kruimelgevallen Midden-Groningen zoals geldend op het moment van aanvragen: |
€ 573,55 |
|
3 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (reguliere procedure): |
€ 9.596,00 |
|
4 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 286,80 |
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 458,85 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 458,85 |
Artikel 2.36 Gereserveerd (Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten) |
||
Artikel 2.37 Gereserveerd (Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten) |
||
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief per uur: |
€ 74,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief per uur: |
€ 74,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief per uur: |
€ 74,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief per uur: |
€ 74,00 |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 286,80 |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 286,80 |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 114,75 |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 286,80 |
|
Artikel 2.44 Overige kosten |
||
Als voor een planologische procedure, aangevraagd bij de gemeente, onderzoeken benodigd zijn, welke niet door aanvrager zijn aangeleverd, worden de gemaakte kosten voor onderzoeken door de gemeente in rekening gebracht bij de aanvrager. |
||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 11.680,00 |
|
Indien de aanvrager de aanvraag om een wijziging van het omgevingsplan intrekt, voordat de gevraagde wijziging is vastgesteld, worden de leges voor de betreffende aanvraag verminderd: |
||
a. |
indien nog geen (principe)besluit is genomen om de procedure al dan niet te voeren, tot: |
€ 286,80 |
b. |
indien nog vooroverleg en/of participatie en/of instemming (advies) heeft plaatsgevonden, met: |
80% |
c. |
indien nog geen ontwerpbesluit is gepubliceerd, met: |
50% |
d. |
na publicatie van het ontwerpbesluit, met: |
5% |
e. |
de verschuldigde leges met betrekking tot het wijzigen van het omgevingsplan worden verminderd als het verzoek wordt geweigerd door de gemeente met: |
80% |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 573,55 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
|||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 8.486,00 |
||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 11.680,00 |
||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 8.486,00 |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 286,80 |
||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 286,80 |
||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 286,80 |
||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 286,80 |
||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 286,80 |
||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 5.753,00 |
||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 286,80 |
||
Artikel 2.50 Advies |
|
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 688,30 |
||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie (voor welstand) dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 385,60 |
||
1. |
Bouwkosten nihil en meer, doch minder dan € 15.750: |
€ 70,00 |
||
2. |
Bouwkosten € 15.750 en meer, doch minder dan € 241.500: vermeerderd met 0,25% van de bouwkosten boven de € 15.750; |
€ 70,00 |
||
3. |
Bouwkosten € 241.500 en meer, doch minder dan € 483.000: vermeerderd met 0,1% van de bouwkosten boven de € 241.500; |
€ 624,00 |
||
4. |
Bouwkosten € 483.000 en meer, doch minder dan € 735.000: vermeerderd met 0,05% van de bouwkosten boven de € 483.000; |
€ 865,00 |
||
5. |
Bouwkosten € 735.000 en meer, doch minder dan € 1.260.000: vermeerderd met 0,025% van de bouwkosten boven de € 735.000; |
€ 991,00 |
||
6. |
Bouwkosten € 1.260.000 en meer: vermeerderd met 0,0125% voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 1.260.000; |
€ 1.122,00 |
||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 385,60 |
||
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
€ 688,30 |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Artikel 2.51 Instemming |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
20% |
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 286,80 |
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
20% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
30% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
40% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
90% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
80% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
80% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.58 Gereserveerd (Teruggaaf als gevolg van intrekking in overige situaties (verleende omgevingsvergunning voor bouw, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten): |
||
|
||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
80% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Gereserveerd (Duurzaamheidsmaatregelen) |
||
Artikel 2.61 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning voor het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 67,65 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 67,65 |
c. |
een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning openbare inrichtingen: |
€ 67,65 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 401,55 |
b. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet, voor een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet: |
€ 286,60 |
c. |
een aanvraag om een ontheffing voor de aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet verbonden voorschriften en beperkingen: |
€ 101,35 |
d. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 67,65 |
e. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 101,35 |
f. |
Een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 101,35 |
g. |
Een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning horeca |
€ 67,65 |
h. |
Een aanvraag tot het verlenen van andere, in deze onderdelen niet genoemde vergunning, verlof of ontheffing, of tot het nemen van een andere beschikking: |
€ 28,65 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijven |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 350,00 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.4 Ontheffing winkeltijden |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 24,10 |
b. |
een wijziging van een in artikel 3.4 onder a. bedoelde ontheffing |
€ 67,65 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.5 Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) |
€ 273,00 |
b. |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25a Algemene plaatselijke verordening |
€ 23,05 |
c. |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een klein evenement dat niet voldoet aan artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 84,85 |
d. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 28,65 |
Artikel 3.6 Organiseren markt |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een rommelmarkt, snuffelmarkt en dergelijke, als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 28,65 |
Paragraaf 3.5 Kinderopvang
Artikel 3.7 Exploitatie kinderopvangvoorziening |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om het in exploitatie nemen van een kindcentrum of gastouderbureau, zoals bedoeld in artikel 1.45 lid 1 en artikel 1.46 lid 1 van de Wet kinderopvang: |
€ 889,00 |
b. |
een aanvraag om het in exploitatie nemen van een voorziening gastouderopvang, zoals bedoeld in artikel 1.45 lid 2 en artikel 1.46 lid 1 van de Wet kinderopvang: |
€ 286,60 |
Geen leges zijn verschuldigd indien de aanvraag uitbreiding van een bestaande locatie betreft, dan wel wijziging van de opvanglocatie van gastouders binnen de gemeente. |
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.8 Diversen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om ontheffing van geluidhinder als bedoeld in artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 57,40 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van het verbod om afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken (onder deze ontheffing worden paas- en vreugdevuren verstaan), als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 315,45 |
c. |
een aanvraag om een ontheffing voor kamperen, zoals bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 172,05 |
d. |
een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 28,65 |
Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2023.
De griffier van de gemeente Midden-Groningen,
F.M. Bouwman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl